In Memoriam Herman Bode
Herman Antoon Bode, geboren in 1925 te Oldenzaal. Begon als 14-jarige in de fabriek, was vrijwilliger in het leger te Nederlands-Indië, werd elektricien. Vanaf 1954 bestuurder van de metaalbond Sint Eloy en vanaf 1961 lid van het hoofdbestuur van die bond. Werd in 1974 lid van het hoofdbestuur Nederlands Katholiek Vakverbond en vanaf 1976 lid van het bestuur Federatie Nederlandse Vakbeweging. Eind 1981 werd hij voorzitter van het NKV en regelde de fusie met het Nederlands Verbond van Vakverenigingen tot de FNV. Van 1981 tot 1985 was hij vice-voorzitter FNV. Tussen 1985 en 1993 was hij de voorzitter van de Stichting Bedrijfsapostolaat Nederland (SBN) en de Stichting landelijk bureau Dienst in de Samenleving vanwege de Kerken (DISK) van het oecumenisch arbeidspastoraat in Nederland. Tussen 1993 en 2002 is hij bestuurder geweest van de Stichting Steunfonds DISK. Hij is overleden te Enkhuizen op 10 januari 2007.
Herman is een kritisch man geweest. Niet om het kritisch zijn, maar vanwege zijn een leven lang volgehouden strijd om de kwetsbare en uitgesloten mens erbij te betrekken. Kritisch om te zien hoe de onderste tien procent van de samenleving kunnen meedoen in arbeid, inkomen, kennis en macht. Kritisch als hij uitzocht en navroeg hoe instituties met die vraag omgaan. En bij de antwoorden schuwde hij de strijd niet, zo hebben vakbeweging, politieke partijen, kerk, wetenschappers en journalisten kunnen merken. Waar hij vond dat instituties hun solidariteit te grabbel gooiden vanwege de keuze voor macht, daar haakte hij publiekelijk af.
Zo’n opmerkelijk man tot voorzitter willen hebben, leidde ook bij de kerk tot vragen.Ik werkte in die jaren op het Diocesaan Diensten Centrum van het aartsbisdom Utrecht en ondersteunde bisschop Jan Niënhaus in zijn portefeuille Kerk en Samenleving en bedrijfspastoraat. Het bedrijfspastoraat was in het aartsbisdom Utrecht in 1979 herstart met een vijfjarig project. Deze projectperiode was bisdombreed geëvalueerd met een positief resultaat. Voor de voortzetting zou er een eigen Stichtingsbestuur komen. Herman werd met instemming van Niënhaus benaderd om voorzitter te worden. Na enkele gesprekken stemde Herman in, als hij ook voorzitter kon worden van landelijk DISK. Zo gezegd, zo gedaan. Maar bij de benoeming bleken de andere Utrechtse bisschoppen er anders over te denken. Bode kon in Utrecht geen voorzitter worden, terwijl hij dat landelijk al wel geworden was. Met de leiding van het aartsbisdom ontstond een hele strijd, toen het bedrijfspastoraat Herman Bode aantrok als adviseur van het bestuur in Utrecht. Toen de leiding van het bisdom ging weigeren nieuwe bestuurders en bedrijfspastores te benoemen trok Herman Bode zich terug als adviseur. Hij was tenslotte voorzitter geworden om het bedrijfspastoraat vooruit te helpen en niet onderuit. Zo kon men op zoek naar een andere voorzitter en dat werd Jan ter Laak.
Ook landelijk kreeg de affaire nog een staart. Bij het jaarlijks overleg met de vertegenwoordigers van de bisschoppenconferentie wilde hulpbisschop de Kok van Utrecht niet bij besprekingen aanwezig zijn, waar Herman Bode ook aanwezig was. Dat punt werd opgelost, doordat naast monseigneur Ernst de secretaris-generaal van de bisschoppenconferentie ging meedoen, eerst dr. Hans van Munster en later drs. Ad van Luyn. Deze geschiedenis bewees dat nare dingen een goede keer kunnen krijgen. Sindsdien heeft het landelijk bestuur goede contacten gehad met deze twee mensen van de bisschoppenconferentie. Tussen Herman Bode en pater Hans van Munster is in de samenwerking rond de problemen van de arme kant van Nederland grote waardering ontstaan. Herman was een liefhebber van korte spreuken en had waardering voor die van Hans van Munster: “Armoede is een gemene streek, die de mensen elkaar aandoen”.
De waardering vanuit de bisschoppen voor Herman Bode bleek ook na zijn overlijden. Mgr. De Korte, bisschopreferent voor Kerk en Samenleving en Diaconie, tevens hulpbisschop van Utrecht en deken van Zwolle, noemde “Herman Bode een opmerkelijk Twentse katholiek, die de katholieke sociale leer in veel aspecten van zijn leven heeft waargemaakt. Bode's voorzitterschap bij arbeidspastoraat DISK is slechts een van de vele voorbeelden waaruit mag blijken dat hij zijn geloof en overtuiging in de katholieke sociale leer in veel aspecten van zijn leven, ook de publieke functies, heeft willen waarmaken”.
Herman Bode heeft mij leren kennen als dienstverlener van hulpbisschop Jan Niënhaus en later als secretaris van het bestuur bedrijfspastoraat. In 1988 benaderde hij me om directeur te worden van landelijk bureau DISK: “Jij hebt mij gehaald, nu haal ik jou”. Na uitvoerig overleg met de Utrechtse bisschoppen en secretaris-generaal Hans van Munster ging de samenwerking landelijk verder. Herman was een goed voorzitter, die aandachtig luisterde en kernachtig de zaken kon samenvatten. Aan onze theologische en ethische discussies deed hij uitvoerig mee, geschoold als hij was in het katholiek sociaal denken. Hij gaf er blijk van een overdachte visie te hebben op de samenleving en de toekomstbeelden daarvan beschreef hij met passie. We zijn vaak samen met de auto het land in gegaan voor vergaderingen en spreekbeurten. Zijn toespraken, recht uit het hart, gevoed door een heel goed geheugen, zonder spiekbriefje, bepaald door de sfeer van die dag raakten altijd een snaar bij mensen. Terwijl ik terugreed zat Herman naast mij in het donker de avond te evalueren en druk te spreken. Soms cynisch, soms teleurgesteld, vaak kwaad over iets, altijd weer met hoop. Hij bleek altijd in de weer om de rechtvaardige samenleving dichterbij te brengen.
We hebben als kerkelijke beweging veel baat gehad van het voorzitterschap van Herman Bode. We kregen toegangen tot alle maatschappelijke en politieke circuits en Herman Bode werd door journalisten veel om zijn mening gevraagd. Door zijn nimmer aflatende inzet hebben onze activiteiten en standpunten rond arbeidspastoraat DISK en de arme kant van Nederland een stevige doorwerking gehad in de samenleving, waaronder de kerken.
Herman heeft vaak gewezen op de verkilling van de samenleving als gevolg van het technologisch ontwikkelingen en het gericht zijn op de wereldwijde markt. Daartegenover stelde hij de warmte van een sociale en vredige samenleving. Wij zijn bevoorrecht geweest dat we zo’n lange tijd met hem mochten mee draven en bouwen.
Hub Crijns
Drs. Hub Crijns is directeur van het landelijk bureau Dienst in de Industriële Samenleving vanwege de Kerken (DISK)
Op dit moment zijn er nog geen bijdragen voor dit thema.