3/7/08
Jezus van Nazareth - Een studie van Joseph Ratzinger, Benedictus XVI (2)
Richtinggevend voor iedere Jezusstudie vind ik de bemerking van Maarten Menken in zijn artikel Onderzoek naar de historische Jezus in Praktische Theologie, 28-4 (2001), blz. 426 e.v.: “De christelijke kerk heeft door de eeuwen heen niet de historische Jezus, maar de interpretaties van zijn persoon, van zijn woorden en van zijn daden in de geschriften van het Nieuwe Testament als canoniek beschouwd”. Zo lees ik ook het boek van Ratzinger. Hier is een systematisch theoloog, een dogmaticus aan het woord. Van meet af aan laat hij duidelijk zijn interesse, de richting voor het gebruik van schriftteksten en van zijn interpretatie blijken: Jezus van Nazareth is de mens geworden God. “Het geloof zegt mij: God is daadwerkelijk de menselijke geschiedenis binnen getreden”. “De vier evangeliën zijn voor mij werkelijkheidsgetrouwe documenten van een historisch zinvolle en overtuigende figuur. Twintig jaar na zijn dood treffen wij in de Christus’ hymnen van de Philippenzenbrief al een volledige christologie aan”. Ik zal niet zeggen: Ratzinger zet schriftteksten naar zijn hand. Maar uit meerdere betekenismogelijkheden kiest hij diegene, die zijn geloofsdenken over Jezus van Nazareth ondersteunen.
1. Jezus de Nieuwe Mozes
In zijn inleiding zet Ratzinger de toon voor het hele boek. Hij haalt de visionaire belofte van God aan zijn volk in de woestijn aan uit de geschriften van Mozes: “Uit uw eigen broeders zal de Heer uw God een profeet laten opgroeien zoals ik, naar wie u moet luisteren” (Deut.18,15) en vult dit aan met de eindtekst van Deuteronomium: “Er is in Israël nooit meer een profeet opgetreden als Mozes, die de Heer van aangezicht tot aangezicht gekend heeft (Deut.34,10).
In het verlengde van deze belofte ziet Ratzinger Jezus als de nieuwe Mozes. Ratzinger maakt dit inleefbaar door te wijzen op de middeleeuwse mystiek die gekenmerkt wordt door vertrouwvolle omgang van de mysticus (/ca) met God. Maar hij relativeert deze omgang tegelijk door te wijzen op Mozes die God vroeg: “Laat mij uw heerlijkheid zien” (Ex. 33,18). Het antwoord luidde: “Mijn gelaat kunt u niet zien. Ik bescherm uw ogen met mijn hand. Als ik mijn hand terugtrek, kunt u mij van achteren zien”.
Ratzinger ziet zijn boek niet alleen als een leesboek. Het wordt een boek om na te denken, en stil te worden voor het verschijnen van God in onze wereld. De nieuwe Mozes, Jezus, is meer dan Mozes. Hij zal Gods gelaat wčl zien, werkelijk en rechtstreeks.
2. Johannes doopt Jezus
Nog op een andere wijze werkt Ratzinger zijn geloof in Jezus als de mensgeworden God uit, nu aan de hand van nieuwtestamentische teksten.
God treedt onze mensengeschiedenis als Jood binnen, in een periode dat Israël door de Romeinen bezet was, een provincie in het Midden Oosten van het Romeinse Rijk. Met grote precisie tekent Lucas deze historische context van het optreden van Jezus. Vervolgens: de Jood Jezus gedroeg zich als zijn vrome bewust levende tijdgenoten. Hij liet zich aanspreken door Johannes de Doper, die opriep tot bekering. Theologische reflectie dwingt tot de vraag: moet de Zoon Gods zich bekeren? Matteus verwoordt het theologisch bezwaar in de woorden van Johannes: Ik zou door ů gedoopt moeten worden. Maar Jezus voorkomt een discussie: “Laat het nu maar gebeuren, want het is goed dat wij op deze manier Gods’ gerechtigheid vervullen. Ratzinger geeft de beleving van deze woorden in de Oosterse liturgie weer: het is een vooruitgrijpen op zijn woorden in Getsemanie: “Vader, niet zoals ik wil, maar zoals U wilt (Mt. 26,3). Maar Ratzinger onderstreept: alle vier evangeliën laten het openbare leven van Jezus beginnen met de doop in de Jordaan. Jezus gaat de geschiedenis van zondige mensen in en solidariseert zich met mensen die zich bekeren en de tekenen over zich afroepen die de bekering uitdrukken.
Maar tegelijk wordt manifest dat in de afdaling en onderdompeling meer plaatsvindt dan een doopsel van bekering. Ratzinger ziet in het optreden van Johannes de Doper een doorbraak temidden van alle politieke en religieuze spanningen. Een doorbraak in de lijn van de religieuze geschiedenis van Israël. “Eindelijk was er weer een profeet”. “Eindelijk kondigt zich het handelen van God in de geschiedenis weer aan”.
Om de mensoverstijgende betekenis van de Jordaandoop aan te geven, verwijst Ratzinger naar de gedachten en symbolen in de Oosterse liturgieën waarin de Jordaandoop een onderdeel is van het feest van Epiphanie, naast Driekoningen de Bruiloft van Kanaa. Misschien verschijnt God in de Epiphanie van de Jordaandoop nog het uitbundigst.
3. Doop in de Jordaan en Verrijzenis
Er is nog een tweede aspect in de Jordaandoop. Ratzinger ziet in de Oosterse liturgie verbindingen tussen de viering van Epiphanie en de viering van Pasen. De liturgische gezangen in de week voor Epiphanie en de gezangen in de Goede Week stemmen met elkaar overeen. Maar duidelijker is nog de iconografie. Jezus daalt af in de Jordaan die zich opent als een grafkelder. Na zijn dood daalt Jezus af in de onderwereld. Twee beelden worden één beeld. In de onderwereld wordt Jezus helemaal omspoeld met water. Jezus is solidair met zijn medemensen en lijdt met hen, maar levert ook strijd met de Sterke, die de mens gevangen houdt. Na de doop stijgt Jezus op uit het water. Hij laat de zondige wereld achter zich. Pasen gaat nog verder. De opstanding van Jezus opent de poorten van de onderwereld en geeft uitzicht op een nieuw leven: een nieuwe hemel en een nieuwe aarde.
Wij hebben het even aangetipt: in de Oosterse liturgie wordt de doop van Jezus opgenomen in het feest van Epiphanie. Misschien verschijnt God in de Epiphanie van de Jordaandoop nog wel het uitbundigst. Bij het opstijgen uit het water brak de hemel open en de Geest van God daalde op Jezus neer als een duif. En uit de hemel klonk een stem: “Dit is mijn geliefde zoon, in hem vind ik vreugde”. Deze woorden geven scherp weer wat in de verrijzenis tot volle werkelijkheid komt. De hemel is nu open. Jezus is één met de Vader en vervult Gods gerechtigheid volledig. Met grote nadruk voegt Ratzinger er aan toe: Jezus is de geliefde Zoon van God.
Ratzinger is zich bewust dat deze schriftteksten van Johannes al een eerste kerkelijke bewerking ondergaan hebben. Want hij gebruikt ze niet in de geest van de traditionele bewijsvoeringen, die woorden van Jezus hanteren als een argument voor de trinitaire gestalte van God. Hij is voorzichtiger en spreekt van een ‘zinspeling’ op het mysterie van de drie-ene God dat zich echter pas in het totaal van Jezus’ levensweg in zijn volheid ontvouwt (pag.43). Wij voegen er aan toe: de kerk heeft meerdere eeuwen nodig gehad om voor zijn gelovigen de betekenis van Jezus als de door de Vader onder ons mensen gezonden Zoon van God uiteindelijk (is er wel een eind?) tot klaarheid te brengen.
4. Jezus het Lam Gods
Als Ratzinger het opstijgen van Jezus uit het Jordaanwater verbindt met de verrijzenis uit het graf doet hij daarmee de oorspronkelijke betekenis van deze gebeurtenissen geen geweld aan? Nee, want naast de symbolische overeenkomsten van neerdalen en opstijgen uit het Jordaanwater en uit het graf wijst Ratzinger op de wijzing van Johannes de Doper: “zie het Lam Gods dat wegneemt de zonden der wereld”. Het Lam wordt in de geschiedenis van de jonge kerk een centraal symbool om het optreden van Jezus te verstaan.
“Waarom wordt Jezus als Lam aangeduid?”, vraagt Ratzinger zich af. Wat betekent het dat dit Lam de zonden van de wereld wegdroeg? Voor de beantwoording van deze vragen doet Ratzinger een beroep op de exegeet J.Jeremias, die verwijst naar schriftteksten in het Oude Testament:
Jesaia 53 tekent de lijdende dienaar van de Heer
als een schaap dat naar de slacht wordt geleid,
als een ooi die stil is bij haar scheerder (Jes. 53,7).
“Belangrijker nog is dat Jezus op een Paasfeest gekruisigd werd en wel haast vanzelf het Paaslam leek te zijn”.
“Pasen was er de oorzaak van, dat het symbool van het Lam bepalend werd voor het verstaan van Christus”.
Ik voeg dit eraan toe: omdat mensen van onze tijd een weerzin hebben tegen mensenoffers en niet accepteren dat een God die barmhartig genoemd wordt, een mensenoffer zou eisen tot genoegdoening van de zonden die mensen bedrijven. Een Joods-christelijke symbolische benadering van de politieke moord op Jezus van Nazareth kan misschien deze weerzin relativeren ten aanzien van zijn gewelddadige terechtstelling. Deze terechtstelling past binnen het Joods-Romeinse rechtssysteem van die dagen met al zijn – zeker voor ons – gruwelijke en mensonwaardige aspecten. Maar tegelijkertijd probeert Ratzinger aan de hand van schriftteksten dit gebeuren theologisch te duiden: Jezus zien als het Lam bij zijn doop in de Jordaan verbindt het dopen in de Jordaan met de lijdensweg tot de dood toe in Jeruzalem, als een afdalen in de diepte van de dood.
5. Een boek voor deze tijd
Enerzijds heb ik in het bovenstaande getracht zo getrouw mogelijk de inhoud en de werkwijze van Ratzinger weer te geven.
Anderzijds heb ik mij tot nu toe onthouden van een praktisch theologisch georiënteerde vraag. Wanneer de theoloog Ratzinger in zijn boek over Jezus een belangrijke plaats toekent aan de doop van Jezus door Johannes de Doper, dan vat ik dit onder de term van ‘bronverheldering’. Ratzinger voert ons op een knappe wijze door de evangelieteksten die dat gebeuren vertellen. Hij zal zeggen: “Ik doe het niet als bijbelgeleerde, maar als gelovige”; maar dan wel als een gelovige met kennis van zaken. Hij leest niet alleen nauwkeurig de evangelieteksten, maar legt ook dwarsverbindingen met teksten uit het oude en teksten uit het nieuwe testament. Jezus is niet zomaar een Jood, hij is ook niet zomaar een profeet uit het rijtje van grote Joodse profeten. Ratzinger wijst er op, dat de doop in de Jordaan al vroeg opgepakt wordt in de christelijke symboliek van de eerste eeuwen, gestalte heeft gekregen in de Epiphanie-symboliek van de christelijke kerken in het Midden Oosten en al vroeg onderwerp is geworden van de christologie bij de Apostolische vaders. De boeiende wijze waarop Ratzinger dit uiteenzet, nodigt uit deze bronnen nader te bestuderen.
Ik werd getroffen door een IKON-uitzending op zondagmorgen van Het Vermoeden, waar een ex-grootindustrieel, Rein Willems, zijn bewondering voor het boek van Ratzinger uitsprak. Deze gaf antwoord op mijn vraag: zou dit Jezusboek nu mensen van onze tijd aanspreken? Rein Willems presenteert zichzelf als een technicus, een rationalist, met oog voor het berekenbare, uiteindelijk voor berekenbare resultaten. Maar hij voegt er aan toe: in de kerk, in je geloof, kun je niet alleen rationeel te werk gaan. Kerk en geloof herinneren je aan je hart, aan je liefde. Kerk en geloof brengen je ratio en je hart, je liefde bij elkaar. Deze man vertelde dat hij iedere morgen samen met zijn vrouw uit de bijbel las; gedurende de dag zich gedragen wist door de Geest en de liefde van God. Je werkt samen met mensen, zo zei hij. Ook zij hebben hun inzet en hun enthousiasme. Daar moet je als ondernemer en leider op voortbouwen. Als christen heb je de taak je medemensen in hun kracht te zetten.
Uit zijn relaas begreep ik, waarom hij zich na zijn pensioen de tijd gegund heeft om het boek van Ratzinger te lezen. Rein Willems is persoonlijk met God bezig, dagelijks, in gebed, in gezang. Verwonderlijk voor een rationeel mens, zo merkt interviewer Annemiek Schrijver op: hij gelooft, dat met zijn dood de opstanding daadwerkelijk plaatsvindt. “Jezus volgen in zijn sterven en opstanding maakt je stil, geeft je geestelijke rust”. Daarmee geeft deze man de geestesgesteldheid aan van een modern mens, een protestant, die met vrucht en toeleg het boek van Ratzinger leest.
De man stelde mij gerust. De doop in de Jordaan kan nog steeds de ogen van mensen openen.
Piet van Hooijdonk
De auteur schreef het eerste deel van zijn verhandeling over de studie van Joseph Ratzinger enige maanden geleden en is hier te lezen.
Reacties
Aangezien dat op dit moment zich een discussie voordoet over of homo's de communie mogen ontvangen of niet, moet paus Ratzinger wel overwegen dat in het verleden juist de geestelijkheid zich heeft vergaan aan misbruik van kinderen.
Het is dan wel aan te nemen dat in de rooms-katholieke kerk meer pedofilie is dan homofiele gelovigen of allebei. Als de paus dit allemal wil wegstoppen in de doofpot dan hoop ik dat alle rooms-katholieken uit de kerk uit treden omdat dit niet hedendaags is. De paus moet homoseksualiteit accepteren en zeker de Nederlandse kerk terugroepen en uit de functiezetten. Wanneer de kerk geen subsidie verkrijgt van de Nederlandse staat dan is dit heel gevoelig. Dus roep ik alle Nederlanders op die het hiermee niet eens zijn: stap uit de Nederlandse katholieke kerk en geef hiermee aan dat geen een uitgesloten wordt van het geloof.
Hans Bungard - Klundert
Reactie plaatsen
Reglement
- Alle reacties worden vóór publicatie door de redactie beoordeeld. Wij behouden ons het recht voor reacties te weigeren of in te korten zonder opgaaf van redenen.
- Een inzending mag maximaal 1000 tekens bevatten en moet goed leesbaar zijn.
- Lees andere inzendingen zodat u in uw reactie niet in herhaling vervalt maar nieuwe argumenten geeft. De reactie moet inhoudelijk zijn en iets waardevols toevoegen aan het artikel. Dus bijvoorbeeld geen agressief taalgebruik.