De rooms-katholieke kerk en de Shoah  
Dr. Erik Borgman
3/3/09

   

De rooms-katholieke kerk en de Shoah

Alom heeft de afgelopen dagen de vraag geklonken: hoe kan het toch dat de rooms-katholieke kerk gescheidenen die hertrouwd zijn, de toegang tot de sacramenten blijft weigeren, en tegelijkertijd de excommunicatie ongedaan maakt van iemand die de zesmiljoenvoudige moord in de vernietigingskampen van de nazi’s ontkent? Het gaat daarbij immers niet om een meningsverschil maar over een historisch feit. Want als de gaskamers niet bestaan hebben en de Shoah niet heeft plaatsgevonden, moet het wereldwijde geloof erin wel het gevolg zijn van een gecoördineerde actie van - natuurlijk, wie anders - de Joden. Daarom is de ontkenning van de Holocaust niet zomaar een historische dwaasheid, maar antisemitische propaganda.

Iets helemaal misgegaan

Hoort iemand met zo’n opvatting thuis in een kerk die op het Tweede Vaticaans Concilie (1963-1965) nadrukkelijk heeft verklaard zich te keren tegen alle uitingen van antisemitisme, wanneer en door wie ook? Door de excommunicatie op het heffen van de Priesterbroederschap St. Pius X, die in 1970 werd opgericht door de Franse bisschop Marcel Lefebvre, die de geldigheid van de besluiten van het Tweede Vaticaans Concilie bestreed en zich in 1988 buiten de kerk plaatste door op eigen houtje vier bisschoppen te wijden, onder wie de Holocaustontkenner Richard Williamson, suggereert paus Benedictus XVI van wel. Opmerkelijk veel katholieken, tot zeer hoog in de kerkelijke hiërarchie, menen echter van niet. Zelden is er zozeer en op zo’n hoog niveau afstand genomen van een pauselijk besluit. De voorzitter van de Nederlandse bisschoppenconferentie Ad van Luyn deed het persoonlijk en de Nederlandse bisschoppenconferentie deed het nog eens nadrukkelijk collectief. De kardinaal van Wenen Christoph Schönborn, die als geestelijk vader van de Catechismus van de Katholieke Kerk veel aanzien geniet, deed het. Meerdere Duitse bisschoppen, onder wie kardinaal Karl Lehmann, deden het. De Duitse curiekardinaal Walter Kasper, in Rome onder meer verantwoordelijk voor het contact met de Joodse gemeenschap, heeft zich openlijk beklaagd over het feit dat hij niet geraadpleegd en geïnformeerd is. Er is sprake van onbegrijpelijke en zelfs schuldige onwetendheid en zelfs - en dat gaat in de cultuur van de top van de rooms-katholieke kerk heel ver - van ‘fouten’.

De conclusie moet wel zijn dat er iets helemaal is misgegaan. Er circuleert al lang een preek van Williamson uit 1989 op internet waarin deze de Shoah ontkent. En onlangs nog had Williamson in zijn weblog met een waarschijnlijk in eigen ogen briljante logica de paus antisemitisch genoemd. De paus had in een oud gebed, dat lang in onbruik was maar met het hernieuwd toestaan van de zogenoemde Tridentijnse ritus plotseling weer actueel was, belangrijke wijzigingen aangebracht. Oorspronkelijk werd in dit gebed op Goede Vrijdag gebeden voor de bekering van Joden en de opheffing van hun verblinding, die maakt dat zij niet inzien dat Jezus de door hen verwachte Messias is. Dat de paus dit uit het betreffende gebed verwijderde, was volgens Williamson een anti-Joodse maatregel van formaat. Hij verhult daarmee volgens Williamson dat de Joden voor eeuwig verdoemd zijn als ze Christus niet als de langverwachte Messias en Verlosser aanvaarden. Door zich op deze manier tegen alle Joden te keren, is de paus een antisemiet, aldus Williamson in zijn weblog van 23 februari 2008. Met zijn loochening van de Shoah staat Williamson ook in eigen kringen tamelijk alleen. Maar dit soort anti-judaïstische opvattingen leven breed binnen de Priesterbroederschap St Pius X.

Godmoordenaars

Tijdens het Tweede Vaticaans Concilie heeft de rooms-katholieke kerk zich diepgaand beziggehouden met haar verhouding tot de moderne wereld en de andere godsdiensten. Onder meer bezon de kerkvergadering zich op de verhouding tot het jodendom in het licht van de Shoah. Breed zag men in dat de opvatting dat de kerk de Joden als Gods uitverkoren volk zou hebben vervangen, en het wijdverbreide idee dat de Joden collectief schuldig waren aan de dood van Jezus Christus en daarmee effectief godmoordenaars, bijgedragen hadden aan een klimaat waarin de Shoah kon plaatsvinden. Het concilie benadrukte daarom het gemeenschappelijke erfgoed van Joden en christenen, zei met de apostel Paulus dat God niet is teruggekomen op zijn eerdere uitverkiezing van het Joodse volk, en pleitte ervoor de ‘wederzijdse kennis en waardering’ van Joden en christenen te vergroten door ‘bijbelse en theologische studies en door broederlijke gesprekken’.

De traditionalisten onder leiding van Lefebvre die zich aaneensloten bij de Priesterbroederschap St. Pius X, erkennen het Tweede Vaticaans Concilie niet en menen dat het de overwinning markeert van de Franse Revolutie binnen de kerk. Die wijzen zij categorisch af, in de lijn van de zogenoemde Action Française, een beweging die in de jaren twintig van de vorige eeuw verboden werd, maar tot die tijd de kerk zag als de grondslag voor een gezond, van de invloed van Joden en vrijmetselaars gezuiverd Frankrijk. Bij de bezwaren van de Priesterbroederschap tegen de conciliedocumenten neemt de nieuwe positie tegenover het Jodendom een belangrijke plaats in. In een tekst uit 1989, te vinden op de Nederlandse website van de Priesterbroederschap, schrijft de toenmalig algemeen overste Franz Schmidberger onder meer: ‘God heeft onder alle volkeren er één op bijzondere wijze uitverkoren, waaraan Hij zijn openbaring heeft gegeven, zijn wet en de belofte dat uit dat volk de toekomstige verlosser zou voortkomen. Maar toen die verlosser zijn openbaar leven begon, heeft zijn eigen volk hem verworpen... Daardoor zijn de joden van nu niet alleen niet onze oudere broeders in het geloof, zoals de paus in 1986 bij zijn bezoek aan de synagoge in Rome beweerde; erger nog, ze zijn medeschuldig aan de godsmoord... In strijd daarmee beweert het Tweede Vaticaans Concilie dat men de gebeurtenissen rondom Christus’ lijden evenmin alle toen levende Joden als de Joden van nu ten laste mag leggen’. Dat mag van de Priesterbroederschap dus wel, sterker nog: daarmee staat en valt blijkbaar voor haar blijkbaar het authentieke katholieke geloof.

Gesloten traditie

De vraag waarmee ik opende wordt zo alleen maar klemmender. Hoe kan de paus de excommunicatie, dat wil zeggen de verklaring dat deze mensen buiten de gemeenschap van de kerk staan, opheffen? Zeker, het is een misverstand dat dit hetzelfde is als rehabilitatie. Inderdaad, de door Lefebvre gewijde bisschoppen krijgen niet het recht binnen de rooms-katholieke kerk hun ambt uit te oefenen. Maar wat doet paus Benedictus XVI dit gebaar maken, terwijl – slechts een van de pijnlijke voorbeelden – praktiserende homoseksuelen alleen maar te horen krijgen hoezeer zij de grondslag van onze beschaving ondermijnen?

Grond hiervan is de visie van de paus op de traditie van de kerk en de verhouding van de kerk tot de geschiedenis. In de voorstelling van Joseph Ratzinger ontwikkelt de katholieke kerk zich volgens een interne logica, datgene ontvouwend en verkondigend wat zij als schat van God ontvangen heeft en sindsdien beheert. Al toen hij nog hoofd van de Congregatie voor de Geloofsleer was, en versterkt sinds zijn pausschap, heeft Ratzinger benadrukt dat de enige legitieme interpretatie van de documenten van het Tweede Vaticaans Concilie is te laten zien dat ze in de lijn liggen van eerdere documenten. Benadrukken dat het concilie op sommige punten een breuk met het verleden betekent en juist daarin van belang is, is voor deze paus moeilijk te denken. Hij staat bovendien dicht bij de overtuiging van de Priesterbroederschap St. Pius X dat de vernieuwing van de liturgie door het concilie te rigoureus is geweest en teveel een breuk met de overlevering. Naar verluidt prefereert ook Joseph Ratzinger eigenlijk de Tridentijnse mis boven de eucharistieviering volgens de orde van Vaticanum II. Dat niet alleen de geschiedenis van de kerk, maar de kerk ook van de geschiedenis moet leren, is voor deze paus eigenlijk niet te bevatten.

Toen Benedictus XVI in Auschwitz de slachtoffers van de Shoah herdacht, was hij authentiek. Deze zesmiljoenvoudige moord is ook voor hem tenhemelschreiend en had niet mogen plaatsvinden. Op dit punt is hij op geen enkele manier verwant aan Williamson. Voor hem onthult de Shoah echter uitsluitend het morele falen van de gelovigen. Hadden zij zich werkelijk als christenen en katholieken gedragen, dan had deze catastrofe niet plaatsgevonden. De Shoah maakt voor hem geen fundamentele problemen zichtbaar van kerk en traditie, die vragen om een fundamentele bezinning, en mogelijk zelfs om het afstand nemen van standpunten die men lang als eerbiedwaardig beschouwde.

Dat men de Joden geen Godmoordenaars mag noemen, vindt men niet terug in de traditie van de kerk. Sterker, er zijn verontrustend veel teksten die suggereren dat dit wel mag en zelfs dat het God welgevallig is. Dat het niettemin een voor ons onbetwijfelbaar verbod is, leert de geschiedenis. Daartegenover is de opvatting dat het huwelijk onverbrekelijk is en homoseksualiteit verwerpelijk, terug te vinden in de Bijbel zelf. De paus meent er daarom geen afstand van te kunnen nemen. Maar hij dreigt hiermee de diepe christelijke overtuiging te vergeten dat God zich in Jezus met de menselijke geschiedenis verbonden heeft. In wat mensen collectief en individueel overkomt, valt Gods presentie te ontwaren en valt in geloof te ontdekken hoe te leven en wat leven geeft, trouw aan de God van leven. In de Shoah hebben wij moeten ontdekken wat op een letterlijk onvoorstelbare schaal tot de dood leidt en dat dit mede zijn wortels heeft in de katholieke traditie. Dit maakt een zelfkritisch onderzoek noodzakelijk, een onderzoek dat gelukkig volop bezig is en zal doorgaan. Waar het ons uiteindelijk zal brengen, weten we niet. Maar we zullen met God zijn, wiens eer zich laat vinden bij de levende mens, zoals de kerkvader Ireneus van Lyon (ong. 140-202) schreef. Gloria Dei vivens homo.

Erik Borgman

Erik Borgman is hoogleraar theologie van de religie aan de Universiteit van Tilburg. Dit stuk is een op verzoek van Waterstof uitgebreide versie van een artikel dat eerder verscheen in het Brabants Dagdblad.

Reacties

Was de paus in Auschwitz zo authentiek ? In ieder geval voerde hij opnieuw het gebed in voor de bekering van de joden. Hij noemt ze alleen geen 'perfidi judaei' meer. Heel in het kort: De schismatieke volgelingen van aartsbisschop Lefèbvre terug binnen halen klopt pastoraal niet omdat het andere schisma’s tot gevolg zal kunnen hebben. Het klopt theologisch niet, doordat de paus met deze 'move' de hele kerkgemeenschap ondergeschikt heeft gemaakt aan het ene punt van de ongehoorzaamheid aan de paus. Kerkrechterlijk klopt het niet, omdat die opheffing een tot inkeer komen van de PiusX-broederschap moet behelzen, terwijl de opstandige stichter, Mgr. Lefèbvre tijdens zijn leven uitsluitend fictieve uitingen van onderwerping aan de paus heeft gedaan. En historisch zit paus B16 fout omdat de secularisering van de wereld, de leegloop van de kerken en het ontbreken van priesterkandidaten wijzen op een crisis in de beschaving, waarvan de eerste tekenen al lang voor het concilie zijn opgedoken.
André Truyman - Antwerpen



Reactie plaatsen

Reglement

  • Alle reacties worden vóór publicatie door de redactie beoordeeld. Wij behouden ons het recht voor reacties te weigeren of in te korten zonder opgaaf van redenen.
  • Een inzending mag maximaal 1000 tekens bevatten en moet goed leesbaar zijn.
  • Lees andere inzendingen zodat u in uw reactie niet in herhaling vervalt maar nieuwe argumenten geeft. De reactie moet inhoudelijk zijn en iets waardevols toevoegen aan het artikel. Dus bijvoorbeeld geen agressief taalgebruik.
Naam  
E-mailadres  
Plaats  
Uw reactie  
Gebruik maximaal 1000 tekens. U hebt nog 1000 tekens tekens.
Captcha  
   

Terug naar "Christendom en Jodendom" | Naar boven

Disclaimer
EnglishDeutschFrancaisEspanol