Dialoog in het Heilige Land
In de syllabus die we ontvingen voor onze studiereis naar Israel en de bezette gebieden stond op de voorkant: “Dialoog in het Heilige Land”. Dat roept direct bij mij al een aantal vragen op: wat te verstaan onder het begrip Heilige Land? Van wie is dat Heilige Land? Hoe lopen de grenzen van dat Heilige Land?
Wanneer joden en christenen spreken over het Heilige Land wordt daarmee bedoeld: Israël. Israël, het land dat Ik je zal aanwijzen (Bereesjiet (Gen) 12,1). Israël, het aangewezen land door de Eeuwige aan Avram en bestemd voor alle geslachten van de aarde door Avram gezegend.(Bereesjiet 12,3). In Bereesjiet 12,2 zien we waar het om draait: “Wordt een zegen!”. Het aangewezen land houdt dus opdracht in, zowel aan Avram, als aan ons joden, christenen en moslims van vandaag.
Het aangewezen land is voor hen die de opdracht, aan Avram gegeven, aanvaarden: wórdt een zegen! We staan dus voor de vraag: zijn wij joden, christenen en moslims een zegen. Het antwoord hierop bepaalt of we kunnen spreken van een Heilig Land, dan wel een onheilig land. Het gedrag van de inwoners bepaalt of dit land Heilig, dan wel onheilig is. Maar hier blijft het niet bij, wat mij betreft. Wanneer ook wij, buiten Israël, van mening zijn dat hier sprake is van Heilig Land, rust ook op ons de gegeven opdracht van de Eeuwige, aan Avram: wordt een zegen! Ook ons gedrag bepaalt mee of we wel kunnen, en mogen spreken van Heilig Land. Heilig Land is een religieus begrip en niet alleen in Israël wonen joden, christenen en moslims. Wanneer we het begrip Heilig Land serieus nemen zijn de gebeurtenissen in dat land ook voor ons om ons aan te trekken. De gebeurtenissen daar zijn niet een ver-van-mijn-bed-show waar wij buiten staan, maar wij zijn, gewild of ongewild, bij het huidige conflict betrokken.
Het is aan zowel joden, christenen als moslims, binnen en buiten Israël, om er alles aan te doen om tot zegen te worden, opdat de Eeuwige in staat gesteld wordt er zorg voor te dragen, en er steeds Zijn ogen op gericht kan houden (Devariem (Deut) 11,12) en niet door ons gedrag ‘gedwongen’ wordt de bewoners uit te spuwen (Wajikra (Lv) 18,25), omdat zij het land verontreinigen.
Wanneer we dan spreken over het door de Eeuwige aangewezen land is het aan de bewoners van Israël en ons, buiten Israël, of dit land Heilig, dan wel als onheilig beschouwd dient te worden. Kortom: ons gedrag bepaalt of het Heilige Land, wel het Heilige Land is, of dit land rein dan wel onrein is; een land van melk en honing of van armoede; tot zegen is of tot vloek, leidt naar het leven of naar de dood.
De mens, zo onderwijst de Tora, heeft een vrije wil: ”Zie Ik leg jullie voor: de zegen en de vloek” (Devariem 11,26). Het is daarom geen onmogelijkheid om het aangewezen land te heiligen, al is het mij duidelijk geworden, zover mij dat nog niet bekend was, dat het gemakkelijker is dit land te ontheiligen dan het te heiligen. Gelukkig zagen en hoorden we over projecten die zich inzetten om te stoppen met het ontheiligen van dit land, zowel van joodse, christelijke, als islamitische zijde.
Vanuit mijn optiek beschouw ik het als de opdracht van het joodse volk, dat bij de Sinaj G-ds volk werd door de Tora te aanvaarden, om een heilig volk te zijn:”…zorg ervoor dat jullie heilig zijn en heilig blijven, omdat Ik heilig ben… Weest heilig, want heilig ben Ik, de Eeuwige… Weest heilig voor Mij, want heilig ben Ik, de Eeuwige Die jullie heeft onderscheiden te midden van de andere volkeren, opdat jullie van Mij zouden zijn” (Wajikra 11,44; 19,2; 20,26).
Wanneer we naar de Hebreeuwse tekst kijken zien we dat, wanneer er gesproken wordt over de oproep om heilig te zijn, de grondtekst bestaat uit drie Hebreeuwse letters: kaf, dalet, sjien. Wanneer G-d stelt dat Hij heilig is zien we dat er vier letters gebruikt worden: kaf, dalet, wav, sjien. Wij gaan ervan uit dat er in de Tora geen letter teveel staat en kennelijk wordt hier dus een boodschap afgegeven. Mijn leraar in Jeruzalem legde dit verschil als volgt uit. Een mens die streeft naar goddelijke heiligheid verwordt tot een onmens. Anders geformuleerd: het is voor de mens verboden om te streven naar goddelijke heiligheid. Het streven naar goddelijke heiligheid heeft alleen maar vloek gebracht: onderdrukking, uitbuiting, vervolging, moord, verwoesten van huizen, scholen, ziekenhuizen en bedehuizen. Een mens die naar goddelijke heiligheid streeft waant zich G-ds gedachten en wegen te kennen terwijl Jesaja duidelijk onderwijst dat Zijn wegen en gedachten niet de onze zijn.
Zo zien we dat er joden zijn die zeker weten dat G-d wil dat er een groot-Israël moet komen, dat de Tempel herbouwd moet worden, en dat een joodse theocratie tot stand zal komen. En dat er zionistische christenen zijn die van mening zijn dat er een groot-Israël moet komen en Jezus Christus op de wolken verschijnt en er wereldwijd een christelijke theocratie tot stand zal worden gebracht. En dat er moslims zijn die van mening zijn dat er een groot Palestina moet komen, zonder Joodse staat, opdat er wereldwijd een islamitische theocratie gevestigd kan worden. Teksten in zowel de Tora, het zogeheten Oude en zogeheten Nieuwe Testament, als de Koran bevatten voldoende munitie om de ander, de ‘tegenstander’, dan wel de ‘vijand’, te beschieten, wat dan ook volop gebeurt.
Deze mensen, zo is mijn visie, streven naar goddelijke heiligheid en hebben G-d innig lief en doen Zijn wil. De gevolgen die dat met zich meebrengt aan mensen, huizen, ziekenhuizen, scholen, bedehuizen is voor hen van volkomen ondergeschikt belang. Zelf redeneer ik anders: ons gedrag ten opzichte van onze medemens en al wat Hij geschapen heeft (dieren, milieu) maakt zichtbaar hoe lief wij G-d hebben. Dat betekent dus dat de mens voorrang heeft op G-d. Wanneer G-d liefhebben ten koste gaat van medemens en al wat Hij geschapen heeft kan er m.i. geen sprake zijn van G-d liefhebben.
Voor ik verder ga, ga ik nog even terug naar Wajikra 20,26, naar de tekst: ”Die jullie heeft onderscheiden van de andere volkeren, dat jullie van Mij zouden zijn”. Betekent dit dat alleen wij, joden, geroepen zijn om heilig te zijn, dat Israël een land dient te zijn: een Joods land, een land voor en bestuurd door Joden?
Het Joodse volk was een apart gezet volk vanaf het moment dat het bij de berg Sinaj verklaarde: “Al wat de Eeuwige gesproken heeft zullen we doen… zullen we nakomen… we zullen gehoorzamen” (Sjemot (Ex) 19,8; 24,3,7). Dit neemt niet weg dat de Tora gegeven werd in de woestijn, niemandsland. De Tora is derhalve geen privé bezit van ons, joden.
We leven inmiddels al weer enkele eeuwen later en de situatie van toen is niet te vergelijken met de situatie van vandaag (politiek noch maatschappelijk, noch religieus, noch wetenschappelijk). Mijn uitgangspunt is dan ook dat teksten, zowel uit het zogeheten Oude Testament, als uit het zogeheten Nieuwe Testament, als uit de Koran, niet zomaar letterlijk verstaan en begrepen dienen te worden, noch toegepast kunnen worden in het leven van alledag en de wereld waarin wij vandaag leven.
We zien dat er in de loop der tijden twee religies zijn ontstaan met als basis het jodendom. Twee religies die op bijzondere wijze door de Eeuwige in het leven zijn geroepen en, net als het jodendom, de opdracht hebben gekregen, zoals eens aan Avram gegeven: ”Wordt een zegen”, de opdracht: ”Een heilig volk te zijn opdat wij, joden, christenen en moslims van Hem zullen zijn”.
Vanuit deze visie redenerend is de staat Israël geen Joodse staat, maar een staat voor alle volkeren om daar eens een bedehuis te bouwen voor alle volkeren ten tijde dat dit land een waarlijk Heilig Land zal zijn, een voorbeeld in de wereld. Een land van melk en honing; een land waar de wapens omgesmeed worden tot ploegijzers, een land waar de wolf zich ter ruste kan begeven naast het lam. Als optimist geloof ik daar in, omdat G-d ons niet het onmogelijke onderwijst. Hoe dit proces momenteel verloopt, in dit onheilig land is bekend: oorlog, het streven naar de vernietiging van de staat Israël; schenden van mensenrechten, door onderdrukking, afscheiding, landroof, e.a.
Gelukkig hebben wij andere geluiden gehoord, en projecten bezocht van mensen die tegen alle menselijke logica in het hier niet bij laten zitten, die geloven dat het onmogelijke wel degelijk mogelijk is. Zij, de dromers van vandaag, zullen de realisten van morgen zijn, en de realisten van vandaag zullen morgen de dromers blijken te zijn.
Staan blijft de vraag: Hoe lopen de grenzen van het Heilige Land? De veelgehoorde stelling die gehoord wordt is: een twee statenmodel. Twee zelfstandige, levensvatbare staten met veilige en erkende grenzen. Als tussenoplossing is dat een optie. Zelf hoop ik dat er uiteindelijk een groot-Palestina ontstaat. Een staat waar joden, christenen en moslims als broeders samenleven en samen in het bedehuis van alle volkeren Hosea zullen reciteren, zoals wij vandaag reeds doen in ons ochtendgebed: ”Ik verbind je aan Mij voor altijd. Ik verbind je aan Mij in gerechtigheid en recht, in liefde en ontferming. Ik verbind je aan Mij in oprechte trouw en dan zul jij je van de Eeuwige bewust worden” (2,21-22).
Wellicht een onzinnige droom, maar ik geloof dat het vandaag onze opdracht is, van joden, christenen en moslims, zowel binnen als buiten Israël naar elkaar te zoeken en ons met elkaar te willen verbinden in gerechtigheid en recht; liefde en ontferming; in oprechte trouw en dit voor altijd, opdat wij allen ons bewust worden van de Eeuwige.
Binjamin Heyl
Binjamin Heyl is een orthodoxe Jood en lid van de Joodse Gemeente Amsterdam.
Op dit moment zijn er nog geen bijdragen voor dit thema.