Belast een ander niet met ’t beëindigen van je leven  
Home > Thema's > Euthanasie > Belast een ander niet met ’t beëindigen van je lev

Belast een ander niet met ’t beëindigen van je leven

“Hulp bepleit bij zelfdoding 70-plussers”, luidde de kop van een artikel in NRC- Handelsblad van 9 februari. Ik ben met mijn 78 voltooide levensjaren een 70-plusser, dus ik dacht: “Wat heeft de initiatiefgroep ’Uit vrije wil’, met zijn wens de strafbaarheid van hulp bij zelfdoding af te schaffen, voor mij en mijn leeftijdsgenoten in petto?” De gedachte dat je leven een keer voltooid is, blijkt in de initiatiefgroep een grote rol te spelen. Geheel mee eens, maar dat je leven voltooid is, weet je pas als  het zo ver is. Nu zeg je: “Dan wil ik dood”. Zeg je dat dan ook nog? Dat weet je toch niet? Aan dit existentiële dilemma wordt geheel voorbijgegaan. In plaats daarvan worden we vergast op blijmoedige verhalen over de genoegens van de ouderdom, gewoon een fantastische levensfase. Aldus drie leden van de initiatiefgroep: de feministe Hedy d’Ancona, de jurist Eugčne Sutorius en de hersenwetenschapper Dick Swaab.

Waarom dan toch de wens het leven op een zelfgekozen tijdstip te beëindigen?  Vanwege het tergend gevoel dat je niet met het leven kunt ophouden wanneer je dat wilt, zegt d’Ancona. De huidige euthanasiewetgeving staat die wens in de weg. Als ik het goed begrepen heb, is de procedure die de drie voor hulp bij zelfdoding geschikt achten, vrijwel gelijk aan die bij een verzoek om euthanasie. Echter op drie cruciale verschilpunten na: (1) niet de arts heeft het laatste woord, maar de 70-plusser zelf,   (2) het criterium voor het recht op zelfbeschikking is: ’mijn leven is voltooid’, terwijl (3) de hulp bij zelfdoding niet langer strafbaar is. Laat ik die drie punten kort langs lopen.

Ten eerste: Onder de huidige wet heeft iedereen het recht een euthanasieverzoek in te dienen, maar hij kan de realisering ervan niet opeisen. En dat op grond van het ethische basisprincipe dat niemand door een ander verplicht kan worden hem of haar te doden, want doden is en blijft een levensdelict. Bovendien zou die verplichting in strijd zijn met de autonomie van de hulpverlener zelf. Wie op volstrekt individualistische manier over autonomie spreekt, zoals de initiatiefgroep doet, zou dat moeten erkennen.

Ten tweede: Over de vraag wanneer het leven is voltooid, heb ik al het nodige   gezegd, maar nog niets over het recht om zelf je sterfmoment vast te stellen, want dat is het eigenlijke punt. Het criterium om dat recht op te eisen, blijkt niet alleen individualistisch te zijn, maar bij twee van hen ook volstrekt subjectief. Bij Hedy d’Ancona “past dat recht naadloos in de emancipatiestrijd die zij haar hele leven voerde”. Dat is niet veel anders dan de traditionele romantiek van de zelfgekozen heldendood. Zitten we daarop te wachten? Sutorius is al even subjectief. Zijn criterium is “de vrijheid om je op een stoďcijnse manier tot de dood te verhouden”. Laat hij de Stoďcijnen nog eens nalezen, die vrijheid was niet veel meer dan een opzichtige pose, geen reële stervensverwachting. Objectief is alleen hersenspecialist Dick Swaab. Hij zegt: “de natuur kiest er in het hele dierenrijk voor het individu te vervangen en niet eindeloos op te lappen”. Laat dat zo zijn, dan kiest de natuur en niet ik. Mijn autonomie is een illusie.

Hoe zie ik het zelf? Ik ben het helemaal eens met het ervaringsgegeven dat het leven een keer voltooid is. Eenmaal komt de tijd van ’oud en der dagen zat’, zoals de Bijbel het zegt. Daar kies ik niet voor, dat overkomt mij. Hoe dat ook zij, als gelovig christen heb ik geen vrede met de gedachte mijn levenseinde in eigen hand te nemen, en zeker niet een ander daarmee te belasten. Niet uit angst voor de dood, maar omdat ik een ander niet wil opzadelen met de morele last mij van het leven te beroven. Deze ethische overweging stel ik graag in de plaats van de egocentrische keuze van de initiatiefgroep een ander op te zadelen met de uitvoering van jouw doodswens.

Kortom, ik acht de argumenten van de initiatiefgroep ontoereikend. En verder, vooral geen paramedische en pseudopastorale amateurs aan een sterfbed, ook niet als ze voorzien zijn van het certificaat ’voltooid leven’; daar komen maar ongelukken van. Je weet toch niet of je echt dood wil als je leven is voltooid?

Gerrit Manenschijn

Dr. Gerrit Manenschijn is theoloog en emeritus hoogleraar ethiek aan de Vrije Universiteit. Bovenstaand commentaar is overgenomen uit Trouw van 15 februari 2010.



Op dit moment zijn er nog geen bijdragen voor dit thema.

Terug naar "Euthanasie" | Naar boven

Disclaimer
EnglishDeutschFrancaisEspanol