24/12/07
Leen de ogen van God
Hoe kunnen we echte buren worden van mensen die ons misschien ergeren of afstoten? Als je leert kijken door de ogen van kwetsbare mensen, kan dat de wereld wel eens op de kop zetten. Een kerstoverweging.
Wanneer ik op zaterdagmorgen naar de bloemenmarkt in het centrum van de stad Utrecht fiets, kom ik altijd door een nauwe tunnel onder het station. Aan het begin ervan staan wat luguber uitziende drugsgebruikers. De een is nog akeliger om aan te zien dan de ander. Verwaarloosd, bleek, soms verkrampt staan ze daar. En ik voel afgrijzen, die overgaat in een emotionele afwijzing. Ik neig ertoe om hen te veroordelen: wat doe je hier, je vervuilt onze samenleving, je leeft maar op onze centen door al je gebedel.
Regelmatig fiets ik via dezelfde tunnel naar het stedelijk crisiscentrum en ga op bezoek bij een vrouw die al voor de zoveelste keer opgenomen is. Ze wordt vaak opgepakt door de politie omdat ze bedelt en als prostitué geld verzamelt om drugs te kopen.
Zij roept op het eerste moment irritatie bij me op. Maar vaak gebeurt er iets in ons gesprek, waardoor ik anders ga kijken en luisteren. Tenminste wanneer ik me door deze vrouw laat raken. Ik tref een mens aan die hunkert naar begrip, verbondenheid en naar een beetje meer waardering dan ze voor zichzelf kan opbrengen. Een kleine mens die telkens maar weer probeert overeind te krabbelen, maar het niet redt. Een vrouw die schreeuwt om eerbied.
Door onze ontmoeting ga ik anders naar haar kijken, zij opent me de ogen, waardoor het me misschien lukt om ook op een nieuwe manier te kijken naar al die akelig uitziende bedelende mensen bij de fietstunnel. Wat zie ik dan? Mensen net als ik: kwetsbaar, maar ook vol verlangen. Mensen met hun eigen kracht en schoonheid die ik misschien zou zien, wanneer ik me echt door hen laat raken.
Bron
De verhalen rond de geboorte van Jezus zijn voor mij in de loop der jaren een uitnodiging geworden om op een nieuwe manier te kijken naar de mensen om mij heen. Lukas laat in zijn verhaal over de geboorte van Jezus zien dat God nabij komt in een kwetsbaar, afhankelijk kleine mens. Menswording noemen we dit. Daarmee probeert Lukas ons duidelijk te maken dat God ‘nooit los verkrijgbaar’ is. Misschien kan ik God alleen maar op het spoor komen via een mens, wie hij of zij ook is. Soms denk ik, soms geloof ik: in elke mens in al haar of zijn kwetsbaarheid, is God op een unieke manier te kennen. Maar tegelijk weet ik, dat geen enkele mens God helemaal kan laten zien. Ook alle mensen van alle tijden kunnen dat niet. Er is altijd meer. Zelfs dat kwetsbare kind, zelfs Jezus van Nazareth, wanneer hij volwassen is geworden, kon God niet helemaal laten zien. Er is meer God dan Jezus. Zeker, hij liet God op een volstrekt unieke manier zien, maar hij was een mens met zijn mogelijkheden en onmogelijkheden, een mens die leefde in zijn tijd, in zijn cultuur. Wanneer Johannes zijn evangelie begint met een prachtige hymne over de menswording van God, dan gebruikt hij de woorden ”het woord is vlees geworden”. Vlees is wat iedereen is, zegt Huub Oosterhuis: lijfelijk – echt, deze mens met dit gezicht, nietig als gras. In plaats van te zeggen dat Jezus God helemaal liet zien en kennen, kunnen we misschien beter zeggen, dat hij ons op weg helpt, en dat hij voor ons een unieke gids is. Wanneer je het verhaal van Jezus van Nazareth leert kennen, zit je op een goed, ja uniek spoor. Hij heeft laten zien dat het echt kan: liefdevol leven.
En op dat spoor kom ik allerlei mensen tegen die op hun manier mij de weg wijzen. Dat spoor moet ik telkens weer proberen te ontdekken. Soms als ik iemand in de ogen mag zien, als ik vol mededogen dichtbij mag komen, dan kan er een bron opengaan en gaan stromen. Soms is het maar een ogenblik, dan is het weer weg. Het kan ook niet altijd zo uniek zijn. Het gewone leven gaat verder.
Met die ervaring, in een oogwenk, van een mens die op mijn weg komt, kan ik mij tot God richten. Maar dan heb ik steeds dat menselijke gezicht voor ogen. Zonder deze mens, zonder al die mensen die ik nabij mag komen, tast ik in het luchtledige.
Ik geloof, met de jaren meer, dat God niet ophoudt mens te worden.
Het kind dat zichzelf nog niet kan redden, wordt een vindplaats van God. En daarmee nodigt Lukas ons uit om precies de andere kant op te kijken dan we gewend zijn: Gods komst op aarde heeft niets van macht, aanzien of prestige. Gelukkig heeft Lukas ons dit verhaal nagelaten. Het is alsof hij zegt: wil je God op het spoor komen, draai je dan om en laat je raken door degene die achteraan komt. Zo kan ik ontdekken dat ik mij op heilige grond bevind.
Buur worden
Tijdens mijn pastoraat in een oude wijk in Utrecht ben ik steeds meer betrokken geraakt bij het ontmoetingswerk met migranten. Uit het gesprek met vele vrijwilligsters die elke week op bezoek gaan bij vrouwen (meest moslims) weet ik hoe taai, moeizaam werk dit is. Soms is het ontmoedigend, hetgeen nog lastiger wordt door alle publieke discussies over Nederland en de Islam. Maar de vrouwen laten me zien hoe zij in de vreemdeling een mens ontdekken die op zoek is naar een menswaardig bestaan, net zoals vele anderen in onze samenleving. En zij ontdekken gaandeweg hoe kostbaar deze mens is die zij mogen ontmoeten. Door hun verhalen word ik zelf een zoekend mens: hoe redden we het samen en hoe worden we zo betrokken dat we echte buren kunnen worden? Ik moet er zelf mee aan het werk, mij oefenen om de ander te zien zoals deze is in haar of zijn verlangen en streven. Dat kan boeiend en kostbaar worden. Deze aanvankelijk vreemde mens laat mij iets zien van zijn wereld en daagt mij daarmee uit hem iets van mijn wereld te laten zien. Nee, misschien nog wel een stapje verder: hij daagt mij uit ‘buur’ te worden, deel van zijn wereld te worden en hem deel van mijn wereld te laten worden. Soms denk ik: is dit niet waar het kerstverhaal van Lukas over gaat?.
Tot nu toe heb ik willen zeggen dat in iedere mens God te ontmoeten is. Maar er is nog een andere kant aan het kerstverhaal. Het vlees geworden woord brengt ons op het spoor van God, zodat we Zijn/Haar aanwezigheid kunnen ontdekken, maar Lukas daagt ons ook uit om naar onze wereld te kijken met de ogen van een klein, kwetsbaar kind. Zo kijkt God naar onze wereld. God kijkt naar ons door de ogen van de kleinen. Ik mag dit, denk ik, ook verbreden: via iedere mens in haar, zijn kwetsbaarheid, kijkt God naar onze werkelijkheid. En dan gaat het ook over mij.
Het is geen wonder dat de grote mystieke schrijvers zoveel aandacht hebben voor het kerstverhaal. Pedro Casaldaliga, een Latijns-Amerikaanse bisschop die veel heeft gedaan voor de landloze armen in Brazilië, schrijft in zijn dagboek over de mystieke eenwording met God. Dat lijkt een groots gebeuren, een hoogheilige ervaring. Maar wat in de mystieke eenwording werkelijk gebeurt, is niet een nieuw zicht op God of een nieuwe relatie met God, maar een andere relatie tot de wereld, een relatie die de ogen van God heeft geleend. God roept ons mensen op onze eigen oren en ogen weg te geven en ons Gods oren en ogen te laten schenken. En dan bidt deze bisschop: “God, leen mij uw oren en ogen opdat ik de kleine weerlozen kan horen en zien.” En als ik dit nu verbind met het kerstverhaal dan zou dit kunnen betekenen dat wij uitgenodigd worden te kijken met de ogen van de kwetsbare afhankelijke mens, en te luisteren met de oren van de armen? Als wij zo naar onze wereld leren kijken, zou dat onze wereld wel eens op de kop kunnen zetten!
Gerard Zuidberg
Gerard Zuidberg is pastor in Utrecht en auteur van boeken en artikelen over spiritualiteit. Hij is ook lid van de redactie van rk-kerkplein.org. Deze bijdrage is overgenomen uit het kerstnummer van VolZin, 21 december 2007 (www.opiniebladvolzin.nl).
Reactie plaatsen
Reglement
- Alle reacties worden vóór publicatie door de redactie beoordeeld. Wij behouden ons het recht voor reacties te weigeren of in te korten zonder opgaaf van redenen.
- Een inzending mag maximaal 1000 tekens bevatten en moet goed leesbaar zijn.
- Lees andere inzendingen zodat u in uw reactie niet in herhaling vervalt maar nieuwe argumenten geeft. De reactie moet inhoudelijk zijn en iets waardevols toevoegen aan het artikel. Dus bijvoorbeeld geen agressief taalgebruik.