'Messiaanse gemeenten' vanuit een bijbels perspectief  
Home > Thema's > Kerk zijn > Inculturatie > 'Messiaanse gemeenten' vanuit een bijbels persp...
Remi Verwimp
25/4/13

'Messiaanse gemeenten' vanuit een bijbels perspectief

1. 'Brandpunt van verbondenheid' is een goede typering van wat in de joods-christelijke traditie 'ekklèsia', gemeente, genoemd wordt. Het is een geestelijke ruimte waarbinnen vervreemde, verloren lopende, veelsoortig geïsoleerde mensen samen op zoek gaan naar meer inzicht in zichzelf en de wereld rondom hen. Inzicht wordt gevormd door informatie én bemoediging, door analyse én inspiratie. Hart en verstand en verbeelding moeten gewekt en wakker gehouden worden. Persoonlijke bewustwording gaat er hand in hand met politieke bewustwording: bewustwording van de sociaaleconomische, alledaagse relaties en mechanismen waarin je 'ziel' klem zit. De Schrift functioneert daarbij als instrument: het formuleert niet exact en actueel toepasbaar, maar visionair een alternatief voor de heersende verhoudingen: het visioen van het koninkrijk Gods, een land van gerechtigheid, stad van vrede.

2. De 'ekklèsia' (volksvergadering, huis vol mensen) is de gemeente, weggetrokken uit alle slavernij, uit elke vorm van horigheid. Zij verzamelt geen kleurloze en vormloze massa's, zonder ordening en route. De ekklèsia verzamelt mensen op heel precieze (partijdige?) basis; zij weten waar zij voor en waar zij tegen zijn, zij houden zich aan een afgesproken program, zij nemen hun beslissingen autonoom en gezamenlijk. De ekklèsia gaat nooit meer vrijwillig enige vorm van knechting aan. Waar zij geknecht wordt, leeft zij als balling. Waar zij het zelf doet, houdt zij op 'ekklèsia' te zijn.

3. De 'ekklèsia' is de vergadering van mensen die ervan uitgaan dat er onrechtvaardige verhoudingen bestaan en gereproduceerd worden. Verhoudingen die lijden veroorzaken vooral aan armen, vrouwen, kinderen, arbeiders, de natuur. In hun samenkomen willen zij zich oefenen en scholen in bevrijdend handelen met als inzet maatschappelijke verbetering van individuele en gemeenschappelijke situaties. Ekklèsia is: een volk in zijn kracht. Volk van God. Eigen aan de ekklèsia uit de eerste eeuw van onze jaartelling, eigen aan de messiaanse beweging, is de weigering zich in te laten met de bestaande wereldorde: christenen wonen in deze wereld, maar zijn niet van de wereld. Naast volhardende maatschappijanalyse hebben wij in onze gemeenten behoefte aan vormen waarin wij beelden, oproepend, inlevend de contemplatie kunnen beoefenen zonder dewelke onze maatschappelijke activiteit dreigt te verschralen en innerlijk onzeker wordt. Een liturgie die in de bijbelse taal van beelden en gelijkenissen de psychische ruimte schept waarin wij het visioen 'voor ogen krijgen' en emotioneel beamen, en het geestelijke lijden, de ontgoocheling en de verontwaardiging om de hindernissen en tegenslagen in onze strijd kunnen verwerken. Liturgie als katharsis: zuivering én ommekeer.

4. De gemeenten van Jezus behoeven geen onderdak in kathedralen en basilieken, zelfs niet in kerkgebouwen. Zij dienen, ook collectief en materieel, te delen in de armoede van hun Heer. Daarom zullen zij hier in de Eerste Wereld ook dienen te breken met de heersende machten. Zij hebben zelf meegewerkt, de eeuwen door, aan het heersen van goden van geld en geweld. De gemeenten van Jezus zullen de eersten dienen te zijn om zich daarvan te bekeren.

5. De ononderbroken band van de kerk met haar begin – met de rabbi Jezus, met zijn leerlingen en eerste gemeenten – wordt niet vastgehouden door een hiërarchische organisatie van gewijden. De verbondenheid bestaat voort in allen die doen als Jezus, waar en hoe ook. Wie bevrijden en verlossen, doen wat hij zegt. Een ambt, beheerd door een kerk, is daarvoor geen voorwaarde en geen garantie.

6. De rode draad die doorheen de geschiedenis van de messiaanse gemeenten wordt vastgehouden, is het zoeken naar gerechtigheid. Alleen armen kunnen voorgaan aan de ene wereldtafel van de gerechtigheid. Zij nemen van wat de rijken niet willen delen. Zij moeten het, als David, gaan halen uit de particuliere, economische en financiële heiligdommen van de rijken.

7. De witte draad, die doorheen de geschiedenis van de messiaanse gemeenten wordt vastgehouden, is het zoeken naar antwoord op de levensbedreigende honger in de Eerste Wereld naar spiritualiteit, naar zin, naar een antwoord op de spirituele anorexia. Het verlangen naar een andere manier van leven, weg van de banaliteit. Het verlangen naar diepe vreugde en vrede, naar ontmoeting met God.

8. Zij die leven vanuit dit visioen van vrede en gerechtigheid, houden zich aan elkaar vast. Zij beseffen dat het visioen samen gedeeld en gedragen moet worden. Geest- verwantschap is voor hen belangrijker dan bloedverwantschap.

9. Zij hebben plekken nodig waar ze levensvisioenen met elkaar kunnen delen. Zij hebben het nodig om samen luidop te kunnen dromen: van de huizen en steden waarin we zouden kunnen wonen, van het werk en de verhoudingen tussen mensen. Dit collectief dromen maakt deel uit van de messiaanse strijd tegen verlammende krachten die mensen isoleren, moedeloos maken, beroven van hun levenskracht.

10. Het sociologische model van de Jezusbeweging is noch de massa noch de enkeling, maar de groep, de gemeenschap. De vriendinnen en vrienden van Jezus leefden met hem in een gemeenschap van navolging. Zij probeerden zo met elkaar te leven als hij leefde. Zij gaven zijn waarheid door doordat zij met elkaar leefden in de kracht van de Geest van Jezus. Alleen vanuit een mensbeeld dat ons verbindt met de kracht van God en haar ons toevertrouwt, heeft Jezus zijn leerlingen erop uitgestuurd om de hongerigen te voeden, de boze geesten uit te drijven, de geesteszieken te genezen en de gevangenen te bezoeken. Hij heeft nooit gezegd: “Jij als enkeling kan toch niets doen!” Dat is vanuit Jezus gezien puur cynisme en ongeloof. Daarom leven wij vandaag in een kwetsbare en gekwetste liefde voor de ware kerk. Wij zullen er niet in berusten dat onze tijdgenoten zich naar postmodern
believen losmaken van de levensaders van levende gemeenten waarin zusterschap en broederschap heersen.

11. De Rooms-Katholieke kerk, noch enig andere kerk van christenen, heeft het monopolie op de ene ware godsdienst, op de enige, ware God. Als de eerste en laatste verschijningen van leven zijn:waarheid, gerechtigheid, kwetsbaarheid, liefde, dan gaan die vele historische wegen in een veelvormige rijkdom van volken, rassen,
culturen, godsdiensten.

12. Veel beter kunnen we ons de wereldreligies voorstellen in een kring, die zijn centrum heeft in het geheimenis van de wereld, in de Godheid. De aanhangers van de meest uiteenlopende religies worden aangetrokken door deze X in het hart van
de wereld, die ze Allah, de Oermoeder, de Eeuwige, Nirwana, het Onnaspeurlijke noemen. De naamgeving en de traditievorming zijn echter niet doorslaggevend, wél in hoeverre de pelgrimerende vrouwen en mannen op hun weg van de periferie van de kring tot zijn centrum naderen. Naarmate wij dichter bij het centrum van de kring komen, worden daardoor de afstanden tussen de verschillende uitgangspunten van de periferie steeds kleiner. Zo worden ook de verschillen tussen de afzonderlijke religieuze ingangen steeds onbelangrijker: in het hart van God zijn ze verdwenen.

13. Wij dromen van een kerk met veel basisgemeenten. Weinig bureaucratie en veel participatie. Broederlijkheid en zusterlijkheid. En duidelijke politieke keuzen voor allen over wie Matteüs 25 spreekt: kerkasiel voor mensen die de staat eruit wil zetten, acties tegen vrouwenhandel en kernwapens, regels voor levensstijl en consumptie, verlangzaming, een nieuw soort vrijwillige armoede die zich verplicht aan het voortbestaan van het leven op aarde. Wij verlangen vurig naar een huis van mensen, die in Mt. 25,14 'gezegenden van mijn Vader' worden genoemd. Een huis met open deuren en vol lofgezang, met een andere spiritualiteit die wordt gevoed door ons handelen en de ervaringen en pijnen die wij ondergaan.

14. Wij dromen van een kerk die zichzelf eindelijk als een minderheid in de samenleving durft erkennen in een land dat te rijk is, te veel vreemdelingenhaat kent en de eenheidspolitie/het leger te veel aanbidt. Ik droom van een kerk die bereid is tot confrontaties en conflicten, die in het verzet durft gaan tegen het geweld in politiek en economie en confrontaties durft aan te gaan en te doorstaan in plaats van ze te verzwijgen en te verstoppen.

15. Terwijl vrouwen in de eerste gemeenten toch wel een opmerkelijke rol speelden, zijn zij doorheen de eeuwen weggeschreven, onzichtbaar gemaakt. Vrouwen zijn nog steeds tweederangsburgers en -gelovigen. In de kerk verkeren zij in een situatie van feitelijke machteloosheid, onmachtig om hun lot in handen te nemen en overgeleverd aan het goeddunken van kerkelijke machthebbers (=gewijden), die voordeel hebben bij het status quo. Voor vrouwen dient kerk een inclusieve gemeenschap te zijn. Zo kan bijvoorbeeld over God niet langer gesproken worden in eenzijdig mannelijke categorieën. Dit houdt een radicale bekering van het kerkelijke denken en spreken in, omdat het distantiëring betekent van het eigen patriarchale verleden. Met het oog op haar eigen heelwording dienen vrouwen op alle niveaus van de kerk, inclusief de wijdingen, als volledig gelijkwaardig aanzien te worden aan de mannen.

16. De eerste messiaanse gemeenten namen afscheid van de heersende centra die gangbaar waren in de joodse samenleving: het vaderhuis, de tempel en de synagoge, Rome, ... omdat deze centra de heersende verhoudingen bevestigden tussen burgers en vreemden, tussen mannen en vrouwen, tussen vaders en kinderen, tussen heren en slaven. Opvallend is echter dat zij geen nieuwe centra ontwikkelen, zoals bijvoorbeeld in onze dagen de parochie of het gezin. Wat kenmerkend is, is een weg, een leven van praktijken, die in spanning staat met de heersende praktijken, zonder dat zich dit definitief vorm geeft in alternatieve praktijken.

Remi Verwimp

Remi Verwimp was priester van het aartsbisdom Mechelen en medeoprichter van de Werkplaats voor Theologie en Maatschappij. Bovenstaande tekst schreef hij in 1998. Deze tekst is overgenomen uit Zoeken te vieren, Eigen-zinnige vieringsplekken in Vlaanderen, Werkplaats voor Theologie en Maatschappij, 2002, blz. 32-36. Remi Verwimp overleed in 2009.


Reactie plaatsen

Reglement

  • Alle reacties worden vóór publicatie door de redactie beoordeeld. Wij behouden ons het recht voor reacties te weigeren of in te korten zonder opgaaf van redenen.
  • Een inzending mag maximaal 1000 tekens bevatten en moet goed leesbaar zijn.
  • Lees andere inzendingen zodat u in uw reactie niet in herhaling vervalt maar nieuwe argumenten geeft. De reactie moet inhoudelijk zijn en iets waardevols toevoegen aan het artikel. Dus bijvoorbeeld geen agressief taalgebruik.
Naam  
E-mailadres  
Plaats  
Uw reactie  
Gebruik maximaal 1000 tekens. U hebt nog 1000 tekens tekens.
Captcha  
   

Terug naar "Inculturatie" | Naar boven

Disclaimer
EnglishDeutschFrancaisEspanol