Waar ligt de verantwoordelijkheid?  
Home > Thema's > Kerkstructuren > Waar ligt de verantwoordelijkheid?

Waar ligt de verantwoordelijkheid?

“Wij vrijzinnigen hebben de slag verloren”, zo lees ik in Volzin van 23 februari, naar aan­leiding van het ontslag van diaken Plaum in Breda. Reden: hij is gescheiden en ging een nieu­we relatie aan. Volgens het Bisdom “een keuze die naar het inzicht van de kerk on­mo­gelijk is en niet verenigbaar is met het ambt van diaken en de pastorale arbeid die hij verricht”. Daarover kan men twisten maar dat zal ik nu niet doen. Wat mij trof is een element uit zijn reactie, die een bredere betekenis heeft dan alleen die van het onderhavige geval. Hem werd gevraagd: “Bent u boos op de bis­schop?” Zijn ant­woord: “Nee, niet op Muskens. Ik denk dat hij diep in zijn hart anders had gewild. (…) Op wie dan wel? Op het systeem… dat regels belangrijker zijn dan de boodschap die we ver­kondigen en kerkelijke wetten het winnen van goed pastoraat en bevlogenheid”.

In deze reactie is een belangrijk, zelfs fundamenteel sociologisch probleem aan de or­de. Het probleem namelijk hoe het handelen van personen en de systemen waarin dat ge­beurt zich tot elkaar verhouden. Sommige sociologen vermijden het woord systeem lie­ver en spreken van de dwang die mensen op elkaar uitoefenen. Wij zijn veel min­der vrij en autonoom dan wij denken want op velerlei manieren verbonden met ande­ren en soms neemt het geheel waarvan wij deel uitmaken een weg die geen van de betrok­kenen persoonlijk voor ogen had, laat staan gewild. Maar het komt er bij analyses wel op aan om eenzijdigheden te vermijden: de persoon is weliswaar niet ge­heel autonoom maar het sys­teem is niet uitsluitend de sturende instantie. In zijn reactie legt de dia­ken echter de ver­ant­woor­de­lijkheid geheel bij het systeem en ontslaat daarbij onvermijdelijk de bis­schop van zijn ver­antwoordelijkheid. Of reduceert hem tot – onmachtige – uitvoerder van wat bin­nen het systeem als regel geldt. Dat is een gevaarlijke wijze van denken.

Met een dergelijke toeschrijving wordt de verantwoordelijkheid voor wat er gebeurt, wat er wordt bevo­len of verboden, immers een diffuse aangelegenheid. Uiteindelijk is er dan geen en­kele concrete persoon verantwoordelijk. Soms verdwijnt zelfs de verantwoordelijkheid van de hoogste leiders in dat moe­ras; niet hij wilde zus of zo, maar zijn omge­ving. En in zo’n perspectief ligt de uitspraak van lagere gezagsdragers voor de hand: “ik heb dat niet ge­wild, ik had het zelfs graag anders gezien, maar … Neemt u mij dus niet kwalijk, ik kan niet anders”. En het slachtoffer beaamt: “Dat doe ik ook niet, want ik weet dat ‘het sys­teem’ de eigenlijk schuldige is. U wordt ook maar gestuurd”.

Kan dat nu in alle ernst worden volgehouden? Natuurlijk niet. Ik zal de laatste zijn om te ont­ken­nen dat gezagsdragers onder sterke druk staan van collega’s op hetzelfde en ho­gere niveaus. Maar dat ontlast hen niet van hun verantwoordelijkheid voor het eigen han­delen. Zij besluiten het spel mee te spelen, ofwel uit overtuiging, ofwel uit angst voor de gevolgen als zij anders handelen, of om welke reden dan ook. Of zij besluiten dat niet te doen en weigeren zich te conformeren om­dat de (in ieder geval bepaalde) regels van het sys­teem voor hen onaanvaardbaar zijn. Of zij spre­ken zich ook openlijk tegen die regels uit, ge­tuigen daarmee van hoognodige kritische inzichten en zijn ook bereid daarvan de ge­vol­gen te dragen. Die zijn vaak, om het zacht te zeggen, niet leuk want het be­stel is in­der­daad machtig, kan mensen maken en breken en dat gebeurt ook vaak. Toch laten sommigen zich daardoor niet weerhouden.

Buiten de kerk hebben we vele voorbeelden van dergelijk optreden. Van mensen in hogere func­ties die in verzet kwamen tegen Hitler – ondanks de te verwachten fatale gevolgen – en van dissidenten in het Oostblok die er kampen en gevangenisstraf voor over hadden. Maar ook van mensen die, in aan­zienlijk minder dramatische omstandigheden, openlijk verzet aan­tekenden bin­nen orga­nisaties – ook dat zijn systemen – en daarvan de consequenties ac­cepteerden.

Maar hebben we ook vele voorbeelden binnen de kerk? Natuurlijk hebben vele theo­lo­gen een prijs voor hun eigen overtuigingen betaald. Maar ik heb het hier in eerste instan­tie over kerkelijke ge­zagsdragers, over hen die met bestuurlijke verantwoordelijk­he­den zijn belast. Is het alleen mijn indruk dat we te weinig van zulke moedige figuren heb­ben? Ik denk van niet.

Daar zijn herkenbare redenen voor. Een voor de hand liggende is, dat in het se­lec­tie­proces van gezagsdragers, in het bijzonder bisschoppen, conformisme een leidend begin­sel is. Een dieper ge­legen reden is de scholing die de betrokkenen ontvan­gen hebben en die eerder op een soort indoc­trinatie neerkomt, waar­bij men op de van bovenaf vastge­stelde paden blijft, dan op vrij onderwijs en onderzoek in een open discussieklimaat. De recente maatregelen in de theo­lo­gische faculteit Utrecht/Tilburg wijzen daar weer duidelijk op. En ook zal men in rekening moeten brengen dat ‘het in­stituut’ of het ‘organisatorisch bestel van de kerk’ heel gemakkelijk sacrale kenmerken van het ‘mysterie van de kerk’ krijgt toege­schreven.

Maar we moeten het niet alleen officiële gezagsdragers verwijten. Dia­ken Plaum zal het onge­twijfeld goed bedoeld hebben en ik heb respect  voor zijn mildheid ten aanzien van zijn bisschop. Hij heeft als eenling bovendien weinig of geen verweer te­gen maatre­ge­len van zijn werkgever. Als eenling zeg ik. Maar hij zou geen eenling hoeven te zijn. Want ook op het onderste niveau is er spra­ke van verantwoordelijkheden die niet op ‘het systeem’ kunnen worden afgewen­teld. Die krij­gen daar de gestalte van solidariteit of horen die te krijgen. Er zijn in de laatste decen­nia heel wat gevallen geweest van pastoraal werkenden die in de verdrukking kwamen, he­laas zonder dat zij de steun kregen van reële solidariteitsbetuigingen van hun collega’s. En nu er slagen vallen in de theo­logische faculteit, merken we ook wei­nig of niets van zulke solidariteit. Wél spreken velen hun be­zorgdheid uit – hoe vaak hebben we overigens sinds begin jaren zeventig die be­zorgd­heid niet ho­ren uit­spre­ken? – maar als er al een ge­meen­schap­pelijk op­tre­den tegen die maatregelen was,  is daarvan toch weinig van tot de buitenwereld doorgedrongen. Dat is jammer en dat maakt het sys­teem sterker dan wenselijk is. Zo zullen de vrijzinnigen nog wel vaker slagen verliezen.

Bert Laeyendecker



Op dit moment zijn er nog geen bijdragen voor dit thema.

Terug naar "Kerkstructuren" | Naar boven

Disclaimer
EnglishDeutschFrancaisEspanol