Open brief aan bisschop Wim Eijk
Eluana Englaro, de Italiaanse vrouw die half februari na 17 jaar coma overleed, is ethisch gezien gedood. Dat stelt aartsbisschop Eijk een week later in Trouw van 20 februari 2009. Mensen die leven in een persisterende vegetatieve staat, zijn wel degelijk levende mensen, vindt Eijk. Op zondag 22 februari 2009 verdedigt de bisschop zijn mening nogmaals in KRO Kruispunt. Joost Tibosch sr. heeft twee dagen later onderstaande brief aan de bisschop geschreven; Kruispunt heeft deze doorgestuurd. Nu twee maanden later heeft hij geen antwoord en zelfs geen bevestiging van ontvangst van de bisschop ontvangen.
Beste Monseigneur,
In eerste instantie heb ik ruim een week geleden erg geëmotioneerd gereageerd op de Italiaanse commotie rond euthanasie. Met name Berlusconi en zijn Italiaans gebruikelijke connecties met het Vaticaan, de onfrisse straatdiscussies en de krant van de Italiaanse bisschoppen, die over moord en vergeving sprak en de kinderen opriep op te passen voor ouders, die hen wel eens zouden kunnen ombrengen, deden me bijna vergeten dat het hier werkelijk om een zaak van leven en dood gaat.
Uw rustige uiteenzetting van afgelopen zondag heeft me weer opnieuw aan het denken gezet en met alle theologische nuchtere werkelijkheid bij deze zaak teruggebracht. En ik vond u dapper (wat mij betreft had u dat van die ijdelheid bij bijval niet hoeven vermelden).
Ik ben noch arts noch moraaltheoloog; in mijn theologische opleiding heb ik - in alle eerlijkheid - moraaltheologie braaf meegesleept (ik spreek dan wel met name over handboeken moraaltheologie uit de vijftiger/zestiger jaren van de vorige eeuw). Voor die richting in de theologie heb ik nooit grote belangstelling gehad, ik geef het toe, en waarschijnlijk te weinig juridisch vernuft! Ik kom uit de school van Schillebeeckx en Van Iersel en zou me het liefst willen omschrijven als bijbels theoloog. En ondanks al mijn nadenken over de Italiaanse euthanasiezaak blijft alsmaar het taaie theologische probleem. Bij mij botst de moraaltheologische God, die leven en dood in zijn hand heeft (en in wie ik geloof) met mijn bijbelse God,die Jezus "Abba" = 'Pa' (in wie ik ook van harte geloof) noemde. De moraaltheologische God reageert bij het beëindigen van voeding met sonde voor een al jarenlang vegetarisch in onomkeerbaar coma levend meisje - voor mijn gevoel, ik weet het niet, ik worstel!! -heel anders dan de Abba van Jezus.
U weet dat we over die Abba een langer verhaal hebben, dat hoogstwaarschijnlijk (ook na mondelinge overlevering) rechtstreeks in zijn geheel teruggaat op een verhaal van Jezus zelf:"de verloren zoon". In het bezette en uitgebuite Galilea van Jezus' tijd was voor jongeren geen bestaansmogelijkheid en velen van hen weken voor werk uit naar het rijke Romeinsgetinte tienstedengebied boven Galilea. In het strikt joodse Galilea kregen zij daarna hoe dan ook geen kans meer om nog terug te keren. Het jodendom in het bezette Galilea hield zich strikt vast aan de joodse gebruiken, zoals het niet eten van varkensvlees (voor de Romeinse import waren in de Dekapolis talrijke varkensfokkerijen) Met deze gegevens maakt Jezus op zijn onnavolgbare manier het verhaal van de Galilese Pa, die zijn zoon in de vreemde totaal ontjoodst in de vernieling zag gaan in zo'n varkensfokkerij en hem, toen hij geen andere uitweg zag dan naar Galilea terug te keren, tegemoet rende (de oude man) en hem als een vorst ontving. Dat was in het Galilea van Jezus' dagen wel heel ongebruikelijk. En dat blijkt ook wel heel duidelijk uit het gemopper van de andere brave zoon! En Pa geeft hem heel bits op zijn donder (en tot op de dag van vandaag is niet duidelijk hoe hij reageerde).
Om het heel duidelijk (geloof me, monseigneur, het gaat me om de zaak van Jezus) te zeggen: als de vader van het Italiaanse meisje na al die jaren ellende en het zien van een dochter, die helemaal niet meer geleken zal hebben op het mooie meisje, dat wij alsmaar in de krant zagen, ook na het beëindigen van de voeding, uiteindelijk op haar verzoek, aan de grens van "Pa's huis" zal komen, zal hij God op hem toe zien rennen, en ik weet bijna zeker dat Berlusconi en een stel Italiaanse monsignori de trekken aannemen van die oudste zoon. Bij u zag ik wel compassie en ik hoop dat u voor die Pa van Jezus ook een moraaltheologische opening weet te vinden. Ik weet dat ik me op glad ijs begeef, maar is er geen mogelijkheid in de scala mogelijkheden van zelfverdediging? Als je alle menselijke waardigheid - door wie of wat dan ook -wordt ontnomen, is er dan geen (eventueel vervangende) zelfverdediging mogelijk met alle onontkoombare gevolgen vandien. Ik besef ook dat je als moraaltheoloog zo moet formuleren dat mogelijkheden voor misbruik onmogelijk worden. Eerlijk gezegd, monseigneur, ik gun het de God van de moraal niet dat hij voorrang krijgt op de Pa van Jezus (en van u en van mij)
Met hartelijke groet,
Joost Tibosch Sr, bijbels theoloog te Valkenswaard
Op dit moment zijn er nog geen bijdragen voor dit thema.