Over apen, varkens en honden en het demoniseren van de ander  
Home > Thema's > Liturgie > Religies en levensbeschouwingen > Christendom en Islam > Over apen, varkens en honden en het demoniseren...
Dr. Marcel Poorthuis
26/3/08

Over apen, varkens en honden en het demoniseren van de ander

De monotheïstische religies hebben een ingewikkelde verhouding tot ‘andersdenkenden’. Nu eens wordt de vreemdeling welkom geheten en is de zorg voor de buitenstaander het hoogste gebod. Dan weer worden niet-gelovigen als afgodendienaars voorgesteld van wie het lot tijdens dit leven, maar meer nog daarna vreselijk zal zijn. Eén van de wapens die de religies daarbij ten dienste staan is het demoniseren of animaliseren van de ander. Dat weten we al in het Nieuwe Testament: “geef het heilige niet aan de honden en gooi geen parels voor de zwijnen”, klinkt het in de Bergrede. Het lijdt geen twijfel dat daarmee met name de niet-joden zijn bedoeld, zoals ook blijkt uit de woorden van Jezus aan de Kananese vrouw die vraagt om genezing van haar dochtertje. In dit indrukwekkende verhaal antwoordt zij dat de honden toch ook de kruimels eten die van de tafel vallen en Jezus roept uit: U hebt een groot geloof!

Het zou niet eerlijk zijn om te concluderen dat christenen op basis van deze tekst feitelijk alle niet-gelovigen als honden beschouwen. Wel moeten we toegeven dat onder bepaalde omstandigheden sommige christenen die tot extreme denkbeelden geneigd zijn, door dergelijke teksten een inktzwart beeld van de buitenwereld kunnen ontwikkelen. Onlangs is een boek gepubliceerd met de veelzeggende titel: Jewish dogs, dat een geschiedenis biedt van hoe christenen joden als dieren hebben voorgesteld door de eeuwen heen. Ook het jodendom kent echter zijn teksten waarin de heiden als dierlijk worden voorgesteld, al is de praktische uitwerking daarvan minder noodlottig geweest als die van het christendom.

Bovenstaande teksten, ofschoon uit het Nieuwe Testament, weerspiegelen dan ook zeker iets van joodse opvattingen. Toch mogen we beslist niet over het jodendom zeggen dat daarin niet-joden gelijk gesteld worden met dieren. Er staan immers teksten tegenover zoals die van rabbi Meir, die zegt dat een niet-jood die geweld en afgoderij afzweert, even hoog staat als de hogepriester. Helaas heeft het antisemitisme met volle handen geput uit die teksten in Talmoed en midrasj waarin je (met veel kwade wil) wél kan lezen dat niet-joden tot de status van dieren worden verlaagd. Het beruchte boek van Eisenmenger, Entdecktes Judenthum (1699) telt 2000 pagina’s en bevat tal van joodse teksten die een uiterst negatief beeld geven van de ‘heidenen’: bovendien lanceert Eisenmenger de mythe dat joden soms het bloed van christenen gebruiken voor hun Pesachfeest. Dit boek is eindeloos gekopieerd en geplunderd door antisemieten na Eisenmenger, onder meer door de Oostenrijkse priester August Rohling in 1871 die weer als bron diende voor de nazipropaganda. Dergelijke literatuur is zowel door joden weerlegd – het meest indrukwekkend door rabbijn Joseph Bloch – als door christenen, zoals in ons land de katholieke politicus Aalberse rond 1900. Die verdediging heeft echter weinig uitgehaald. Het lastige van deze hetzeliteratuur is dat ze werkt met verdraaide en selectieve citaten. Die citaten zijn ook weer niet helemáál uit de lucht gegrepen: ze gaan terug op reëel bestaande teksten. Wel zijn ze volkomen uit hun verband gerukt en moedwillig verdraaid waarbij de positieve uitspraken stelselmatig genegeerd worden. Hun werking is niettemin noodlottig. Zelfs de afscheidsbrief van de moordenaar van Theo van Gogh, Mohammed B., bevatte een aantal van dergelijke citaten uit de Talmoed, hopeloos verhaspeld, maar toch!

Een provocerend boek

Nu komt Hans Jansen met zijn provocerende boek waarvan de titel spreekt over varkens en apen: Islam voor varkens, apen, ezels en andere beesten. Het gaat terug op de niet zo eenvoudige tekst uit de Koran 5:60, waar tegen de mensen van het boek gezegd wordt dat ze niet wraakzuchtig moeten zijn jegens de moslims die immers geloven in wat nu en vroeger is geopenbaard. Deze mensen van het boek – hier waarschijnlijk joden – zijn volgens de Koran heel goed op de hoogte van Gods openbaring. Als waarschuwing aan hen zegt de Koran dat Gods vervloeking ook hen kan treffen en hen tot varkens en apen kan maken. Waarschijnlijk refereert de Koran hier aan een episode die vrijwel niemand bekend is, ook Hans Jansen niet, en waarbij het gaat om de Torenbouwers van Babel. Volgens de joodse uitleg (Babylonische Talmoed Sanhedrin 109a) worden ze voor straf in apen veranderd, hetgeen de gelijkenis van apen met mensen moet verklaren. Ook kent de Koran het verhaal van iemand die de sabbat heeft overtreden en in een aap wordt veranderd.

Welnu, wat is nu een mogelijke betekenis van dit alles in de Koran? Kennelijk is de context die van joden die de moslims of Mohammed niet serieus willen nemen. Zij krijgen te horen dat als ze hun eigen voorschriften, zoals de sabbat niet houden, het verdienen om in apen te worden veranderd. De Koran beschuldigt de ‘mensen van het boek’ ervan dat ze zijn afgedwaald van de juiste weg die God hun (al vóór de Koran!) heeft gegeven. Geen fijnzinnig gesprek, dat is waar, maar het heeft niets te maken met een categorische veroordeling van alle ‘heidenen’ of ‘andersdenkenden’ als varkens en apen! De titel van Hans Jansens boek appelleert dan ook aan angsten en beeldvorming, mede gevoed door gebrek aan kennis, waarmee  de islam als zodanig in de beklaagdenbank wordt gezet. Jansen zal ongetwijfeld fundamentalisten kunnen vinden die inderdaad alle niet-moslims met apen gelijkstellen (wat de Koran niet doet). Zoals we gezien hebben komen dergelijke figuren in de geschiedenis van de religies overal voor, in het christendom niet op de laatste plaats. Maar als je een boek met die titel uitgeeft, lees je de Koran op dezelfde fundamentalistische manier – al is het om fundamentalisten aan de kaak te stellen. Daarom is het beneden alle peil om een boek met die titel uit te geven. Ook blijkt uit het bovenstaande wel dat het niet louter retoriek is om in dit verband te wijzen op de geschiedenis van het antisemitisme, zoals Harrie de Winter heeft gedaan in zijn advertentie. Ook in het antisemitisme was het doel om met uit hun verband gerukte teksten een verguizing van de religie, in casu het jodendom, te bewerken. Het gaat de heer Jansen kortom in dit boek niet om wetenschap, maar om een bedenkelijke stemmingmakerij.

Marcel Poorthuis
Coördinator Relatie Jodendom Christendom, Faculteit Katholieke Theologie te Utrecht, (Universiteit van Tilburg).

Reacties

Geachte heer Marcel Poorthuis, is bij u nooit de gedachte opgekomen,dat de heer Jansen het graag ziet, zoals hij het heeft beschreven. Helaas gaat dit een eigen leven leiden.
Ben Ligtenberg - Apeldoorn



Reactie plaatsen

Reglement

  • Alle reacties worden vóór publicatie door de redactie beoordeeld. Wij behouden ons het recht voor reacties te weigeren of in te korten zonder opgaaf van redenen.
  • Een inzending mag maximaal 1000 tekens bevatten en moet goed leesbaar zijn.
  • Lees andere inzendingen zodat u in uw reactie niet in herhaling vervalt maar nieuwe argumenten geeft. De reactie moet inhoudelijk zijn en iets waardevols toevoegen aan het artikel. Dus bijvoorbeeld geen agressief taalgebruik.
Naam  
E-mailadres  
Plaats  
Uw reactie  
Gebruik maximaal 1000 tekens. U hebt nog 1000 tekens tekens.
Captcha  
   

Terug naar "Christendom en Islam" | Naar boven

Disclaimer
EnglishDeutschFrancaisEspanol