In Memoriam Godsdienstsocioloog Walter Goddijn  
Home > Thema's > Inculturatie > In Memoriam Godsdienstsocioloog Walter Goddijn

In Memoriam Godsdienstsocioloog Walter Goddijn

Op 4 januari j.l. overleed Walter Goddijn in de leeftijd van 85 jaar. Goddijn heeft grote verdienste gehad op het gebied van zijn vak godsdienstsociologie en als kerkvernieuwer. Redenen voor een kort In Meoriam op deze site.

Johannes Jacobus Oscar Goddijn werd geboren te Leiden op 12 februari 1921. Hij volgde het gymnasium van de minderbroeders franciscanen te Venray en werd in 1940 lid van deze orde. Zijn kloosternaam Walter werd tevens zijn roepnaam en later zijn schrijversnaam.

Van 1941 tot 1947 studeerde hij filosofie en theologie aan het grootseminarie van deze orde en in 1947 werd hij priester gewijd, waarna hij een jaar pastoraaltheologie studeerde te Maastricht. Zijn opdracht was om daarna journalistiek te gaan studeren in Rijssel, maar door omstandigheden werden het politieke en sociale wetenschappen te Leuven bij de bekende professor Devolder, die hem ook enthousiast maakte voor de godsdienstsociologie. In 1950 volgde hij nog een seminar publicistiek te Münster. In 1951 behaalde hij zijn doctoraal examen en promoveerde zes jaar later aan de Universiteit van Nijmegen, de huidige Radboud Universiteit, op het proefschrift ‘Katholieke minderheid en protestantse dominant. Sociologische nawerking van de historische relatie tussen katholieken en protestanten in Nederland en in het bijzonder in de provincie Friesland (1957).

In 1952 richtte hij het regionaal bureau ‘Katholiek Sociaal-Kerkelijk Instituut te Leeuwarden op, en gaf daar leiding aan tot hij in 1959 directeur werd van het KASKI te Rotterdam. In 1962 werd hem gevraagd een bureau op te richten voor de wetenschappelijke begeleiding van de kerkvernieuwing in Nederland die onder invloed van het Tweede Vaticaans Concilie op gang was gekomen. Dit werd het ‘Pastoraal Instituut van de Nederlandse Kerkprovincie’ (PINK), waarvan hij vanaf de oprichting in 1963 directeur was. Van 1965 tot 1970 was hij tevens secretaris-generaal van het Nederlands Pastoraal Concilie.

Toen de taken van het PINK in 1972 werden overgenomen door het Secretariaat van de Nederlandse Kerkprovincie en het PINK werd opgeheven, werd Goddijn benoemd tot hoogleraar in de Sociologie van Kerk en Godsdienst aan de Theologische Faculteit van de Katholieke Hogeschool Tilburg, thans Universiteit van Tilburg. In zijn universitaire werk bleef de kerkvernieuwing een hoofdpunt. Daarnaast was hij nauw betrokken bij de vernieuwingsbewegingen van die dagen zoals ‘Open Kerk’, de door hem opgerichte ‘Mariënburgvereniging’ en de Acht Mei Beweging’.

Ook na zijn afscheid van de universiteit in 1985 bleef Goddijn zich bezighouden met kerkelijke verandering en vernieuwing, nu via zijn publicaties en in het kader van kerkelijke en maatschappelijke activiteiten, waarvoor het wijde netwerk van nationale en internationale contacten, dat hij tijdens zijn werkzame leven had opgebouwd, hem goede diensten bewees.

In de woelige jaren na het tweede Vaticaans Concilie en de periode van restauratie vanaf de jaren ’70 heeft Walter Goddijn een voortrekkersrol gespeeld in de Nederlandse Kerkprovincie. Hij heeft dat niet alleen gedaan door kritiek te leveren en nieuwe ideeën aan te dragen, maar ook door een leidende rol te spelen bij de initiatieven die door de kerk zelf genomen zijn om van binnenuit tot vernieuwing te komen, zoals de oprichting van het PINK en de organisatie van het Nederlands Pastoraal Concilie.

Tevens is hij een van de pioniers geweest op het gebied van de Nederlandse godsdienstsociologie. Door de wijze waarop Goddijn in zijn omvangrijke oeuvre de eigentijdse vraagstukken van godsdienst en kerk heeft benaderd, heeft hij de basis gelegd voor een fundamentele vernieuwing van de kerksociologie, die aanvankelijk te eenzijdig georiënteerd was op het officiële kerkelijke beleid en alle nadruk legde op de kerkelijke participatie, en zo geen oog had voor de machtsconflicten en de nieuwe ontwikkelingen van onderaf.

Dit dubbele engagement, voor de kerk en voor de wetenschappelijke bestudering daarvan, heeft hij vruchtbaar weten te maken door zijn belangstelling voor journalistiek en de massamedia. Het werk van Goddijn heeft niet alleen wetenschappelijke en historische waarde, maar het is ook uiterst leesbaar. Zo getuigen de vorm en de inhoud van zijn werk van wat hem bezielde, namelijk een democratisering van de verhoudingen, wat tot uitdrukking zou moeten komen in een kerk van en voor mensen, waarin die mensen ook als mens tot hun recht kunnen komen, gelijk worden behandeld en iets te zeggen hebben, en een wetenschap die er niet is om zichzelf, maar die op de eerste plaats gericht zou moeten zijn op het welzijn van mensen.

Gérard van Tillo



Op dit moment zijn er nog geen bijdragen voor dit thema.

Terug naar "Inculturatie" | Naar boven

Disclaimer
EnglishDeutschFrancaisEspanol