1/5/09
Wat moet de kerk met de nieuwe Mariaverering?
Vroeger, toen Nederland nog gelovig en verzuild was, was het eigenlijk redelijk simpel: je had enerzijds de protestanten die niet, en anderzijds de katholieken die wel ‘in Maria geloofden’. De eerstgenoemden veegden de Moeder Gods gepassioneerd en onder antipaapse inspiratie onder het calvinistische vloerkleed, terwijl hun roomse opponenten aan de Onbevlekte Maagd (mede uit antireformatorische beweegredenen) de hoogst mogelijke triomfalistische eer bewezen.
De plaats van Maria in het huidige religieuze landschap is veel minder helder: de demarcatielijn is vertroebeld en veelal inexistent. Veel katholieken voelden zich sinds de jaren 1970 steeds ongemakkelijker bij het traditionele roomse beeld van de Moeder-Maagd. Zo kan men tegenwoordig katholieken tegenkomen die ‘niets met Maria hebben’. Tegelijkertijd pogen echter steeds meer protestantse predikanten en kerkleden Maria weer een (meer of minder bescheiden) plaats te geven in hun geloofsleven.
Maar dat is lang nog niet alles. Tegenwoordig maken katholieken en protestanten samen een minderheid uit van de Nederlandse bevolking. Ook bij de niet-christelijke meerderheid kan men tegenwoordig iets van ‘mariale spiritualiteit’ waarnemen. VolZin schreef dan ook terecht in het artikel ‘Maria is niet meer zo katholiek’ dat Maria er “een heel nieuw publiek bij heeft gekregen: protestanten, buitenkerkelijken, new agers en soloreligieuzen”. En dan spreken we nog niet eens over de moslims, die in hun koran meer over de moeder van Jezus lezen dan de christenen in hun bijbel doen en soms zelfs ongegeneerd een katholieke kerk binnenlopen om even bij Maria te verpozen. Wat moet het christendom met deze hernieuwde belangstelling voor Maria uit onverwachte en verdachte hoek?
Hemels en aards
Het beeld van Maria dat opdoemt wanneer men met haar niet-christelijke nieuwe aanbidders in contact komt, is niet eenduidig. Hoewel velen haar inmiddels hebben ontdaan van een groot aantal traditionele kenmerken, bestaat er geen overeenstemming over de vraag welke van deze kenmerken al dan niet in de 21e eeuw tot de spirituele verbeelding spreken. Zo ontdoen velen haar van haar maagdelijkheid en maken van haar een “echte vrouw”, terwijl anderen die (altijddurende!) maagdelijkheid juist benadrukken als een krachtig protest van een sterke vrouw tegen de verseksualiseerde samenleving. Vaak belanden de traditionele katholieke mariale titels in de moderne prullenbak, maar sommige spirituele zoekers halen die titels er (postmodern) weer uit en geven er een nieuwe invulling aan: ‘Onbevlekt Ontvangene’ (Maria als oerbeeld van een nieuwe schepping), ‘Tenhemelopgenomene’ (Maria als oerbeeld van de nieuwe mens), ‘Moeder Gods’ (Maria als oerbeeld van het vrouwelijke), ‘Koningin des Hemels’ (Maria als kosmische moederlijke kracht), enzovoort.
Voor velen is Maria vooral ‘aards’ en ‘een vrouw van vlees en bloed’, terwijl anderen in haar vooral de ‘hemelse Wijsheid’, een ‘vrouwelijke godin’, ‘Isis/Artemis’ herkennen. En vaak lopen de hier beschreven onderscheiden dan ook nog eens flink door elkaar heen.
Comfortabele Maria
We weten vanuit strikt historisch oogpunt weinig over Maria. Maar het historisch meest zekere gegeven, dat zij een jonge joodse vrouw was, levend in een Joodse cultuur onder Romeinse bezetting, blijft bij de nieuwe Mariabeelden volstrekt onderbelicht: de identificatie met zo’n Maria is waarschijnlijk voor veel postmoderne vrouwen niet aantrekkelijk, en voor een ‘hemelse visie op Maria’ is dit gegeven al helemaal ongeschikt.
De weinige gegevens die het Nieuwe Testament over Maria verstrekt zijn, ondanks hun verschillen, op één punt volstrekt consistent: zonder Jezus geen Maria. De moeder van Jezus is niet ‘los verkrijgbaar’: zij kreeg haar plaats in de evangeliën om zo de unieke identiteit van haar zoon beter te kunnen beschrijven. In de hedendaagse Mariabeelden is Maria echter niet slechts veelal van haar historiciteit ontdaan, maar tevens van haar zoon. Deze zoon is blijkbaar voor veel van onze tijdgenoten spiritueel nogal onaantrekkelijk.
Al met al wordt Maria zo vooral op heel persoonlijke wijze voor het eigen spirituele karretje gespannen, al naar gelang de geestelijke behoeften die zij kan bevredigen. Maria wordt zo een placeboachtige spirituele pleister, een spirituele vrouwelijk-warme wollen deken die je om je heen kunt slaan, een comfortabele goddelijke aanwezigheid die zelfbewustheid en levensgeluk schenkt.
Noch man, noch vrouw
Wanneer we goed toekijken, kunnen we veel elementen van het traditionele rooms-katholieke volksgeloof ook in de ‘nieuwe Maria’ herkennen. Binnen de gevestigde kerken hebben we nogal eens de neiging om op dit volksgeloof neer te kijken, en dat is niet altijd helemaal onterecht. Toch zou het best kunnen zijn dat beide vormen van mariaal volksgeloof (zowel het ‘traditionele’ als het ‘postmoderne’) zowel een kritiek op, als een uitdaging voor de christelijke kerken vormen.
Het mariale volksgeloof levert grondige kritiek op een al te verstandelijk en intellectueel Europees christendom waar vooral veel gepraat, uiteengezet, gepreekt en doordacht wordt, maar waar voor de ziel, het hart, het sentiment weinig plaats overblijft. Een christendom dat een al te zakelijke liturgie voortgebracht heeft, waar het mysterie nauwelijks nog plaats heeft en er geen beroep meer wordt gedaan op het sensibele in de mens. Een nogal mannelijk christendom dus, waar Maria als vrouwelijk element een zeker tegenwicht vormt. Maar hebben we geen andere mogelijkheden om dit evenwicht te (her)vinden? Wordt Maria zo niet overvraagd en feitelijk onrecht aangedaan?
Het mariale volksgeloof levert verder kritiek op het traditionele godsbeeld. Het beeld van een te mannelijke God wordt wat bijgesteld door de aanwezigheid van zijn moeder. Maar zo wordt van het joodse meisje uit Nazareth toch weer een hemelse koningin gemaakt, die meer goddelijke dan menselijke trekken vertoont. Hebben we geen andere mogelijkheden om God voor onze tijdgenoten weer ter sprake te brengen, op een wijze die niet slechts mannelijk is? Zelfs de Catechismus van de Katholieke Kerk geeft daartoe al aanzetten:“God is geenszins als het beeld van de man/mens. Hij is noch man, noch vrouw. God is zuiver geest, in wie geen plaats is voor verschil in geslacht. Maar de ‘volmaaktheden’ van man en vrouw weerspiegelen iets van de oneindige volmaaktheid van God: die van een moeder (vgl. Jes. 49,14-15; Jes. 66,13; Ps; 131,2-3) en die van een vader en echtgenoot (vgl. Hos. 11,1-4; Jer. 3,4-19)”.
Nauwelijks aandacht
Toen een journalist ooit aan de rector van Lourdes vroeg wat hij met zijn hele pastorale organisatie eigenlijk uitvoerde, antwoorde deze:“Ici, nous évangélisons la religion” (Hier evangeliseren wij de religie). De inspanningen in de verschillende mariale bedevaartsoorden zijn er inderdaad op gericht om het religieuze gevoel en verlangen van mensen te kanaliseren en te evangeliseren. De aanwijzingen die paus Paulus VI daartoe in 1974 in zijn Apostolische Exhortatie gaf, zijn daartoe een grote hulp gebleken en hebben reeds vele vruchten gedragen. Hij schreef onder andere dat de katholieke Mariaverering bijbels van inspiratie moest zijn, liturgisch van inslag, oecumenisch van geest, en antropologisch georiënteerd. Paulus VI heeft zo, geheel in de geest van het Tweede Vaticaans Concilie, Maria haar eigen plaats willen geven, zonder de unieke plaats van Christus te willen overschaduwen.
De geschiedenis van het christendom heeft laten zien dat Maria pas om de hoek kwam kijken toen Christus reeds zijn plek ingenomen had. Zo hebben de oudste teksten uit het Nieuwe Testament niet of nauwelijks aandacht voor Maria, maar de latere teksten wel. Zo zijn ook de katholieke mariale dogma’s, zonder direct bijbels fundament, pas meer dan achttien eeuwen na het sterven en verrijzen van Christus afgekondigd. Het theologisch denken over Maria is aldus een consequentie van het theologisch denken over de identiteit van Jezus van Nazareth, die christenen belijden als Christus en Zoon van God. Voor nogal wat hedendaagse gelovigen liggen de zaken echter veelal omgekeerd: het is vaak Maria die hen toegang verschaft tot Christus. Het is de taak van de kerken deze kennismaking te begeleiden en bijbels te funderen.
Verbazing
Voor veel protestanten zal dit wellicht nogal wat ongemakkelijk en onwennig aanvoelen. Hen zou ik het liefst willen uitnodigen zich te verdiepen in de verschillende officiële en officieuze dialogen die de katholieke Kerk de afgelopen decennia met de verschillende protestantse kerken en kerkgenootschappen of met hun vertegenwoordigers heeft gevoerd. De resultaten van deze dialogen zijn zowel voor katholieken als protestanten vaak een bron van verbazing. Maria heeft haar plaats in de bijbel en in de geloofsbelijdenissen die katholieken en protestanten verenigen. Veel, zeer veel, van wat rooms-katholieken met betrekking tot Maria belijden (zij geloven bijvoorbeeld niet ‘in Maria’!), kan ook door protestanten moeiteloos beleden worden.
Wanneer katholieken tenslotte belijden dat zij in Maria ook het heil dat door Christus aan de wereld geschonken is, op persoonlijke en unieke wijze verwezenlijkt zien, dan is dat echter voor velen onder hen (nog?) een theologische brug te ver. Maar het is misschien juist deze laatste stap, deze overtuiging dat Maria op unieke en volledige wijze door Christus verlost is, die spirituele zoekers aan het begin van de 21e eeuw op weg kan zetten naar een vernieuwd zicht op Jezus van Nazareth, haar Zoon, onze broeder en Verlosser.
Drs. Hendro Munsterman
Drs. Hendro Munsterman is theoloog en directeur van het Centre Théologique de Meylan-Grenoble. Bovenstaande bijdrage verscheen eerder in VolZIn van 20 februari 2009. Onlangs verscheen van zijn hand een artikel in het Nederlands in de bundel Wonderlijke ontmoetingen, Lourdes als moderne bedevaartsplaats, (red. Paul Post en Charles Caspers, Abdij van Berne, 144 blz., € 18,-).
Reacties
Verdoezelt alle aandacht niet het grote belang van het offer dat Jezus bracht en de redding die daar uit voort kwam? Ik heb de indruk dat al die aandacht voor Maria beter aan Hem kan worden geschonken die dat ook van ons vraagt: aanbid alleen God. Ook zie ik in de aandacht die niet-christenen zouden hebben voor Maria alleen maar gevaar. Worden zij niet op een dwaalspoor gezet? Maria brengt geen redding maar Jezus! "Ik ben de weg, de waarheid en het leven".
Ere wie ere toekomt: ook Maria heeft haar plaats in de geschiedenis en zelfs in de heilsboodschap doch mijns inziens zeer bescheiden.
Vanuit evangelisch oogpunt, in een maatschappij die vaak niet veel op heeft met Jezus (als redder der mensheid) kunnen we beter ons focussen op de spil van ons geloof en op Hem om wie het uiteindelijk allemaal draait: Jezus.
Marcel Taris - Grolloo
Goede Hendro,
Wat een duidelijke uiteenzetting! Dank je. Ik herken in je beschrijving van verschillende vormen van 'Maria-verering' duidelijk punten waar ik zelf mee gestreden heb (zo was ik ooit één van die katholieken die ‘niets met Maria hebben’, nou ja niets? weinig toch zeker). Ook herken ik bij anderen - nu mijn Maria-verering aardig in onvereenstemming is met wat de Kerk ons leert - hun strijdigheden of 'eigen aardigheden', waaronder een verering die geen recht doet aan 'zonder Jezus geen Maria', maar haar standaard tussen zichzelf en Jezus de Christus in plaatsen.
Al met al vind ik het bijzonder te zien hoe je verschillende vormen van Maria-verering een eigen plaatsje toekent, zonder afbreuk te doen aan de mensen achter de verering of hun overtuiging, en tegelijkertijd kernachtig weet te beschrijven waar de rooms-katholieke Maria-verering op gebaseerd is en wat haar plaats is in de (R.-K.) Kerk.
Lieke Titulaer-Remkes - Helmond
Reactie plaatsen
Reglement
- Alle reacties worden vóór publicatie door de redactie beoordeeld. Wij behouden ons het recht voor reacties te weigeren of in te korten zonder opgaaf van redenen.
- Een inzending mag maximaal 1000 tekens bevatten en moet goed leesbaar zijn.
- Lees andere inzendingen zodat u in uw reactie niet in herhaling vervalt maar nieuwe argumenten geeft. De reactie moet inhoudelijk zijn en iets waardevols toevoegen aan het artikel. Dus bijvoorbeeld geen agressief taalgebruik.