De 10 geboden, wat doen we ermee?  
Home > Thema's > Inculturatie > Internationaal > Globalisering > De 10 geboden, wat doen we ermee?
Dr. Hans Eenhoorn
9/11/11

De 10 geboden, wat doen we ermee?

Lezingen: Exodus 20,1-17 en Matteüs 22, 37-40

Jezus vat  in Matteüs 22, de tien geboden samen: “God liefhebben met heel uw hart, met heel uw ziel en met heel uw verstand en heb uw naaste lief als uzelf”.

Ondanks de theorieën van Friedrich Nietsche en Stephan Hawking die God dood verklaard hebben, mogen wij blijven geloven dat God de hemel en aarde geschapen heeft en dat wij die aarde mogen beheren als rentmeesters. We hebben ons slechte rentmeesters getoond. Klimaatverandering, milieuvervuiling, uitputting van niet vervangbare grondstoffen en afbraak van de biodiversiteit zorgen voor ongekende problemen en bedreigen Gods  schepping. Als we God willen lief hebben met ons hele hart en ons hele verstand wordt het de hoogste tijd om écht in actie te komen.

Jezus heeft ons ook geleerd dat we ieder mens op deze aarde als onze naaste dienen te beschouwen. Als we ons realiseren dat er 1 miljard mensen op onze aarde leven, die gebrek hebben aan alles, is het duidelijk dat we ook het tweede gebod niet erg goed begrepen hebben.

Vorige week was het wereldvoedseldag, waarbij op vele plaatsen stilgestaan werd bij de honger problematiek in de wereld. Gelukkig  heb ik vandaag goed nieuws voor u. Vorige maand maakte de VN (FAO), bekend dat het aantal chronisch ondervoede mensen in de wereld in het afgelopen jaar met bijna 100 miljoen mensen is gedaald. Helaas blijven er nog steeds bijna 1 miljard mensen slachtoffer van chronische honger, met het afschuwelijke gevolg dat ze te ziek, zwak en misselijk zijn om volwaardige arbeid te leveren en zeer vatbaar zijn voor allerlei ziekten met vaak de dood tot gevolg. 30% van de bevolking in Afrika ten zuiden van de Sahara moet dagelijks met honger leven, of beter gezegd proberen in leven te blijven, ondanks ernstig voedselgebrek. Sluit eens 10 seconden uw ogen en denk daar even over na…… In deze 10 seconden stierven weer 3 mensen aan de gevolgen van ondervoeding, 25.000 per dag, 10 miljoen per jaar en de helft van hen zijn kinderen onder de 5 jaar.

Ik vind het moreel onaanvaardbaar dat ongeveer 1 miljard mensen op deze aarde ziek kunnen worden door een teveel aan voedsel en lijden aan welvaartsziekten, zoals obesitas, hart en vaatziekten en  suikerziekte, terwijl tegelijkertijd, op dezelfde wereld ook ongeveer 1 miljard mensen chronisch gebrek aan voedsel hebben, waardoor ze de minimale voorwaarden voor een menswaardig bestaan ontberen. Een wereld waarin 1 miljard mensen te veel van alles hebben en ook 1 miljard mensen helemaal niets hebben, is een instabiele en niet-duurzame wereld.

Helaas is er genoeg bewijs dat politieke instabiliteit en voedselgebrek hand in hand gaan. Alle zogenaamde ‘falende staten’ kampen met armoede en voedselgebrek en zijn een thuishaven voor terroristische organisaties (denk maar aan Somalië en Afghanistan). Bovendien is het economisch krankzinnig dat bijna 20% van de wereldbevolking uitgesloten is als producent of consument.

In 2008 werd de wereld opgeschrikt met een voedsel en energie crisis, waarbij voedsel en brandstof prijzen met tientallen procenten toenamen, met voedselrellen in meer dan 30 landen tot gevolg. Deze crises staan niet op zichzelf, er is meer aan de hand dat grote zorgen baart. De klimaat en milieucrisis was al langer een punt van zorg, evenals de veiligheidscrisis met toenemend terrorisme en gewapend conflict.  De financiële en economische crisis van de laatste jaren kwam daar nog eens overheen en houdt ons zo bezig (want het raakt nu echt onze portemonnee) dat we al die andere crises lijken te vergeten.

Ik durf te voorspellen dat  vroeger of later de financieel-economische crisis voorbij zal zijn, maar dat de voedselcrisis, vanwege de hardnekkigheid van de onderliggende oorzaken, nog heel lang voor heel grote problemen zal zorgen. In de komende decennia zal de vraag naar voedsel aanzienlijk toenemen. De wereldbevolking zal van de huidige 6.7 miljard mensen groeien naar ongeveer 9 miljard in 2050. Het grootste deel van deze bevolkingsgroei zal plaatsvinden in ontwikkelingslanden. De V.N. (FAO) schat dat de wereld productie van voedsel tenminste met 70% moet toenemen om aan de vraag in 2050 te voldoen. Dat zal nog heel erg moeilijk en misschien zelfs  onmogelijk zijn.

Economische groei in ontwikkelingslanden zal voor hogere inkomens voor honderden miljoenen mensen zorgen, dat is natuurlijk heel mooi, maar het zal  tot gevolg hebben dat die mensen meer gaan eten en ook hun, overwegend vegetarisch, dieet gaan veranderen en meer vlees gaan consumeren. Dit proces is al uitgebreid aan de gang in de opkomende middenklassen in China en India. Voedingsgewoonten waarbij meer vlees  geconsumeerd wordt zal de vraag naar voedingsgranen dramatisch doen stijgen. Voor 1 kilo biefstuk is 8 kg voedergraan nodig en voor 1 kg kip nog altijd 2 of 3 kg.

Meer land zal in gebruik genomen moeten worden om voldoende voedsel  te produceren voor een groeiende wereldbevolking. Dat is zeer verontrustend omdat het meeste voor landbouw geschikte land al in gebruik is en veel vruchtbaar land aan de landbouw wordt onttrokken voor stedelijke ontwikkeling en infrastructuur en aan het kappen van nog meer oerbos moeten we maar niet denken.

De zwaar gesubsidieerde biobrandstof industrie veroorzaakt additionele druk op de voedselvoorziening. Het is moeilijk te begrijpen dat om één tank van een SUV met bioethanol te vullen een hoeveelheid maïs verkwist wordt die genoeg  is om één mens een jaar te voeden.

In het verleden kon door spectaculaire verhoging van de productiviteit per hectare, door beter zaad, kunstmest, mechanisatie en irrigatie, de groeiende wereldbevolking gevoed worden en daalde de prijs voor voedsel. Helaas neemt de stijging van de productiviteit de laatste jaren steeds minder toe, onder meer door geringe investeringen in agrarische ontwikkeling. Kunstmest is onontbeerlijk voor productieve landbouw op grote schaal. Helaas zijn de basis grondstoffen voor kunstmest, aardgas, fosfaat en kali zout, eindig, worden schaarser en dus veel duurder,en raken eens op.

Klimaatverandering die leidt tot veranderende regenval, droogten en overstromingen eist nu reeds zijn tol met verminderende landbouw opbrengsten, vooral in ontwikkelingslanden, waar juist de bevolking hard groeit. Een bevolking die voor een zeer groot deel afhankelijk is van de landbouw voor het levensonderhoud. Zeer verontrustend is ook dat boeren, vooral in ontwikkelingslanden in toenemende mate te kampen hebben met gebrek aan water. De landbouw consumeert 70% van al het zoete water in de wereld en water voorraden nemen in bijna alle landbouwgebieden af. Het grondwater niveau daalt, rivieren drogen op en de onderaardse bassins raken leeg. De combinatie van klimaatverandering en verminderde beschikbaarheid van water zal ernstige gevolgen hebben voor de landbouw productie.

De toenemende vraag naar voedsel zal door de agrarische gemeenschap in de eerste plaats beantwoord worden met hogere prijzen, maar hogere voedsel prijzen hebben een dramatisch gevolg voor miljarden arme mensen die vaak 80% of meer van hun inkomen moeten  besteden aan voeding. Meer voedsel zal dus ongetwijfeld geproduceerd gaan worden. Maar zal het genoeg zijn om miljarden nieuwe consumenten te voeden en kunnen arme mensen in ontwikkelingslanden het betalen? Gezien de geschetste problematiek van een sterk stijgende wereldbevolking, veranderende voedselpatronen, klimaatverandering en een schaarste aan basisgrondstoffen voor de landbouw, dringt zich een afschuwelijk dilemma op:  Hoe gaan we in de komende decennia een wereld  voeden, waarin nu al bijna 1 miljard mensen chronisch honger heeft terwijl de wereldbevolking met ongeveer 3 miljard, vooral arme,  mensen  zal toenemen?

Gelukkig heb ik nog wat goed nieuws voor u. Het is niet alleen maar kommer en kwel. Mijn Wageningse collega’s hebben berekend dat de wereld in staat is om tenminste 10 miljard mensen adequaat te voeden, maar dan moet er wel het nodige gebeuren. Miljarden dollars zullen geïnvesteerd moeten worden in de verbetering van de landbouw productiviteit, inclusief een drastische toename van agrarisch onderzoek en landbouw onderwijs. Voedingspatronen zullen sterk moeten veranderen. Klimaatverandering en verlies aan biodiversiteit zal een halt toegeroepen moeten worden. We zullen veel zuiniger om moeten gaan met water en schaarse grondstoffen. Overheden, vooral in ontwikkelingslanden, zullen landbouw de hoogste prioriteit moeten geven. De wereld kan zichzelf nu en in de toekomst voeden, maar keuzes moeten gemaakt worden, die niet voor iedereen aangenaam zijn.

Er komt nu een brandende vraag naar voren: ”Willen wij werkelijk efficiënter omgaan met onze schaarse grondstoffen? Zijn we bereid om zwaar te investeren in landbouw en milieu  en hebben we genoeg compassie om het mogelijk te maken de hele wereld nu en in de toekomst te voeden?” Die vraag zal niemand met zekerheid kunnen beantwoorden. Maar we hebben wel een keuze. Aan de ene kant kunnen we egoïstisch voor ons zelf kiezen en geloven of hopen dat de technologie en/of de politiek de problemen van klimaatverandering, honger en armoede wel voor ons zal oplossen. Aan de andere kant kunnen we kiezen voor een geloof, dat er wezenlijke beperkingen zijn voor ongebreidelde consumptiegroei in de wereld, maar dat er toch nog tijd en ruimte is voor verandering ten goede. Veranderingen die noodzakelijk zijn voor  een leefbare wereld  en voldoende voedsel om straks 9 miljard mensen te kunnen voeden. Een mensheid die écht actie onderneemt om honger en armoede uit te bannen en een halt toeroept aan klimaatverandering en verlies aan biodiversiteit.

Echter dit houdt wel in dat wij in de rijke westerse wereld onze voeding- en consumptiepatronen aanpassen en onze ecologische voetafdruk verkleinen. Niet alleen om onze eigen kinderen en kleinkinderen een leefbare wereld na te laten, maar ook de ruimte bieden voor economische groei, voldoende gezond voedsel en een toenemende ecologische voetafdruk in  ontwikkelingslanden, zodat  ook daar de komende generaties een waardig menselijk leven kunnen leiden.

Ik realiseer mij heel goed dat we als kleine gemeente in Aerdenhout de wereld niet kunnen veranderen, maar we kunnen wel een bewuste keuze maken om ons doen en laten meer in overeenstemming te brengen met wat Jezus van ons vraagt. Dat is meer respect hebben voor Gods schepping en meer mededogen en solidariteit met de misdeelden en behoeftigen in onze wereld. Ga daarom eens naar het internet en kijk hoe u uw ecologische voetafdruk kunt verminderen, denk eens na over uw voedselconsumptie patroon, steun politici die niet willen korten op het budget voor ontwikkelingssamenwerking, kijk eens  of u niet een paar goede doelen méér kunt steunen.

Ik wil u vandaag  vragen of het mogelijk is om bewuster met Gods schepping om te gaan en wat vaker na te denken over die 1 miljard mensen die dagelijks honger lijden en hoe een wereld met 9 miljard mensen gevoed moet worden. Of gezegd, met de woorden van de Belgische filosoof Dirk de Schutter: “Geloven in God is ook geloven in jezelf,  geloven dat je in wel en wee iets kan betekenen voor de ander, dat je aanwezigheid er toe doet en verschil maakt. Het betekent bovenal geloven dat je niet alles in handen hebt, maar dat je een bijdrage kan leveren en vertrouwen dat in de toekomst dingen ten goede keren.”

Amen

Hans Eenhoorn

Dr. Hans Eenhoorn is econoom en ondernemer (Unilever) en nu gepensioneerd; in januari 2007 is hij benoemd tot associate-professor voor Voedselzekerheid en Ondernemerschap aan de Universiteit van Wageningen. Hij hield op 24 oktober 2010 de ‘lekenpreek’ ter gelegenheid van wereldvoedseldag (16 oktober) in de Adventkerk te Aerdenhout. In ‘tweeluik en samenspraak’ hiermee hield dominee Dr. Matthias Smalbrugge de preek die wij hieronder weergeven.

Preek

Het beroep dat dr. Eenhoorn op ons doet, is klemmend en wat kun je anders doen dan het onderschrijven? Honger en dood in deze omvang zijn inderdaad zo ongelooflijk schrijnend dat een moreel appel niet anders dan kan worden beaamd. Tegelijkertijd, ergens moet het complexer liggen, anders hadden we dit toch allang gedaan? Waarom doen we dit niet terwijl we het er allemaal mee eens zijn? Hoe komt het dat je niet doet waarvan je vindt dat het wel gedaan moet worden?

Wel, ooit zei een oude kerkvader, dat de kerk het verschil moet maken met de wereld, zij moet het zoutend zout zijn. Waar heb je anders een kerk voor? Dus hij pleitte in zijn tijd tegen de slavernij. Want daar was de kerk in het jaar 400, toen hij actief was, nog niet opgekomen, dat slavernij toch wel volstrekt verwerpelijk was (Griekse wijsgeren waren dat overigens al honderden jaren eerder wél).

Kijk, daar heb je een kerk voor en als je haar daar niet voor hebt, houd er dan mee op want dan heeft zij geen nut. Dan gaat het om een leeg geloof. Want denk even na, als God geboden geeft, dan doet Hij  toch niet om de mensen met een onmogelijke opdracht op te zadelen? Nee, God is geen sadist, Hij is degene die het goede zichtbaar wil maken en houden, namelijk dat mensen elkaar moeten steunen, respecteren en helpen. Doe dat of houd op met de kerk. Zijn tegenstrever vond dat bijzonder. Maar het klopte niet. Hoe zou zo’n kerk eruit zien? Allemaal  mensen die zich houden aan de Tien Geboden? Die mensen moeten dan behoorlijk bijzonder en vooral perfect zijn, zij moeten de allerbesten onder ons zijn, want een gemiddeld mens komt zover niet. Dus het zoutend zout waar de eerste man het over had is vooral een elitair zout. Zout dat je bijv. in de kloosters aantreft waar vast en zeker intussen kleine paradijzen zijn ontstaan. Want daar bestaat geen persoonlijk eigendom, daar moet je alles delen. Helaas, constateerde hij, kloosters zijn toch zoiets als gewone dorpen met toch nog heel veel en heel gewoon egoïsme. En denk even verder, mensen die de geboden zo graag willen vervullen, die gaan zichzelf en elkaar de maat nemen. Dat wordt dan een prettige kerk: mensen die perfectionist willen zijn en dus vooral het feilen verbergen. Die met argwaan naar de naaste kijken en hem elk moment vragen ‘doe jij wel genoeg?’. Een kerk waarin een mens wordt gewogen en altijd te licht bevonden.

Nee, er is iets aan de hand met de Tien Geboden. Wij willen iets dat we kunnen en toch ook niet kunnen. Neem gewoon het gebod tegen egoïsme: niet begeren wat van een ander is. Mooi toch, niet afgunstig en jaloers zijn. Dat is het begin van het bestrijden van honger. Jaloezie is immers een slechte eigenschap; dat leren we van kinds af aan. Maar.., je ziet een man en je ziet hoe goed die in zijn vel steekt. Dat hij helemaal zichzelf is. Hij kan echt blij en verdrietig zijn, tegenover wie hij ook staat, overal is hij zichzelf; hij heeft dat heeft dat gewoon in zich. Je ziet het en denkt: “Kon ik zo maar mijzelf zijn”. Maar ik ben altijd bezig te pleasen, me aan te passen, af te tasten wat de ander wil en mij daarnaar te richten. Ik kan mijzelf niet zijn; ik weet eigenlijk niet eens wie ik ben. Dan hoor je het gebod: niet jaloers zijn. En dat voelt dan alsof je dus niet mag voelen wat je voelt. Want wat je voelt, is niet zozeer jaloezie, maar pijn over het feit dat jij jezelf niet kunt zijn, dat je niet eens weet wie je zelf bent. Het gebod verbiedt dus te voelen wat je voelt, het ontkent de pijn, het walst er overheen en daarom lukt ons ook niet het uit te voeren. Het lukt niet, want het gebod gaat inderdaad over pijn en identiteit, maar mag daar niet over gaan. Het snoert ons de mond op een essentieel moment. Het stuurt de mens als een lastezel – onder bedreiging – op een weg op die hij pas kan gaan als de vervreemding is doorbroken.

Daarom is het zo’n trieste nonsens dat de moderne samenleving nog één rol voor de kerk over heeft, leverancier van waarden en normen, van donderpreken over wat wij wel en niet moeten doen. Versta, een update verschaffen van de Tien Geboden. Maar als we dat doen, zoals we dat eeuwen hebben gedaan, dan leveren we weer de stoplappen waarmee mensen hun pijn moeten bedekken en niet mogen voelen wat zij voelen. Het verhaal van de moraal kan een mens zelf bedenken; je kunt zelf bedenken dat het een schande is dat één miljard mensen creperen van de honger.

Wij, in de kerk, wij doen iets anders. Het eerste gebod is de Heer je God lief te hebben. Maar ook daar schuilt pijn, ook daar ligt het geheim van wat menselijk identiteit zou kunnen zijn. De pijn ligt in het feit dat het zo verdraaid moeilijk is te geloven. Geloven in jezelf, in de ander. Je toevertrouwen, je overgeven. Doe je dat, je overgeven, als iemand zegt dat je je moet overgeven en vertrouwen? Dat moeten staat toch haaks op overgeven? Of doe je dat pas als je ooit hebt ervaren dat iemand jou gelooft, in jou gelooft? Jou met geloof staande houdt en heeft laten voelen ‘wie je bent, dat is goed’. Het goede ligt dan niet buiten je, als een ver doel dat je moet bereiken met grote inspanning, een goede dat fungeert als oordeel dat jou veroordeelt bij tekort. God die jou bij zich roept en het schrift van je prestaties bekijkt en bovendien cijfers geeft voor vlijt en gedrag. Dat is de God die de mensen eeuwen hebben gevreesd en die inderdaad veroordeelde. Waarop wij anderen weer veroordeelden. God liet mensen stikken, wij droegen die pijn weer over op anderen en lieten de ander stikken. Dan komt het nooit goed met de wereld, dan blijft er honger bestaan, honger naar vertrouwen en geloof dat anders is dan het oordeel, dan de Tien Geboden, maar dat bestaat uit geloofd worden.

Want als er fysieke honger bestaat die wij niet kunnen en willen bestrijden, dan komt dat ook omdat die andere honger niet gestild wordt. Wij willen geloven, maar wie gelooft er in ons? Dat is de grote leegte van deze tijd, de ‘godshonger’. Wij hebben op allerlei manieren bewezen dat God niet kan bestaan, dat Hij het beeld is van ons verlangen, maar dat Hij dus ook de horizon blijft die je nooit bereikt omdat het een schijnbeeld is, een perspectiefvertekening van wie de mens is. Filosofen, kunstenaars, ze hebben het gehad met God. Hij is slechts het beeld van ons verlangen, vrees en hoop. Toch blijft de honger. Een leegte die we allemaal voelen. Want is dit moreel appèl van dr. Eenhoorn ook een geloofsappèl of weten we niet meer wat te geloven? Het is dat laatste en toch is daar de kerk voor. We moeten de godshonger stillen, we moeten spreken, zoeken, verlangen naar ‘wie is God?’. Als we dat niet kunnen belijden, dan lukt het ook niet iets te doen ten behoeve van de naaste. Ik zie niet hoe een mens werkelijk bereid kan zijn iets voor zijn naaste te doen alleen maar uit angst voor de eigen ondergang of uit schuldgevoel. Wat ook heel concreet kan zijn. Daarom hebben wij Oikocredit, een initiatief van kleine kredieten aan de alleramsten in wie de bank niet gelooft, wij wel. Want wie is God? Degene die je moed geeft te zijn, Hij is het goede in je dat je wilt terugzien in de ander. Daarom moet die ander kunnen leven zonder honger, zodat ook hij ons weer kan spreken van God en wij met elkaar een wereld kunnen maken die in Gods naam menswaardig is.

Matthias Smalbrugge
Dr. Matthias Smalbrugge is predikant van de Protestantse Kerk in Nederland in Aerdenhout.

Reacties

Met genoegen heb ik bovenstaand artikel gelezen. Enkele gedachten schoten bij mij in het verkeerde keelsgat. Opnieuw wordt Nietsche's uitlating van stal gehaald: 'God is dood' en het hele citaat wordt afgekort. Hij stelt namelijk dat we met zijn allen God hebben gedood en geeft de vraag hoe we dit ooit weer recht kunnen breien. God opsluiten in klaagzangen van het vele wee dat er is, laat niet meer zien hoe in concrete vormen er bevrijdende bewegingen aan de gang zijn die leven en Levende God laten doorschemeren. Ik redeneer natuurlijk vanuit de zogenaamde 'onderkant' van de menselijke samenleving: arme, uitgesloten kleine indiaanse boeren (in dit land de meerderheid!) waar bewegingen als Fair Trade, Organische landbouw, bos en rivieren bescherming, goed en meer voedsel voor de 'buren' en vooral met de wetenschap dat puur economische vooruitgang een onhaalbare en onwenselijke kaart is. Dat geeft te denken.
Dr Frans VanderHoff B - cd Ixtepec. Oaxca. MEXICO



Reactie plaatsen

Reglement

  • Alle reacties worden vóór publicatie door de redactie beoordeeld. Wij behouden ons het recht voor reacties te weigeren of in te korten zonder opgaaf van redenen.
  • Een inzending mag maximaal 1000 tekens bevatten en moet goed leesbaar zijn.
  • Lees andere inzendingen zodat u in uw reactie niet in herhaling vervalt maar nieuwe argumenten geeft. De reactie moet inhoudelijk zijn en iets waardevols toevoegen aan het artikel. Dus bijvoorbeeld geen agressief taalgebruik.
Naam  
E-mailadres  
Plaats  
Uw reactie  
Gebruik maximaal 1000 tekens. U hebt nog 1000 tekens tekens.
Captcha  
   

Terug naar "Globalisering" | Naar boven

Disclaimer
EnglishDeutschFrancaisEspanol