Openingstoespraak Prijsuitreiking van de Herbert-Haag-Stichting  
Home > Thema's > Andere onderwerpen "Kerk zijn" > Openingstoespraak Prijsuitreiking van de Herber...
Vertalingen: Nederlands Deutsch 

Openingstoespraak Prijsuitreiking van de Herbert-Haag-Stichting

Beste vrienden van de  Herbert-Haag-Stichting ‘Voor vrijheid in de Kerk’,

Geachte Dames en Heren,

In de afgelopen jaren kreeg men dikwijls de indruk dat het vuur van de vrijheid in de kerk uitgedoofd was. Maar in de laatste weken is het weer volop aangewakkerd. 
Het vuur brandt in de katholieke kerk! Het werd – tegen hun wil – aangewakkerd door hen die het wilden uitblussen. Soms kan iets kwaads toch iets goeds voortbrengen.

Dat het vuur van de vrijheid tijdens de afgelopen jaren niet volledig werd gedoofd, hebben wij te danken aan de  “Katholieken met Courage”, zoals ze genoemd worden door de tijdschriften van kritische Christenen ‘Publik-Forum’ (voor Duitsland) en ‘Aufbruch’ in Zwitserland. Drie van de hier aanwezigen ontvangen de “internationaal meest gerenommeerde erkenning voor burgermoed in de katholieke wereld“, zoals dat wordt genoemd in dezelfde tijdschriften: ‘de Herbert Haag-Prijs Voor Vrijheid in de Kerk’.

Het is voor mij en mijn collega’s  van het bestuur van de Haag-Stichting een bijzonder genoegen, in naam van U allen, de drie ontvangers van de prijs en degenen die hen met lof zullen toespreken, welkom te heten.

Allereerst de zeer verdienstelijke president van het Zwitserse Gerechtshof en de dappere verdediger van onze diep gewortelde staat-kerk-structuur die het eedgenootschap beschermt tegen hiërarchische inmenging, dr. Giusep Nay.

Hem zal gepaste lof worden toegezwaaid door een prominente vertegenwoordigster van het kerkelijk recht die zich nog onlangs heeft laten kennen als dapper verzetsstrijdster tegenover de arrogantie van het ambt van de bisschop van Regensburg:  mevrouw prof. dr. Sabine Demel (Universiteit van Regensburg).

Vervolgens begroet ik de opvolger van de grote Nederlandse concilietheoloog   Edward Schillebeeckx op de leerstoel voor dogmatiek aan de Universiteit van Nijmegen, vele jaren decaan en samensteller van twee belangrijke biografieën van Joseph Ratzinger en van mij, prof. dr. Hermann Häring.

Hem zal lof worden toegesproken door de speciaal uit Utrecht hierheen gekomen professor in oud-katholieke kerkstructuren in Utrecht, en aldaar  rector van het oud-katholieke seminarie, prof. dr. Angela Berlis. Onze Stichting drukt daarmee haar hoogachting uit voor de oud-katholieke kerk – in Zwitserland bekend onder de naam  ‘Christkatholische Kirche’-, die vooruitgelopen is op veel hervormingskwesties van de rooms-katholieke kerk. Angela Berlis is als eerste vrouw in de oud-katholieke kerk priester gewijd.

En tenslotte word onderscheiden de bekende hervormingstheoloog en nestor van de Europese lekentheologie van de Universiteit van Freiburg, initiatiefnemer van de kerkelijke ‘volksraadpleging’ (Tagsatzung), een begrip uit de Zwitsers-democratische tradie van de ‘eedgenoten’: prof. dr. Leo Karrer.

Wij zijn blij dat hij eervol wordt toegesproken door een vertegenwoordigster van de Universiteit van Luzern, die daar de leeropdracht voor homiletiek en spiritualiteit  vervult, dr. Franziska Loretan-Saladin.

De jongste discussie over het staats-kerkelijk rechtssysteem dat zich in Zwitserland bewezen heeft, werd uitgelokt door de vroegere vernieuwings- en nu aanpassingstheoloog: Kurt Koch. Hij is degene die heel kort na zijn nog altijd democratische verkiezing tot bisschop van Bazel, de hooggeachte oprichter van onze stichting ‘Voor vrijheid in de kerk’, professor Herbert Haag, openlijk berispt heeft en persoonlijk gekwetst. Hij heeft voortdurend gepolemiseerd tegen het staats-kerkelijk systeem van Zwitserland, heeft onnodig een jarenlang twistgesprek gevoerd met de door ons onderscheiden van Röschenz en is onlangs op de Zwitserse televisie op een ongehoorde manier van leer getrokken tegen mijn interpretatie van het tweede Vaticaans Concilie.

In één opzicht heeft  Kurt Koch gelijk: van het begin af aan waren er twee interpretaties van het Concilie, die hij belichaamd ziet in Joseph Ratzinger en in mij.
Als getuige van die tijd en als benoemd peritus (vaktheoloog) van het Concilie, die van binnenuit de afloop van het Concilie nauwkeurig gevolgd heb, moet ik dit preciseren: vanaf het begin van het Concilie was er de interpretatie van de Romeinse Curie, en de interpretatie van het aanvankelijk grootste deel van de bisschoppen en van de katholieke bevolking. Een enquete van de Romeinse Congregatie voor de godsdienst, reeds bekend gemaakt in 1981, liet zien dat 98,68 % van de bisschoppen over de hele wereld, de middeleeuwse Tridentijnse misritus  als achterhaald beschouwden; iedere concessie aan de aanhangers van Lefebvre zou wijzen op een begin van wantrouwen tegenover de resultaten van het tweede Vatikaans Concilie in het algemeen. Maar nog veel belangrijker dan de mening van de meer of minder Rome-conforme bisschoppen is het feit, dat veel mensen vandaag nog in de kerk blijven vanwege de vernieuwde liturgie, die zij – minstens van tijd tot tijd - graag meevieren.

Ook is het waar, dat de Curie-interpretatie van het Concilie in toenemende mate een spreker vond in professor, later bisschop, tenslotte curiekardinaal Joseph Ratzinger.  Volgens de oproep tot de demonstratie in Luzern (vandaag 8 maart) leidt die interpretatie tot een „dogmatisch verengde, autoritaire en wereldvreemde kerk“.

En het is ook waar dat ik van mijn kant, in mijn boeken en stellingnamen, een interpretatie vertegenwoordigde (en nog vertegenwoordig) die geïnspireerd is door het Nieuwe Testament en de grote katholieke traditie.

Er bestaat geen ‚rechtse en linkse’ interpretatie van het Concilie, en in geen geval mogen kerkhervormende krachten, die het Concilie volledig accepteren en toekomstgericht interpreteren, zich door een bisschop op gelijk niveau laten plaatsen met degenen die het Concilie verwerpen op haar meest beslissende dokumenten. Er bestaat natuurlijk een, helaas door menig bisschop gedeelde, restrictieve interpretatie die terugkijkt in de tijd in de richting van het contra-reformatorische Concilie van Trente en het restauratie-concilie Vaticanum I van 1870. Deze curie-interpretatie van het Concilie wil aanspraak maken op een ononderbroken continuïteit en wil de paradigmawisseling van het Tweede Vaticaans Concilie niet accepteren.

Daartegenover bestaat de vooruitkijkende interpretatie, die ernst maakt met de onbetwistbare nieuwe aanzetten van het Concilie, zoals die vooral naar voren komen  in de decreten over vrijheid van godsdienst, de oecumene, het jodendom, de wereldgodsdiensten en de kerk in de moderne wereld. Deze interpretatie mag zichzelf ook – in goed geweten - beschouwen als staand in het centrum van de kerk, en niet als iets aan de ‘linker rand’.

De Curiepartij heeft onder de twee laatste pausen alles gedaan, om door middel van reactionaire documenten en bisschopsbenoemingen de resultaten van het Tweede Vaticaans Concilie zo ver als mogelijk terug te draaien of minstens te relativeren. De concilievijandige  Pius-X-Broederschap heeft al in 1977 steun beloofd aan de jonge kardinaal Ratzinger. En zo lag het helemaal in zijn lijn, dat hij hen als paus, niettegenstaande hun welbekende antisemitische, anti-oecumenische en antimoderne instelling weer in de kerkgemeenschap opnam, terwijl hij anderzijds tegenover de conciliegetrouwe vernieuwingstheologen, in het bijzonder in Latijns- Amerika, Noord-Amerika en Europa, geen enkele poging ondernam om elkaar beter te verstaan.

Na het vriendschappelijk gesprek van vier uur met paus Benedictus in
Castel­gandolfo in september 2005, waarvoor ik nog steeds dankbaar ben, ontstond bij mij de hoop, dat Joseph Ratzinger als paus terug zou komen op de ondubbelzinnige koers van het Concilie, en dat hij de kerk vooruit zou brengen. Maar na vier jaar autoritair pontificaat kunnen we nauwelijks positieve praktische resultaten van de kerkleiding ontdekken.

In plaats daarvan:

  • een verstoorde verhouding met de protestante kerken, waarvan Benedictus het kerk-zijn bestrijdt
  • een bemoeilijkte dialoog met de moslims die hij heeft beledigd in zijn toespraak in Regensburg
  • een duidelijk verslechterde verhouding tot het jodendom
  • een verstoorde vertrouwensrelatie met de eigen kerkelijke gemeenschap.

Daarom wil ik mij solidair verklaren met de eisen van al die Christenen, mannen en vrouwen, die zich  vanmiddag verzameld hebben voor de Hofkirche. Ik ben ervan overtuigd dat allen, hier in deze zaal, de eisen onderschrijven die voor de Hofkirche werden geproclameerd:

“Wij willen ons allen blijven inzetten:

  • voor een kerk, die zichzelf verder ontwikkelt op basis van het tweede Vaticaans Concilie en de Synode 72;
  • voor de onbeperkte erkenning van de mensenrechten binnen de kerk;
  • voor medezeggenschap van alle kerkleden op ieder kerkelijk niveau;
  • voor gelijke rechten van vrouwen en mannen op elk kerkelijk gebied;
  • voor de oecumene en het interreligieuze gesprek op basis van echt partnerschap.
  • voor verscheidenheid van meningen en dialoog binnen de kerk“.

En derhalve, als ik het kort moet samenvatten in enkele formuleringen in de geest van Johannes XXIII en van het Tweede Vatikaans Concilie:

  • ‘Aggiornamento’ en niet ‘Traditionalisme in geloof en zedenleer’;
  • ‘Collegialiteit’ van de paus met de bisschoppen, en geen autoritair Romeins
    centralisme;
  • ‘Apertura’ (openheid) naar de moderne wereld en niet nog eens een
    antimodernistencam­pagne;
  • ‘Dialoog’ ook intern binnen de katholieke kerk en niet opnieuw inquisitie en
    het weigeren van gewetensvrijheid en theologische vrijheid;
  • ‘Oecumene’, en niet meer de arrogante proclamatie van de enige ware kerk.

Kortom: De vrijheid van een Christenmens, de vrijheid van mannen en vooral van vrouwen.

Daartoe, daar ben ik zeker van, zullen wij nu veel argumenten horen van de lofredenaars, de Laudatores, en ook van de toegesproken Laudati, de ontvangers van de Herbert-Haag prijs.

Ik heet U allen, oude en nieuwe vrienden van ‘Voor vrijheid  in de kerk’, harteljk welkom en ik wens U een blijmakende en bemoedigende avond toe.

En nu wil ik meteen het woord geven aan de heer Giusep Nay voor zijn feestrede: ‘Het civiele religierecht – een kans voor vrijheid in de kerk’. Wij zijn heel benieuwd naar zijn toespraak.

Dr. Hans Küng

Dr. Hans Küng heeft bovenstaande toespraak gehouden bij de  Prijsuitreiking van de Herbert-Haag-Stichting ‘Voor vrijheid in de Kerk’ in Luzern op 8 maart 2009.

Vertaling: Drs. Wim van der Velden



Op dit moment zijn er nog geen bijdragen voor dit thema.

Terug naar "Openingstoespraak Prijsuitreiking van de Herbert-Haag-Stichting" | Naar boven

Disclaimer
EnglishDeutschFrancaisEspanol