De katholieke pers en de behoefte aan een landelijk progressief-katholiek blad  
Home > Thema's > Liturgie > Cultuur > Wat is cultuur? > De katholieke pers en de behoefte aan een lande...
Dr. Gérard van Tillo
26/5/08

De katholieke pers en de behoefte aan een landelijk progressief-katholiek blad

Als we ons even beperken tot de geschreven pers en ook de websites buiten beschouwing laten, geeft de katholieke pers in Nederland een somber beeld te zien, niet zozeer omdat er niet genoeg katholieke bladen zouden zijn, maar omdat het hele aanbod een buitengewoon scheef beeld vertoont.  Deze onevenwichtigheid heeft niet alleen betrekking op de frequentie van verschijnen, maar ook op de koers van de diverse bladen.

In de jaren ’60 waren er nog twee landelijke katholieke dagbladen, namelijk de Tijd en de Volkskrant. Verder was er een keur aan tijdschriften met een expliciete of een impliciete katholieke signatuur. De Tijd verdween als dagblad, en fuseerde in 1990 als weekblad met de Haagse Post. De Volkskrant bleef als dagblad bestaan, maar begon vanaf het eind van de jaren ’60 van de voorbije eeuw de katholieke signatuur achter zich te laten.

Sinds die tijd beschikt het katholieke volksdeel niet meer over een eigen dagblad en is het voor wat de papieren pers betreft aangewezen op periodieken met een lagere verschijningsfrequentie zoals het Katholiek Nieuwsblad (wekelijks), de bisdombladen, die bijna allemaal maandelijks verschijnen en met uitzondering van het blad ‘rkkerk.nl’ (20 keer per jaar) geen landelijk bereik hebben, en verder een keur aan meer oecumenisch gerichte periodieken met een nog lagere verschijningsfrequentie, zoals Volzin (tweewekelijks), het alternatieve bisdomblad van Den Bosch “De Roerom” (10 keer per jaar), het blad van de Mariënburgvereniging MV-NU (5 maal per jaar), Speling (eveneens per kwartaal), en andere uitgaven voor geestelijk leven en spiritualiteit. Veel katholieken die toch dagelijks over kerk en godsdienst geďnformeerd willen worden, hebben zich geabonneerd op het van huis uit gereformeerde dagblad ‘Trouw’.

Hoewel dit dagblad ook oecumenisch gericht is, is het geen ideale krant voor katholieke lezers. Dat komt, omdat de meeste redacteuren van protestantse huize zijn en zoals telkens weer blijkt, niet goed op de hoogte zijn van de katholieke traditie, en de opvattingen, gebruiken en eigenlijk de hele cultuur in deze kring anders aanvoelen dan zij zelf doen.  En als het over profane onderwerpen gaat missen ook de meest  oecumenisch ingestelde katholieken soms toch de kritisch-katholieke blik, bijvoorbeeld als het gaat over maatschappelijke instellingen, politiek, cultuur en onderwerpen zoals zorg, onderwijs, opvoeding en gezag.

Dit cultuurverschil is enigszins te adstrueren aan de hand van de meningen over het huidige kabinet. Voorzover uit peilingen en ander onderzoek op te maken is, heerst er in christelijk Nederland tevredenheid over het huidige VU-kabinet, dat verschillende maatregelen heeft genomen of in voorbereiding heeft die de christelijke levenswijze honoreren en weer aandacht geeft aan de christelijke waarden. Maar juist uit de hoek van de progressieve katholieken is kritiek te horen, die erop neerkomt, dat het hierbij vooral om façadepolitiek gaat en de vragen die er politiek werkelijk toe doen blijven liggen, zoals bijvoorbeeld een open en eerlijk onderzoek naar de voorgeschiedenis van de Nederlandse participatie aan de oorlog in Afghanistan, een meer kritische stellingname tegen de buitenlandse politiek van de Verenigde Staten met name met betrekking tot de bezetting van Irak en het Amerikaanse pro-Israëlbeleid, een beslissing over het ontslagrecht, een ingrijpen met betrekking tot de topsalarissen, de structurele bevoordeling van het bedrijfsleven ten koste van zaken zoals kinderopvang en de bejaardenzorg, en een samenhangend onderwijsbeleid op alle niveaus.

Als het om de schrijvende pers gaat worden de conservatief-orthodoxe katholieken nog het best bediend, met het Katholiek Nieuwsblad en de meeste kerkelijke bladen die verschijnen. De progressieve katholieken moeten het doen met de genoemde, minder vaak verschijnende,  periodieken die ook geringer in omvang zijn. Dit wil niet zeggen, dat het geen tijdschriften met een hoge kwaliteit zouden zijn, maar een maand- of kwartaalblad kan niet aanhaken aan het actuele nieuws. Dat betekent dat het om een thematisch aanbod van artikelen gaat, waarin het nieuws niet op de voet kan worden gevolgd, zodat minder stelling wordt genomen en alleen op het nieuws gereflecteerd kan worden.

Wel is het zo, dat het met de toegankelijkheid tot informatie voor progressieve katholieken beter gesteld is, wanneer men ook andere media zoals radio, televisie en het internet in ogenschouw neemt. Als je er naar zoekt zijn er op radio en televisie best kritisch-religieuze en maatschappijkritische programma’s te vinden. Verder is het bereik van websites op het internet potentieel althans in principe even groot. Wel maakt het een verschil of er voldoende geld is om de site professioneel op te zetten en aantrekkelijk te maken. Het behoeft geen betoog, dat de officiële kerkelijke sites en de sites van grote organisaties zoals de omroepen en de grote kranten geavanceerder zijn en meestal beter zijn opgetuigd dan die van kleine groepen en particulieren. Ook de bekendheid die aan een site gegeven kan worden door advertenties en wervingsacties is tot op grote hoogte een kwestie van budget. De uitdaging voor de kleintjes is dan om op grond van de inhoud toch de nodige aandacht te trekken.

Maar de verspreiding van informatie heeft tot nu toe maar voor een beperkt deel via internet plaats, en lang niet iedereen wordt daardoor bereikt. Daarom heb ik al eerder gepleit voor de oprichting van een landelijk progressief katholiek blad (zie bv.: De Roerom, jrg. 20, nr.7, blz.4). Een eerste stap zou kunnen zijn dat een of meer van de bestaande progressief-katholieke periodieken tot landelijke proporties zouden uitgroeien. Door onderlinge samenwerking, eventueel ook met de sites die er in dit opzicht zijn, zou zo op de duur een landelijke uitgave tot stand kunnen komen. Hierbij zouden ook de KRO, de ordes en congregaties, de katholieke universiteiten en de opleidingen voor journalistiek een rol kunnen spelen.

Omdat er vooralsnog geen budget voorhanden is en het om een beperkte doelgroep gaat moet de mogelijkheid van een dagblad bij voorbaat worden uitgesloten. Maar met vereende krachten zou wellicht wel naar een wekelijkse uitgave gestreefd kunnen worden.

Om daartoe te komen zou er een aanzienlijk budget moeten zijn en zou het blad door grote organisaties moeten worden gedragen. Want in dat geval zouden ook professionele krachten nodig zijn. Zeker in het begin kunnen de kosten daarvoor niet uit het abonnementsgeld worden betaald. Daarbij komt, dat de markt voor een dergelijk blad niet zo verschrikkelijk groot zal zijn.

De term ‘progressief’ heeft in eerste instantie betrekking op de politieke oriëntatie en staat dan tegenover ‘conservatief’. Op religieus gebied gaat het om de tegenstelling tussen orhodox en vrijzinnig. Er is uiteraard een verband tussen enerzijds religieus orthodox en politiek conservatief, en  anderzijds tussen religieus vrijzinnig en politiek progressief. In de verschillende onderzoeken die in het verleden gedaan zijn, tekent zich  een groep van ca. 20% van de Nederlandse katholieken af, die zowel vrijzinnig als progressief is, de randkerkelijken niet meegerekend.  De abonnees op een progressief katholiek blad zouden dus in deze groep van 20% gezocht moeten worden. Maar als een blad zijn kwaliteit bewezen heeft, kunnen er ook abonnees van buiten de doelgroep komen, wat bij veel van de bestaande bladen en tijdschriften het geval is.

Maar ook als het niet tot een landelijk progressief-katholiek blad komt, blijft het belangrijk om kennis te nemen van de progressieve periodieken, websites en programma’s die er wel zijn, en deze op alle mogelijke manieren te ondersteunen. Want zij leveren een belangrijke bijdrage aan kerkelijke vernieuwing en aan de humanisering van de maatschappij.

Gérard van Tillo

Gérard van Tillo is em. hoogleraar godsdienstsociologie aan de Universiteit van Amsterdam en priester van het bisdom Haarlem.

 

 

 

 

 


Reactie plaatsen

Reglement

  • Alle reacties worden vóór publicatie door de redactie beoordeeld. Wij behouden ons het recht voor reacties te weigeren of in te korten zonder opgaaf van redenen.
  • Een inzending mag maximaal 1000 tekens bevatten en moet goed leesbaar zijn.
  • Lees andere inzendingen zodat u in uw reactie niet in herhaling vervalt maar nieuwe argumenten geeft. De reactie moet inhoudelijk zijn en iets waardevols toevoegen aan het artikel. Dus bijvoorbeeld geen agressief taalgebruik.
Naam  
E-mailadres  
Plaats  
Uw reactie  
Gebruik maximaal 1000 tekens. U hebt nog 1000 tekens tekens.
Captcha  
   

Terug naar "Wat is cultuur?" | Naar boven

Disclaimer
EnglishDeutschFrancaisEspanol