Condoomgebruik
Bij zijn bezoek aan Afrika heeft de paus veel tegenspraak opgeroepen met zijn opmerkingen over het condoomgebruik tegen het bestrijden van het hiv-virus. Hij durfde zelfs beweren, dat het gebruik van condooms de situatie alleen maar zou verergeren in plaats van verbeteren. Hoe moet je deze woorden van de paus verstaan?
Wetenschappelijk is het bewezen dat het gebruik van condooms in ieder geval de besmetting door het hiv-virus kan voorkomen of minstens verminderen. De paus bestrijdt deze mening niet, maar gaat eraan voorbij. Toestaan van het condoom heeft volgens hem een neveneffect. Hij is bang dat het condoom een gewoon voorbehoedsmiddel gaat worden en dat is tegen de leer van de kerk. Voorbehoedsmiddelen zoals het condoom en de pil zijn uit den boze. Hij voorziet dat het gebruik van deze middelen de promiscuďteit zal vergroten in deze zin dat ze bevorderen, dat men van partner gaat wisselen. Dat bedoelt de paus, als hij zegt dat het toestaan van het condoom de situatie alleen maar zal verergeren. Dit alles is natuurlijk tegen de leer van de kerk. Van partners wordt huwelijkstrouw verwacht en als het hiv-virus een rol speelt in de relatie van gehuwden, moeten partners zich tot onthouding verplichten.
De paus kon er natuurlijk niet buiten, om de leer van de kerk in deze kwestie nog eens duidelijk onder woorden te brengen, zeker in een continent waar het probleem van aids zo’n grote rol speelt. Miljoenen mensen sterven er jaarlijks aan en het aantal kinderen dat daardoor geen ouders meer heeft neemt alleen maar toe. De vraag is alleen, of de paus met zijn mening een bijdrage levert aan de oplossing van het probleem. Theoretisch natuurlijk wel, want als ieder zich aan de leer van de kerk zou houden, de huwelijkstrouw zou naleven en de onthouding serieus zou nemen, is er niets aan de hand. Maar praktisch blijft het probleem natuurlijk bestaan, want mensen gaan hun eigen gang. De onderliggende vraag dringt zich dan ook op, of er uitzonderlingen op de regelgeving door de kerk mogelijk zijn. Maar dat kan natuurlijk niet, want als er een uitzondering gemaakt zou worden voor hiv-lijders, wordt in feite het gebruik van het condoom voor iedereen vrij gegeven met het door de paus gevreesde gevolg.
In feite wordt hier de door de kerk geleerde seksuele moraal aan de orde gesteld. Wanneer deze moraal over het algemeen niet alleen in de westerse wereld, maar ook in de ontwikkelingslanden nauwelijks nog wordt nageleefd, moet de kerk de vraag aandurven, of die moraal niet aangepast moet worden. Moet de kerk zich niet aanpassen aan het levensgevoel van mensen en afstand doen van het steeds gehanteerde verband tussen seksualiteit en zondigheid. Ik begrijp dat dit een moeilijke kwestie is, die niet zo maar opgelost kan worden, maar wanneer de leer en de praktijk zozeer uit elkaar komen te liggen, moet er omwille van de helderheid en eerlijkheid toch duidelijkheid geschapen worden. Het probleem is, dat de kerk haar standpunt in deze zo vaak en zo uitdrukkelijk heeft vastgelegd – denk maar aan het beroemde dan wel beruchte leerstuk Humanae vitae’ – dat het voor haar moeilijk is haar mening te veranderen. Niemand zal dit beter weten dan de huidige paus, die als prefect van de congregatie van de geloofsleer het standpunt van de kerk steeds verdedigd heeft. Er moet ongetwijfeld een concilie aan te pas komen, waarin meningen worden gewisseld en standpunten ingenomen. Ongetwijfeld hoort daar de huwelijkstrouw bij.
Eigenlijk moet ik de paus beklagen, omdat hij deze leer telkens weer moet verkondigen, zelfs in situaties als in Afrika, waar de dood van miljoenen in scherp contrast staat met de telkens weer herhaalde leer, die feitelijk voorbijgaat aan het mede door de kerk veroorzaakte leed. De paus verkeert met zijn leer in het niet bestaande Utopia, dat boven de bestaande werkelijkheid blijft zweven. De paus heeft gelijk, omdat hij zich houdt aan de leer, maar hij heeft feitelijk ongelijk, als je het leed van zo velen ziet, die het slachtoffer worden van deze leer. De paus heeft het eindeloos gemakkelijker, als hij in Afrika opkomt voor de bestrijding van de armoede, want daar doet hij niemand kwaad mee, tenzij de machthebbers die zich aan deze problematiek niets gelegen laten liggen zoals in Zimbabwe. Zolang echter de leer van de kerk blijft zoals zij is, zal er weinig of niets veranderen voor de slachtoffers van het hiv-virus, tenzij de organisaties die condooms invoeren, daarmee hun verantwoordelijkheid voor de slachtoffers op zich nemen. Dat is schrijnend enerzijds en beschuldigend anderzijds.
Ton Baeten
Auteur is emeritus abt van de Norbertijner abdij
Op dit moment zijn er nog geen bijdragen voor dit thema.