Gedwongen grootschalige parochiefusies:
het einde van vitale geloofsgemeenschappen?
Inleiding
Het fuseren van parochies kan een zinnige maatregel zijn als antwoord op de leegloop van kerken en het toenemend priestertekort. Maar dat geldt niet voor de vaak bij decreet afgedwongen mega-fusies zoals die momenteel in de Nederlandse Kerkprovincie worden ingevoerd. Deze zijn, meer nog dan andere grootschalige fusies in onze maatschappij, tot mislukken gedoemd.
Vooral vitale lokale geloofsgemeenschappen, die het fundament vormen van de Nederlandse RK-kerk, verworden tot verweesde, onzelfstandige onderdelen van de grote anonieme regioparochie. De bisschoppen laten bovendien geen ruimte aan lokale geloofsgemeenschappen om hun eigen identiteit te behouden zoals die in de fusiecontracten gewaarborgd leek te zijn. Die gemeenschappen zullen oplossen in een onpersoonlijke, grootschalige organisatie. Daar regeren regels en bureaucratie, onder opoffering van gemeenschapsgevoel, bezieling, verbondenheid en menselijke maat. En een groeiend aantal van nu nog betrokken gelovigen zal deze mega-parochies de rug toekeren.
Hieronder zullen we dit nader beargumenteren.
Grootschalige fusies In het bedrijfsleven is al tientallen jaren bekend dat 70 tot 80% van de grootschalige centralistische fusies volledig mislukt. De vooraf berekende synergievoordelen verdampen al snel als gevolg van de ontzieling die plaats vindt in de overgenomen bedrijven, waardoor reorganisatie op reorganisatie noodzakelijk wordt. Dit geldt in versterkte mate wanneer bedrijven met een verschillende cultuur worden samengevoegd in een centralistische structuur, waarbij leiding en stafdiensten worden geconcentreerd in de top van het concern en bureaucratisering in plaats van lokaal ondernemerschap, het ordenend principe wordt.
De oplossing die al lang geleden in het bedrijfsleven gevonden is bestaat uit een structuur van kleine overzichtelijke, winstverantwoordelijke eenheden, geleid door een in hoge mate autonoom opererende ondernemer (vgl. lokale vitale geloofsgemeenschappen).
De fusiestructuur in de samengevoegde parochies Met een eenvoudig en kort standaardcontract worden tussen 8 tot 12 deelnemende parochies, met vaak onderling sterk verschillende culturen opgeheven en ondergebracht in een nieuw opgerichte, centralistisch ingerichte mega-parochie.
Het fusiecontract houdt het volgende in:
De manier waarop de parochiefusies worden ingevuld zijn in de eerste plaats strijdig met de verzekering in de fusiecontracten dat de eigenheid en identiteit van de lokale gemeenschappen zal worden geëerbiedigd, zo niet versterkt. In de praktijk blijkt zich op grote schaal het tegenovergestelde te voltrekken. In de tweede plaats heeft de gekozen structuur van grootschaligheid, centralisatie en strikte regelgeving, tot gevolg dat de ziel uit de lokale gemeenschappen wordt verwijderd en de gelovigen worden gereduceerd tot “consumenten”. Felle protesten
Een belangrijke vraag is waarom zoveel van de oorspronkelijke parochies het fusiedocument inmiddels ondertekend hebben. Het antwoord is eenvoudig. De fusies zijn in veel gevallen opgelegd en afgedwongen. In de afgelopen jaren hebben talloze parochies bij hun bisschop bezwaar aangetekend tegen de fusie. Dit betreft vooral de vitale, zelfstandige en financieel gezonde parochies, omdat de door de bisschoppen aangegeven argumenten voor hen niet golden en zij (terecht) voor hun voortbestaan vreesden. De vele goed gefundeerde en beargumenteerde brieven die in de afgelopen jaren naar de bisschoppen zijn gestuurd, hebben geen enkel effect gehad. Het gebeurde regelmatig dat men zelfs geen ontvangstbevestiging kreeg.
Voor een voorbeeld van de protestbrief van een groot aantal parochieverbanden, klik op Samenvatting Parochieverbanden en fusie. Sommige bisschoppen reageren gewoonweg niet op dergelijke brieven, of slechts met de uitspraak: “De kerk heeft gesproken, de zaak is afgedaan”, ofwel: “Roma (in casu de bisschop) locuta, causa finita”.
Bisschop Hurkmans van Den Bosch heeft zelfs meermalen openlijk verklaard: “Wij rekenen graag op de medewerking van allen, maar wij zullen onze plannen ook moeten doorzetten als die medewerking er niet is. De weg is dan dat de nieuwe parochie per eenzijdig decreet wordt opgericht”.
Argumenten van de kant van het bisdom voor de parochiefusies Niet alleen zal het middel, de grootschalige parochiefusie, niet tot het gewenste doel (t.w. de gezondmaking van de Nederlandse kerkprovincie) leiden, de door de bisschoppen aangevoerde argumenten blijken ook in veel gevallen niet steekhoudend te zijn. En in de praktijk lijkt het er sterk op dat er, naast het herstel van de centrale positie van de priester en de eucharistie, een onderliggend doel nagestreefd wordt, namelijk het in het gareel brengen van "afvallige", vooruitstrevende parochies. Sterk teruglopend aantal gelovigen
Elk van de lokale gemeenschappen krijgt daarmee in plaats van een eigen pasto(o)r, een aantal deelfunctionarissen, waarvan een als "contactpastor".
Niemand zal ontkennen dat er in het algemeen sprake is van een teruglopend aantal kerkgangers. Dit is niet alleen een gevolg van de toenemende secularisatie. Het steeds dogmatisch-orthodoxere beleid van de Nederlandse bisschoppen heeft tot gevolg gehad dat grote aantallen betrokken katholieken in de afgelopen jaren de kerk aan het verlaten zijn. Juist veel vrijwilligers die zich de afgelopen jaren met grote inzet hebben verbonden met de lokale geloofsgemeenschappen, voelen zich meer en meer vervreemd en gaan hun eigen weg. Het is in dit verband tekenend dat op een onlangs door Bezield Verband Utrecht rondgezonden Dringend Appèl in korte tijd meer dan duizend steunbetuigingen werden ontvangen.
Kende Nederland vijftig jaar geleden rond Vaticanum II nog bijna uitsluitend liberale kerkleiders, in de loop der jaren zijn ze alle vervangen door zeer orthodoxe bisschoppen. Deze bisschoppen zijn in hun diocees de conservatieve touwtjes steeds strakker gaan aantrekken.
Uiteraard zullen ook de talloze schandalen die het RK-kerkinstituut hebben getroffen voor velen de druppel zijn geweest die de emmer deed overlopen. En de grootschalige parochiefusies zullen alleen maar een versnelde leegloop tot gevolg hebben.
Lege kerken en financiële tekorten Lege kerken en financiële tekorten worden als belangrijkste argumenten aangevoerd om tot grootschalige fusie over te gaan. Na de fusie zullen inderdaad een groot aantal kerken gesloten worden. Als parochianen meer en meer gedwongen worden (zeker op hoogtijdagen die zo belangrijk zijn voor de eigen gemeenschap) naar het zgn. eucharistisch centrum te reizen, zullen de lokale geloofsgemeenschappen nog sneller uit elkaar vallen. Waarmee door het groeiend aantal kerkgangers dat afhaakt de financiële problematiek alleen maar wordt versterkt.
Schrijnend priestertekort
Of, zoals een bisschop het onlangs uitdrukte: "we hebben niet te weinig priesters, maar teveel kerken". Deze cynische opmerking staat op gespannen voet met de constatering dat het priestertekort door de afgedwongen fusies en het bisschoppelijke beleid alleen maar groter wordt.
Met de nieuwe richtlijnen wordt in de lokale gemeenschappen de rol van voorgangers, pastoraal werk(st)ers en vrijwilligers teruggedrongen. Veel vieringen mogen nog uitsluitend door een priester uit het centrale team worden geleid. En als er dan slechts 1 of 2 priesters zijn op een parochie van 8 tot 12 gemeenschappen, is het duidelijk wat er gebeurt met die lokale gemeenschappen: ze worden gedwongen voor de vieringen naar de centrale parochiekerk, het eucharistisch centrum te gaan. Daar worden de vieringen (stipt volgens de orthodoxe bisschoppelijke richtlijnen) door een priester geleid en de lokale gemeenschap worden haar samenbindende en gemeenschapsvormende eigen vieringen ontnomen.
Priestercentralistische en orthodoxe Kerkvisie
Veel lokale geloofsgemeenschappen hebben met het teruglopen van het aantal priesters hun eigen verantwoordelijkheid genomen en zich in het verlengde van Vaticanum ll ontwikkeld tot een volwassen, bloeiende en sprankelende lokale samenleving, vast geworteld in en verbonden met de moederkerk. Ze ontwikkelden een eigentijdse structuur en liturgische vormgeving, die de onderlinge verbondenheid en betekenis voor anderen versterkten. Tot voor kort werd met betrekking daartoe van de kant van de kerkleiding geen kritiek of afkeuring vernomen. De laatste tijd echter nemen de bisschoppen hiervan afstand en in hun richtlijnen is nog slechts plaats voor een priestercentralistische, orthodoxe kerkvisie.
Samenvatting De grootschalige parochiefusies in samenhang met de strakke richtlijnen/decreten van het (aarts)bisdom beogen met betrekking tot de organisatiestructuur en de liturgie uniformiteit tot stand te brengen met ontkenning van door de wereldkerk noodzakelijk geachte vernieuwingen. Bovendien richten zij de eigen identiteit van die geloofsgemeenschappen, gegarandeerd in de fusie-overeenkomst, te gronde. Dat is doden van bloeiend leven, breken van het gegeven woord en schending van vertrouwen.
Het wordt tijd dat we de krachten bundelen om deze rampspoed, indien nog mogelijk, af te wenden. Zo zijn er mogelijkheden om de fusieprocessen tot een succes te maken, als daarin niet centralisatie in de top van de fusieparochie, maar vitalisering van lokale geloofsgemeenschappen centraal komt te staan (zie de bijlage hieronder voor een voorbeeld hiervan uit het bisdom Poitiers in Frankrijk).
Dat is ook het onderwerp van de door Bezield Verband Utrecht georganiseerde bijeenkomst van 19 januari 2013 “Red de vitale lokale geloofsgemeenschappen”.
Voor opgave zie: http://www.bezieldverbandutrecht.nl/index.php/bijeenkomst-19-januari
Breukelen, 12 januari 2013
Het Bestuur van Bezield Verband Utrecht Bijlage: Vergelijking met bisdommelijk beleid in andere landen, met name het bisdom Poitiers
In het bisdom Poitiers is op initiatief van bisschop Albert Rouet een beleid in gang gezet om de plaatselijke parochies niet op te heffen en onderdeel te laten worden van grootschalige fusies, maar om alle krachten in te zetten op ondersteuning en versterking van deze plaatselijke gemeenschappen. Uitgangspunt is niet de centrale positie van de priester maar de geloofskracht van de lokale gemeenschap. De priester is dienaar, staat ten dienste van de ontwikkeling van en groei in geloof en inzet voor gerechtigheid. Daartoe zijn begeleiding, samenspraak en overleg van groot belang. Het bisdom Poitiers heeft inmiddels twee pastorale synodes georganiseerd om op allerlei fronten gelovigen, vrijwillig(st)ers en medewerk(st)ers in onderling beraad met de bisschop zich te beraden over de weg die zij samen kunnen gaan. In dit beleid is regelmatige bezinning op de bronnen van de geloofstraditie noodzakelijk. Deze ontwikkeling, die nu tien jaar op gang is, blijkt positief te werken voor de voortgang van de plaatselijke geloofsgemeenschappen. Er blijkt ook een opvallende gelijkenis te zijn met de ontwikkeling van een aantal basisgemeenschappen in de derde wereld, met name in Latijns Amerika.
Voor meer informatie klik op: Was wird jetzt aus uns, Herr Bischof.
Ad
Gerard
Anne Stael
Op dit moment zijn er nog geen bijdragen voor dit thema.