‘… onderkennen wat… werkelijke tekenen zijn van de aanwezigheid van God’  
Home > Thema's > Inculturatie > Samenleving > Andere onderwerpen > ‘… onderkennen wat… werkelijke tekenen zijn van...
Dr. Erik Borgman
10/10/09

                 ‘… onderkennen wat… werkelijke tekenen zijn van
                                                                           de aanwezigheid van God’ 

                                                          of waarom theologie juist hier nu geboden is

 

Hoe ben je hier en nu aanwezig, hoe zie je wat er hier en nu aan de orde is? Dat is niet alleen wat er op deze studiedag centraal staat, dat is niet alleen wat er in de theologie van Edward Schillebeeckx centraal staat, dat is wat er volgens Edward Schillebeeckx, en in ieder geval volgens deze leerling van Edward in de theologie überhaupt centraal staat. Object van de theologie is niet God, is niet een bijzondere religieuze traditie, zijn niet bepaalde teksten of overtuigingen of waarheden die met de gewone logica niet toegankelijk zijn; object van de theologie is alles onder het opzicht van God. Thomas van Aquino leert het ons al en Edward Schillebeeckx leert het ons in toegespitste zin. Het gaat om deze wereld anders. Jonas Staal heeft ons duidelijk gemaakt hoe kunst de wereld anders laat zien, hoe hij als kunstenaar probeert zichtbaar te maken wat er in onze wereld op het spel staat. Ik zou hopen dat het voor de theologie aanstekelijk werkt. Want het wordt de hoogste tijd dat wij theologen onze eigenlijke taak weer weten te vinden en ons deze collectief weten toe te eigenen.

1.
Want theologie is juist nu geboden. Maar wie wat rondneust in teksten van  theologen, die kan geregeld het ongemakkelijke gevoel bekruipen dat de theologie niet echt meer in zichzelf gelooft. Veel acribie, veel geleerdheid en veel methodologische verantwoording, maar wat is de urgentie? Wil de hedendaagse theologie werkelijk iets anders dan een gerespecteerde discipline zijn? En betekent het zo streven naar respect niet automatisch verlies van waar het om gaat? Sören Kierkegaard sprak ooit spottend over mensen die professor zijn in het feit dat Jezus voor onze zonden gestorven is en die daarmee de meest excessieve uiting van dwaze liefde behandelden als een schema dat binnen de gewone logica valt en met de gewone instrumenten valt te analyseren. Of als u liever een minder leerstellig voorbeeld heeft: naar oudtestamentisch getuigenis liet David zich ooit zozeer door de kracht van de liturgie meeslepen dat hij zich letterlijk te kijk zette en het volk uitzicht had op de edele delen van hun koning. Kunnen onze ritual studies rituelen zien als de dwaasheid die Davids gedans voor de Ark van God in de ogen van zijn vrouw Michal was? Kunnen onze religiewetenschappen religie begrijpen als de dwaasheid van mensen die zich weten aangesproken door wat groter is dan henzelf, die daarom zichzelf vergeten en precies langs deze weg de wereld anders leren zien en leren omvormen? Nemen wij waar of en hoe religie en geloof de werkelijkheid veranderen, kan onze theologie in hun spoor de werkelijkheid veranderen?

Ooit dachten veel theologen dat dit laatste kon. ‘Gerechtigheid en liefde, genade en bevrijding’ heette het boek dat Edward Schillebeeckx in 1977 publiceerde, als tweede deel van de trilogie die hij in 1974 was begonnen met ‘Jezus, het verhaal van een levende’, en in 1989 zou worden afgesloten met “Mensen als verhaal van God’. Gerechtigheid en liefde, genade en bevrijding: vier grote woorden schaamteloos bij elkaar gezet. Dit was wat er in kerk en theologie op het spel stond, dit was wat er, zo meenden velen, in de wereld en haar actuele geschiedenis op het spel stond. Het was niet meer de naïviteit van ‘The times, they are a-changing’ van de jaren zestig, maar niemand twijfelde eraan dat er iets op het spel stond in de geschiedenis waarin men leefde. Theologen werden niet raar aangekeken als zij spraken over een koninkrijk van God dat nabij was, ze werden hooguit raar aangekeken dat zij zich nog altijd in dergelijke religieuze woorden uitdrukte. Zei ‘bevrijding’ niet beter wat er op het spel stond dan het overgeleverde christelijke spreken over ‘verlossing’ vanuit de overvloed van Gods genade? Was ‘gerechtigheid’ niet een aansprekender en eigentijdser woord dan ‘liefde’? Het is tekenend dat Schillebeeckx ook in de jaren zeventig beide bij elkaar hield: het ging om gerechtigheid én liefde, om genade én bevrijding. Theologisch denken in het spoor van wat het christendom te zeggen heeft, bleef in zijn ogen zinvol en belangrijk, maar het moest de andere manieren in zich opnemen waarop inmiddels over geloof en hoop gesproken werd en vorm gegeven werd aan overgave en engagement. Dat was zijn project en het is tot op de dag van vandaag een belangrijk project. Het heeft de theologie ongekend verrijkt. Een theologie die vandaag de dag zou ophouden dit te doen, verliest zichzelf.
Maar de vraag is: verrijkte de theologie ook de samenleving en de cultuur? Geloof, religie en theologie verschenen in de loop van de jaren zeventig en tachtig in toenemende mate als uitdrukkingen van een engagement en een hoop die elders tot stand kwamen en van iets anders leefden. En toen het maatschappelijke engagement en de maatschappelijke hoop in de jaren negentig uitdoofden, toen grote woorden en grote verhalen suspect werden, bonden ook het gelovig en theologisch spreken in. Waarheid claimen of zelfs leugens willen ontmaskeren, bijvoorbeeld willen aantonen dat het kapitalisme onder het mom van het produceren van rijkdom velen in de armoede stort, en daar consequenties uit trekken: het verscheen als pretentieus en een verkapte greep naar de macht. Er waren er wel die koppig Spreuken 29 vers 18 bleven citeren, u weet wel: “Waar het visioen ontbreekt, verwildert het volk”. Een visioen preken en zo de hoop levend houden, dat was volgens hen de taak van geloof en theologie. Maar in plaats van als een uitdrukking van kracht, onthulde deze opstelling zich steeds meer als een krampachtige poging de eigen onmacht te bezweren en de eigen marginaliteit te rechtvaardigen.

2.
Misschien is het, na Nine Eleven en temidden van de Credit Crunch, misschien is het tijd de opdracht op te nemen – niet opníeuw op te nemen, maar wérkelijk op te nemen – die het Tweede Vaticaans Concilie formuleert: 

In de dynamiek van zijn geloof, waardoor het gelooft dat het wordt geleid door de Geest van de Heer die de gehele aarde vervult, spant het volk van God zich in om in de gebeurtenissen, eisen en verlangens waarin het samen met de overige mensen van onze generatie deelt, te onderkennen wat daarin werkelijke tekenen zijn van de aanwezigheid van God of van zijn plannen.

Het geloof hoeft geen visioen te formuleren, de theologie hoeft de hoop niet levend te houden. Het christelijk geloof gelooft dat God bij de wereld en de geschiedenis is, en zo bij de gelovigen. Vanuit dit geloof wordt gespeurd naar de plaatsen waar dit aan het licht komt, opdat het mogelijk wordt zich door wat aan het licht komt te laten leiden. Om de vraag waarmee ik opende te beantwoorden: we zijn in het hier en nu aanwezig en weten wat er hier en nu aan de orde is, door in het geloof dat zij er zijn te speuren naar werkelijke tekenen van Gods aanwezigheid en Gods werkzaamheid. Waar we deze vinden, zien we de plaats waar we zijn voor wat zij in werkelijkheid is.
Hiermee heeft de theologie een missie in de moderne cultuur, zou ik zeggen: de werkelijkheid zien en leren zien als de plaats waar tekenen van Gods aanwezigheid en Gods werkzaamheid oplichten. Niet omdat gelovigen een pathologisch verlangen hebben naar bevestiging, niet omdat wij niet de werkelijke dreigingen onder ogen kunnen zien en een kinderlijke behoefte hebben aan troost, maar omdat uiteindelijk alleen geloof ons kan leren wat werkelijke bedreigingen zijn en wat er dan bedreigd wordt.

Hiermee zijn we terug bij het werk van Jonas Staal. Ik ben gefascineerd door de sieraden die hij van de resten van de autobom maakte, bijvoorbeeld omdat ze zo verwarrend mooi zijn, dat de lelijkheid van het geweld er op geen enkele manier aan af te zien valt, maar dat het precies dit geweld is dat ze bijzonder maakt, en daarmee waardevol. Maar ook doordat ze suggereren dat wij het geweld in onze wereld letterlijk dragen als een halssnoer.

Zij brengen, kortom, de wereld anders aan het licht. Wat normaal toch verschijnt als plaats van orde en rust, blijkt doortrokken te zijn van uitbarstingen van geweld. Niet naast of als doorbreking van de orde, maar als onderdeel ervan en grondslag ervan: orde en geweld blijken twee kanten van dezelfde werkelijkheid. Als God allereerst thuis is op de plaatsen waar het leven kan bloeien, daar waar, zoals Psalm 85 het formuleert, liefde en trouw elkaar ontmoeten, rechtvaardigheid en vrede elkaar kussen, dan onthullen de sieraden van Jonas Staal dat Gods aanwezigheid en Gods werkzaamheid in de verdrukking zitten. Ze zijn er wel, maar ze zijn in de verdrukking te vinden. Zoals naar christelijke overtuiging het lijden van Jezus allereerst het kwaad van de wereld onthult, en daarmee veroordeelt: agnus Dei, qui tollis peccata mundi. Dat is, zou ik zeggen, verlossend. Het is niet gewoon en onvermijdelijk wat er gebeurt, niet iets waar we ons in naam van de volwassenheid en het realisme bij neer moeten leggen. Het kwaad als kwaad laten verschijnen, dat maakt tevens zichtbaar dat de heerschappij ervan altijd al doorbroken is, dat het kwaad niet onvermijdelijk is en er niet hoeft te zijn.

In de eerste helft van de twintigste eeuw, zo laat de Italiaanse filosoof Gianni Vattimo zien, wilde de eigentijdse kunst utopisch zijn. Zeker, de kunstenaar wilde iets maken en verbeelden, maar hij was er vooral op uit via de verbeelding een bijdrage te leveren aan een nieuwe samenleving, een andere wereld. De toekomst die ons gelukkig zal maken, die wilde zij naderbij halen door hem zichtbaar te maken. Vattimo spreekt in een artikel van een beweging in de twintigste-eeuwse kunst “van utopie naar heterotopie”. Vandaag de dag is een eigentijds kunstwerk niet langer de plaats waar de ware wereld onthuld wordt, het doel van de geschiedenis wordt verbeeld, zoals in de avant-gardekunst van met name het interbellum. Een hedendaags kunstwerk is wat de Franse filosoof Michel Foucault een “heterotopie ‘ genoemd heeft, een plaats waar de werkelijkheid heel anders dan gebruikelijk in het zicht komt, waardoor anders verborgen aspecten aan het licht komen. Zoals staand op een kerkhof de hele wereld vooral verschijnt als plaats waar veelvuldig en op tal van wijzen gestorven wordt, iets wat in het dagelijks leven doorgaans verborgen blijft. Zoals in een bordeel seks verschijnt als de kern van alle menselijke verhoudingen. Het beeld dat in de heterotopie van de wereld ontstaat is niet zozeer ‘beter’ of ‘waarder’ dan het gebruikelijke beeld, maar het is anders en relativeert daarmee de vanzelfsprekendheid van het gebruikelijke beeld, doorbreekt zijn alleenheerschappij. Waar de utopie de vervulling van alle verlangens naar waarheid, goedheid en liefde verbeeldt, daar maakt de heterotopie het gegeven heden open, zodat waarheid, goedheid en liefde weer verschijnen als mogelijk zinvolle categorieën.

3.
Ooit was de klassieke theologische vraag bij uitstek of woorden als ‘waar’ en ‘goed’, ‘rechtvaardig’ en ‘barmhartig’, als menselijke woorden wel iets over God kunnen zeggen. Op dit moment lijkt de vraag vooral of woorden als ‘waar’ en ‘goed’ wel iets over onze wereld kunnen zeggen. Het nog voorzichtig geformuleerde eerste aforisme  van Multatuli’s ‘Ideeën’, “Misschien is niets geheel waar, en zelfs dat niet’, (voorbeeld van Douwes Dekkers aarzelende en met humor gelardeerde cynisme), geldt inmiddels als een haast onaantastbare waarheid: waarheid is onbereikbaar en goedheid is gezichtsbedrog. Ik meen dat het in deze situatie tijd is om te herinneren aan de christelijke overtuiging dat God die de waarheid en de goedheid zelf is, als Schepper van hemel en aarde in zijn schepping sporen heeft achtergelaten, als Verlosser het vlees van de wereld heeft aangenomen en de geschiedenis heeft gedeeld, als Bezieler verlangen en hoop blijft wekken, hoe hopeloos de situatie ook lijkt.

Martin Luther King Jr. zei op 28 februari 1954, minder dan twee jaar voor de gebeurtenissen die hem zouden maken tot de leider van de zwarte burgerrechtbeweging in de Verenigde Staten, in een preek: “… onze wereld draait om morele fundamenten. God heeft het zo beschikt. God heeft ervoor gezorgd dat het universum gebaseerd is op een morele wet… Het universum draait om morele fundamenten. Er is iets in dit universum dat maakt dat Carlyle terecht zegt: ‘Geen leugen duurt eeuwig’. Er is iets in dit universum dat maakt dat William Cullen Bryant terecht zegt: ‘De waarheid, neergeworpen ter aarde, zal weer opstaan’. (…) Ik zal uiteindelijk mijn geloof niet stellen in de kleine godjes die vernietigd kunnen worden in het atoomtijdperk, maar in de God die onze hulp is geweest in vroeger tijden, en onze hoop voor komende jaren, en onze schuilplaats in stormachtige tijden, en ons eeuwig thuis. Dat is de God waarin ik mijn uiteindelijke geloof zal stellen…”.

De pointe hiervan is dat de taaie onwil en het taaie onvermogen van mensen zich bij lijden en onrecht neer te leggen, dat hun verontwaardiging en hun gevoel te worden verraden geen irrationele reacties zijn, maar tekenen dat hetgeen doorgaat voor verstandigheid en realisme iets essentieels over het hoofd ziet: dat de wereld zoals zij is niet de wereld is zoals zij moet zijn. Of om de paradox op de spits te drijven: dat de wereld zoals zij is, niet de wereld is zoals zij is.

Volgens de synoptische evangelies is de centrale boodschap van Jezus: het koninkrijk van God of het koninkrijk der hemelen is op handen. In de jaren zestig van de twintigste eeuw dachten velen dat dit betekende dat de tijd van het ware en volle leven voor de deur stond, in de jaren zeventig en tachtig meende men dat aan dit aanbreken vooral hard gewerkt moest worden. In de jaren negentig maakte dit plaats voor wat men zag als realisme. De tragiek van het leven zou niet verdwijnen en moest zijn ruimte en aandacht krijgen en geloof en spiritualiteit dienden er vooral voor om het moeilijke leven vol te houden. Inderdaad werkt het lezen van de utopische theologie uit de jaren zestig en de nog al eens massieve en soms verbeten kritische theologie van de jaren zeventig en tachtig nogal vervreemdend. Ooit dachten opmerkelijk velen dat het ontmaskeren van het kapitalisme als dienst aan een bloeddorstige en dodelijke afgod een belangrijke bijdrage leverde aan het scheppen van nieuwe economische verhoudingen. Ik denk dat het van belang is om de draad van de kritiek op het kapitalisme weer op te pakken, in deze tijd van financiële crisis, maar dat we niet opnieuw in de val moeten lopen van een al te eenvoudige en eenduidige ideologiekritiek. Hoe onrechtvaardig het kapitalisme ook is, het is blijkbaar niet alleen een dodelijke afgodendienst als een crisis in het systeem zoveel kwetsbare mensen in de afgrond stort en zoveel kwetsbare delen van de wereld in grote problemen brengt. Moraliserende kritiek is makkelijk, maar vanuit de theologie gezien – let wel, niet per se alleen voor theologen, maar theologisch gezien – theologisch gezien gaat het er om de plaatsen te vinden waar, in de woorden van de ‘pastorale constitutie over de kerk in de wereld van deze tijd’ van het Tweede Vaticaans Concilie die ik eerder citeerde, werkelijke tekenen oplichten van de aanwezigheid van God of van zijn plannen bij onze geschiedenis. Waar verschijnen niet alleen problemen, maar waar kondigen zich de eerste contouren van oplossingen aan?

Een theologie die daarnaar zoekt, niet alleen, maar in samenwerking met alle disciplines die maar mee willen doen: dat lijkt mij voor de komende periode theologie in het spoor van Edward Schillebeeckx, en ik beloof in de nabije toekomst naar vermogen aan dit project bij te dragen. Maar tegelijkertijd is het de taak van de theologie te blijven duidelijk maken dat dit project zinvol is omdat waarheid en goedheid zinvolle categorieën blijven, vrede en gerechtigheid geen droom zijn, maar reëel mogelijke menselijke verhoudingen die zich bovendien al aan het realiseren zijn. We dragen in figuurlijke zin allemaal de gewelddadige sieraden die Jonas Staal ons toont, maar doordat we dat weten en op een paradoxale manier door hun schoonheid, wordt de wereld waarin wij dit doen geopend als een plaats waaraan het koninkrijk van God nabij is. De dwaasheid en de onaangepastheid die dit inzicht en de trouw eraan betekenen, is de dwaasheid en de onaangepastheid die de theologie past, waar ze ook beoefend wordt.

Erik Borgman

Dr. Erik Borgman is hoogleraar systematische theologie aan de Universiteit van Tilburg. Bovenstaande lezing heeft hij gehouden op 15 mei 2009 tijdens het Symposium van het Soeterbeeck Programma  Wereldse theologie in het spoor van Edward Schillebeeckx te Nijmegen.

Reacties

Het artikel van Erik Borgman is voor mij erg moeilijk leesbaar. Bij nogal wat zinnen vraag ik mij af of ik wel begrijp wat de auteur bedoelt. Bij een zin als deze: "Object van de theologie is niet God,...; object van de theologie is alles onder het opzicht van God.", denk ik: zou het dan toch misschien niet handig zijn als je iets zou weten of geloven omtrent God? Bij de uitspraak "theologisch gezien gaat het er om de plaatsen te vinden waar,... werkelijke tekenen oplichten van de aanwezigheid van God of van zijn plannen bij onze geschiedenis. Waar verschijnen niet alleen problemen, maar waar kondigen zich de eerste contouren van oplossingen aan?", denk ik: dat hebben de theologen toch altijd gedaan, maar dan moet je toch een beeld van God - bijv. Jezus van Nazaret - hebben om dat te kunnen. Als je niet duidelijk zegt wat het opzicht is van waaruit je zaken bekijkt kun je volgens mij alles beweren.
Martien Rijk - Oosteind



Reactie plaatsen

Reglement

  • Alle reacties worden vóór publicatie door de redactie beoordeeld. Wij behouden ons het recht voor reacties te weigeren of in te korten zonder opgaaf van redenen.
  • Een inzending mag maximaal 1000 tekens bevatten en moet goed leesbaar zijn.
  • Lees andere inzendingen zodat u in uw reactie niet in herhaling vervalt maar nieuwe argumenten geeft. De reactie moet inhoudelijk zijn en iets waardevols toevoegen aan het artikel. Dus bijvoorbeeld geen agressief taalgebruik.
Naam  
E-mailadres  
Plaats  
Uw reactie  
Gebruik maximaal 1000 tekens. U hebt nog 1000 tekens tekens.
Captcha  
   

Terug naar "Andere onderwerpen" | Naar boven

Disclaimer
EnglishDeutschFrancaisEspanol