“Tegen de berusting”  
Home > Thema's > Kerkstructuren > “Tegen de berusting”

Verklaring op 25 maart 1972 getekend door 33 prominente theologen.

De Zwitserse theoloog Hans Küng was hiervan de initiatiefnemer.

“De katholieke kerk bevindt zich midden in een gecompliceerde bestuurs- en vertrouwenscrisis. … De leiding van de kerk, die in de tijd van het concilie oude en nieuwe problemen had aangepakt en in een verwonderlijk groot aantal  tot oplossing had gebracht, lijkt in de tijd na het concilie niet in staat, in zo dringende kwesties  als gerechtigheid en vrede in de wereld  en de crisis van het ambt in de kerk tot constructieve resultaten te komen; de op zich perifere celibaatswet is ten onrechte een testvraag voor de vernieuwing van de kerk geworden.” …De oorzaken van de tegenwoordige bestuurs- en vertrouwens-crisis liggen niet eenvoudig  bij bepaalde personen, maar in de ontwikkeling van het kerkelijk systeem sinds de Middeleeuwen. Maar de crisis kan alleen hierdoor overwonnen worden, dat de hele kerk “zich opnieuw op haar centrum en fundament bezint: het evangelie van Jezus Christus, waarvan ze is uitgegaan en dat ze in elke nieuwe situatie opnieuw moet leren verstaan en beleven”.

Hans Küng stelt zich de vraag: ís een serieuze hervorming, gezien de overmacht en de geslotenheid van het kerkelijk systeem eigenlijk wel mogelijk? We zouden ook bisschoppen en zielzorgers  moeten aanspreken.

De Verklaring: “Tegen de berusting” geeft daarvoor vijf oriëntatiepunten:

  1. Niet zwijgen: iedereen in de kerk, ambtsdrager of niet, man of vrouw, heeft het recht en vaak de plicht over kerk en kerkleiding te zeggen, wat hij denkt en hij nodig acht om te doen. “Die bisschoppen –  en zij vormen binnen de nationale bisschoppenconferenties vaak een sterke minderheid of zelfs de meerderheid – die bepaalde wetten, verordeningen en maatregelen als een onheil beschouwen, zouden dat in alle openheid  moeten uitspreken en steeds duidelijker naar een verandering moeten verlangen”
  2. Zelf handelen: niet alleen maar klagen over Rome, maar zelf iets doen: “Of iemand nu pastoor, kapelaan of leek is – ieder lid moet zelf binnen de eigen kleinere of grotere omgeving iets doen om de kerk te vernieuwen. Veel grote dingen in de gemeenten of in de hele kerk zijn door initiatieven van individuen tot stand gekomen. En juist in de moderne maatschappij­  heeft het individu mogelijkheden, het kerkelijk leven positief te beïnvloeden. Op verschillende manieren kan iemand aandringen op betere vieringen, begrijpelijker prediking en aan de tijd aangepaste zielzorg, op oecumenische integratie van gemeenten en een christelijk engagement in de maatschappij”.
  3. Gemeenschappelijk optreden: de officieel opgerichte parochieraden, priesterraden, pastorale raden zouden in gemeenten, bisdommen en landen een machtig instrument van vernieuwing kunnen worden, maar evengoed ook de vrije groepen van priesters en leken, om bepaalde wensen in de kerk te helpen realiseren: “Één parochielid, dat naar de pastoor gaat, telt niet, vijf kunnen lastig worden, vijftig veranderen de situatie. Één pastoor in een diocees telt niet, naar vijf wordt geluisterd, vijftig zijn niet te verslaan”.
  4. Streven naar tussenoplossingen: veel hervormingen zijn door druk van onderaf tot stand gekomen, druk uitoefenen op kerkelijke gezagsdragers in de geest van christelijke broederlijkheid is legitiem. “Waar een maatregel van het hoger geplaatste kerkelijk gezag heel duidelijk in strijd is met  het evangelie, kan verzet geoorloofd en zelfs geboden zijn. Waar een dringende maatregel van het hoger geplaatste gezag op ontoelaatbare wijze wordt  uitgesteld, kunnen met handhaving van de eenheid van de kerk op een verstandige en gematigde manier provisorische oplossingen in gang worden gezet”.
  5. Niet opgeven:  de bekoring, naar buiten of naar binnen toe in ballingschap te gaan, moet worden weerstaan: Juist in een fase van stagnatie komt het erop aan, in vertrouwvol geloof rustig vol te houden en de lange adem te behouden. Weerstanden waren te verwachten. Maar zonder strijd geen vernieuwing. Beslissend blijft dus: het doel niet uit het oog verliezen, rustig en vastberaden handelen en de hoop bewaren op een kerk, die zich meer gebonden weet aan de christelijke boodschap, en die dus opener, menslievender, geloofwaardiger, kortom: christelijker is.

Uit: Hans Küng: Omstreden waarheid, Uitg. Ten Have, 2008, pag. 320-321 (ISBN 978 90 259 58459).



Op dit moment zijn er nog geen bijdragen voor dit thema.

Terug naar "Kerkstructuren" | Naar boven

Disclaimer
EnglishDeutschFrancaisEspanol