Vaticaan rekent af met vrouwen  
Home > Thema's > Ambten > Vaticaan rekent af met vrouwen

                                                                                                                                      

                       Vaticaan rekent af met vrouwen
                                                                                                     

‘Een nieuwe inquisitie’, ‘een dialoog à la Pearl Harbor’, dergelijke termen worden in progressief-katholieke kring in de Verenigde Staten gebezigd, sinds bekend is geworden dat het Vaticaan twee onderzoeken instelt naar handel en wandel van de zogeheten actieve vrouwelijke religieuzen in dat land. Actieve religieuzen zijn kloosterlingen die zich in ‘de wereld’ wijden aan goede werken. De contemplatieve zusters, die zich exclusief wijden aan het gebed en zich niet buiten de kloostermuren begeven, blijven ongemoeid.

Eind vorig jaar verordende de Sloveense kardinaal Franc Rodé, hoofd van de Vaticaanse Congregatie voor de Religieuzen, een onderzoek naar ‘de kwaliteit van leven’ van de vrouwelijke religieuzen in de VS, in de hoop zo ook meer te weten te komen over de redenen van hun getalsmatige achteruitgang (van 180.000 veertig jaar geleden tot 59.000 nu). Rodé heeft de Amerikaanse zuster Mary Clare Millea, zelf algemeen overste van een kleine congregatie en iemand die al jarenlang buiten de VS woont, benoemd tot ‘apostolisch visitator’ – zeg: inspectrice-generaal. De visitatie is zojuist haar tweede fase ingegaan. Nadat Moeder Mary Clare met zo’n 125 oversten heeft gesproken, is nu onder alle oversten van de 341 congregaties van actieve zusters een uitvoerige vragenlijst verspreid. Millea is intussen bezig een team van zo’n 150 medewerksters aan te stellen: zusters in good standing, die alvorens met hun werk te beginnen, een speciale eed van trouw aan de Heilige Stoel afleggen. In die eed beloven zij “met godsdienstige onderwerping van wil en verstand” alles te zullen onderhouden wat paus en bisschoppen leren, “zelfs wanneer dezen niet beogen leerstellingen voor eens en voor altijd vast te leggen”. Vanaf eind dit jaar zullen Millea en haar medewerksters een persoonlijk bezoek brengen aan de hoofdkwartieren van de meeste congregaties. Het Vaticaan heeft de oversten daarvan vriendelijk verzocht zelf logies en vervoerskosten voor de inspectrices te betalen. Medio 2011 hoopt Moeder haar geheime (!) rapport aan kardinaal Rodé voor te leggen.

Velen in de VS vroegen zich meteen na het bekend worden van deze visitatie af wat de ware bedoelingen van het Vaticaan hiermee zouden zijn. Drie maanden laten kregen ze antwoord. Toen bleek namelijk dat een andere Vaticaanse instantie, de Congregatie voor de Geloofsleer, een onderzoek gelast heeft naar de organisatie die zo’n 95 procent van de Amerikaanse zusters overkoepelt, de Leadership Conference of Women Religious (LCWR). Het hoofd van de Congregatie, de Amerikaanse kardinaal William Levada, heeft twijfels over de opvattingen van de LCWR op drie terreinen die in zijn ogen – en in die van zijn superieur, paus Benedictus XVI –  cruciaal zijn voor het juiste rooms-katholieke geloofsverstaan: het exclusief-mannelijke karakter van het priesterambt (en dus het verbod op vrouwenwijding), de karakterisering van homoseksualiteit als ‘intrinsiek ongeordend’ (dus tegen homo-emancipatie en homohuwelijk) en de unieke heilsbetekenis van de r.-k. kerk (tegen confessioneel en religieus pluralisme en relativisme). Levada heeft zijn landgenoot bisschop Leonard Blair daarom gevraagd om een ‘leerstellige beoordeling’ van de LCWR te schrijven. De leiding van de LCWR staat nu voor een dilemma. Werkt men niet aan het onderzoek mee, dan zal dat door de kerkleiding gezien worden als bewijs voor de juistheid van de verdenkingen. Maar aan het onderzoek meewerken zal hetzelfde resultaat opleveren.

Volgens de somberste waarnemers zijn de dagen van de LCWR als kritisch-katholieke organisatie hoe dan ook geteld. Maar de organisatie zelf lijkt vooralsnog niet van plan uit eigen wil het hoofd op het blok te leggen. Dus heeft men aan Levada en aan Rodé gevraagd om eerst maar eens duidelijk te maken wat al die inspecties en beoordelingen van religieuzen eigenlijk gaan kosten en wie die gaat betalen. Ook eisen ze ‘volledige transparantie’. De strijdbare opstelling van de Amerikaanse zusters past perfect bij de ontwikkeling die zij de laatste halve eeuw hebben doorgemaakt. Daarvoor al stonden zij aan de wieg van een omvangrijk netwerk van katholieke scholen, colleges, universiteiten en ziekenhuizen. In de slipstream van het Tweede Vaticaans Concilie (1962-1965) besloten veel zusters hun leven in te zetten voor mensen in de marge van de samenleving en van de kerk – armen, zwarten, latino’s, vluchtelingen, vrouwen, homo’s enzovoorts. De Sister Formation Movement droeg in deze tijd bij aan de verhoging van het intellectuele peil van de vrouwelijke religieuzen: halverwege de jaren ’80 telden de zusters procentueel meer doctores in de theologie onder haar geleden dan de Amerikaanse bisschoppen.

De vrouwelijke religieuzen hebben zich ontwikkeld tot boegbeeld en steunpilaren van het progressieve Amerikaanse katholicisme. Voor de oudere zusters zijn de Vaticaanse onderzoeken wellicht een laatste afrekening; voor hun jongere  geestverwanten zal deze afrekening leiden tot verdere distantie van bisschoppen en paus.

Jan van Hooydonk

Dit redactioneel commentaar van de hoofdredacteur van VolZin verscheen in het nummer van 18 september 2009 van VolZin.



Op dit moment zijn er nog geen bijdragen voor dit thema.

Terug naar "Ambten" | Naar boven

Disclaimer
EnglishDeutschFrancaisEspanol