Een zwarte dag voor de godsdienstvrijheid  
Home > Thema's > Christendom en Jodendom > Een zwarte dag voor de godsdienstvrijheid

       

Een zwarte dag voor de godsdienstvrijheid

Het was donderdag 16 juni een zwarte dag voor de godsdienstvrijheid. De kamer besloot in meerderheid dat ritueel slachten zonder verdoving niet is toegestaan. Kennelijk heeft de vloed aan informatie over het ritueel slachten niet geholpen. Nog maar even: het jodendom kent het verbod op het kwellen van dieren (tsa`arat ba`ale chajim), verbiedt het jagen op dieren omdat het dier dan gewond kan doorlopen en sowieso ongeschikt is voor consumptie; een beschadigd dier is niet kosjer. De opleiding voor sjochet (ritueel slachter) duurt vele jaren. Het mes wordt na elke slacht opnieuw geslepen en nauwkeurig gecontroleerd. Elk dier wordt in alle rust geslacht, zonder dat een ander dier daarbij is, zodat van stress geen sprake is, dit in tegenstelling tot de machinale slachtwijze in gewone slachthuizen. Het dier raakt binnen 14 seconden in coma doordat het bloed uit de hersenen wegtrekt. In de praktijk van een pin door de kop schieten lijkt het wel alsof het dier meteen verdoofd is – het zakt door de poten – maar is het pijncentrum in de hersenen werkelijk uitgeschakeld? Bij de kosjere slacht moet het dier zelfstandig kunnen lopen, hetgeen heel wat dieren uit de bio-industrie ook ongeschikt maakt. Want daar zit natuurlijk het echte schandaal: dat we dieren hun hele leven lang binnen houden, dat kistkalveren niet meer kunnen lopen, enzovoort. Wat een heiligschennis jegens de dieren! Niet de boeren maar de consument die weigert wat meer te betalen is hiervan de oorzaak. Vergelijk dat eens met het respect dat jodendom en islam aan het dier betonen. Er wordt zelfs een gebed uitgesproken omdat de mens niet zomaar het leven van een dier mag nemen.

De echte reden van deze daad van intolerantie jegens het ritueel slachten schuilt in een totaal onbegrip wat de status van een religie feitelijk is. In uiterst vrijzinnige vorm wil de Nederlander er nog wel een plekje aan geven – achter de voordeur. Religie in orthodoxe vorm wordt echter al gauw als primitief en fundamentalistisch bestempeld. Ware tolerantie en godsdienstvrijheid is echter niet gebaseerd op consensus over en instemming met de inhoud van de religie. Integendeel, tolerantie begint daar waar de samenleving beseft dat ze de inhoud van een religie niet begrijpt en ook niet hoeft te begrijpen. Orthodoxie is de ware test voor godsdienstvrijheid, al het andere is postmodern bellenblazen en ‘spirituele zoektocht’ zonder gevaar. Nederland heeft de test niet doorstaan. Het heeft een niet mis te verstaan signaal gegeven aan joden en moslims dat een essentieel element van hun religie in de Nederlandse samenleving geen plaats heeft, zijnde te primitief. En daarmee worden orthodoxe gelovigen weer verder gemarginaliseerd: wat joden betreft behoort een uittocht naar Antwerpen of Israel niet tot de onmogelijkheden. Wat een schande.  Heeft zeventig jaar na dato de Bezetter toch gelijk gekregen toen die de rituele slacht in Nederland verbood! 

Marcel Poorthuis

Prof. dr. Marcel Poorthuis is hoogleraar interreligieuze dialoog aan de Faculteit Katholieke Theologie te Utrecht (Universiteit van Tilburg).



Op dit moment zijn er nog geen bijdragen voor dit thema.

Terug naar "Christendom en Jodendom" | Naar boven

Disclaimer
EnglishDeutschFrancaisEspanol