Veertig jaar ‘Jonge Kerk Roermond’
Ter inleiding
In november 1969 is in de binnenstadparochie van Roermond gestart met de Jongerenkerk. Een toen eigentijds initiatief om met ‘beatmissen’, een jeugdig koor en een lekker klinkend combo jeugd te binden aan de RK eredienst. Na een snelle naamswisseling naar Jonge Kerk – een verbinding naar de eerste kerkbelevingen na de kruisdood van Jezus – stellen we in 2009 vast dat deze gemeenschap nog steeds bestaat, functioneert en blóeit. Voor wie in wonderen gelooft, dit is er een.
In het najaar van 2009 gedenkt Jonge Kerk in dankbaarheid aan de Genadegever en aan elkaar haar veertig jarig bestaan met diverse activiteiten en festiviteiten. Eén daarvan is een symposium op zaterdag 10 oktober 2009. Na de opening door de voorzitter van Jonge Kerk, Wim Janssen, en na de inleidende woorden van de dagvoorzitter, Tof Thissen, voorheen uiterst actief voorman van Jonge Kerk en thans onder meer fractievoorzitter van Groen Links in de Eerste Kamer, spreekt Jos Smeets gedurende twintig minuten over het ‘anders’ zijn van Jonge Kerk.
Belangrijk voor het goede verstaan van zijn bijdrage is bekendheid met de achtereenvolgende reeks pastors van Jonge Kerk. Daarom worden ze hier opgesomd in tijdsvolgorde.
Pierre van Can, pastor van 1969 tot 1978.
Theo Wilemssen, benoemd door het bisdom Roermond als deeltijdpastor van Jonge Kerk; na enkele maanden vraagt hij aan de deken van Roermond ontheffing van deze deelfunctie.
Tjeu van Knippenberg, pater lazarist, van 1 januari tot 30 juni 1979 conform afspraak een half jaar pastor van Jonge Kerk.
Jos Slabbers, redemptorist, pastor van najaar 1979 tot in 1989.
Margreet Spoelstra van 1989 tot 1998.
Manon Bommer van 1998 tot 2006.
Anne-Francine van Gogh vanaf 2006.
Wim Timmermans, redemptorist, ‘standby pastor’ van circa 1973 tot medio 2008.
Het is ook van belang te weten dat Jonge Kerk tot 1984 bijeenkwam in de Caroluskapel van het Bisdom Roermond en sinds 1984 beschikt over een eigen kerkgebouw, de Ursulakapel van de Roermondse architect Cuypers. Verder zij vermeld dat de voordracht doorspekt was met een flink aantal voor-zichzelf-sprekende foto’s. Om praktische redenen zijn ze weggelaten uit deze tekst. Daarom treft u hier en daar beschrijvingen aan van wat de toehoorders geprojecteerd zagen.
Een reconstructie van de voordracht van Jos Smeets
Dames en heren, het doet me plezier hoe u hier met z’n allen de Ursulakapel vult. Want dat praat een stuk prettiger dan tegen veel lege stoelen.
Veertig jaar anders kerk zijn. Hoezo anders? Waar, wie wat, hoe anders? Beter? Slechter? Of alleen: anders? In de jongste jonge kerk, die van tweeduizend jaar geleden, zijn allerlei zaken en verhalen op schrift gesteld. Wij maken daar nog steeds gebruik van. Maar zoals we inmiddels wel weten, zijn die geschriften niet in één vloeiende beweging tot stand gekomen. Er ligt een hele wordingsgeschiedenis aan ten grondslag, inclusief commissies die beslist hebben over de juiste formuleringen. Eén van die teksten van destijds kennen we allemaal. Ik doel op de regels: Waar twee of meer in mijn naam verenigd zijn … We weten hoe deze zin sinds lang wordt afgemaakt. Maar die zin is zoals ze is omdat er zich een commissie mee heeft bezig gehouden. Oorspronkelijk stond daar: Waar twee of meer in mijn naam verenigd zijn, gaat wel eens iets fout.
Zo is het in alle kerkgenootschappen, en zo is het ook in Jonge Kerk. Daarin is Jonge Kerk absoluut niet ‘anders’. Daar heb ik het nu dus niet over, over wat er fout ging in Jonge Kerk. Ik heb het alleen over het positieve onderscheid, over de positieve vormen van anders zijn. En let wel, het gaat hier om míjn opvatting van positief en goed. Heel subjectief dus.
Ik heb voor mijn beschrijving drie thema’s gekozen:
• het MENSBEELD dat Jonge Kerk hanteert
• de ACTIE en PARTICIPATIE die je er aantreft
• onze manier van VIEREN
Deze aspecten staan niet los van elkaar. Als ik straks voorbeelden van een en ander ga noemen, hebben die voorbeelden vaak betrekking op meer dan één van deze aspecten. Het zijn, letterlijk bedoeld, aspecten, insteken, aanvliegroutes van het anders zijn. Geen enkel van deze drie is zo heel bijzonder, laat staan uniek. De bundel, het boeket vind ik wel degelijk bijzonder.
A. Mensbeeld
Bij mensbeeld begin ik met het element gelijkwaardigheid.
En om in G-termen te blijven spreken, heb ik het achtereenvolgens over
• Gelijkwaardigheid van Gelovigen
• Gelijkwaardigheid van Geslachten
• Gelijkwaardigheid van Geloofsrichtingen
Gelijkwaardigheid van Gelovigen
Eerst dus de Gelijkwaardigheid van gelovigen. Aardig geïllustreerd door het verschijnsel volkscongressen: grote bijeenkomsten van tachtig, negentig, meer dan honderd jongekerkers om te praten over van alles, over beleid, over de BasisBeweging Nederland, over samenwerking met andere Limburgse basisgemeenschappen, over de plaats van de gelovige in de samenleving enzovoorts. Geen Poolse landdagen, maar wel uiting van diversiteit, waarin iedereen zijn of haar inbreng had, alhoewel in de samenvattingen van de besprekingen menige nuance sneuvelde.
De Gelijkwaardigheid van gelovigen zie je ook als in 1978 de discussie losbarst over de opvolging van Theo Willemssen als pastor. “Wij zoeken zélf een pastor; we willen niet langer afhankelijk zijn van Bisdom Roermond”.
Het wordt de pater lazarist Tjeu van Knippenberg, voor exact een half jaar, contractueel zo vastgelegd. Door gemeenteleden gevraagd. En vervolgens de redemptorist Jos Slabbers, aangesteld tegen de zin van het bisdom in. Het bestuur beslist, gehoord hebbend een compleet Volkscongres. Zo zijn er talloze voorbeelden te noemen. Als iemand binnen Jonge Kerk zich méér voelt dan een ander, is dat te wijten aan een persoonlijke kwaliteit en is dat zeker geen gevolg van de structuur van Jonge Kerk.
Gelijkwaardigheid van Geslachten
Vervolgens de Gelijkwaardigheid van geslachten.
We zien hier een ontwikkeling binnen Jonge Kerk. Het is zeker niet zo dat de vrouwen in de eerste twintig jaar van Jonge Kerk gediscrimineerd werden. Maar het was feitelijk geen punt van aandacht. Jonge Kerk was nog steeds een weliswaar eigengereid en dissident onderdeel van de R.K. Kerk met een priester als voorganger. Pas bij het aanstaande vertrek van Jos Slabbers kwam de vraag ter tafel: moet onze pastor wel een man zijn? Er volgde een fundamenteel proces van herbezinning waarin Toine van den Hoogen, docent aan de Universiteit voor Theologie en Pastoraat, een belangrijke rol als katalysator vervulde. Met als uitkomst een advertentie met Gevraagd: pastor m/v !
De nieuwe pastor was Margreet Spoelstra, dochter van dominee Spoelstra, afgestudeerd aan een katholieke faculteit! Haar benoeming heeft velen deugd gedaan, en enkelen verdriet. Zoveel verdriet dat een klein aantal uiterst trouwe en actieve jongekerkers de gemeenschap toen heeft verlaten. Dit is één van de meest pijnlijke groeistuipen van Jonge Kerk geweest.
In 2008. bij het afscheid van Wim Timmermans als pastor, maakte iemand een mooie foto van twee dames en twee heren achter vier koffiekopjes. Wie zijn zij? Twee echtparen op een receptie? Of pastor Wim met drie ‘schapen’? Het antwoord is zo eenvoudig: op de foto staan vier voormalige pastors van Jonge Kerk: Jos Slabbers, Margreet Spoelstra, Manon Bommer en Wim Timmermans. Het is een prachtige illustratie van de Gelijkwaardigheid van Geslachten. En in 1998, bij de installatie van Manon Bommer als pastor, overhandigt haar voorgangster Margreet Spoelstra een bijbel aan Manon. In 1998 is dit in Jonge Kerk een vanzelfsprekende zaak. Maanden geleden sprak ik Tjeu van Knippenberg en ik vroeg hem hoe hij als priester aankijkt tegen die vrouwelijke pastors van ons. Tot mijn verrassing en verrukking antwoordde hij: “Het zou de zonde van verzuim zijn als Jonge Kerk verzuimde het goede te doen”. Wat een bemoediging! Zo’n antwoord. Er zit ook een keerzijde aan. Toen Anne-Francine van Gogh nog lang niet in beeld was als pastor van Jonge Kerk, heb ik mij afgevraagd: Durft Jonge Kerk nog wel een man aan te stellen als pastor ..?
Gelijkwaardigheid van Geloofsrichtingen
Na de Gelijkwaardigheid van gelovigen en geslachten kom ik nu bij de Gelijkwaardigheid van geloofsrichtingen.
Binnen het christendom is Jonge Kerk intrinsiek oecumenisch. Er heeft ook hierin een ontwikkeling plaatsgevonden. Pierre van Can ging samen met dominee Spoelstra, de vader van Margreet, voor in vieringen. Ze gebruikten daarbij dezelfde credo-tekst en instellingswoorden. Maar lange tijd is Jonge Kerk niet zozeer echt oecumenisch gebleven, maar eerder afwijkend katholiek met open oren naar anderen. Met het aantreden van Margreet Spoelstra, een protestantse vrouw, heeft het oecumenisch bewustzijn echt diepgang gekregen. Later volgde de gebouwenuitruil met de protestantse kerk: toen Jonge Kerk de Caroluskapel moest verlaten, bood de protestantse Minderbroederskerk haar onderdak. Na de brand in de Ursulakapel: van hetzelfde. En toen de Minderbroederskerk zwaar te lijden had gekregen van de middenlimburgse aardbeving, gebruikte de protestanten deze Ursulakapel. Een aantal protestanten trad toe tot de gemeenschap van Jonge Kerk. En tegenwoordig, het is een non-issue uit welke kerkelijke bloedgroep iemand afkomstig is.
Maar de wereld is groter dan de christelijke. Ik persoonlijk heb dan ook met groot genoegen beleefd hoe de dirigent van ons koor vorig jaar tijdens een gezamenlijke viering met moslims de 99 namen van Allah reciteerde. Zoals ik het ook toejuich dat mensen van Jonge Kerk deelnemen aan de interreligieuze werkgroep Geloven in Dialoog.
Tot zover over het element Gelijkwaardigheid als onderdeel van het thema Mensbeeld.
Gedeeld Voorgangerschap
Binnen het ‘andere’ mensbeeld van Jonge Kerk past ook het gedeeld voorgangerschap. Ook hierin zien we weer de ontwikkeling van ‘een beetje’ naar ‘alles’. Pierre van Can, onze eerste pastor, bood inspraak in de samenstelling van de vieringen. Maar de meningen en herinneringen daarover lopen uiteen. Er zijn er die zeggen: we mochten eigen gebeden en teksten maken. Anderen zeggen: je mocht iets voorlezen. Laten we er rekening mee houden dat het hier gaat om herinneringen van meer dan 30 jaar geleden.
De periode Jos Slabbers was duidelijk anders: heel veel inbreng van anderen dan hijzelf. Op alle onderdelen van de eucharistieviering. Behalve op de preek. Die hield Jos voor zichzelf. Om te voorkomen dat er twintig verschillende pastors eigen voorkeuren gingen verkondigen. Er functioneerde in die tijd een liturgische commissie. Met elke week een vergadering, met de deuren open, zodat er wekelijks vijftien, twintig mensen beraadslaagden over de liturgievieringen van de komende zondagen. Ik kom in de geschriften van die tijd ook een belangrijke opvatting tegen. We hebben, zo staat er, in de personen van Jos Slabbers en Wim Timmermans twee parttime pastors. Dat betekent dat er ook nog een ‘part’ over is voor de rest van de gemeenschap. Ook de gemeenschap is pastor.
Tegenwoordig is het samen, samen en nog eens samen. Met een Werkgroep Liturgie met een groot bestanddeel theologisch geschoolden. Met een Platform Liturgie waarin allen elkaar treffen die een actieve rol in de liturgie willen spelen. Met een pastor die nog slechts in een betrekkelijk klein aantal vieringen voorgaat. Kortom: gedeeld voorgangerschap.
Geen discriminatie
Na gelijkwaardigheid en gedeeld voorgangerschap nu het item ‘Geen discriminatie’. Ten diepste verankerd in het wezen van Jonge Kerk. Geen Discriminatie. Niet van man/vrouw. Niet van homo/hetero. Niet van gehuwd/ongehuwd/gescheiden. Niet van sociale status noch van geloofsrichting. Zo treffend vind ik de oproep die vaak voorafgaat aan het delen en breken in de vieringen. De oproep die luidt: Komt allen. Er is brood genoeg. En allen zijn genodigd.
Een voorbeeld. Als in 1979 het landelijke COC de jaarlijkse roze zaterdag organiseert in Roermond, op paaszaterdag, als protest tegen de opvatting van bisschop Gijsen, loopt een delegatie van Jonge Kerk mee in de proteststoet. En draagt het spandoek:
Jonge Kerk Roermond Solidair met protest COC. Het wordt een rumoerige zaterdag, op páászaterdag. Er is vooraf democratisch gestemd of Jonge Kerk hieraan zou meedoen. Een kleine meerderheid stemde vóór, een grote minderheid tegen.
Als de demonstranten van die roze zaterdag ’s avonds in de Paaswake verschijnen, spat er, spettert er vuur: Hoe durfden jullie !!!!! En die kritiek van de minderheid werd toch vooral ingegeven door de bonte buren waarmee de jongekerkers zich in de stoet omringd zagen; Roermond was nog niet zo gewend aan blote herenbillen. Jonge Kerk is dit te boven gekomen.|
B. Actie/participatie
Meedoen in duizendvoud/naar binnen
Het is simpel en waar: wij doen alles zelf. De bereidheid om verantwoordelijkheid te nemen voor de gemeenschap is groot en leidt tot een enorme inzet van mensen. Zo zijn er de werkgroepen, voor liturgie, voor onderling pastoraat, voor de kindernevendienst. Jaren lang heeft het Jongerenpastoraat gefloreerd, totdat de jeugd haar belangstelling ervoor verloor. We hebben een groot koor. Er zijn diverse ondersteunende diensten, voor de techniek, het gebouw, de kosters, de koffie. Er zijn de wandelclub, de boekentafel, de verkoop van tweedehands boeken, de eetgroep, de poetsgroep … En dan ook alle initiatieven om geld bijeen te brengen, vroeger voor de aanschaf van deze Ursulakapel, tegenwoordig voor de tien jaar durende restauratie ervan. Heel belangrijk is ook de participatie in de vieringen, in de voorbereiding ervan en in het voorgaan.
Meedoen in duizendvoud/naar buiten
Naast de zorg voor onszelf, hebben wij als gemeenschap een nog grotere verantwoordelijkheid naar buiten. Wat dat betreft heb ik mij alleen maar verbaasd toen ik de initiatieven van de afgelopen veertig jaar in kaart bracht. Ik som er gewoon een aantal op; ik kan er nu onmogelijk dieper op ingaan.
De Maandagavondgroep die gefunctioneerd heeft van midden jaren zeventig tot midden jaren tachtig, met als doelgroep mensen die zich alleen voelen. Zij konden elkaar treffen in de Karthuis, de toenmalige ‘huiskamer van Roermond’.
In 1980 is de Soos opgericht door Hans Lamboo en Agnes ter Laare. Voor verstandelijk gehandicapten die nergens anders de mogelijkheid hadden om uit te gaan. Jonge Kerk leverde een groot aantal vrijwilligers ervoor. De Soos bestaat nog steeds.
De Hof van Eten om een warme maaltijd te verschaffen aan daklozen, waaronder veel ex-gedetineerden. Het gevangenispastoraat. De oprichting in 1991, met een twintigtal andere Limburgse organisaties, van Samen Over Leven. De oprichting van de LETS-kring in 1995. De actie voor de kerkillegalen in 1980. In 1983 de oprichting van de nog steeds bestaande Werkgroep Vluchtelingen. Midden jaren negentig het kerkasiel in deze Ursulakapel, gedurende negen maanden, samen met de protestantse kerk. De Mondiale Werkgroep met achtereenvolgende projecten in de Filippijnen, in Oeganda en nu in Afghanistan
Ik verwees zojuist naar het homo-protest van 1979. In 1982 is er een andere protestmars waar jongekerkers in meelopen. Het is de mars tegen de moordpartijen in El Salvador. De moorden op bisschop Romero, op Koos Koster, diens collega’s, en zoveel anderen. Op de foto die ik u hier toon, ziet u Jos Slabbers en Tabe Jorritsma, beiden met baard. Ook in 2008 demonstreren jongekerkers. Als zij deelnemen aan de interreligieuze tocht langs christelijke en islamitische gebedshuizen in Roermond. Met leuzen als Samen Leven In Roermond. Een initiatief van de Werkgroep Geloven in Dialoog.
Verschuiving van barricaden naar papier
Er is een ontwikkeling te constateren in de acties naar buiten. Een ontwikkeling die te kenschetsen is als: van verontwaardiging naar mededogen. Vroeger waren het echte protesten.
Op wittedonderdagavond, tevens koopavond, trok Jonge Kerk jaren op rij de Roermondse binnenstad in om te protesteren tegen de vercommercialisering van de goede week en de paasdagen. De winkeliers waren daar niet blij mee. En herinner u de El Salvadortocht en de roze zaterdag. Het wittedonderdagprotest is opgevolgd door de collecte voor Solidaridad. Zoals de zojuist genoemde interreligieuze tocht is afgesloten met een doos petities, door Harrie van Heugten overhandigd aan de burgemeester van Roermond.
C. Vieren
Vieren, na mensbeeld en actie/participatie het derde element in het anders zijn van Jonge Kerk. Het vieren is het werkelijke brandpunt van het gemeenschap zijn. Met uitstraling naar de rest van de week.
In de recente enquête die Kees Spapens en ik gehouden hebben naar de motieven om naar Jonge Kerk te (blijven) komen, hoor je opvallend vaak: ik kom me opladen; ik doe er inspiratie op; het geeft me energie. Een viering is hier echt vieren. We vieren het breken en delen. We vieren het gemeenschap zijn. We vieren de droom van dat koninkrijk Gods waartoe Jezus ons uitdaagt.
In het laatste kwartaal van 2008 en in het eerste kwartaal van 2009 heb ik een flink aantal tellingen gedaan van het aantal vierenden. Op de eerste zondagen van de maand, de zondagen zonder koor, zijn er dat zo’n 80. Op de andere zondagen gemiddeld bijna 120. Dat zijn er natuurlijk veel minder dan 40 jaar geleden, toen Jonge Kerk in de eerste maanden van haar bestaan elke zondag zo’n 280 bezoekers trok. Een aantal dat in de loop van het eerste jaar daalde naar 200, waarna het lang op dat niveau is gebleven.
Maar toch, deze actuele aantallen van 80 en 120 hebben betekenis. Vind ik.
Samen vieren. Zo prachtig tot uitdrukking gebracht in de slotviering van het vorige seizoen, op 12 juli 2009. Toen pastor Anne-Francine van Gogh en voorzitter Wim Janssen samen voorgingen in de viering. Waarin zij ons opriepen picknickkringen te vormen om het brood en de vissen beter te kunnen verdelen. Een prachtig symbool van het Samen Vieren.
We vieren ook het leven, beginnend en voltooid. We vieren het opnemen van borelingen/dopelingen in onze gemeenschap. De jongekerkers hier aanwezig herinneren zich ongetwijfeld hoe pastor Manon Bommer blote kinderen dompelde en doopte in een teil met voorverwarmd water. De teil waarin Manon haar was deed in haar Afrika-periode. Die teil heeft hier menig maal gestaan, om het nieuwe leven te vieren. We vieren ook het voltooide leven, in dankbaarheid voor de aanwezigheid van de mensen die zijn overgegaan naar een ander weten.
We vieren, soms in stilte, maar vaak zingen we het uit. Jonge Kerk is begonnen rondom een koor en een combo, met beatmissen. Letterlijk honderden jongelui kwamen af op de muziek en de zang. Al in de eerste tien jaar van ons bestaan is Jonge Kerk in haar muziekkeuze over gegaan van ‘pop’ naar ‘inhoud’. Anders gezegd,
van MUZIEK met (uiteraard) tekst, naar TEKST op (uiteraard) muziek. Prachtige muziek. Dit is één van de verdiensten van Jos Lamboo die nu al meer dan dertig jaar dirigent is van ons fantastische koor. Ik sta zelf nu al zo’n twintig jaar versteld van de trouw, de inzet en de kwaliteit van dit koor. Destijds piepjong gestart. Inmiddels beduidend ouder van leeftijden. En rijper in zangkwaliteit. Dit koor is één van de echte peilers onder Jonge Kerk.
Tot slot
Als ik dit verhaal wil samenvatten…. Als ik de kern uit mijn woorden wil halen… Dan zeg ik: Vergeet alles wat ik gezegd heb. Kom morgen en alle volgende zondagen naar onze vieringen. Doe mee. En ERVAAR hoe wij ANDERS zijn.
Dank U wel.
Jos Smeets
Jos Smeets is betrokken bij de Jonge Kerk, een basisgroep in Roermond die op 10 oktober haar 40 jarig bestaan vierde met een symposium. Hier hield hij bovenstaande voordracht, verlucht met foto’s waarvan vele op de website van Jonge Kerk zijn te bewonderen.
Op dit moment zijn er nog geen bijdragen voor dit thema.