De porno-paradox  
Home > Thema's > Gender > De porno-paradox

De porno-paradox

De seksualisering van de samenleving in historisch perspectief 

De alomtegenwoordigheid van seks in de samenleving roept een tegenbeweging op. Ook jonge mensen en overtuigde liberalen storen zich eraan. Sommigen pleiten voor een terugkeer van de schaamte. Een andere visie op de ‘pornoficatie’ van de samenleving is echter ook mogelijk. Porno ondermijnt de macht van vrouwen. Maar is dat erg?

God klieft de mens die hij uit aarde heeft gevormd in tweeën en schept daarmee man en vrouw, vertelt ons Genesis 2, 21-22. In de woorden van de Naardense Bijbel: “Hij neemt één van zijn beide zijden en sluit met vlees de plek daarvan af.” Die helft bouwt God hier uit tot vrouw, tot ‘tegenover’. Direct volgt de allereerste opdracht aan man en vrouw: verbind deze twee helften weer tot eenheid. “Hechten moet hij zich aan zijn vrouw, worden zullen ze dan tot één vlees.” Seks moet, van de Bijbel. Maar het gaat wel om gelijkwaardige seks, gemeenschap tussen twee even machtige ‘tegenovers’. Dat is een verlicht idee in de tijd waarin dit bijbelboek geschreven wordt. Gelijkheid tussen man en vrouw is nog geenszins vanzelfsprekend. Het beeld dat wij daarvan hebben, klopt echter niet. In cartoons slepen prehistorische mannetjes gewapend met knotsen vrouwtjes aan de haren hun hol in. In werkelijkheid is het eerder andersom: in de seksualiteit zijn vrouwen namelijk millennia lang totaal de baas.

In prehistorische samenlevingen heerst, voor zover bekend, overal op aarde een vruchtbaarheidscultus. De aanbeden god is een Moedergodin. De alleroudste grottekeningen die gevonden zijn, tonen gestileerde vulva’s. Het hoogste goed is vruchtbaarheid. De hele religie, ja de hele samenleving staat in het teken van bevruchtingen, zwangerschappen, kinderen. Deze samenlevingen zijn dan ook matriarchaal, of ten minste matrifocaal: gericht op moederschap, op vrouwen. De belangrijkste autoriteiten zijn de priesteressen van de Moedergodin en zij heersen oppermachtig over de seksualiteit van alle stamleden.

In de loop van de sociale evolutie van de mens hebben vrouwen steeds meer van deze persoonlijke seksuele macht over mannen ingeleverd.

Al vroeg in de geschiedenis wordt die vrouwelijke macht gelijkgesteld aan de grote vijand van de man, het monster dat hem bedreigt, de slang of draak. Kerkvader Augustinus is ervan overtuigd dat Adam en Eva in het paradijs oorspronkelijk wel seks hebben, maar, meent hij, het is serene seks zonder lust, een zuivere uiting van hun vrije wil. Wanneer de slang de mens verlokt, ontbrandt de strijd tussen vrije wil en lust – een strijd waarin de vrije wil maar al te vaak het loodje legt. De vrije wil van de mens is dus geen gegeven, maar een mogelijkheid, een potentialiteit die hij moet bevechten op zijn oervijand, de duivelse of dierlijke drift. De slang of draak (het Griekse drako betekende zowel slang als draak) is daarvan het symbool, als een vagina dentata, een getande vagina. Vanuit de man gezien is het de gevaarlijke, overweldigende seksuele voortplantingsdrift van de vrouw, die een man biologeert en waarin hij voor zijn gevoel volledig kan opgaan. In talloze mythen uit vrijwel alle culturen vechten mannelijke helden met slangen of draken.

Geef mij zonen

In het begin van de historie, rond drieduizend jaar voor Christus, grijpen mannen de macht in de religie en in de politiek. De macht van vrouwen wordt teruggedrongen tot het vrouwelijke domein van voortplanting en gezin.

In het Oude Testament is nog goed zichtbaar hoeveel gezag vrouwen in dit domein overhouden. Neem Genesis 30, 1 waarin Rachel Jacob op het matje roept, omdat zij nog geen zonen heeft gekregen terwijl haar zuster Lea er al drie heeft: “Geef mij zonen, anders ga ik dood!” Dit is een harde eis: bestijg mij, doe je mannelijke plicht, en anders zullen we nog eens wat beleven. Jacob reageert dan ook furieus: “Kan ik het helpen dat je nog niet zwanger bent?” Waarop Rachel als een volleerd priesteres van een vruchtbaarheidscultus haar slavin naar voren schuift.

Het is tegenwoordig lastig voor ons, vooral voor ontwikkelde vrouwen, om te beseffen wat die vrouwelijke seksuele macht inhield. In andere culturen bestaat die macht nog wel. Het sluieren van moslima’s bijvoorbeeld is er een teken van. Een sluier, van hoofddoekje tot chador, wil zeggen: deze vrouw heeft een zó grote seksuele macht over mannen, dat de orde in de openbare ruimte erdoor gevaar loopt. Zulk een macht moet beperkt worden tot het privédomein. Veel vrouwen in moslimlanden voelen dat net zo sterk als hun mannen: het evenwicht tussen de seksen is gediend met intoming van de vrouwelijke macht. Allah heeft immers aan de vrouw negen tienden van de seksuele begeerte gegeven, en aan de man één tiende. Wie ‘De Gesluierde Monologen’ van Adelheid Roosen heeft gezien, de moslim-variant van ‘De Vagina Monologen’ heeft daar iets van kunnen ervaren. De sensualiteit van de vrouwen in het stuk is bedwelmend. Geen wonder dat mannen erdoor gebiologeerd raken, voor hun gevoel gevangen gezet. Precies het tegenovergestelde van wat ze vanuit hun mannelijkheid nastreven: vrijheid.

Roos

Wat is er dan in het Westen gebeurd dat het hier zo anders is geworden? Een mijlpaal in de Europese ontwikkeling vormen de Middeleeuwen, met als hoogtepunt de twaalfde eeuw, waarin de hoofse liefde het denken over seksualiteit en liefdesrelaties op zijn kop zet. Niet toevallig is het dat juist in deze tijd vrouwen wereldse en spirituele macht beginnen te verwerven, zoals Hildegard van Bingen en vele anderen. Dozijnen christelijke heiligen overwinnen draken in middeleeuwse legenden, niet alleen mannen maar ook vrouwen. Van de heilige Margaretha van Antiochië bijvoorbeeld wordt verteld dat zij een huwelijk weigert en daarom gevangen wordt gezet. In de kerker verschijnt een draak die haar opslokt, maar zij ontsnapt levend uit de buik van de draak. Zij overwint dus haar vrouwelijke seksuele natuur.

Een van de bekendste drakendoders is Sint-Joris. Jacobus de Voragine, de auteur van de dertiende-eeuwse bestseller Legenda Aurea, schrijft dat de naam Joris, afgeleid van het Grieks georgios, landbouwer, betekent: “Hij die het land, dat wil zeggen het vlees, in cultuur brengt.” Joris is dus de man die de vleselijke natuur bedwingt, de lust. De woeste, heidense vruchtbaarheidscultus schaft hij af en hij stelt daarvoor in de plaats het lustsublimerende christendom.

In de legende ligt er in de stad Sirene een draak op een waterbron, symbool van vruchtbaarheid. Als het lot valt op de prinses om aan de draak geofferd te worden, kleedt zij zich in bruidstooi en geeft ze zich over aan de draak. Joris maakt het beest onschadelijk en draagt de prinses op om het aan haar gordeltje mee te tronen. Op schilderijen van deze scène, zoals dat van Paolo Uccello uit de vijftiende eeuw, zie je een etherische, lelieblanke prinses, gekoppeld aan een bloeddorstige draak. Samen vormen zij één geheel, de vrouw en haar dierlijke seksualiteit. Joris scheidt de twee, doodt de draak en bevrijdt daarmee de vrouw-als-mens, de nobele jonkvrouw.

De notie vat nu post in veel bredere kringen dan voorheen dat het mogelijk is voor mensen, vrouwen zowel als mannen, om in zichzelf het gevaar van de primitieve seksuele lust te bedwingen. Talloze mannen en vrouwen oefenen uit vrije wil een christelijke ascese, kuisheid, zoals de woestijnvaders en de kerkvaders in de vroege Middeleeuwen al hadden voorgeleefd. Ook buiten de kloosters komt een nieuw ideaal op. De ridder in de hoofse poëzie onderwerpt zijn vrije wil niet aan zijn lust, maar aan de liefde. Het nieuwe symbool voor vrouwelijke seksualiteit wordt nu de schone, kwetsbare roos. Het doel van hoofse relaties is niet vruchtbaarheid – integendeel, de doorgaans getrouwde hoofse minnaressen dienen tegen zwangerschap beschermd te worden door hun ridderlijke minnaars – maar liefde. Hier ontstaat in de westerse cultuur het beeld van de romantische liefde, een ideaal dat tot in onze tijd een enorme invloed uitoefent. Hoffelijkheid is er een uiting van: een heer laat een dame voorgaan, behandelt haar als een prinses. Zo’n dame moet dan wel haar gulzige drakennatuur overwonnen hebben.

De vrouw ontsekst

Religieuzen en edelen vormen een bovenlaag van de bevolking. Daaronder woedt de strijd tegen de vrouwelijke seksuele macht op een minder beschaafde manier. Een tragische episode is die van de heksenvervolgingen in de zestiende en zeventiende eeuw. Het zijn vaak vroedvrouwen die door mededorpelingen voor heksen worden aangezien, vrouwen dus met (vermeende) macht over de vruchtbaarheid. Heksen copuleren met satan, roddelt het volk. Een heks op een bezemsteel is als een vrouw met een erectie, een vrouw met perverse seksuele macht. Op de brandstapel  ermee…

De patriarchale macht van mannen dringt steeds verder door in het vrouwelijke domein. Het toppunt van ‘ontseksing’ van de vrouw komt in de preutse Victoriaanse tijd, als bruiden voor de eerste huwelijksnacht de raad krijgen: Close your eyes and think of England. Seks heet nu een vrouwelijke plicht, geen lust of machtsmiddel. Vrouwen dienen hun lust te onderdrukken of te sublimeren en stil en bescheiden hun man terzijde te staan, als angel in the house. En kort hierop ontstaat dan de eerste feministische beweging, die van de suffragettes die strijden voor kiesrecht. Waar vrouwen te veel private macht verliezen, gaan ze vanzelf verlangen naar publieke, politieke macht.

Ook dit is aanvankelijk een elitaire zaak, een ontwikkeling in welvarende kringen aan de top van de maatschappelijke hiërarchie. Maar alles wordt anders als de seksuele revolutie losbarst. Seksualiteit wordt losgekoppeld van voortplanting, niet alleen voor de jetset met geld en mogelijkheden, maar voor iedereen. Het lijkt een reactie op de preutsheid van de eeuwen daarvoor. Maar in een bepaald opzicht is het juist een verheviging van het proces dat al eeuwen aan de gang is: vrouwen geven hun seksuele macht over mannen op. Bezorgde moeders waarschuwen hun dochters daar nog tegen in de jaren zeventig. Ze zullen geen echtgenoot meer kunnen strikken, want: “Why buy the cow if you can get the milk for free?” Maar het is al te laat. De dochters willen buitenshuis macht verwerven, en ze halen hun neus op voor die ouderwetse belofte van vrouwelijke seksuele macht.

Mannenemancipatie

En dan is plotseling porno overal. De enorme toename van gemakkelijk beschikbare, goedkope seks betekent de genadeslag voor de private macht van vrouwen. Niet toevallig zijn draken in onze tijd speelgoeddieren geworden, net zoals de vrouwelijke seksualiteit een speeltje is geworden, een Playmate.

Wat betekent dat in het grote historische perspectief? Beschaving is, zoals Freud observeerde, een kwestie van sublimatie van het driftleven. Het sublimeren van de seksuele drift vindt echter niet op dezelfde manier plaats in mannen als in vrouwen. Zoals de geslachtsorganen van man en vrouw vrijwel tegenovergesteld werken, zo heeft ook de lust in man en vrouw een vrijwel tegenovergestelde richting. De baarmoeder is een holte die gevuld wil worden – met iets dat de ander kan verschaffen. Het vrouwelijk libido, geënt op dat fysieke proces, zoekt zich emotioneel te verbinden met een andere persoon. Voor vrouwen ligt het brandpunt van hun lust doorgaans op het gebied van het gevoel, de emoties. Er is een drang tot vastklampen, tot hechting. Emancipatie voor een vrouw betekent dus dat zij leert haar gevoel te beheersen en haar denken en handelen van emotionaliteit te bevrijden.

In mannen manifesteert de drift zich tegenovergesteld: er is een gespannen volte, ervaren als min of meer buiten de man zelf, een spanning die verlangt naar verlossing, naar uitstorting. De lust is niet primair gericht op hechting, maar juist op bevrijding. Een man beleeft zijn seksuele drift niet primair in zijn gevoel, maar vooral in zijn denken, met name in zijn fantasie, en in zijn handelen. Het gevoel is vaak afgeschermd, gepantserd. Mannenemancipatie betekent dus dat een man leert om zijn gevoel te betrekken bij zijn denken en handelen.

Ultieme belofte

Porno is de ultieme belofte van seks zonder hechting, zonder gevoel, in volmaakte vrijheid, de vrijheid van de onverschilligheid. De pornoficatie van de samenleving is te zien als een eenzijdige vermannelijking: de man grijpt hardhandig de macht in de seksualiteit. Sommige vrouwen kronkelen zich in alle bochten om hun macht te herwinnen, maar het lukt niet meer, of nauwelijks. Ook Sunny Bergman begint haar documentaire ‘Beperkt houdbaar’ met de constatering dat zij haar seksuele macht verloren is. De film toont allerlei vrouwen die tot alles bereid zijn om die macht terug te veroveren, zelfs het ondergaan van verminkende operaties, maar zonder succes.

Ook hoffelijkheid, het ridderlijke gebaar waarmee een man zich vrijwillig onderwerpt aan de liefde, lijkt hopeloos uit. Tot in de reclame kun je dat zien: allerlei reclamefilmpjes zijn gebaseerd op een grap waarin een man een vrouw onverschillig terzijde schuift of belachelijk maakt. De seksuele macht van de vrouw is tot een absoluut nulpunt gedaald.

Maar de paradox van onze tijd is: tegelijkertijd vindt er ook een zeer sterke vervrouwelijking van de cultuur plaats. We leven in een ‘emotiocratie’; wat mensen voelen, wordt steeds belangrijker, op alle terreinen van het private en publieke leven. En ook dat manifesteert zich op elk niveau van de samenleving. In populaire televisieprogramma’s zoals ‘De Gouden Kooi’ bijvoorbeeld draait alles om de emoties. De deelnemers spannen zich tot het uiterste in om hun emoties bewust te maken en te verwoorden, en de kijkers thuis krijgen een cursus emotiebeheer.

Er is dus een extreme overvloed aan zowel mannelijkheid als vrouwelijkheid. Het is een chaos en er vallen slachtoffers. Maar terug naar vroeger kunnen we niet. De schaamte herstellen is onmogelijk, en onwenselijk. De oplossing ligt in een verbinding tussen de extremen aan vrouwelijkheid en mannelijkheid. Vonken moeten overspringen. These en antithese kunnen op een nieuw niveau een synthese vormen – en wel binnen het individu. In onze tijd krijgt elk individu de kans om in zichzelf denken, voelen en doen te integreren, om mannelijkheid en vrouwelijkheid in zichzelf te verenigen. Concreet: om bevrijd van dwang, uit vrije wil liefdevolle relaties te cultiveren. En zichzelf zodoende te herscheppen tot die allereerste, hele mens, die zowel mannelijk als vrouwelijk tegelijk was – die God ooit doormidden moest klieven om te zorgen dat het grote verhaal beginnen kon.

Lisette Thooft
Bovenstaande bijdrage is overgenomen uit VolZin van 30 november 2007, het tijdschrift waarvan auteur redactielid is (www.opiniebladvolzin.nl). 



Op dit moment zijn er nog geen bijdragen voor dit thema.

Terug naar "Gender" | Naar boven

Disclaimer
EnglishDeutschFrancaisEspanol