Naar aanleiding van Pastores gaan voorbij – wel en wee van parochianen
In ‘Pastores gaan voorbij’ schrijven Marie-José Janssen en Gerard Zuidberg over wat parochianen meemaken als zij verantwoordelijkheid op zich nemen voor het voortbestaan van hun parochies.
Naar mate de klerikale kerk terugloopt, zien wij – geloven wij – dat de Geest mensen roept om de boodschap van het evangelie verder te dragen en handen en voeten te geven. Vaak zonder de zegening van de plaatselijke bisschop maar wel met de zegening van de plaatselijke geloofsgemeenschap.
Hieronder het woord aan mensen die hun ervaringen en meningen kenbaar willen maken.
- o - o - o - o - o -
9 juni 2008
Gebed voor de Rooms-Katholieke kerk van Nederland
Kom Heilige Geest,
Beadem uw kerk in Nederland
- daal neer in onze parochiesUw kerk is saai
- breng leven in de brouwerijUw kerk is moe
- geef ons pitUw kerk is uitgeblust
- laai ons weer opUw kerk vergrijst
- geef ons nieuwe jeugdUw kerk verstandelijkt
- maak ons warmhartigUw kerk is verstard
- maak ons smeuigUw kerk strompelt
- doe ons weer springenUw kerk is bang
- geef ons lefUw kerk is verinnerlijkt
- keer ons naar buitenUw kerk is een gebouw geworden
- maak ons weer een gemeenschapUw kerk is verstomd
- doe ons weer zingenUw kerk verbleekt
- geef ons meer kleurUw kerk zit verstopt
- open ons aderenUw kerk is verlamd
- leer ons weer dansenUw kerk is benauwd
- doe ons herademenUw kerk is te mak
- maak ons weer profetischUw kerk is verblind
- geef ons uw kijkUw kerk is uw kerk niet meer
- kom met uw vuurMaak een nieuw begin met ons
- kom heilige Geest (5x)Kom heilige Geest
- kom met uw vuur (5x)
Tekst van Jaap van der Vinne
- o - o - o - o - o -
4 juni 2008
Opnieuw richting kiezen maar niet binnen de rooms-katholieke kerk
Open brief aan de bisschop van het bisdom Groningen-Leeuwarden
Na lang aarzelen en twijfelen, heb ik het besluit moeten nemen mijn lidmaatschap van de Rooms-Katholieke Kerk op te zeggen. Het komen tot dit besluit is een lang een pijnlijk en verdrietig proces geweest. En nog. Mijn betrokkenheid bij de kerk, met name bij de geloofsgemeenschap van de parochie, heeft mij doen besluiten dit artikel te publiceren waarin ik de beweegreden probeer neer te leggen wat mij tot deze ingrijpende en indringende stap heeft geleid.
Inleiding
Na vele jaren in het bedrijfsleven werkzaam te zijn geweest onder andere als Hoofd Personeel & Organisatie, kreeg ik de gelegenheid om in mijn 59e levensjaar vervroegd uit te treden. Ik wilde mijn accu weer opladen en had al besloten om theologie te gaan studeren. Mijn jarenlange betrokkenheid met het kerkelijk gebeuren, eerst in de St. Franciscusparochie in Leeuwarden, daarna in de St. Martinusparochie in Burgum was voor mij een belangrijke reden om deze studie op te pakken. Daarnaast het feit om weer in de schoolbanken te zitten, was voor mij een geweldig vooruitzicht en een uitdaging!
Investeren
Bij de overgang naar het tweede jaar HBO-Theologie werd ik door onze pastor gevraagd of ik in vieringen wilde voorgaan en dus lid wilde worden van de DOP-groep. De leden van deze DOP-groep, Diensten Onder leiding van Parochianen, gaan voor in vieringen. De reden van de inschakeling van leken-voorgangers is duidelijk: door het grote priestertekort is de druk op de pastores te groot geworden wat eventueel tot gevolg zou hebben dat het niet meer mogelijk zou zijn elk weekend twee vieringen te plannen.
Op voorstel van de pastor en bestuur van de parochie heb ik toen de cursus gevolgd: ‘Voorgaan in vieringen’ die onder de bezielende leiding van Henk Bucking in Sneek werd gehouden. Het was een cursus van ruim anderhalf, bijna twee jaar waarin op een zeer intensieve wijze, door diverse docenten, alle aspecten van het voorgaan werden behandeld. Al met al is dit een leerzame en boeiende periode geweest die mijn geloof sterk heeft verdiept. Inmiddels ging ik ook voor in de parochiekerk. In Woord & Communievieringen, in Vesper-, Mariavieringen en vieringen volgens de traditie van Taizé. Ook ging ik, op uitnodiging, voor in oecumenische vieringen in onze zusterkerken van de PKN. Ik voelde me zeer betrokken en werd zeer geïnspireerd als ik mocht constateren dat de betrokkenheid van mijn medegelovigen in de kerk intens was. Prachtig; ik voelde me de koning te rijk!
Na het bijna beëindigen van deze cursus werd mij gevraagd ook de cursus ‘Voorgaan in uitvaartvieringen’ te gaan volgen. De verwachting was immers dat het aantal uitvaartvieringen drastisch zou toenemen kijkend naar de gemiddelde leeftijd van onze parochianen. Deze cursus heb ik gevolgd bij pastoor de Vries in Heerenveen. Zowel theoretisch als praktisch sprak deze cursus mij erg aan. Het omgaan met ‘dood, levenseinde, zin van het leven’, een ‘nieuwe morgen’ was boeiend en uitdagend. Inmiddels heb ik een aantal uitvaartvieringen mogen leiden inclusief de nazorg voor de nabestaanden.
Tot voor kort werden er in het kader van beide cursussen nog ‘terugkomdagen’ georganiseerd om een verdere verdieping van het geleerde mogelijk te blijven maken.
De periode van vijf jaren van leren en ervaren werd afgesloten met het deelnemen aan de Masterclass Liturgie gegeven door de Paters Norbertijnen in Heeswijk-Dinter. Onder leiding van oa. de inspirerende Joost Jansen vielen voor mij nog de openstaande stukjes van de puzzel op hun plaats. Ik ervoer dat ik geraakt was en met dat ‘rijke’ gevoel heb ik deze opleiding afgesloten. Prachtig, prachtig!
Tot zover een beschrijving van de ‘investeringen’ die ik heb gedaan om goed geëquipeerd de verantwoordelijkheid te dragen om in vieringen voor te kunnen gaan.
De waarde van het voorgaan
De waarde van het voorgaan in vieringen is voor mij: je inzetten voor je medeparochianen, je ‘dienst’-baar opstellen, het ‘samen vieren’ als gemeenschap door gezang, gebed, meditatie en stilte. Overwegingen te maken waarin het met name de kunst was, op basis van de Schrift, de juiste vragen voor te leggen. Dat is in mijn beleving geen activiteit die je zomaar even doet omdat je best wel betrokken bent bij het liturgisch gebeuren en het wel leuk vind. Voorgaan betekent veel meer de kennis, kunde en juiste attitude hebben om op een verantwoorde wijze gezamenlijk te zoeken naar woorden en rituelen om God een heel klein beetje in elkaar te kunnen ervaren. En het voorgaan is voor mij een gebeurtenis waar ik echt mijn geloof en mijn betrokkenheid bij de gemeenschap en alles wat daarmee samenhangt in kwijt kan. Als God mij raakt tijdens het voorgaan, heb ik het gevoel dat ik mensen mag raken bij het voorgaan.
Daarom vond ik het zo belangrijk om continu te werken aan mijn verdere ontwikkeling als voorganger. Inmiddels werd ik, binnen de parochie, verantwoordelijk gesteld voor de inhoud van de diverse liturgieën. Een boeiende activiteit om samen met anderen, deze vieringen samen te stellen.
Het instituut kerk
Toch verschenen er wolken voor de zon. De afgelopen jaren is er veel discussie geweest over de acceptatie of liever de non-acceptatie van niet-gewijde voorgangers door de bisschoppen. En ik bedoel hier zowel de pastorale medewerk(st)ers als de lekenvoorgangers. Het is overduidelijk dat de Nederlandse bisschoppen aankoersen op een ‘priesterkerk’. De eucharistie is alleen zaligmakend en de rest is ‘eucharistie met een gaatje’ zoals de bisschoppelijke woordvoerder het uitdrukte. Het beeld wat ik heb van het instituut kerk is een zeer hiërarchische organisatie waarin alleen de richting van ‘boven naar beneden’ aan de orde is: van de gelovigen wordt alleen maar verwacht dat zij het gezag strikt gehoorzamen en om dat te bereiken wordt een enorme verzameling ingezet van dogma’s, wetten, ge- en verboden en encyclieken. En oh wee, als je niet conform deze verzameling leefde: hel en verdoemenis zou je staan te wachten. Ja, de regels worden tot in het absurde doorgevoerd. Wat te denken van een aantal voorbeelden uit de Nederlandse bisdommen. Allereerst de bekrachtiging van het voorgenomen besluit door paus en bisschoppen om die mensen de eucharistie te onthouden die zich ‘schuldig’ maken aan ‘samenwonen’, gescheiden te zijn en weer een nieuwe partner hebben. Kortom de leden van de kerkgemeenschap uit te sluiten omdat zij kennelijk in staat van (dood) zonde leven. Daarnaast een tal van voorbeelden uit de Nederlandse bisdommen waarin situaties afspelen die zo schrijnend onmenselijk zijn. Over het weigeren van het sacrament van de zieken omdat een priester het een doodzonde vond dat de ruim negentigjarige vrouw morfine kreeg tegen de erge pijn. Over het weigeren van het sacrament van het huwelijk aan een stel jonge mensen omdat zij al een jaar samenwoonden en ‘het’ al gedaan hadden en dus in zonde leefden. En heel dichtbij. Hoe vaak hoor ik schrijnende verhalen van mensen als zij hun verhalen vertellen als ik hen begeleid als uitvaartbegeleider. Hoe kan een pastoor een kerkelijke begrafenis weigeren omdat de overledene zelfmoord heeft gepleegd? Eenzelfde weigering omdat de overledene de paar laatste jaren niet meer aan de kerkbalans had bijgedragen. En ga zo maar door. Hoe kunnen geestelijken zo ‘godvergeten’ onmenselijk te werk gaan. En dat zijn geen ‘oude doos’ verhalen maar zaken die in het hier en nu gebeuren. En dan vraag ik me af: ‘Wat zou Jezus in bovenstaande gevallen hebben gezegd en hoe zou hij hebben gehandeld?’ Ik geloof het liefdevolle antwoord te weten: ‘Kom bij me die bedroefd en belast zijn en ik zal jullie verkwikken.’
Maar de leiding van de kerk kiest voor de harde fundamentalistische lijn. Ze heeft zich naar binnen gekeerd. Bezorgd dat ze de macht kwijtraakt en zorgt er voor dat door haar intimiderend gedrag, de angst bij mensen groter wordt. Zij bezit als enige kerk de absolute waarheid en alle andere religies zijn daar slappe aftreksels van. Weg alle frisse winden die met het Tweede Vaticaans Concilie de vensters van de kerk deden opengaan. Maar alles zit weer dicht; potdicht. Weg is alle respect voor mensen en organisaties. Hoe liefdeloos en hautain.
Het komt mij voor – en een ieder die ervaring heeft in het bedrijfsleven weet dat – dat de leiding van een organisatie-in-nood de neiging heeft de regels en voorschriften tot in het belachelijke op en door te voeren. De leiding weet niet adequaat op de daarbij horende veranderingen te reageren en de daar geëigende noodzakelijke processen te beheersen. Het enige wat de leiding van de kerk ons in de crisissituatie voorhoudt, is de regels tot in het absurde hanteren, ons te bevelen strikt gehoorzaam te zijn en vooral heel veel bidden: dan komt het vast wel goed!
Met dit beleid van het niet meegaan in de tijd en het niet serieus nemen en het onmondig houden van de gelovigen, heb ik erg veel moeite. Bij mij is God liefde en dat moet de kerk naar ons uitstralen en wij moeten het naar elkaar uitstralen. We hebben het toch echt over een Blijde Boodschap! Er zou weer eens een frisse wind door de kerk moeten waaien á la het Tweede Vaticaanse Concilie, waarbij de gelovigen het respect en de waardering van de kerkleiding zouden moeten krijgen in plaats van de betutteling en intimidatie die hen nu ten deel valt.
Ik heb dus veel problemen met zeg maar de regelzucht van de leiding van de kerk. Jaren heb ik me zelf voorgehouden dat ik dergelijke uitspraken van de paus maar niet te serieus moest nemen. En ik hoor het ook om me heen: “Ach, Johan, de leiding in de kerk staat zo ver bij de werkelijkheid vandaan dat je al die besluiten maar naast je neer moest leggen”. Ik moest me maar steeds voor blijven houden voor wie je het deed: voor onze medeparochianen en voor de gemeenteleden van onze medekerken. Wie sprak er ook al weer over een ‘twee-lagen kerk’?
En dan komt er toch een moment dat deze houding voor mij niet meer valt te hanteren. In juni van vorig jaar verscheen de apostolische brief Sacramentum caritatis, ofwel het ‘sacrament van de liefde’. De leiding van de kerk beschrijft hierin onder andere hoe heilig de eucharistie wel niet is en dat daarmee aan de gelovigen heel veel eisen gesteld dienen te worden om aan dit sacrament te mogen deelnemen. In dit kader wordt o.a. beschreven welke groepen gelovigen in zonde leven en die daarmee afdoen aan de heiligheid van dit sacrament en het dus niet waardig zijn om aan dit sacrament te mogen deelnemen. Een van die groepen zijn dus de mensen die gescheiden zijn en weer een nieuwe partner hebben ontmoet. Daar val ik ook onder.
Deze groep is nu formeel uitgesloten om te communie te mogen gaan. Daarmee wordt mij een wezenlijke onderdeel van mijn praktisch geloven onthouden, helemaal in het kader van het voorgaan. Hoe kan ik nu (mede)verantwoordelijk worden gesteld voor de liturgische taken binnen de parochie onder andere het voorgaan waar ik tegelijkertijd van ben uitgesloten? Hoe liefdeloos! Hoezo, sacrament van de liefde? En ook hier weer vraag ik me af hoe Jezus in deze situatie zou hebben gehandeld.
En daar komt nog iets bij. Al jaren heb ik een ontwikkeling doorgemaakt waarbij ik een aantal waarden heb leren ontdekken die voor mij richtingbepalend geweest zijn en nog zijn in mijn leven. Een van die richtingaanwijzers is de opdracht aan een ieder verantwoordelijk te zijn voor je eigen doen en laten. Met daarbij uitdrukkelijk behorend dat je naast deze verantwoordelijkheid ook te allen tijde bereid moet zijn over je doen en laten verantwoording af te leggen aan jezelf en aan je medemens. En ik denk dat deze waarde er voor zorgt waarom ik me dit conflict met de kerk zo sterk aantrek. Immers het instituut kerk heeft van het geloof een zeer normbepalend gegeven gemaakt. Er wordt je tot drie cijfers achter de komma voorgeschreven wat goed is en wat fout; wat je moet geloven en wat niet, wat mag maar vooral wat niet mag, enz. Het stikt van de geboden, verboden, dogma’s, encyclieken en ga zo maar door. Er zijn doodzonden en kleine zonden maar vrees niet: je kunt te allen tijde een aflaat kopen. Domweg doen wat er voorgeschreven wordt en anders wordt je verstoten, wordt je uitgesloten. Ik ben dus nu uitgestoten, uitgekotst. Zo ervaar ik het. Omdat ik gehuwd ben, gescheiden(eiser) en gelukkig weer een nieuwe partner heb ontmoet. Voor mij is deze situatie dus ook nog onomkeerbaar. Geen biecht, berouw en vergeving. Nooit meer aanschuiven aan de tafel van de Heer. Hoe liefdeloos.
Zo ervaar ik het. Het gaat in de kerk kennelijk over angst, om macht en status. De menselijke maat is niet aanwezig. En ik geloof dat God het niet zo bedoeld heeft. In mijn beleven nodigt God ons, in elkaar, uit de menselijke maat te hanteren: naastenliefde noem je dat: goed zijn voor jezelf en daarmee goed zijn voor je naaste. En zo de liefde van God in elkaar te ontdekken en zichtbaar te maken.
Als ik mijn overwegingen die ik in de loop van de jaren heb gehouden nog eens nalees, valt het me op dat ik in bijna elke overweging heb benadrukt dat wij in ons leven ‘onderweg’ zijn. Als Gods volk onderweg. Met vallen en opstaan. En als je die wilt zien dan heeft Hij er voor gezorgd dat op die weg bij elke splitsing van wegen, richtingaanwijzers staan. God nodigt mij, ons, steeds uit, richting te kiezen. Dat kiezen is een eigen verantwoordelijkheid. God verplicht me tot niets. God nodigt me alleen maar uit. Steeds weer. Wellicht dat Hij met een glimlach zit te kijken wat ik er van bak. Ook nu weer. Zo kan en wil ik geloven. Zo kan en wil ik er van overtuigd zijn dat Hij mijn leven beïnvloedt.
Een nieuwe stap dringt zich op
Daar geloof ik in. Uw besluit om gelovigen van de communie uit te stoten betekent dat ik de rooms katholieke kerk heb moeten verlaten. Ik heb daar niets meer te zoeken. Maar die keuze doet pijn en veroorzaakt veel verdriet en boosheid. Want wat je zo dierbaar was, waar je zo in hebt geïnvesteerd, waar je met je medeparochianen zoveel samen hebt ervaren, is je ontnomen.
Ik sta nu voor de taak de invulling van dat geloof opnieuw vorm te gaan geven. Opnieuw richting te kiezen. Want geloven doe je niet alleen.
Maar dat zal dus niet binnen de rooms-katholieke kerk zijn. Maar gelukkig: er staan vast weer richtingaanwijzers onderweg. En ik geloof dat Zijn uitnodiging naar mij van kracht blijft.
Johan Ettema
Johan Ettema is theoloog, voorganger en nu uitgetreden uit de r.-k. kerk.
Op dit moment zijn er nog geen bijdragen voor dit thema.