Alle vijf dekenaten van bisdom Utrecht opgeheven en ontbonden  
Home > Thema's > Kerkstructuren > Alle vijf dekenaten van bisdom Utrecht opgeheve...

Alle vijf dekenaten van bisdom Utrecht opgeheven en ontbonden

Wat de opheffing van de dekenaten betekent, dringt pas langzaam in zijn volle betekenis tot ons door. Telkens is er wel weer een flits waarin je bedenkt: Dat is waar ook, dan valt ook dat weg. Het gebeurt al snel: per 1 september zijn de dekenaten ‘in staat van liquidatie’, wat betekent dat daarna lopende zaken afgehandeld worden maar dat er niets nieuws meer geïnitieerd wordt. Snel is dat 1 september, vooral ook omdat juli en augustus toch grotendeels vakantiemaanden zijn. En eenmaal terug van vakantie is het dus afgelopen. Dat geeft een grote druk, voelt leeg en pijnlijk.

Dan bestaat het dekenaat niet meer als rechtspersoon en kan dus ook geen werkgever meer zijn voor de secretaresses Gea Kelderman en Ellen Kouwenhoven, voor Hans Boerkamp (opbouwwerker/teambegeleider), Jan Houben (diaconaal werker), Kitty Bouwman (catechete), Annemarieke Hollanders (diaconaal werker voor de stad Utrecht) en ook niet voor Titus Schlatmann en Monique de Bree (buurtpastores) en Adri Verweij (die samen met Corrie Sturkenboom-de Git en sinds kort ook samen met Marga Burger het seniorenpastoraat vormgeeft). En niet voor Frits Vermeulen (beleidsmedewerker) en Henk Bloem (deken).

Voor enkelen van ons zal het misschien mogelijk zijn dat een andere instantie als werkgever gaat optreden – daar werken we hard aan. Anderen zullen moeten proberen ander werk te vinden. Ander werk – hopelijk kan het pastoraal werk zijn, want daar ligt hun bezieling en roeping.

Maar ook degenen die zich vrijwillig voor ons dekenaat inzetten, staan met lege handen. Onze bestuursleden: Irene Vriens (voorzitter), Frans Krikhaar, Nick Hoebe, Leo Truyman, Wim Heuver en Hans Huitema en de dekenaal financieel adviseurs Han van Kraaij, Johan van Vliet, Hans Veldhuis. Onze vertegenwoordigers in de Diocesane Pastorale Raad Utrecht Rina Kuster en Jan Kitselaar. Francis Doesburg die voor communicatie en frater David die voor notulen en postverzending hun medewerking verleenden. En de leden van de bestuurscommissies Buurtpastoraat en Seniorenpastoraat, het dekenaal beraad Vrouw in Kerk en Samenleving, de werkgroepen Woonwagenpastoraat in Utrecht en Amersfoort en de stuurgroep van de Pastorale School Utrecht.

Hen allen wil ik hier heel hartelijk dank zeggen voor hun bevlogen en betrokken inzet voor de kerk en de blijde boodschap van Jezus Christus in ons dekenaat. Ik wil hen danken voor de collegiale wijze waarop zij dat gedaan hebben. We hadden het gevoel dat we het samen deden; dat we op elkaar konden rekenen. En dat is iets wat we zeer zullen missen. En tenslotte wil ik in deze dank ook graag al hun voorgangers betrekken. De namen kan ik hier niet allemaal noemen en ken ik ook niet allemaal. Aan u allen: heel hartelijk dank voor uw persoonlijke betrokkenheid bij en voor het volk van God. We zullen zeker nog proberen een moment en plaats te vinden om deze dank niet alleen op papier uit te spreken.

Het bisdom moet financieel bezuinigen. Er zullen ook nog meer bezuinigingen en ontslagen komen. We hebben nog een jas aan uit de vorige eeuw toen we nog een grote volkskerk waren – maar intussen is er in onze Nederlandse kerk wel veel veranderd. Dat deze inkrimping nu zo drastisch gebeurt, is in de hoop dat het dan ook voor de komende jaren financieel goed zit. Maar het is op dit moment wel een geweldig drastische operatie. Het kost veel pijn, want het kost veel mensen, en het kost veel wat in de loop der jaren opgebouwd is, en wat kostbaar is voor ons kerk-zijn in het dekenaat/bisdom Utrecht. Ik denk vooral aan de velen die de Pastorale School of Diocesane Kader Vorming bezocht hebben en die daarna in de parochies het pastoraat hebben meegedragen en vormgegeven. Wat zijn deze mensen van groot belang geworden in onze parochiegemeenschappen; velen van hen zijn nu lid van een pastoraatgroep en vormen een van de pijlers onder en in onze plaatselijke geloofsgemeenschappen. Ik denk aan de vele contacten die de dekenale werkers hadden met vrijwillig(st)ers, bestuurders, pastores in het veld. Ik denk aan de cura- en profielbijeenkomsten van de pastores. Op al deze punten hielp het dekenaat om verdieping en toerusting aan te bieden; iets waaraan men in de dagelijkse drukte van de parochies vaak onvoldoende toekwam. En door al deze contacten hielp het dekenaat om allerlei verbindingen, contacten, netwerken tussen de parochies en vele parochianen te maken. Niet alleen zakelijke, maar ook gelovige contacten, relaties. Zo mochten we helpen om een echte gemeenschap te zijn, om meer kerk te worden; steviger van binnen, vertrouwvoller naar buiten.

En daar heeft ook deze wekelijkse Nieuwsbrief met vele aankondigingen, mededelingen en een stukje exegese rond de zondagslezingen, aan bijgedragen. Er waren nu op het laatst 764 mensen op geabonneerd. En de Nieuwsbrief werd goed gelezen! Want wanneer we een foutje maakten kregen we onmiddellijk mailtjes en telefoontjes die ons daarop attent maakten. Zo groot was de betrokkenheid. Prachtig toch.

En nu moet die boom worden teruggesnoeid. Niet alleen bijgesnoeid maar teruggesnoeid, bijna tot op de stam. Er blijft niet veel over in de tussenlaag tussen het bisdom op de Maliebaan en de parochies die straks tot 46 eenheden gefuseerd zullen zijn. Pijnlijk is zo'n ingreep in een levende boom. Laten we hopen en bidden dat deze stam toch weer opnieuw uitbot, dat er ook weer takken en zelfs weer bloemen en vruchten aan komen. Vanuit die hoop zullen wij als dekenale werkers ook proberen alles zo goed mogelijk af te ronden en over te dragen. En zullen we zoeken naar mogelijkheden om dat wat van grote waarde is voor ons kerk-zijn in deze wereld op de een of andere wijze ook in de nieuwe structuur te behouden.

'Kerkverandering is nog geen kerkvernieuwing' heb ik altijd gezegd als het over reorganisatie, clusters, fusie, enzovoorts ging. Alleen met structuren en reorganiseren vernieuw je de kerk niet. Daarvoor is bezinning, heroriëntatie op onze Bijbels evangelische wortels en verdieping nodig. Zo zal ook een drastische inkrimping en bezuiniging alleen, de kerk niet doen verdwijnen. Soms was de kerk het sterkst en op z'n best, waar ze klein, een minderheid was. Wezenlijk is dat ze leeft vanuit die Bijbels evangelische wortels, dat ze de verrezen Heer in haar midden weet en zo een werkelijke solidaire en rechtvaardige gemeenschap is die leeft vanuit Gods aanwezigheid en liefde. Dan kan ook deze stam vrucht dragen.

Henk Bloem

Auteur is deken van het dekenaat Utrecht, onderdeel van het aartsbisdom van dezelfde naam. Bovenstaande bijdrage verscheen op 26 mei 2008 in de Nieuwsbrief Dekenaat Utrecht en op de site http://www.dekenaatutrecht.nl/.



Op dit moment zijn er nog geen bijdragen voor dit thema.

Terug naar "Kerkstructuren" | Naar boven

Disclaimer
EnglishDeutschFrancaisEspanol