De Clevelandparochie blijft een bijzondere gemeenschap  
Home > Thema's > Inculturatie > De Clevelandparochie blijft een bijzondere geme...
Vertalingen: Nederlands English 

De Clevelandparochie blijft een bijzondere gemeenschap

De Clevelandparochie. Er is geen torenspits. Er zijn geen grote glas-in-loodramen, er is geen pastorie, geen borden langs de weg met tijden van de diensten of de naam van de pastoor. De grote ruimte waar de liturgie gevierd wordt, is een voormalige pakhuisachtige ruimte waar volgens zeggen ooit elektrische auto’s werden gemaakt en die daarna is aangepast in de richting van een beetje opgepoetste stedelijke chique in een religieuze sfeer. Er is een open metalen hekwerk boven de zitplaatsen met uitzicht op lichtkoepels. Kandelaars zijn aangebracht op regelmatige afstanden hoog op de stenen muren. De ruimte heeft een onmiskenbaar sacraal karakter met een kruisbeeld en een doopvont vlakbij de hoofdingang.

De kerk als zodanig is als het ware een binnenplaats naast de kantoordeuren met opschriften als Zonnecollector Systemen NV, Medische Therapeutische Systemen voor Slagaderlijke Cellen en Diagnostische Hybriden. In zekere zin lijkt deze Gemeenschap van Sint Petrus, ontstaan uit de pijnlijke sluiting van de kerk in de stad, te passen in deze hybride situatie, op deze vreemde plek en als het ware op de plaats waar de gemeenschap zich in het kerkelijk landschap bevindt.

Ooit was het een vooraanstaande parochie van het bisdom Cleveland, bekend om zijn betekenisvolle liturgie en een pastoor die overwogen en uitdagende preken hield. Sinds augustus 2010 is deze Gemeenschap van Sint Petrus een buitengewone gemeenschap, maar nog steeds bekend vanwege de betekenisvolle liturgie en een pastoor die overwogen en uitdagende preken houdt.

Deze kerkelijke parallel, bij gebrek aan een betere term, is een van de elementen die de Gemeenschap van Sint Petrus zo intrigerend maakt. Alleen al door zijn bestaan wierp deze gemeenschap uiterste vragen op over wat het betekent om echt katholiek van de bovenste plank te zijn. Vragen over de betekenis van één enkele individuele gemeenschap in het totale katholieke geheel en over de autoriteit in de hedendaagse kerk. Op het moment dat het duidelijk werd dat het diocees er voor koos de parochie te sluiten, maakten de parochianen de bisschop duidelijk: “u kunt wel het gebouw hebben, maar ons niet”.

Op een zondagochtend, vroeg in december 2011, is de nieuwe plek voor de eredienst vol met mensen, de plaats waar de bisschop bezwaar tegen had omdat deze niet officieel gewijd is.   Zeker, het is vooral een groep grijze mensen, maar het is niet moeilijk om er ook kinderen en jongvolwassenen te zien.

Een hoboďst en een pianist spelen een largo van Handel in G mineur. Daarna zingt het koor in een bijna bedwelmende harmonie en met een bekwaamheid die vele parochies hen zouden benijden: “O kom, o kom Emmanuel”, waarna de gemeenschap deze hymne luidop meezingt.

Liturgie bij de Gemeenschap van de H. Petrus in februari 2012

Pastoor Robert Marrone leest gedurende een plechtigheid op 12 februari 2011 in de Sint Petrus kerk het evangelie voor. Het verplaatsbare altaar ziet men helemaal links. Pastoor Robert Marrone leest de eerste regels van het Marcusevangelie en begint zijn preek met het verhaal over dirigent Erich Leinsdorf die met zijn vrouw naar een opera-uitvoering gaat van Mozart’s Die Zauberflöte. Toen hij de eerste paar maten gehoord had, zei hij tegen zijn vrouw: “Wegwezen.” Marrone zei dat Leinsdorf vanaf de eerste paar maten wist dat dit een vertolking was waar hij niet van hield.

Hij vervolgde dat een begin ons veel vertelt hoe dingen verder zullen gaan. Alle evangeliën beginnen met de vermelding van Johannes de Doper, zei hij, maar het zeer zakelijke begin van Marcus lijkt nog nergens over te gaan. De eerste regel: “Begin van de goede boodschap van Jezus Christus, zoon van God” laat weinig over aan de verbeelding. Ooit was de veronderstelling dat men het evangelie zou lezen van het begin tot het einde en niet zoals wij het vandaag de dag horen in deeltjes en in uit de context gelichte passages. Het is van belang te kijken naar de laatste regels, in ieder geval naar die regels die de meeste wetenschappers als de laatste zien: “Ze (de vrouwen) vluchtten naar buiten, van het graf weg, bevend van angst en buiten zich zelf. Ze zeiden niemand iets, want ze waren bang.” “Een vreemd einde”, zei hij, “voor een evangelie dat begon met zo’n zekerheid”.

Waarom die vrees? Hij geeft ons drie steuntjes om deze regels te overwegen.

Ten eerste gaf Jezus nergens in het evangelie zichzelf zulke titels en ondanks al de metaforen die hij gebruikte om zichzelf te beschrijven, verwees hij nooit naar zichzelf als zoon van God

Ten tweede zei hij dat Jezus niet kwam om Jezus te verkondigen.…. Jezus is zelf de verkondiging; hij verkondigt dat de goddelijke aanwezigheid de wereld in komt.…. Wij geloven dat de goddelijke boodschap vlees is geworden in de persoon van Jezus, daar is de boodschapper, daar is de boodschap.

En ten derde: het helpt om het evangelie van achter naar voren te lezen. Voor Marrone geldt dat het verhaal verteld wordt vanuit de ervaring van het lege graf; hij meent dat de laatste regel in feite de eerste regel van het verhaal is. De angst van het moment bracht de eerste getuigen tot een reflectie op het leven van Jezus, op wat hij deed, wat hij zei en ook waarom wij het niet kunnen pakken.

Pas toen konden ze schrijven dat hij de Gezalfde was, Gods zoon. Dan gaat Marrone verder, houdt vast aan die draai en weeft het leven van de aanwezigen in het verhaal, hun speurtocht toen zij vreesden voor het graf of ervan wegvluchtten of om zich dan uiteindelijk te realiseren dat de eerste regel in feite over henzelf gaat, over wie zij zijn, ooit gedoopt in Christus. Het is misschien genoeg om te zeggen dat, als Marrone spreekt, het niet veel moeite kost om geďnteresseerd te blijven luisteren en ook is er niet veel aansporing nodig om zijn woorden nader te blijven overwegen.

Het is geen goedkope oplossing die hij biedt en zonder inspanning is ook deze nieuwe plaats van samenkomst niet tot stand gekomen, nu weliswaar met idyllische muziek en het zachte licht van een vroege zondagochtend.

In contacten en gesprekken met tientallen leden van de gemeenschap gedurende verschillende dagen, vroeg in december, kwam heel nadrukkelijk meer dan een paar keer naar voren: “wij hebben de kerk niet verlaten, wij zijn er uit gezet omdat wij bij elkaar wilden blijven”. Deze scheiding ging niet over hooglopende discussiepunten, zoals elders het geval is geweest. Het ging niet over de wijding van vrouwen of van  getrouwde mannen of over hoe een nieuwe pastoor de zaak aanpakte. Het punt was dat wij een gemeenschap wilde blijven.

Het relaas van de Sint Petrus heeft op het ogenblik een ruimere betekenis omdat over de hele linie in de Verenigde Staten nieuwe uitdrukkingswijzen, nieuwe verschijningsvormen van katholieke parochies de plaats gaan innemen van de oude vormen. Dit is het gevolg van het feit dat het zware bouwwerk van de vorige periodes begint te wankelen onder het eigen gewicht. Het is topzwaar geworden met zijn grote niet meer te onderhouden gebouwen en de afhankelijkheid van een toevloed van priesters, religieuzen en andere bronnen die ooit zonder grens leken te zijn. In hoeverre de zaken gaan veranderen is op dit moment nog onbekend.

Maar Marrone besloot te blijven bij zijn geloofsgemeenschap tegen de wensen van zijn bisschop in en hij gelooft dat de situatie van de Sint Petrus parochie niet op zichzelf staat. Hij denkt dat het een voorbeeld kan zijn voor andere parochies die met hetzelfde dilemma worden geconfronteerd.

“Het gaat hier ten diepste niet over zaken van het geloof”, zei hij in een interview op een avond. “Ik ontken niet de goddelijkheid van Jezus of de formules van heilige Drie-eenheid.…  Ik maak er ook geen vertoning van, maar – hij tikte met zijn vinger op de tafel om ieder woord nadruk te geven – ik ga niet terug naar achterin de bus. Ik ga dat niet doen”.

Maar wat bedoelt hij met ‘dat’? “Ik kan niet instemmen met wat u heeft gedaan. Het is fout”, zei hij, doelend op de beslissing van bisschop Richard Lennon om de kerk van Sint Petrus te sluiten. “De rechten van de bevolking zijn geschonden. De rechten van het volk van het Lichaam van Christus zijn geschonden. Hun recht om samen te zijn. Er was geen gevaar voor een uiteenvallen. Geen enkel argument (waarop de sluiting gebaseerd werd) was steekhoudend.”

Een poging om het bisdom te bereiken voor commentaar over de Gemeenschap van Sint Petrus en zijn pastoor leidde tot een kort en bondig antwoord van Robert Tayek, directeur public relations van het bisdom, die in een email te kennen gaf dat het beleid van het katholieke bisdom van Cleveland is om niet te antwoorden op vragen van de National Catholic Reporter.

Maar wel was er een brief uit maart 2010 van bisschop Lennon aan de leden van de parochie toen de datum van sluiting naderde en geruchten de ronde deden dat de gemeenschap op zichzelf verder wilde gaan. De brief was zowel een pleidooi om lid te blijven “in het verenigde Lichaam van Christus” als een waarschuwing dat als zij die eenheid zouden verbreken “er consequenties zijn die betrekking hebben op ieders relatie met de Heer, met Zijn Heilige Kerk en ook met andere leden van de geloofsgemeenschap”. De bisschop zei dat hij bezorgd was “voor u en voor uw heil”, een formulering die verschillende parochianen opvatten als een nauwelijks verholen dreigement.

Toen de Gemeenschap van Sint Petrus toch tot stand kwam, riep bisschop Lennon pastoor Marrone op het matje en gaf hem 48 uur de tijd om de gemeenschap in de steek te laten, en zijn naam en foto’s van hemzelf etc. te verwijderen van o.a. de website van de gemeenschap, of anders ….. Die bijeenkomst vond plaats in januari 2011. Marrone antwoordde twee dagen later in één zin: “Ik besluit om bij de Gemeenschap van St. Petrus te blijven”.

Op het moment waarop dit bericht geschreven wordt (maart 2012) had Marrone niet opnieuw iets van Lennon gehoord, noch was duidelijk geworden wat het “of anders …” inhield.

Het sluiten van scholen en parochies is nooit eenvoudig en in Cleveland, waar plannen circuleerden om 52 parochies te sluiten, was de schok groot. Vergeleken met veel andere parochies echter was de band in de gemeenschap van de Sint Petrus parochie ongewoon sterk en diep. Leden spraken zich duidelijk uit over de aantrekkingskracht van de parochie vanwege de rijke en betekenisvolle liturgie en prediking. Jongere echtparen, sommigen nu getrouwd en met kinderen, kwamen naar de mis vanuit de nabijgelegen campus van Cleveland State University, vaak na contacten met Marrone, en bleven. Zij spreken nog met liefde over de vroegere gemeenschappelijke besluiten om voor rond $2 miljoen verbeteringen aan te brengen in het kerkgebouw aan de East 17e Street en de Superior Avenue. Veel daarvan werd gedoneerd in de vorm van eigen inspanning omdat de parochianen zelf aan de gang gingen om schoon te maken, te schuren, te schilderen en zelfs om een betonnen vloer te leggen in een uitbreiding van de kerk.

In ruim 30 jaar was de kerk veranderd van een aanvankelijk uitgewoonde plek zonder een fulltime pastoor in een levend voorbeeld van katholieke aanwezigheid in de binnenstad. En toen sloot het bisdom de kerk.

Marrone met zijn grijzend haar en een nauwkeurig getrimd puntbaardje, straalt een soort energie uit en een enthousiasme dat aanstekelijk werkt. Hij is gepromoveerd  met liturgie als hoofdrichting. Hij heeft verstand van ritueel, dat is zijn kracht. Hij verstaat de kunst om de oude begrippen zo te gebruiken dat ze mensen van vandaag aanspreken en ze het leven van zijn gemeenschap raken. Hij vindt het heerlijk om pastor te zijn, maar je kunt je hem ook heel makkelijk succesvol voorstellen op allerlei terreinen. Gedurende bijna 40 jaar heeft hij zich volledig ingezet als een katholiek priester.

Het oordeel van mensen binnen en buiten de gemeenschap – en ook enkelen die niet mee konden gaan met de nieuwe gemeenschap en ook niet met het besluit van Marrone om die te leiden – laat horen dat de manier waarop hij pastor is eigenlijk een perfect voorbeeld is voor pastores in de 21e eeuw. Men zegt: hij is intelligent, hij is charismatisch, een ongelooflijk goede predikant, groot liturg, weet hoe je dingen gedaan krijgt, geeft iedereen het gevoel welkom te zijn en heeft een vlekkeloze smaak.

Er zijn niet alleen vleiende woorden. Hij weet heel goed dat hij voorloopt op anderen, zeggen sommigen; hij is niet goed in meepraten met anderen, wat soms nodig is om bij de autoriteiten goed aangeschreven te blijven; hij heeft altijd wat buiten de structuur van het bisdom gestaan; hij heeft iets van de rattenvanger van Hamelen en ze lieten hem de parochie leiden alsof het een boetiek was.

Welke indruk men ook van de pastoor heeft, hij heeft nauwelijks trekken van iemand die op weg was naar een radicale breuk met de lokale kerk. Alles bij elkaar genomen  was het ogenblik van ingaan tegen de bisschop geen opwelling of zonder overleg vooraf. Marrone gaf toen toe: “Ik ben ongehoorzaam aan mijn bisschop”. De kern van de discussie, zo blijkt uit alle gegevens, was het proces dat Lennon startte toen hij in mei 2006 aankwam uit Boston. Tot dat moment konden weinigen zich voorstellen dat de parochie van Sint Petrus zou moeten sluiten. De parochie was financieel gezond, actief, er zat groei in en onlangs nog waren vernieuwingen uitgevoerd. Ook de geschiedenis stond aan haar zijde; het was de oudste parochie in het bisdom Cleveland, en had in 2009 de 150e verjaardag van de wijding van de kerk gevierd. Op het hoogtepunt van de groei van de parochie, bij de sluiting, waren 300 gezinnen, meer dan 600 mensen, lid. De parochie ondersteunde toerusting van volwassenen en ook kunstprogramma’s met auteurs en spelers van buiten. Het jaar voor de sluiting werden er 23 kinderen gevormd door bisschop Anthony Pilla, het vorige hoofd van het diocees en degene die Marrone tot pastoor van de Sint Petruskerk had benoemd.

Het reorganisatieprogramma van Lennon voegde de parochie samen met de Sint Jan de evangelistkathedraal en de kerk van de St. Paulus’bekering, ooit een episcopale kerk die na 1930 beschikbaar kwam voor de Franciscaanse Zusters van Altijddurende Aanbidding. Het diocees bepaalde dat één van deze drie zou moeten sluiten.

Vroegere parochianen zeiden dat het verhaal duidelijk was. Het ging om de Sint Petruskerk en er was geen ruimte voor onderhandeling. Parochianen ondervonden het samenvoegingproces, maanden lang, als een schijnvertoning met een vaststaande conclusie. Marrone spreekt over deze periode als de “meest verschrikkelijke” tijd van zijn priesterschap.

Heel anders dan wat in andere parochiesamenvoegingen in het bisdom gebeurde, waar de parochies met elkaar spraken over de verdeling van de bediening en de gelden, gaf het diocees aan de parochianen van de Sint Petrus geen uitzicht op een samenwerking, er was geen andere optie dan weggaan en een nieuw thuis vinden. In de brief van Lennon van maart 2010 was de enige instructie aan de parochianen om “zich te laten inschrijven in een andere parochie van het diocees”.

Marrone zei: “Wij zouden alles verliezen en het is absoluut verkeerd om te zeggen dat de Sint Petrus parochie er niet toe doet, dat die niet telt en dat die kan verdwijnen”.

Als er al een lichtpunt was in dit proces, dan was dat dat de gemeenschap veel tijd had om na te denken over de toekomst en over alternatieven. Toen de sluiting van de parochie onvermijdelijk werd, richtte een groep parochianen een non-profit organisatie op zodat de leden konden doorgaan met ondersteuning van de taken van de parochie in de stad. Dat ging vooral om een belangrijke support voor een openbare lagere school in één van de armste wijken van Cleveland. Aldus konden zij ook hun aftrekpost voor de belasting behouden. Deze gaven zouden los blijven staan van de diocesane collectes.

Na maanden van nauwkeurig onderzoek werd besloten als gemeenschap bij elkaar te blijven en een ruimte te huren voor de eredienst en de andere taken; en zo werd het een 501(c)(3) organisatie (een wettelijk regeling in de VS voor o.a. religieuze organisaties/red). Leah Gary was al lang lid van de kerk en had een grote ervaring in het starten van non-profit organisaties; zij leidde de hele operatie.

In een interview zei zij dat de bisschop “ons op alle gebied onderschatte. …. Wij vertelden hem dat het gebouw aan hem behoorde en dat hij er mee kon doen wat hij wilde en dat wij willen leven met de hoop op de Verrijzenis”.

Die hoop is onlosmakelijk verbonden aan onze gemeenschap. Leah Gary zei: “Het gaat om deze mensen; wij willen deze gemeenschap zijn, met deze mensen”.

De dingen ontwikkelden zich vooral, toen enkele parochianen – een professionele hulpverlener, experts in intermenselijke betrekkingen en andere professionals – zich inspanden in het lange gecompliceerde proces om de groeiende droom handen en voeten te geven in de gegeven omstandigheden. Zij ontwierpen een arbeidsvoorwaardenpakket voor pastoor Marrone en een werknemershandboek. Zij ontwierpen een financieel en investeringsbeleid en een contract met de pastoor inclusief een soort beoordelingssysteem.

Het bestuur telt 11 leden. De gemeenschap wenst een goed beleid te voeren, publiceert financiële kwartaalberichten en ook verslagen over de investeringen. Leah Gary vertelde verder dat de gemeente een sterk reservefonds aanhoudt en ook openheid wenst over elk belangenconflict van de leden van het bestuur.

Vragen die blijven, zijn: wat stelt deze nieuwe organisatie voor? Waar hoort het bij, waar gaat het heen? Is het katholiek? Gaat alles verder als pastoor Marrone met pensioen gaat?

Twee van de parochianen van St, Peter zijn theoloog. Doris Donnelly en Joan Nuth, die onderwijs geven in de nabij gelegen John Caroll Universiteit, een instituut van de Jezuďeten. Beiden zijn zeer verknocht aan de Sint Petrus parochie en hebben daar veel vrienden. Geen van hen beiden was in staat de stap van de parochie mee te maken. Doris Donnelly wenste niet publiekelijk te spreken over haar besluit een andere parochie te zoeken. Joan Nuth sprak zich wel uit en zette haar redenen om niet met de nieuwe gemeente mee te gaan goed gedocumenteerd uiteen. Zelfs vandaag de dag benadrukt zij in een e-mail haar blijvende bewondering voor pastoor Marrone en de leden van de gemeenschap. Haar positie zette zij helder uiteen in een brief aan de gemeenschap toen duidelijk werd welke kant het op zou gaan. “Ik erken volledig het onrecht dat de historische Sint Petrus Parochie is aangedaan. Ik denk dat de bisschop geheel op het verkeerde pad is met wat hij ons heeft aangedaan. Ik ben woedend over hoe hij Bob Marrone heeft behandeld”. Echter, als rooms-katholiek theoloog “kan ik mij in geweten niet verbinden aan een weg die lijkt op een schisma en dat is wat gebeurt als de gemeenschap priesters aanstelt die niet in goede relatie staan met het diocees”. Zij zei dat zij de positie van Erasmus inneemt, “die in de 16e eeuw precies even kritisch was op de officiële kerk als Maarten Luther – en misschien zelfs sterker. Maar omdat hij continuďteit belangrijker achtte dan schisma, koos hij er voor te blijven, terwijl Luther dat niet deed. De rest is historie”. Van beide zijden is het gesprek uitermate netjes en to the point gevoerd. In haar eigen brief zei zij: Ik veroordeel niemand die kiest voor vertrek, hoewel dat een stap is die ik niet wens te zetten.

In alle gesprekken met de leden van de gemeenschap is herhaaldelijk naar voren gebracht dat niemand kwalijk denkt over degenen die de stap niet kunnen maken. Men zei ook dat pastoor Marrone tijdens het hele overgangsproces, met veel gevoel voor de situatie, had uiteengezet dat de keus er een was van het geweten van ieder persoonlijk. Velen echter waren kennelijk in staat, hoewel zeer ongaarne, de officiële kerklijn en de kerkelijke discipline ter zijde te zetten.

De parochie werd gesloten op Paaszondag 2010. Er was een mis gepland op de volgende zondag, een slotliturgie, gecelebreerd door bisschop Lennon, zoals hij dat ook had gedaan bij de sluiting van andere kerken. De gemeenschap deelde hem mee dat hij een mis kon celebreren, maar dat zij er dan niet zouden zijn. Hun slotviering was op Pasen. Zij gingen heen, sloten de deuren voor de laatste keer en beëindigden het leven in de Sint Petruskerk met een gezang dat zij, ongeveer vijf maanden later, als eerste zouden zingen, bij het binnengaan van hun nieuwe plek van samenkomst, als de Gemeenschap van Sint Petrus.

In de tussentijd kwamen zij bij elkaar op zondag voor een ochtenddienst, veelal zonder pastoor Marrone, in een ruimte van Cleveland State University. Het feit dat meer dan 200 mensen de eerste zondag deelnamen, bevestigde de keus voor de nieuwe richting. De gemeenschap had inmiddels een ruimte gehuurd aan de Euclid Avenue, maar men moest wachten tot de inrichting gereed was voor gebruik.

Toen de kerk ging sluiten zei pastoor Marrone, wiens moeder een maand daarvoor overleden was, tegen de gemeenschap: ”ik heb nu niets meer te geven, ik ben aan een eind gekomen. Ik kan niets meer doen. Ik heb tijd nodig”. Hij deelde ook mee dat hij niet wilde besluiten wat hij verder ging doen. “Ik heb ze meegedeeld: jullie bezien wat júllie gaan doen en jullie komen dan met mij spreken. Jullie maken een plan en ik zal met jullie spreken. …. Ik wil niet de onruststoker zijn die voorop loopt en ongezien gevolgd wordt”. Ongeveer zes weken na de sluiting van de kerk, kwam Marrone op een zondag voor het ochtendgebed en stemde uiteindelijk ermee in pastoor van de gemeenschap te worden. Hij wilde toen niet de eucharistie vieren en wilde wachten totdat het nieuwe gebouw gereed was. Dat was op 15 augustus 2010.

Ongeveer anderhalf jaar later, op enige afstand van de zorgen van de eerste maanden, kwam er een gevoel en sfeer van reflectie. “De oude kerk was zo mooi”, zei Rosemary Ludway, “en de vieringen brachten zo’n geestelijke ervaring dat toen de kerk gesloten werd, ik boos werd …. verbijsterd … in beroering … ik was echt bedroefd. Toen eenmaal duidelijk werd wat wij zouden gaan doen, was ik bereid alles te doen als wij maar de gemeenschap bijeen konden houden. Ik was niet iemand die de verandering gemakkelijk oppakte, maar ik was bereid het te doen”. Zij zei ook dat zij zich ongemakkelijk voelde op een andere plek en zij vroeg zich af of ze nog wel katholiek zouden zijn? Maar zij was bereid het te doen omdat zij wilde dat wij door zouden gaan … en in feite is de hele ervaring van Sint Petrus overgebracht naar een compleet andere omgeving.

En wat als er eens iets zou gebeuren met pastoor Marrone? Als hij er niet langer zou zijn als leider van de parochie?

Joe Konen zegt dat hij steeds de zin in zijn hoofd heeft: ‘het volk is de kerk’ en ook dat ‘katholiek’ betekent: algemeen, allesomvattend. ‘Ik geloof wel dat het andere betekenissen heeft, ik weet het, maar dat is niet wat mij katholiek maakt’. Toch is hij bezorgd, en hij wil Katholiek blijven met een hoofdletter K en hij gelooft dat de gemeenschap moet zoeken naar wegen om dat waar te maken. We moeten er voor oppassen dat we niet denken zo uniek te zijn of zo speciaal dat we niets meer te delen hebben of te leren van anderen.

Eigenlijk zijn dit bijkomende overwegingen en hij zegt dat ook anderen met hem van mening zijn dat pastoor Marrone weliswaar de drijvende kracht achter de gemeenschap is, maar dat er vele anderen zijn die te hulp kunnen komen. Hij denkt dan aan het grote aantal priesters die vroeger actief waren en gewijde vrouwen. Hij denkt ook dat de gemeenschap een voortgezette religieuze opleiding zou kunnen financieren voor jonge mensen van de gemeenschap die geďnteresseerd zijn in het ambt, maar dat dan zonder bindingen of voorwaarden, maar met de hoop dat enkelen in de toekomst terugkomen naar de gemeenschap in een leidende rol.

Toen Marie Dietrich, al 20 jaar lidmaat van de parochie zich realiseerde dat de kerk ging sluiten, was zij erg bedroefd. Zij zag het ook als een moment waarop zij een beter inzicht kreeg. Zij overwoog dat de gemeenschap zou overleven en dat de geloofsgemeenschap zich zou bezinnen op een nieuwe vorm, geďnspireerd door de geest. Ze wist niet hoe, maar vertrouwde erop dat dit een keerpunt zou zijn in het denken over ‘geloofsgemeenschap’ en wie of wat daar inspiratie brengt. Gedurende één van de groepsbesprekingen op de nieuwe plek in december 2010 zei zij dat wij in principe niet meer een echte parochie zijn, maar wij zijn een sterke zichtbare geloofsgemeenschap. De pijn is wat verzacht omdat ik mij voor mijzelf begon te realiseren dat de Geest werkt bij deze overgang van een hiërarchisch, kerkelijk gedefinieerde parochie naar een minder omschreven, maar zeker een zeer krachtige vorm van geloofsgemeenschap. Zij voelde het als een doorgaande ontwikkeling zonder het mechanisme te kennen waarin dit alles zou gebeuren, maar zij had de overtuiging dat er iets goeds uit zou groeien.

Misschien is dit een verhaal net als het evangelie van Marcus, dat het beste van achter naar voren gelezen kan worden. Maar daarbij krijgt men het gevoel dat er eerst nog heel wat geschreven moet worden.

Tom Roberts

Tom Roberts is vrijgesteld redacteur bij de National Catholic Reporter.Voor meer informatie over de gemeenschap zie: www.communityofstpeter.org.

Op 19 april 2012 bericht Rorate dat bisschop Lennon, op last van de Congregatie van de Clerus van het Vaticaan, twaalf parochies gaat heropenen. Hieronder viel ook de parochie Sint Petrus. De bisschop zei er niet tegen in beroep te gaan “om de vrede en de eenheid” te bewaren, te meer daar een juridische procedure jaren in beslag zou nemen. Een groep Katholieken in gevaar had protest aangetekend bij het Vaticaan omdat de bisschop de kerkrechterlijke regels niet gerespecteerd had.   

Vertaling: Bert Roebert



Op dit moment zijn er nog geen bijdragen voor dit thema.

Terug naar "Inculturatie" | Naar boven

Disclaimer
EnglishDeutschFrancaisEspanol