Wereldgezinsdagen
Vorige week werden van 1 tot 9 juli in Valencia (Spanje) voor de vijfde keer de zgn. Wereldgezinsdagen gehouden, die om de drie jaar plaatsvinden. Paus Johannes Paulus II nam daartoe in het begin van de negentiger jaren het initiatief. Hij was immers van mening, dat "in het gezin de toekomst van de mensheid gesmeed wordt", reden waarom hij deze dagen organiseerde. Opvallend is het, dat deze Wereldgezinsdagen deze keer in Spanje plaatsvonden. In dat land is het gezag van de katholieke kerk op dit moment immers tanende. Het Spaanse parlement nam vorig jaar een wetsvoorstel aan, dat homoseksuelen zoals in Nederland toestaat in het huwelijk te treden en kinderen te adopteren. De Spaanse regering bepleit verder een versoepeling van de echtscheidings- en abortuswetgeving. Waar de vorige conservatieve regering godsdienstles op school verplicht wilde stellen, schrapte premier Zapatero deze plannen. De katholieke kerk leeft zodoende in vrijwel voortdurende onmin met de regering, die in rap tempo liberale hervormingen doorvoert. In de ontmoeting van Zapatero met paus Benedictus, die Valencia van 8 tot 9 juli bezocht, zal hierover een hartig woordje gesproken zijn, waarschijnlijk ook de reden dat Zapatero niet bij de sluitingsmis aanwezig was. Naar zijn mening moeten kerk en politiek zich niet met elkaar bemoeien.
Het standpunt van de kerk, dat de exclusieve band tussen huwelijk, seksualiteit en voortplanting verdedigt, staat vandaag onder ferme druk. Huwelijk, seksualiteit en voortplanting worden vandaag immers als losstaande, aparte activiteiten beschouwd, waartussen geen onderlinge samenhang meer bestaat. maar die vanuit individuele behoeften worden ingevuld. Het traditionele gezin, dat bestaat uit een gehuwd echtpaar, dat samen kinderen heeft, wordt steeds meer een keuzemogelijkheid onder de andere mogelijkheden. Homo-echtparen kunnen kinderen adopteren. Vruchtbaarheidstechnieken maken het mogelijk dat seksualiteit teruggebracht wordt tot een medische ingreep, zoals bij de in vitro fertilisatie, hoewel zulk een ingreep in het geval van onvruchtbaarheid positieve effecten kan hebben. Zaad kan via spermabanken worden ingekocht, terwijl de donoren anoniem blijven. Embryo's kunnen worden ingevroren en indien gewenst worden ingeplant in welke uterus ook. En ga zo nog maar even door.
Dit alles roept de vraag op, of de hedendaagse opvatting dat er zich een nieuw mens- en maatschappijbeeld aan het ontwikkelen is, het zal winnen van het traditionele mensbeeld van man, vrouw en kind(eren), zoals de Kerk voorstaat. Voorlopig lijkt het, alsof de katholieke kerk met haar traditioneel mensbeeld aan het kortste eind trekt. De politieke en medische ontwikkelingen gaan immers door en zullen steeds nieuwe mogelijkheden creëren. Toch denk ik, dat de Kerk moet vasthouden aan haar uitgangspunt, dat de man-vrouw relatie de meest normale is. Dat de vanzelfsprekendheid daarvan vandaag verdedigd moet worden, alsof het iets abnormaals is, is typisch iets voor onze onzekere tijd. Natuurlijk is de traditionele rol van man en vrouw flexibel en afhankelijk van de cultuur waarin we leven, maar wezenlijk verandert dit niets ten aanzien van de verschillen tussen man en vrouw. Die verschillen zitten in de natuur en bovendien is elke beschaving op die verschillen gebouwd.
Bij zijn bezoek aan Valencia heeft de paus gezegd: "Er zijn gezinnen die gelukkig zijn en wij willen dat aanmoedigen, want het geeft hoop voor de toekomst. Laten wij het positieve onderlijnen, zodat mensen begrijpen waarom de Kerk sommige dingen niet aanvaardt". Om deze overtuiging ingang te doen vinden, zullen echter enkele vooroordelen tegen het katholieke standpunt overwonnen moeten worden. De oppositie van de Kerk tegen homorelaties en een eventueel huwelijk tussen beiden mag geen uiting zijn van homohaat, zoals vaak gedacht wordt. De bezwaren van de Kerk tegen medische vruchtbaarheidstechnieken berusten niet op een keuze tegen het leven, zoals vaak beweerd wordt. Haar pleidooi voor de trouw binnen het huwelijk mag geen afwijzing betekenen van mensen, die om welke reden dan ook gescheiden zijn. De exclusieve band tussen huwelijk, seksualiteit en voortplanting, die de Kerk steeds verdedigt, houdt geen vooringenomenheid in tegen de seksualiteit, als zou die enkel getolereerd kunnen worden. Als de Kerk duidelijk zou kunnen maken dat dergelijke vooroordelen geen grond van bestaan hebben, zou dat reeds een grote stap vooruit kunnen zijn.
In een onlangs voor de jeugd van Rome gehouden toespraak zei de paus: "Het geloof en de christelijke ethiek willen de liefde niet verstikken, maar haar integendeel gezond, sterk en vrij maken. De tien geboden zijn geen reeks 'neen' maar een 'ja' tegen de liefde en het leven". Zulk een positieve benadering verandert in ieder geval de sfeer waarbinnen de discussies gehouden moeten worden.
Het pleidooi van de Kerk voor een natuurlijk gezinsverband mag dan in onze tijd een achterhoedegevecht lijken, op de lange termijn is het dat zeker niet. Naar mijn mening moet zij daarom haar visie vastberaden blijven verkondigen. Afwijkende visies mogen recht van bestaan hebben, maar kunnen het wezen van de man-vrouw relatie niet aantasten. Op den duur zal de eeuwenlange overtuiging,dat de meerwaarde van een gezin berust op de man-vrouw relatie, weer naar boven komen. Dat kan lang of kort duren, maar het zal wel gebeuren. "In het gezin wordt de toekomst van de mensheid gesmeed", zei paus Johannes Paulus II. Ik ben het daarmee volledig eens.
Ton Baeten
Op dit moment zijn er nog geen bijdragen voor dit thema.