Vertalingen: Nederlands English
Geestelijken ontduiken verantwoordelijkheden tot het ‘Niet Weten’ als zouden zij moreel verheven zijn
Kerkelijke leiders kunnen niet zomaar wegkomen met het afdoen van seksueel misbruik in de kerk als zijnde gepleegd door geestelijken die geen echte roeping hebben.
Tot op de dag van vandaag zie ik nog steeds het gezicht van mijn vader toen de brief kwam van de aartsbisschop van Dublin in de vroege vijftiger jaren. Als jonge getrouwde man met enkele kinderen, arbeider in de Guinness brouwerijen, had ook hij de slierten van tientallen twee aan twee lopende kinderen gezien in de binnenstad, begeleid door vrouwen, zowel oud als jong, in gesteven Franse kapjes, lange wollen habijten en slecht zittende schoenen, hun gezichten nat van het zweet op hete zomerdagen.
Diep geroerd en niet in staat tot het ‘Niet Weten’ hadden hij en zijn vrienden besloten tot actie over te gaan: cadeautjes en feestjes op het grote Landhuis met Kerstmis; treinladingen kinderen uit Dublin op schoolreis naar Gormanston; filmvertoningen en feesten op speciale momenten in het jaar – dit waren allemaal hoogtepunten uit mijn kindertijd. Maar ze voldeden niet; niets kon dat ooit doen. Dit waren de tragische gevolgen van een gemeenschap die zich had gecommitteerd aan het ‘Niet Weten’.
Hele rivieren alcohol stroomden tijdens de Kersttijd in die dagen door O’Connell Street; de weeshuizen en huurkazernes waren poelen van ellende. Mijn vader en zijn makkers verenigden zich en stelden een oplossing voor. Een kerstkribbe zou worden gebouwd aan de voet van het Nelson Monument. De jongensband uit Artane zou worden uitgenodigd om de hele week te komen spelen. Er zouden collectes gehouden worden. In de basisbehoeften van de weeskinderen en hun verzorgers zou worden voorzien door de burgers van Dublin. Mijn vader schreef naar de aartsbisschop om te vragen om zijn zegen. Burgers van Dublin? Voor de aartsbisschop waren alleen de protestanten burgers; de overigen waren, in zijn woorden, “leden van mijn parochie”.
De brief van de aartsbisschop met de weigering en de harde toon waarop hij was gesteld, maakten korte metten met de voorstellen. Als vroom katholiek die dagelijks naar de mis ging, kreeg mijn vader zo’n klap in zijn gezicht dat zijn geloof, en zelfs zijn geestelijke gezondheid, werd bedreigd.
In de Ierse Brehon Wet staat een categorie die ‘de misdaad van het oog’ wordt genoemd. Deze betreft het volgende: als je een misdaad zag of wist dat die begaan werd en je deed er niets aan, werd je zelf schuldig aan die misdaad.
Toen deze week Pater Vincent Twomey, emeritus professor in de theologie in Maynooth, tijdens de BBC-Noord-Ierland-zondagsviering verwees naar die religieuzen die nu in de media te boek staan als “het uitschot van de maatschappij” als zijnde “mensen die nooit echt gekozen hadden voor het celibaat” werd het mij koud om het hart.
Recentelijk hebben de huidige aartsbisschop van Dublin en anderen toegegeven dat ze wisten wat er in sommige instituten gebeurde. Maar diegenen die het zogenaamd ‘Niet Wisten’ bleven gewoon op hun post en gingen door met het afschuiven van de niet-gewensten, de onfortuinlijken en de wezen, richting diezelfde instituten. Als, zoals Vincent Twomey beweerde, het kwaad nu eenmaal in de mens zit in een regiem van terreur, waarom bleven ze dan zwijgen tot 40 jaar later?
Wat er in Ierland gebeurde had vele oorzaken, sommige daarvan theologisch. En als prominente en machtige theologen nu op deze manier proberen hun handen in onschuld te wassen waar het het lijden van onschuldigen betreft, moeten we onze stem verheffen. Net als mijn vader destijds, kan ik me niet aansluiten bij de massa’s ‘Niet Weters’, die roepen om het bloed van diegenen die hun leven wijdden aan de zorg voor de ongelukkigen die door de maatschappij aan de kant waren gezet, en waarvan de grote meerderheid voorbeeldige levens heeft geleid.
Ik weet niet veel over het leven van mannelijke geestelijken, maar des te meer over het leven van vrouwelijke. Ik ben niet gerechtigd om namens hen te spreken, maar ik zou de geestelijke ‘Handenwassers’ enkele vragen willen stellen, en dat doe ik vanuit het perspectief van iemand die haar hele leven heeft gewijd aan het bestuderen en onderwijzen van de theologie.
Het Ryan rapport geeft een levendige beschrijving van het slaan van kinderen en de vernederingen die ze moesten ondergaan. Maar, zoals u heel goed weet, gebruikten veel religieuze congregaties, vaak op last van hun superieuren, zelfkastijding op hun blote lijf met kleine zweepjes, iedere week en in de vastentijd vaker. Anderen deden aan publieke vernedering (als je je had verslapen kwam je naar de eetzaal met dekens over je hoofd), maar ook voor andere minder ernstige vergrijpen. Wat voor effect dacht u dat dit soort praktijken had op hun gevoel van eigenwaarde?
Vincent Twomey verwees naar de eeuwen van Engelse kolonisatie die Ierland economisch en sociaal aan de rand van de afgrond bracht en weid verbreide armoede veroorzaakte en grote gezinnen schiep die weinig sociale steun kregen. Maar de vrouwen van Ierland leden onder een dubbele of zelfs drievoudige kolonisatie. Hebt u protest aangetekend tegen de leer van een kerk die vrouwen het recht ontzegde geboortebeperking toe te passen en hen zo opzadelde met grote niet te hanteren gezinnen? Als priesters hun biechtstoel gebruikten om te benadrukken dat vrouwen hun ‘huwelijkse plichten’ moesten nakomen, hebt u toen een minuutje genomen om eens na te denken over hoe ze hun grote gezinnen moesten voeden?
En wat is er geworden van de weinige Ierse geestelijken die zagen hoe hun families leden en die daarom hun stem verhieven om te komen tot anticonceptie? Waar zijn die nu? Verspreid over de vier windstreken! Geweld en misbruik kennen vele vormen. Waarom dan niet naar Ierland teruggeroepen die geestelijken met een afwijkende mening, hen die de mond werd gesnoerd, die gedegradeerd werden, verbannen en aan de bedelstaf gebracht? Waarom niet eens afstand genomen van de antilichamelijke theologie van de Jansenisten waar Maynooth zo achter stond?
Geen koloniaal systeem kan stand houden zonder de steun uit de lagere ordes die de opdracht hebben de bevelen van hogerhand uit te voeren. De dienaren van het koloniaal systeem bevinden zich echter altijd in een tragische positie. Ja zeker, ze worden opgeleid, maar alleen in de taal, het ethos, de theologie en de ethiek van de kolonisator. Als je buiten het voorgeschreven boekje durft te gaan, word je snel op een zijspoor gezet.
Er bestond altijd een heel dunne afscheiding tussen vrouwelijke religieuzen en hen die onder hun hoede stonden: op verschillende manieren waren ze beide geďnstitutionaliseerd, werden ze beide misbruikt. Na het Tweede Vaticaans Concilie, toen de geliefde paus Johannes XXIII de ramen in de kerk open zette, probeerden veel vrouwelijke religieuze congregaties zich te dekoloniseren (om het zo maar eens uit te drukken) door hun onhandige middeleeuwse habijten af te leggen en geďnstitutionaliseerde tradities af te schaffen. Hun pogingen ontmoetten verwoede tegenstand van de mannelijke geestelijkheid. Waar waren die eigenlijk bang voor? Het wonder is dat er zoveel vrouwen geestelijk gezond doorheen gekomen zijn, en zichzelf opnieuw hebben uitgevonden. De meesten van hen doen tegenwoordig fantastisch goed werk voor de vergeten mensen van vandaag.
Toen deze misstanden plaatsvonden werden vrouwen niet toegelaten tot de theologiestudie noch aangemoedigd tot de ontwikkeling van theologische deskundigheid. Wat hadden de Sisters of Mercy nu voor een kans om theologisch na te denken over hun roeping, als je die uitsluiting in aanmerking neemt?
Zelfs wanneer je tot in de vroege zeventiger jaren ingewikkelde redenen verzon om vrouwen buiten de theologiestudie te houden, hoeveel cursussen zijn er dan sindsdien in Ierland aangeboden over de theologie van de genade in tegenstelling tot de theologie van het offer, een theologie die nu beschouwd wordt als verantwoordelijk voor het hierboven beschreven “verlossend lijden”? Neemt U nu de verantwoordelijkheid voor het propageren van dit soort verwrongen theologie, die niet gebaseerd is op het verlossende leven van Jezus, maar op de sadistische manier waarop hij is omgebracht?
Als u, geestelijkheid, nu probeert scheidingsmuren op te trekken tussen uzelf en de ongelukkige geschiedenis van het Ierse katholicisme; als u beweert dat het “uitschot van de maatschappij” (kinderen uit grote arme gezinnen) koos voor een religieus leven zonder echte roeping, omdat geestelijke worden gold als een status symbool, en omdat zo’n leven sociale geborgenheid bood, doet u precies wat alle aanhangers van het offervolle leven generatieslang hebben gedaan.
U brengt een scheiding aan tussen goed en kwaad, het gewijde en profane, het heilige en verdoemde.
De hoge moraal te hulp roepen doet u ten koste van generaties vrouwen en mannen, waarvan de meesten heel genereus hun leven in dienst hebben gesteld van diegenen die de maatschappij gemarginaliseerd had.
Die hoge moraal moet gezien worden voor wat het is: een vlucht voor het nemen van collectieve verantwoordelijkheid voor het misbruik en geweld dat ieder facet van het Ierse leven doortrok.
Het adopteren van een theologie van de genade daarentegen, (die niet eenvoudigweg gezien moet worden als een schoonmaak na al de excessen van de offertheologie) zou een begin zijn van het nemen van verantwoordelijkheid voor het geweld (fysiek, geestelijk, seksueel en emotioneel) dat generaties Ierse mannen en vrouwen, binnen of buiten religieuze instellingen, is aangedaan.
Simone Weil, de grote Joodse mystica, schreef eens over een kijk op verlossing anders dan die welke gewoonlijk met geweld geassocieerd wordt, het volgende: “Lijden en pijn zijn als valse munten. Ze worden geaccepteerd totdat iemand weigert ze door te geven”. Als er zich zo iemand onder ons bevindt, laat dan van u horen. Blijf anders alstublieft stil en houd op met het vertrappen van onze slachtoffers.
Slechts weinigen onder ons zijn vrij van schuld: we moeten allemaal maar aan de schandpaal.
Mary Condren
Dr. Mary Condren is directeur van het Instituut voor Feminisme en Religie in Ierland. Zij doceert aan het centrum voor Gender- en Vrouwenstudies van Trinity College in Dublin. Deze tekst is eerder verschenen in The Irish Times (© 2009) van 12 juni 2009.
Op dit moment zijn er nog geen bijdragen voor dit thema.