Een overweldigend boek  
Home > Thema's > Liturgie > Internationaal > Oorlog en vrede > Een overweldigend boek
Dr. André Lascaris
10/12/08

Een overweldigend boek

Hans Achterhuis over het geweld

Wie zich afvraagt wat te lezen in de donkere dagen voor Kerstmis, feest van de vrede, kan goed terecht bij Hans Achterhuis met zijn boek ‘Met alle geweld. Een filosofische zoektocht’, een boek van 793 bladzijden met 55 hoofdstukken, verdeeld over elf delen, plus een epiloog. Zoals altijd bij Achterhuis is het goed geschreven: met een grote eruditie, helder, plezierig om te lezen en actueel. De dagbladen NRC Handelsblad en Trouw zijn er enthousiast over. Ik heb zelf enige kritische opmerkingen.

Inhoud

Het boek verwijst naar romans van onder meer Tolstoj en Coetzee, naar bijbelse verhalen, moeilijke filosofische werken, films en allerlei krantenberichten zoals het gebeuren rond Ayaan Hirsi Ali. Iedereen heeft met geweld te maken: oorlog, huishoudelijk geweld, genocide, enz. Niet voor niets wordt het boek aangekondigd als een verslag van een zoektocht. Alleen al het vinden van een definitie van het verschijnsel ‘geweld’ is zoeken geblazen. Als werkdefinitie stelt Achterhuis voor geweld te omschrijven als ‘het intentioneel toebrengen of dreigen toe te brengen van schade aan mensen en voorwerpen’. Later in het boek blijkt dat Achterhuis zo tegelijk kritisch kan staan tegenover het verschijnsel dat men ‘structureel geweld’ noemt, want dit is niet als zodanig de bedoeling geweest van hen die het geweld gestold hebben in de structuren van de samenleving.

Verschijnselen als het geweld zijn meerduidig. Er zijn vele manieren om het te interpreteren. Daarom wil Achterhuis zijn boek niet verengen tot één zienswijze van het geweld, maar hij wil vanuit zes perspectieven naar het geweld kijken. Geweld als middel om een doel te bereiken, als strijd om erkenning, vanuit het wij/zij denken, het geweld vanuit de spanning tussen moraal en politiek, als ontstaan uit de mimetische begeerte (de begeerte van anderen imiteren) en als evolutie vanuit de dierlijke natuur. De grote gids op zijn zoektocht is de Duitse Joodse filosofe Hannah Arendt. Evenals zij maakt Achterhuis het onderscheid tussen geweld en macht: waar geen macht is, heerst het geweld. Macht berust op het vermogen gezamenlijk te handelen. Geweld komt op wanneer macht afbrokkelt.

Zes perspectieven

Geweldplegers zoals Napoleon beweren vaak de vrede na te streven en het geweld ‘slechts’ als middel te gebruiken. Terrorisme is een ander voorbeeld. Al vanaf Plato verdedigen vele filosofen het geweld, onder meer om het structurele geweld aan de dag te brengen en te bestrijden. Bij sommigen is alles geweld. Toch meent Achterhuis dat het overdreven is te stellen dat heel de westerse wijsbegeerte gewelddadig is.

Vele verhalen in de literatuur gaan over het niet krijgen van erkenning. Achterhuis verwijst naar de verhalen rond Oedipus en Achilles en naar Kaïn en Abel. Hij meent dat de voorkeur van God voor Abel arbitrair is. Wie echter weet dat ‘abel’ ‘nietsje’ betekent, begrijpt dat God kiest voor de zwakke en de sterke oproept op te komen voor de zwakkere. F. Fanon zag geweld als een geneesmiddel tegen het (koloniale) geweld dat de gekoloniseerden niet als mensen erkent. Volgens Sartre is de machtsstrijd tussen mensen eeuwig.

Achterhuis verzet zich tegen het wij/zij denken, dat hij onder meer belichaamd ziet in het boek van Huntingdon ‘Botsende Beschavingen’. Het nationalisme is een typisch product van dit soort denken. In deze samenhang bespreekt hij ook het werk van Carl Schmitt, kroonjurist van het Derde Rijk.

Met de theoloog R. Niebuhr maakt Achterhuis een onderscheid tussen het morele en het sociale gedrag van de mensen. Er ontstaan rampen wanneer politici slechts naar de werkelijkheid kijken vanuit morele maatstaven. De gerechtvaardigde oorlog komt uitvoerig ter sprake en krijgt een nieuwe actualiteit in verband met oproepen tot een humanitaire interventie. Achterhuis heeft veel kritiek op zulke interventies; hij wil het woord ook niet meer gebruiken, maar een alternatief biedt hij niet. De werkelijkheid kent meer grijstinten dan de media suggereren die graag wit tegen zwart plaatsen. Slachtoffers kunnen daders worden, de meeste daders zijn op een of andere manier ook slachtoffer.

Al in zijn boek ‘Het rijk van de schaarste’ uit 1988 gebruikte Achterhuis de mimetische theorie van R. Girard. Deze plaatst het geweld aan het begin van de cultuur. Als twee of meer mensen hetzelfde willen bezitten is de rivaliteit niet ver weg en loert het geweld al om de hoek. De dreigende chaos kan bezworen worden door een zondebok aan te wijzen, maar ook dit is een gewelddaad. In deze context komen weer Kaïn en Abel op het toneel nu als landbouwer en nomade: Achterhuis veronderstelt dat de nomaden na de landbouwers kwamen, terwijl het waarschijnlijk omgekeerd was.

De mens verschilt maar in zeer geringe mate genetisch van de chimpansee. Ethologen en sociologen zijn van mening dat het gewelddadige gedrag van de mensen minstens ten dele begrepen moet worden vanuit de evolutionaire geschiedenis. Wij dragen vanuit de evolutie de agressie met ons mee, want wij zijn slechts ‘morele dieren’. Het woord ‘agressie’ heeft in ons huidige spraakgebruik een negatieve klank. Een preciezere analyse was hier welkom geweest.

Een van de charmes van het boek is dat Achterhuis verschillende keren terugkomt op eens door hem gehuldigde standpunten, zijn aanvankelijke steun aan Mao bijvoorbeeld. Achterhuis is ervan overtuigd dat we moeten leren leven met het geweld. Want het is een illusie dat we ooit in een wereld zouden kunnen leven zonder geweld. Een steeds terugkomend thema is zijn verzet tegen utopische verwachtingen, tegen het idealisme en tegen het handelen uit goede bedoelingen. Die leveren in feite meer geweld op. Wie hoopt het geweld met wortel en tak uit te roeien, zal zelf geweld gebruiken. Op de laatste bladzijde verwijst hij naar aartsbisschop Tutu voor wie er geen toekomst is zonder verzoening. Achterhuis wil bescheidener zijn: geen leefbare wereld zonder modellen van morele onverschrokkenheid.

Kritische opmerkingen

De grote eruditie die Achterhuis ten toon spreidt, komt de argumentatie niet ten goede. De lezer wordt er door overweldigd. Minder had wellicht meer opgeleverd. Het onderscheid tussen macht en geweld is er, maar volgens mij anders dan dit boek veronderstelt. Geweld bezien uit verschillende perspectieven is een goede zaak, maar het onderscheid ‘wij/zij’ past moeiteloos in de mimetische theorie en geeft in dat kader waarschijnlijk meer inzicht. Zijn kritiek op utopieën en idealisme is terecht, maar Achterhuis zegt er niets nieuws mee. Het rijk van God is dan ook geen utopie en is niet met geweld te veroveren. Het symbolische karakter van veel terreurdaden komt niet ter sprake. Mark Juergensmeyer heeft daar een goed boek over geschreven: ‘Terror in the Mind of God’. Er is volgens mij meer mogelijk dan leren leven met geweld. In mijn eigen boek over geweld ‘Het soevereine slachtoffer’ (1993) laat ik zien dat de vicieuze cirkels van het geweld doorbroken kunnen worden door vergeving te schenken en daarmee aan het mimetische gedrag van ‘als jij mij iets aandoet, doe ik jou iets aan’ een halt toe te roepen. Vergeving en verzoening tussen individuen en tussen groepen voorkomen dat het geweld zonder enige remming doorgaat.

Op de binnenflap van het boek staat dat Achterhuis behoort tot de twaalf grootste denkers van Nederland. Dit lijkt me wat overdreven. Origineel is hij niet. Alternatieven biedt hij niet of nauwelijks. Hij is een voortreffelijke filosofische journalist die de lezer gidst door een land dat hij zelf nog niet verkend had. Dat is zeer verdienstelijk. Gelukkig heeft hij ook niet de pretentie de veelvormige gestalten van het geweld te doorgronden. Het laatste woord over geweld is nog lang niet gezegd en dat zal ook wel nooit gebeuren, hoe overweldigend een boek over geweld ook kan zijn.

André Lascaris o.p.

Reacties

"Waar geen macht is, heerst het geweld. Macht berust op het vermogen gezamenlijk te handelen. Geweld komt op wanneer macht afbrokkelt". Begrijp ik goed dat Arendt en Achterhuis van mening zijn dat tijdens de schrikbewinden van Stalin-Hitler-Hussein e.v.a. géén sprake was van geweld? Dat valt m.i. niet aan te nemen. Blijft die opvatting dan overeind?
Jan Kloppenburg - Badhoevedorp



Reactie plaatsen

Reglement

  • Alle reacties worden vóór publicatie door de redactie beoordeeld. Wij behouden ons het recht voor reacties te weigeren of in te korten zonder opgaaf van redenen.
  • Een inzending mag maximaal 1000 tekens bevatten en moet goed leesbaar zijn.
  • Lees andere inzendingen zodat u in uw reactie niet in herhaling vervalt maar nieuwe argumenten geeft. De reactie moet inhoudelijk zijn en iets waardevols toevoegen aan het artikel. Dus bijvoorbeeld geen agressief taalgebruik.
Naam  
E-mailadres  
Plaats  
Uw reactie  
Gebruik maximaal 1000 tekens. U hebt nog 1000 tekens tekens.
Captcha  
   

Terug naar "Oorlog en vrede" | Naar boven

Disclaimer
EnglishDeutschFrancaisEspanol