Laat de dood soms welkome gast zijn  
Home > Thema's > Liturgie > Tussen begin en einde > Euthanasie > Laat de dood soms welkome gast zijn
Boudewijn Chabot
18/8/09

Laat de dood soms welkome gast zijn

Als ouderen zelf echt verlangen naar het einde, waarom dan voor de deur gaan staan?

Wat is het toch moeilijk om recht te doen aan de vele facetten van doodsverlangens. De bijdrage ’Niet de dood dichterbij brengen, maar het leven’ (Trouw/Podium, maandag 27jul09) van Annemarieke van der Woude, predikant-geestelijk verzorger in een verpleeghuis, getuigt van vele goede bedoelingen maar ook van enkele  hardnekkige misverstanden.

’De politiek moet de keuze maken te investeren in de kwaliteit van leven van de bewoners van verpleeghuizen’. Graag, als dat metterdaad zou kunnen. Het netwerk van mensen rondom de bewoners moet ’eens langskomen om wat afleiding te bezorgen’. Vanzelfsprekend moet dat óók gebeuren. Net als Van der Woude vermoed ik, dat hierdoor het verlangen naar het einde soms minder heftig zal worden. Het is echter een misverstand dat als er dagelijks bezoek komt, doodsverlangens altijd minder heftig worden.

Een ander misverstand is dat, wanneer we doodsverlangens serieus nemen, we ’een samenleving worden waarin de dood wordt gezien als oplossing voor lijden aan het leven’. In dit laatste citaat zit een adder onder het gras. Ten onrechte wordt er gesuggereerd dat goede zorg uitsluit dat een bewoner op hoge leeftijd toch eerder  wil ’uitstappen’. Goede zorg sluit echter niet uit dat we een vastbesloten bewoonster het einde ook gunnen. Ook in het ideale verpleeghuis zal de dood niet zelden een welkome gast blijven.

Iedereen die in een instelling voor oudere, gehandicapte en – ondanks alles – vaak eenzame mensen werkt, kent voorbeelden waarin familie en verpleging na het overlijden (in stilte) een zucht van verlichting slaken: ’Had de dood haar misschien ook ietsje eerder mogen verlossen?’ Dat mag niet, zo begrijp ik van Van der Woude, want ’een zelfgekozen dood biedt geen uitkomst’. Hoezo? Hoe weet zij dat dit nooit het geval is? Als iemand uitdrukkelijk en bij herhaling heeft gezegd de dood te verwelkomen, waarom gaan wij dan voor de deur staan?

We kennen het antwoord dat de wet geeft: er moet ondraaglijk en uitzichtloos lijden zijn, dat bovendien voor de arts invoelbaar moet zijn. Ook ik ben blij met deze wet, al wordt die helaas door artsen strikter toegepast dan uit het jaarverslag van de toetsingscommissies nodig blijkt te zijn.

Van der Woude vergeet dat deze wettelijke vereisten uitsluitend van toepassing zijn wanneer een ander hulp bij zelfdoding verleent. Zelfdoding is immers niet strafbaar. Die zorgvuldigheidseisen zijn niet van toepassing wanneer iemand zélf, op de tast, de deur voor de dood opent en wij een stap opzij doen. Hoe?

Ik moet nu feiten gaan herhalen die allang bekend zijn, maar waarvan de strekking maar niet tot Van der Woude en anderen wil doordringen. Uit onderzoek is gebleken dat jaarlijks circa 2800 mensen hun levenseinde bespoedigen door bewust te stoppen met eten en drinken. Dat bleek gemiddeld tien tot twaalf dagen te duren. Tachtig procent van de overledenen waren ouderen, de helft woonde in een zorginstelling en driekwart van de naasten beoordeelde het overlijden achteraf als waardig. De helft had kanker in een stadium waarin het overlijden nog een tijdje kon duren, de rest had een ernstige, invaliderende ziekte of beschouwde het leven als voltooid terwijl er nog geen dodelijke ziekte bestond.

Helaas gebeurt stoppen met eten en drinken vaak slecht voorbereid. Bij een minderheid stribbelt de arts tegen. Veel artsen met wie ik hierover sprak, hadden zonder aarzeling palliatieve zorg verleend. Wanneer een oudere zo duidelijk naar de dood verlangt dat vasten en dorsten minder erg lijkt dan nog langer te blijven leven, dan willen zij helpen de laatste een of twee weken draaglijk door te komen. Ook al beseffen zij heel goed dat deze bespoediging van het einde een vorm van zelfdoding is. Artsen blijken dit overlijden als een natuurlijke dood te melden

Uit het onderzoek bleek ten slotte ook dat vele overledenen de deur hadden geopend en er doorheen waren gestrompeld, zónder goede informatie hoe dat draaglijk te maken viel. Dat is even onnodig als zorgelijk. Waarom blijven artsen, geestelijk verzorgers en familieleden zo terughoudend om die informatie te verstrekken? Waarom blijven zij voor de deur staan en onttrekken deze uitweg aan het zicht of stellen die weg voor als verkeerd en onbegaanbaar? Het grote voordeel van stoppen met eten en drinken is dat iemand de eerste dagen alle gelegenheid heeft om op zijn schreden terug te keren wanneer verder leven bij nader inzien toch niet zo beroerd lijkt. We weten dat een minderheid weer gaat eten en drinken. Gelukkig maar. Dat werpt tevens een helder licht op de vastbeslotenheid van degenen die er wel tot het einde mee doorgaan. Zij begroeten de dood als een gast die welkom is.

Boudewijn Chabot

Boudewijn Chabot is ouderenpsychiater en onderzoeker (www.boudewijnchabot.nl). De auteur promoveerde op onderzoek naar ’zelfeuthanasie’ en publiceerde ’Een waardig levenseinde in eigen hand’ (2009). Bovenstaande tekst is overgenomen uit Trouw van 30 juli 2009.


Reactie plaatsen

Reglement

  • Alle reacties worden vóór publicatie door de redactie beoordeeld. Wij behouden ons het recht voor reacties te weigeren of in te korten zonder opgaaf van redenen.
  • Een inzending mag maximaal 1000 tekens bevatten en moet goed leesbaar zijn.
  • Lees andere inzendingen zodat u in uw reactie niet in herhaling vervalt maar nieuwe argumenten geeft. De reactie moet inhoudelijk zijn en iets waardevols toevoegen aan het artikel. Dus bijvoorbeeld geen agressief taalgebruik.
Naam  
E-mailadres  
Plaats  
Uw reactie  
Gebruik maximaal 1000 tekens. U hebt nog 1000 tekens tekens.
Captcha  
   

Terug naar "Euthanasie" | Naar boven

Disclaimer
EnglishDeutschFrancaisEspanol