Parochies in beweging
Zijn de parochies in beweging? Ja, in ons land lijkt dat zeker zo. Daar zorgen de bisschoppen wel voor met hun rechtlijnige herindelings- en fusieplannen. Ook in andere landen is dit vaak het geval. De meeste bisschoppen voelen de consensusdwang die, onder het mom van bisschoppelijke collegialiteit, door collega's op hen wordt uitgeoefend. Daarom lijken alle parochies in beweging te zijn. Maar toch zijn er ook bisschoppen die niet zomaar voetstoots met deze trend meegaan. Zij weten te goed dat het doorgeven van het geloof en de geloofscultuur niet gebeurt in grote, kille, administratieve bestuurseenheden, maar in de kleine, warme en vertrouwde gemeenschappen van de vanouds bestaande parochies.
Daar zijn de netwerken van vele (vrijwilligers)organisaties: van scholen, harmonieën, gilden, scouting, kinder-, jeugd- en mannenkoren, gemengde en rouw-en-trouw-koren, groepen om zieken en ouderen te bezoeken, voorbereidingsgroepen voor doopsel, huwelijk, eerste communie en vormsel, groepen voor avondwake, uitvaart, rouwbegeleiding, kerkhofonderhoud, eigen bestuurlijke organen als kerkbestuur, parochievergadering, liturgisch/diaconaal/catechetisch beraad, om er maar eens een stel te noemen. Juist in deze hechte groepen gebeurt de socialisatie van volgende generaties in geloof en geloofscultuur. Deze sociale infrastructuur is de vanzelfsprekende, maar ook noodzakelijke ondergrond.
Daarom zoeken deze bisschoppen naar mogelijkheden om onder de eenheidsworst uit te komen en het ideaal van het Vaticaans Concilie trouw te blijven: ze gaan de voorheen geclericaliseerde parochie teruggeven aan de parochianen. Zij maken daarbij inventief gebruik van het kerkelijk wetboek.
Teams van leken
Zwitserse en Oostenrijkse bisschoppen baseren zich dan op canon 517-§2. Bekend is het beleid van bisschop Albert Rouet van Poitiers die, met canon 516-§2 in de hand, in alle parochies waar geen priester meer is de verantwoordelijkheid voor de plaatselijke leiding toevertrouwt aan teams van leken: "Wij willen niet dat parochies hun zelfstandigheid verliezen en plotseling veranderen in aanhangsels van steeds grotere eenheden". In de zogenoemde missielanden is het inzetten van lekencatechisten voor de leiding van de plaatselijke gemeenschappen sinds jaar en dag gebruikelijk. De basisgemeenten in Zuid-Amerika zijn een bekend voorbeeld, maar ook elders gaan (groepen van) bisschoppen deze weg op. In Zwitserland is dit model wijd verbreid, in Oostenrijk grijpt de helft van de bisdommen deze mogelijkheden aan, in de andere bisdommen kennen veel parochies het ‘Donderdaggebed’ als protest tegen opgelegde parochiefusies.
Na tien jaar ervaring hiermee heeft Johannes Panhofer, theoloog aan de Universiteit Innsbruck, bij de betrokkenen een opinieonderzoek gedaan. Zijn conclusie luidt, dat hier van een dynamisch model sprake is, waarin het kerkelijk beleid meer zou moeten zien dan een noodoplossing. Met leken als leidinggevenden in de parochies werken de mensen nauwer samen en engageren zij zich sterker. In Duitsland en blijkbaar ook in ons land blijven de bisschoppen gereserveerd tot afwijzend staan tegenover deze mogelijkheden. De klacht van de grote theoloog Hans Küng in april vorig jaar in zijn open brief aan de bisschoppen is daarom zeker ook aan deze Duitse bisschoppen gericht: "In veel landen worden wegens het tekort aan priesters parochies, vaak tegen hun wil, samengevoegd tot kolossale 'zielzorgeenheden', waarin de weinige priesters totaal overbelast zijn en waardoor een kerkvernieuwing alleen maar voorgetoverd wordt".
Handleiding bij fusies
Tegen deze achtergrond moeten we het recent verschenen boek ‘Parochie in beweging’ zien. Het is geschreven door Petra Stassen, hoofd juridische zaken van Adviesbureau R.K. Kerk, en Ad van der Helm, deken van Den Haag en docent kerkelijk recht in Leuven en Bovendonk/Hoeven, twee deskundige juristen dus. De ondertitel ‘Geloven in plaatselijke geloofsgemeenschappen’ betekent in de visie van de schrijvers dat ook bij deze fusieparochies zoveel mogelijk ruimte behouden moet worden voor locale geloofsgemeenschappen. Maar met een koepel, waar het beleid wordt voorbereid en vastgesteld en waar alle verantwoordelijkheid voor de financiën gesitueerd wordt, kan dit natuurlijk slechts een bescheiden ruimte zijn.
Het hele boek is een deskundige praktische handleiding bij het voorbereiden van en overgaan tot de vorming van zo'n grote fusieparochie. De invalshoek is daarbij voornamelijk bestuurlijk en juridisch. Hier en daar wordt wel even naar de pastorale aspecten verwezen, maar dat gebeurt toch maar mondjesmaat. Het hele fusiegebeuren is dan ook eerder een prioriteit van bestuurders en financiers dan van pastores (hoewel overigens lang niet altijd sprake is van financiële noodzaak). En daarbij doen de schrijvers het telkens weer voorkomen, alsof hiermee nieuwe kansen geboden zouden worden voor het pastoraat.
Zo wil aartsbisschop Wim Eijk van Utrecht de 348 parochies van het aartsbisdom nog dit jaar teruggebracht zien tot 49. Het bisdom 's-Hertogenbosch, dat 230 parochies laat fuseren tot 57 nieuwe eenheden, hanteert daarbij het motto: Groeien in geloof, geloven in groei. De constatering van Küng dat hierdoor een kerkvernieuwing enkel maar ‘voorgetoverd’ wordt, komt in het boek niet ter sprake. Aan de zeer volledige handleiding gaat geen meer omvattende pastorale problematisering van de geconstateerde vragen en noodzakelijkheden vooraf. Slechts de canoniek-rechtelijke vaststelling volstaat, dat een parochie onder het eindverantwoordelijke bestuur van een priester moet vallen en dat de bisschop de enig bevoegde is om hierover besluiten te nemen.
Fase in sterfhuisconstructie
Hoe dit boek te beoordelen? Als vakkundige handleiding is het heel goed en volledig. Alle relevante vragen en valkuilen bij een fusieproces komen ter sprake. Wanneer eenmaal het besluit tot fusie genomen is of doorgedrukt, kunnen de betrokken bestuurders er veel aan hebben. Maar andere modellen zoals hierboven genoemd, worden niet behandeld. Er wordt zelfs niet naar verwezen. En hoe zal het na deze blijkbaar onontkoombare fusiegolf verder gaan? Want er komt wellicht een tijd dat ook voor die nieuwe fusieparochies niet genoeg priesters beschikbaar zijn. Is dan deze fusiegolf een fase in een sterfhuisconstructie? En nu al ontstaan in dit fusiemodel op het platteland situaties, waarin kerkgebouwen, vanouds gebedsplaatsen in het centrum van het dorp, vaak gesloten zijn en slechts hun deuren openen voor rouw- en trouwdiensten en af en toe een zondagse viering. Om nog maar niet te denken aan de penningmeesters die straks gaan berekenen hoeveel geld het aanhouden van deze kerken de fusieparochie wel niet kost en of dat, gezien het totaal, nog wel kan. Dan kunnen de ervaringen elders misschien hoop geven.
In Saksen-Anhalt zijn regio's waar nog maar 13 procent van de bevolking kerkelijk meelevend is. Groot gebrek aan (evangelische) voorgangers. Daar heeft zich vanaf 2005 een breed initiatief ontplooid, waarbij in aanvankelijk 125, maar gaandeweg in 250 plaatsen, in de kerkgebouwen 's zondags door vrijwilligers geleide diensten worden gehouden. Voor deze kerkelijke gemeenten is vanaf 2008 een ondersteuningsgroep gevormd, die per trimester tegen kostprijs eenvoudige boekjes uitgeeft met liederen, bijbellezingen, meditatieve teksten ter vervanging van de vroegere preek door de voorganger. Dat gaat dan over vele duizendtallen, per pak van 10 boekjes voor de prijs van 2 euro. De vergelijking met de bij ons steeds meer voorkomende plaatselijke bezielde verbanden dringt zich op.
In andere dorpen, waar nauwelijks tot geen kerkbetrokken christenen meer wonen, bij voorbeeld in Brandenburg, zien we steeds vaker dat niet-kerkgebonden bewoners op de barricaden gaan om sluiting van hun dorpskerk te voorkomen: "De kerk is de enig overgebleven publieke ruimte, het laatste overblijfsel van de culturele structuur", zo argumenteren zij. Nu al zijn in meer dan 250 dorpen van Brandenburg zulke initiatieven actief voor de redding van hun kerken.
Ad Krijnen
Dr. Ad Krijnen, gehuwd priester en socioloog, heeft tot voor kort leidinggevende functies gehad in de Sint Willibrordusparochie te Berkel-Enschot. In deze bijdrage, overgenomen uit Geroepen (Info van de Vereniging tot Vernieuwing van het ambt in de r.-k. kerk, waarvan hij redacteur is) bespreekt hij: Petra Stassen & Ad van der Helm:'Parochie in beweging. Geloven in plaatselijke gemeenschappen, Uitg. Abdij van Berne, Heeswijk 2010, 208 blz., € 18,50.
Websites:
- Bisdom Poitiers
- Donderdaggebed
- Protesterende Duitse pastores
- Redding van kerken Brandenburg
Op dit moment zijn er nog geen bijdragen voor dit thema.