Na de schoonmaak een concilie?  
Home > Thema's > Liturgie > Cultuur > Menselijke seksualiteit > Na de schoonmaak een concilie?
Mark Van de Voorde
14/9/10

Na de schoonmaak een concilie?

Toen de Pinksterverklaring van de Belgische bisschoppen was verschenen, stuurde een senator mij een sms: “Belgische bisschoppen eindelijk duidelijk en rechtlijnig. Oef.” Met ‘eindelijk’ en ‘oef’ wou hij zeggen dat die boodschap erg laat kwam na de bekendmaking (23 april) van het misbruik door bisschop Vangheluwe. Is dat zo? Bij het lezen van de brief die inderdaad duidelijk en rechtlijnig is, herinnerde ik me wat een jonge priester op de televisie zei eind april: “Voor vergeving is het nu te vroeg.” Het ‘eindelijk’ en ‘oef’ van de senator behoren tot zijn recht op vrije meningsuiting maar zijn niet terecht. Vergiffenis heeft tijd nodig. Om haar te geven en dus ook om haar te vragen. Een te snelle bede om vergeving stijgt nog niet op uit het bezwaarde geweten en valt ook nog niet in een toegankelijk oor. Nu pas is de schande voldoende groot, maar de schaamte voldoende voorbij en dus de luisterbereidheid voldoende nabij. Pinksteren is de goede tijd. Maar na Pinksteren gaan de vensters open en moet een nieuwe wind schoonmaak houden in het huis. De kerk heeft dus meer te doen dan het kindermisbruik aan te pakken.

Duidelijk en rechtlijnig is de Pinksterboodschap van de Belgische bisschoppen alvast (te lezen op Rorate bij het nieuws van woensdag 19 mei, onder de titel ‘Belgische bisschoppen kondigen maatregelen aan’). “Wat we dezer dagen zien in de kerk is historisch nog nooit vertoond”, schreef een lezeres op de website van de krant De Standaard.

Historische daden maken geschiedenis. Dat wil zeggen, ze krijgen altijd een vervolg, ze zijn het begin van verandering. Nooit alleen het einde van iets ouds, altijd ook het begin van iets nieuws. Toen in de wereld de Muur van Berlijn viel – niet alleen voor Duitsland maar voor de hele wereld – veranderden de verhoudingen tussen volkeren en naties. Geen mens kon de meerpoligheid van de wereld tegenhouden na het einde van de bipolaire wereld. De verwachtingen waren hoog.

Nu in de kerk de Muur van de Stilte is gevallen – niet alleen voor ons maar voor de hele kerk – zullen ook de verhoudingen tussen gezag en gemeenschap veranderen. De structuren zullen anders moeten worden. Meerpolig. Dat houdt geen mens tegen. De verwachtingen zijn immers hoog. Na de pijn en de wonden melden zich altijd weer de hoop en de perspectieven. Dat is het beste signaal van genezing. Maar je moet dan wel antwoord geven op dat signaal. Het is dus beter dat de kerk daar zelf werk van maakt.

Sommige bisschoppen hebben dat begrepen en laten weten dat het moment is aangebroken van reflectie en vernieuwing. Die van Oostenrijk willen alvast het verplichte celibaat voor priesters en de plaats van de vrouw herbekijken. “Dat de Weense kardinaal Christophe Schönborn, zeker geen ‘progressief’, daarin almaar meer het voortouw neemt, is een belangrijke wending”, merkte het Vlaamse weekblad Tertio op.

Het zijn inderdaad nooit de progressieven die de verandering bewerkstellingen, maar de behoudsgezinden, zij die ‘behoudsgezind’ zijn in de goede betekenis van het woord: ze willen het goede en het ware behouden en precies daarom zijn ze gezind het onnodige te laten vallen zonder het essentiële te breken. Johannes XXIII was ook geen progressief, maar hij bracht wel een concilie op gang.

Misschien hebben we ook weer een concilie nodig. Want de verhoudingen tussen kerk en wereld, tussen geloof en rede, tussen ethiek en techniek, tussen hiërarchie en volk zijn ziek. Als in het Westen negentig procent van de gedoopten nooit of nauwelijks deelneemt aan het kerkelijke leven, dan ettert er iets. De etter zit dieper dan de ziekte van het kindermisbruik.

Zoals we nu voor het verborgen gebleven of verborgen gehouden kindermisbruik onze ogen niet meer sluiten, moeten we ook ophouden met onszelf zand in de ogen te strooien over die andere problemen. En die andere problemen zijn dat het kerkelijke leven geen aansluiting meer vindt bij het moderne leven, en dat de christelijke taal botst met de wetenschappelijke inzichten.

Het Duitse weekblad Christ in der Gegegenwart vatte het scherp: “Ook religieus hebben wij op de pof geleefd, te veel schulden gemaakt met gezwollen uitspraken, met ficties, met mythes die tegen de horizont van onze wereldervaring niet zijn gedekt door de werkelijkheid, en vaak ook met ‘vrome leugens’. Alleen de waarheid kan ons bevrijden, ook in het christelijke geloof, in theologie en verkondiging.”

Pinksteren is een goede tijd om de vensters open te gooien en de wind van Gods Geest het stof te laten opjagen. En na de schoonmaak een concilie?

Mark Van de Voorde

Bovenstaande tekst schreef auteur op persoonlijke titel en is door de redactie van Rorate geplaatst op zaterdag 22 mei 2010.
Nu we een paar maanden verder zijn, doet het goed zijn nieuwe commentaar op de ‘schoonmaak’ hieronder weer te geven (zie: Rorate van 11 september 2010):

De slachtoffers moeten voorrang krijgen

Het rapport-Andriaenssens is verschenen en publiek toegankelijk. Zoals het hoort. Maar het snijdt met al zijn gruwelijkheden de adem af. Het is opgedragen aan de slachtoffers. Zij zijn het die allereerst onze aandacht moeten krijgen en dat is ook wat de Kerk moet doen: luisteren naar de slachtoffers en dan maatregelen nemen. Een week geleden was het nog anders. De media hadden vooral interesse voor de randverhalen, alsof niet het kindermisbruik belangrijk was maar wel de (schade aan) de Kerk. Vlaamse radio en televisie, Vlaamse dagbladen en een Nederlandse omroep, zelfs een Amerikaans weekblad kreeg ik aan de lijn, toen De Standaard en Het Nieuwsblad de transcriptie hadden gepubliceerd van het heimelijk opgenomen gesprek van kardinaal Danneels met het slachtoffer van Vangheluwe en diens familie. Op zoek naar commentaar en beschouwing wilden zij mijn mening horen, een opiniestuk krijgen of een interview afnemen. Maar ik zat in het buitenland, op vakantie. Terug thuis, blik ik terug én vooruit.

Ik was op vakantie in Zwitserland. Niet veel verder dan om de hoek eigenlijk, maar ook dan kunnen journalistieke afstanden immens zijn: geen woord over de affaire in de Zwitserse pers, en in de krantenmolen van de plaatselijke superette zat alleen De Telegraaf als Nederlandstalige bron van wijsheid. Gelukkig is er internet, denk je dan, dus deredactie.be ingetikt en gesurft naar de websites van de kranten. Maar dit vulde onvoldoende het plaatje om er mijn eigen commentaarkleuren op aan te brengen. Ik bedankte dus, met enige weerzin weliswaar. Thuisgekomen en de stapel ‘oud’ nieuws en de ‘nieuwe’ verwikkelingen doorworsteld met de helende afstand van even- weg-geweest, wil ik wel mijn mening kwijt.

Waarom alsnog die publicatie van dat vertrouwelijke gesprek, Vangheluwe is ontmaskerd en ontslagen? Wraak van het slachtoffer op de kardinaal die hem niet bejegende zoals het (inderdaad) had gemoeten? Maar het motief van een slachtoffer kan niet een reden zijn voor de krant om te publiceren. Pure journalistieke sensatie dan maar: een scoop hebben die brisant is als een bom? Neen, journalistieke logica die zichzelf een weg zoekt om de werkelijkheid te doen sporen met de perceptie: er moet een doofpotoperatie zijn!

De publicatie van de confidenties paste in het verloop van de coïncidenties. ‘Operatie Kelk’, de gerechtelijke inval in het aartsbisdom en bij de commissie-Andriaenssens (eind juni), was met een sisser afgelopen. Niet alleen was het machtsvertoon van deze fishing expedition (dixit advocaat Keuleneer) onwettelijk, maar ook was al duidelijk dat geen enkel spoor van doofpotoperatie zou worden gevonden. Wat Peter Adriaenssens eigenlijk bevestigde bij de presentatie van zijn commissierapport vrijdag 10 september: “Afgesproken vormen van stilzwijgen heeft de commissie niet gevonden.” Er is geen complot, geen systematische vorm van stilzwijgen over het misbruik in de Kerk. “Niemand heeft ons ook gevraagd om dit rapport niet naar buiten te brengen.”

Maar de gepubliceerde tapes waren niet flatterend voor kardinaal Danneels. Meer zelfs, ze lieten vermoeden dat de vooropgestelde perceptie van de pers juist was: de Kerk is meer bekommerd om het image van het instituut dan om de misère van het slachtoffer. De kardinaal liet het slachtoffer niet zijn hele verhaal doen (“Ik ken de feiten”), verwees hem niet naar de commissie, vroeg hem wel om zijn eis aan Vangheluwe tot aftreden te laten vallen (want de bisschop zou volgend jaar toch met pensioen gaan). Dat de kardinaal “een kind van zijn tijd” was, namelijk van een tijd toen de Kerk problemen onder de mat veegde, zei menig commentator, eigenlijk “een probleem van de samenleving” van toen, zoals Andriaenssens zei bij de presentatie van zijn rapport.

Edoch, een kardinaal die een commissie opricht om de feiten boven de tafel te krijgen, kan bezwaarlijk iemand zijn die onder de mat wil vegen. Danneels die zijn fouten toegaf (wat hem tot eer strekt), zegt dat hij naïef is geweest (in de val gelokt van Vangheluwe). Daarbij komt – merkwaardig dat geen enkel medium dat heeft vermeld, terwijl alle priesters van het aartsbisdom dat weten – dat persoonlijke gesprekken met Danneels niet vlotten. Hij is een besnaarde publiekscommunicator, maar een bedeesde privégesprekspartner die bovendien blokkeert bij conflicten en ruzies. Dat vooral heeft hem verhinderd om de zaak-Vangheluwe goed aan te pakken.

De publicatie van de tapes, de biecht van Danneels, de uitspraak over de inval in het aartsbisdom en het rapport-Andriaenssens hebben klaarheid gebracht. Maar ik behoud een wrang gevoel over de publicatie van de tapes: als vertrouwelijke gesprekken niet meer vertrouwelijk kunnen blijven, stevenen we af op een onvrije samenleving waarin mensen bang horen te zijn om afgeluisterd te worden, zoals in een dictatuur (deze keer de marktdictatuur van de pers).

Door die publicatie greep een verschuiving in de aandacht plaats: het leek of Vangheluwe niet langer de schuldige was maar Danneels. De vraag die bij me opkwam, was: gaat het hier nog wel over kindermisbruik in de Kerk dat aan de schandpaal moet, of over de Kerk zelf? Het voorstel van kerkjurist en senator Rik Torfs (dat Vangheluwe zelf zijn laïcisering moet vragen aan de paus) bracht de discussie weer waar ze hoorde te zijn. Al moeten we er ons ook voor hoeden om door het (noodzakelijke) ‘wegsturen’ van Vangheluwe te menen dat de problematiek van de baan is. In het reine komen met een gruwelijk facet van het verleden is een lang proces.

Dat in het reine komen begint met aandacht voor de slachtoffers. Maar als de samenleving in haar geheel in het reine wil komen, moet ze bereid zijn verder te kijken dan de Kerk, want – zo leren Duitse en Amerikaanse studies – het kindermisbruik in niet-kerkelijke contexten van macht en gezag (families, sportclubs…) is vele malen groter. Hopelijk weet men ook daar de omerta te doorbreken waartoe de Kerk, helaas veel te laat, in staat is.

Mark Van de Voorde

Mark Van de Voorde is publicist en raadgever van de Belgische premier Yves Leterme en van de Belgische vicepremier en minister van Buitenlandse Zaken Steven Vanackere. Hij schrijft op persoonlijke titel.


Reactie plaatsen

Reglement

  • Alle reacties worden vóór publicatie door de redactie beoordeeld. Wij behouden ons het recht voor reacties te weigeren of in te korten zonder opgaaf van redenen.
  • Een inzending mag maximaal 1000 tekens bevatten en moet goed leesbaar zijn.
  • Lees andere inzendingen zodat u in uw reactie niet in herhaling vervalt maar nieuwe argumenten geeft. De reactie moet inhoudelijk zijn en iets waardevols toevoegen aan het artikel. Dus bijvoorbeeld geen agressief taalgebruik.
Naam  
E-mailadres  
Plaats  
Uw reactie  
Gebruik maximaal 1000 tekens. U hebt nog 1000 tekens tekens.
Captcha  
   

Terug naar "Menselijke seksualiteit" | Naar boven

Disclaimer
EnglishDeutschFrancaisEspanol