7/12/12
Waar kon iemand nog in geloven?
Al die jaren waarin ik langzamerhand mijn weg gevonden had in de kerkelijke omgeving stoven weg als stof onder mijn voeten toen ik voor de eerste keer in Rome kwam en de intriges van de Curie ervoer, toen ik het beleid van het systeem zag, toen ik zag hoe nationale klerikale groepjes probeerden invloed uit te oefenen en toen ik mij bovendien de hulpeloze situatie van vrouwen hiertegenover realiseerde. Waar kon iemand nog in geloven? Waar was de Shangri-La van mijn religieuze dromen? Hoe kon ik doorgaan om enige betrokkenheid met iets daarvan nog uit te dragen? Het was allemaal zo menselijk, zo onderhandelbaar. Het was ontmoedigend.
“Maak je niet druk”, zei de oude monnik tegen mij, “het komt wel goed. Iedereen die naar Rome komt verliest hier de eerste twee weken zijn geloof.” Met een glimlach voegde hij toe “dan, in de laatste twee weken valt het weer op de plaats naar waarmee het had moeten beginnen, met Jezus.”
In die vier weken ben ik enorm gegroeid vanuit een kinderlijke naar een volwassen spiritualiteit. Weg van een adoratie voor de kerk, naar eerbied voor de God die deze traditie voor mij toegankelijk heeft gemaakt. Ironisch genoeg moest ik de grenzen van de kerk ervaren om de waarde ervan te begrijpen. Om God te verheerlijken moest ik stoppen met het verheerlijken van de díngen van God. “Stel je open voor de Tao”, aldus leert de Tao te Ching, “vertrouw dan op je natuurlijke reacties en alles valt op zijn plaats.” Nu weet ik wat dat betekent.
Wij zijn gegrepen door God, maar het duurt zo lang voordat wij ons realiseren dat de God die wij in onze verbeelding vormen, te klein is om ons leven mee te verdoen. God is de energie van het universum, het licht in iedere ziel, de eeuwige schittering van mogelijkheden die ons omringt in de natuur. Het gelaat van God is neergelegd in het gezicht van iedereen die wij zien. God is niet een van hen en God is meer zij allen tezamen, maar zonder hen missen wij al die inkijkjes in God die ons op de weg gegeven worden. Deborah Chu-Lan Lee schreef: “Hoe gemakkelijk is het de goddelijke schoonheid en het licht in ons zelf en in anderen te vergeten en te veronachtzamen.” Het lijkt eenvoudig, maar ik denk dat het de basis is van het spirituele leven. Ik zag Gods erbarmen en gerechtigheid, ik voelde Gods liefde en hoorde Zijn stem – maar altijd in de ander. En zij allen hebben mij doen groeien boven mijzelf uit.
Toch ben ik niet zo zeker van dat “gemakkelijk vergeten” van het goddelijke in de ander. Ik denk eerder dat het onmogelijk is om het ook maar te zien. Zeker als men ervan uitgaat hoe weinig wij ervan begrijpen. Maar als wij er iets van begrijpen, als wij ons realiseren dat wij omringd zijn door stukjes van het goddelijke, wordt het leven helder.
Joan Chittister
Joan Chittister is lid van de Benedictinessen van Erie, Pennsylvania. Zij combineert haar moniale leven met een schrijverstalent en waar zij kan verdedigt zij de rechten van vrouwen.
Uit: Called to Question: A Spiritual Memoir door Joan Chittister (Sheet & Ward). Overgenomen van: Vision and Viewpoint, an e-newsletter for spiritual seekers and kindred spirits, 9 mei 2011.
Vertaling: Bert Roebert
Reacties
Bij deze zuster is, God zij dank, iets doorgebroken van het alles doordringende Mysterie, dat de betrekkelijkheid en feilbaarheid van het instituut Kerk zo duidelijk aan het licht brengt. Hopelijk zet het haar en vele anderen op het spoor van de 'Kerk' waarin Gods werkzaamheid op een waarachtige manier wordt gevoed en uitgedragen. Het zou een heilzame revolutie teweeg kunnen brengen!
Hans van der Horst - Vianen
Reactie plaatsen
Reglement
- Alle reacties worden vóór publicatie door de redactie beoordeeld. Wij behouden ons het recht voor reacties te weigeren of in te korten zonder opgaaf van redenen.
- Een inzending mag maximaal 1000 tekens bevatten en moet goed leesbaar zijn.
- Lees andere inzendingen zodat u in uw reactie niet in herhaling vervalt maar nieuwe argumenten geeft. De reactie moet inhoudelijk zijn en iets waardevols toevoegen aan het artikel. Dus bijvoorbeeld geen agressief taalgebruik.