Openheid is de kern van het geloof  
Home > Thema's > Kerk zijn > Spiritualiteit > Openheid is de kern van het geloof
Drs. Jan Greven
1/2/11

Openheid is de kern van het geloof

Ik bracht mijn kleindochter naar hockey. Er waren selectiewedstrijden voor de elftalindelingen van het volgend seizoen. Overal partijtjes op halve velden. Overal ouders – elk meent zijn uil een valk. Langs de lijnen selectieverantwoordelijken met blocnote.  Bewust van hun belang. Ik zag alle inspanning en bedacht dat maar elf het eerste elftal zouden halen. Een gevoel van vergeefs- en vergankelijkheid overviel me. De wind draait en waait en draait en al draaiend waait de wind weer terug. Wat er was, zal er altijd weer  zijn. De vroegere generaties zijn vergeten, en ook de komende zullen weer worden  vergeten. Ik begreep precies wat Prediker bedoelde. Het zal de leeftijd wel zijn en de dood, die tegenwoordig iedere week wel een keer langs komt. Afgelopen week zelfs drie  maal, ver weg en dichter bij. Thuis hebben we het praten over sterfgevallen op rantsoen  gezet. Anders wordt het met stip het voornaamste gespreksonderwerp. Van het hockey  terug naar huis sloeg iets om. Ik zag dezelfde hockeyvelden, maar nu zag ik ook de lol, de  hoop op een leuk elftal, de spanning. Ik herinnerde me mijn eigen zenuwachtigheid, vroeger, over de elftalindeling. Mijn opluchting als in mijn elftal niets gewijzigd was. De  melancholie verdween. Ik voelde me vrolijk.

De omslag dankte ik aan het boek dat de Leidse praktisch theoloog Henk de Roest  schreef over de kerk. De Roest ziet de kerk als een huis van God. Als een schuilplaats  voor de ziel, waar God wordt ontmoet. De ziel is kwetsbaar. “We zijn weemoedig als we  alleen zijn en onbespied”, schreef Cornelis Verhoeven. In Gods huis wordt de ziel omvat door Gods liefde. De Roest citeert Franz Rosenzweig die zei dat pas een door God  wakker geroepen ziel zich kan uiten in liefde voor de naaste. Ooit is de kerk klein  begonnen. In huiskamers. Met een gemeenschappelijke maaltijd. Met rond de tafel enkele  mensen die zich door Jezus aangesproken wisten en een rijk van gerechtigheid  verwachtten. Ze steunden elkaar en zetten zich in voor vreemden buiten de kerk. Christus  was hun spirituele kern en nog steeds is hij de dieptedimensie waardoor de kerk zich  onderscheidt van andere clubs die zich inzetten voor hun medemensen. Voor De Roest  vormen tafel en maaltijd het kernknooppunt. In een mensenleven kan de positie ten  opzichte van dat knooppunt flink veranderen. Soms dichterbij, soms verder af. Ook kerken,  De Roest spreekt liever van kerkplekken, zijn aan verandering onderhevig. Sommige  verdwijnen, andere komen op. Hij doet daar niet ingewikkeld over. Geen krant, partij,  bedrijf of merk, kan tegenwoordig als vanzelfsprekend uitgaan van binding met een  volgende generatie. Kerken onderscheiden zich daarin niet van andere organisaties. Waar  het om gaat, is dat er steeds opnieuw mensen zijn die bij elkaar komen om iets van God te  vernemen. In hun samenkomsten is innigheid, maar er wordt ook naar woorden gezocht.  Er wordt geoefend in godsverstaan en dat oefenen maakt open voor de vaardigheid van  het niet-verstaan. Dat wil zeggen: medemensen, binnen en buiten, niet op te sluiten in van  te voren gevormde beelden, maar hen te zien met de frisse blik van de Barmhartige Samaritaan.

Er is een opvallende parallel tussen wat De Roest schrijft over de samenhang tussen  innigheid en openheid, spiritualiteit en engagement, en wat godsdienstsocioloog Jan  Hendriks in zijn jongste boek beschrijft als zijn ideale kerk. (“Nu echt mijn laatste boek”,  schreef hij, maar waarom eigenlijk?) Ook bij Hendriks zie je hoe concentratie op de  spirituele kern drempelloos leidt tot openheid voor praktische consequenties. Voor De  Roest en Hendriks is een kerk pas levend als beide aspecten, innerlijkheid en  engagement, serieus genomen worden. Beide pleiten voor klein beginnen, oog voor  elkaar, voor de wereld, deel uitmaken van een gastvrije geloofsgemeenschap, die niet in  de war raakt als over God alleen in voorlopige termen gesproken wordt. Gastenhuis. Naar binnen en naar buiten. Ook de kerkleden zelf zijn gast, vreemdeling. Ik keek naar de  hockeyende kinderen maar zag, opgesloten in mijn eigen déjà vu, alleen mijzelf. Ik zag  pas hoe vrolijk, enthousiast, gespannen en vol vertrouwen de kinderen waren toen ik de  dood in mijzelf overwon en mezelf, met dank aan De Roest, weer ging zien als ’onaf’, open. Openheid als kern van geloof. Mooi om daar zo aanstekelijk over te schrijven.

Jan Greven

Drs. Jan Greven is theoloog en oud-hoofdredacteur van Trouw. Hij besprak in Trouw van 1 juni 2010: Henk de Roest, Een huis voor de ziel. Gedachten over de kerk voor binnen en buiten. Meinema, €21,50, en Jan Hendriks, Kerkvernieuwing een uitdaging. Op weg gaan met visie en vertrouwen. Abdij van Berne-Heeswijk, €13,50.


Reactie plaatsen

Reglement

  • Alle reacties worden vóór publicatie door de redactie beoordeeld. Wij behouden ons het recht voor reacties te weigeren of in te korten zonder opgaaf van redenen.
  • Een inzending mag maximaal 1000 tekens bevatten en moet goed leesbaar zijn.
  • Lees andere inzendingen zodat u in uw reactie niet in herhaling vervalt maar nieuwe argumenten geeft. De reactie moet inhoudelijk zijn en iets waardevols toevoegen aan het artikel. Dus bijvoorbeeld geen agressief taalgebruik.
Naam  
E-mailadres  
Plaats  
Uw reactie  
Gebruik maximaal 1000 tekens. U hebt nog 1000 tekens tekens.
Captcha  
   

Terug naar "Spiritualiteit" | Naar boven

Disclaimer
EnglishDeutschFrancaisEspanol