Overweging over het verhaal van dr. Hanneke van Laarhoven  
Home > Thema's > Samenleving > Zorgstelsel > Overweging over het verhaal van dr. Hanneke van...
Dr. Annelies van Heijst
11/10/09

Overweging over het verhaal van dr. Hanneke van Laarhoven 


In het verhaal van dr. Hanneke van Laarhoven over haar patiënt, Linda, zien we een arts die een zegen is voor de zieke. De patiënte zoekt naar genezing, lichamelijk herstel. Die is voor haar niet weggelegd, maar toch staat ze niet met lege handen en wordt ze geheeld. Ze krijgt iets anders aangereikt, iets waarvan ze niet eens had kunnen verwoorden dat ze het nodig had, namelijk de troost van steun in deze fase van haar ernstige ziekte en de compassie van artsen en verpleegkundigen die naar haar en haar gezin omkijken. Ze doen dat zonder te oordelen, met een open oog ook voor wat in dit leven niet helemaal is geheeld, relaties die een knak hebben gekregen, maar die er toch nog zijn.

Het verhaal van Linda is een lijdensverhaal van wanhoop. Het is ook een verhaal van een second opinion die verlossend werkte: hoewel de dokter niet de gevraagde hoop biedt, opent zij voor Linda de ruimte van een relatie met de professionals, en wordt het ziekenhuis een ruimte om te sterven. Daardoor komt de zieke, en haar gezin, tot rust, en kan Linda zich min of meer verzoenen met haar wrede lot. Zij krijgt in het ziekenhuis niet zomaar iets (medische hulp), maar ze krijgt er vooral ook iemand, professionals die haar tot heil strekken. Ik denk dat artsen vaak dit relationele aanbod doen, zonder zich het belang ervan goed bewust te zijn. De wanhopige patiënt klampt zich niet alleen aan de behandeling vast, maar ook aan hen. De dominante stroming in de ziekenhuisgeneeskunde is helaas nog erg gericht op herstel en genezing, terwijl hier duidelijk wordt hoe belangrijk het is vakkundig en moreel goed met de doodzieke om te gaan. Marktwerking in de zorg, onder invloed van het kapitalistische systeem, zet professionals aan zorg te gaan zien als series verrichtingen, die bijna onafhankelijk van de persoon van de professional verricht kunnen worden. Zo wordt vergeten dat zorg wezenlijk een betrekking is, die de bedding vormt waarin verrichtingen wel of niet gedaan worden.

Reflectie op de toekomst van de professionele zorg

Het verhaal van Linda getuigt van persoonlijk onvermogen, maar is geworteld in heel onze cultuur die zich met lijden geen raad weet, en in een economische setting die professionals afrekent op de ‘output’ van hun werk. Het werk loopt daardoor uit de bedding van de medemenselijkheid, verzelfstandigt zich tot lijstjes die afgevinkt moeten worden, procedures en protocollen die doorlopen moeten worden. Zolang die zaken dienend zijn, is er niets aan de hand. Als ze zich verzelfstandigen, is dat vervreemdend en ont-persoonlijkend, voor alle betrokkenen.

Hoe menslievend kan de gezondheidszorg nog zijn? Een man van 79 concludeerde na drie weken ziekenhuisopname: “Ze zijn de hele dag met je bezig, maar geen mens kijkt naar je om”. Wat hij had ervaren is symptomatisch: een maximale aanwezigheid van zusters en dokters die de hele dag op, aan en in zijn lichaam zaten, maar tegelijk had hij een minimale betrokkenheid op hem als zieke ervaren. Dat is niet zomaar vervreemdend, je zou het een vorm van institutioneel geweld kunnen noemen (in een keurige, geciviliseerde vorm) waartegen zieken zich moeilijk kunnen verweren. Te weinig wordt gezien hoe afhankelijk de patiënten zijn van de professionals, de ideologie van autonomie en zelfredzaamheid leidt tot pseudo-gelijkheid in de zorginstellingen.

Van belang is onze zorgvoorzieningen te zien als structuur van barmhartigheid, het is een collectief goed. Verkeerde ontwikkelingen zijn er ook: de verkokering van specialismen die ieder ‘hun ding doen’ met de zieke, de voorgeprogrammeerde behandelings- en zorgstramienen (Diagnose Behandel Combinaties en Zorg Zwaarte Pakketten), die de professionals de ruimte ontnemen die ze nodig hebben.

Denkend aan Edward Schillebeeckx op.

Schillebeeckx, de hooggeleerde kloosterling, verwereldlijkte de theologie en herijkte God als een op menselijkheid bedachte God. Zijn mantra was: “De glorie van God is het heil van de mens”. Zijn theologie lijkt me radicaal zelfontledigend. Dus moet de theoloog niet beducht zijn om de zelfhandhaving van de theologie, maar het engagement verleggen naar het heil van concrete mensen - in Gods naam.

Annelies van Heijst

Dr. Annelies van Heijst, hoogleraar Zorgethiek en Caritas aan de Universiteit van Tilburg. Bovenstaande tekst is een samenvatting van de lezing die zij heeft gehouden op 15 mei 2009 tijdens het Symposium van het Soeterbeeck Programma  Wereldse theologie in het spoor van Edward Schillebeeckx te Nijmegen.

 


Reactie plaatsen

Reglement

  • Alle reacties worden vóór publicatie door de redactie beoordeeld. Wij behouden ons het recht voor reacties te weigeren of in te korten zonder opgaaf van redenen.
  • Een inzending mag maximaal 1000 tekens bevatten en moet goed leesbaar zijn.
  • Lees andere inzendingen zodat u in uw reactie niet in herhaling vervalt maar nieuwe argumenten geeft. De reactie moet inhoudelijk zijn en iets waardevols toevoegen aan het artikel. Dus bijvoorbeeld geen agressief taalgebruik.
Naam  
E-mailadres  
Plaats  
Uw reactie  
Gebruik maximaal 1000 tekens. U hebt nog 1000 tekens tekens.
Captcha  
   

Terug naar "Zorgstelsel" | Naar boven

Disclaimer
EnglishDeutschFrancaisEspanol