In Memoriam Frans Haarsma  
Home > Thema's > Inculturatie > Kerk zijn > Spiritualiteit > In Memoriam Frans Haarsma
Dr. Hans van der Ven
9/12/09

                            In Memoriam Frans Haarsma    

Als collega proximus en opvolger van Frans Haarsma aan de Radboud Universiteit Nijmegen wil ik hier zijn betekenis voor de theologie schetsen, aan de hand van een tekst uit zijn dissertatie waarin hij zegt dat theologie naar drie dimensies kan worden onderscheiden: lengte, breedte en hoogte.

De dimensie van de lengte is die van de theologiegeschiedenis. Wat in de conversatie met Frans Haarsma alsook in zijn werk opvalt, is het belang dat hij hecht aan de kennis van de hoofdwegen in die geschiedenis, de kruispunten, afslagen, zijwegen en dwaalwegen. Hij heeft een hekel aan modieuze beweringen die niet kritisch gerelateerd zijn aan discussies in historisch onderzoek.

Hij zal altijd de opvatting van auteur A met die van auteur B vergelijken, de argumenten pro en contra tegen elkaar afwegen, en tot een conclusie komen die ruimte laat voor verder onderzoek en bijstelling. Hij heeft het zelf nooit gezegd, maar de kritische methodologie van Karl Popper is hem op het lijf geschreven. Zo heb ik Frans Haarsma leren kennen. Op de annonce van zijn overlijden wordt hij een rechtvaardig mens genoemd. In zijn historisch werk is hij dat ook.

De dimensie van de breedte is die van de kerk. Toen hij de leerstoel pastoraaltheologie ging bezetten, sloot hij zich aan bij het ‘Handbuch der Pastoraltheologie’ van Karl Rahner. Deze discipline werd daarin niet langer gereduceerd tot de leer van het ambt, maar verbreed tot de theorie van de zelfvoltrekking van de kerk. Hij heeft in talloze colleges, lezingen, artikelen en TV-optredens getracht de rijkdom van dit kerkbegrip te ontvouwen, gevormd als hij was door Thomas tijdens zij opleiding in de dogmatiek bij Kreling, daarna door de nouvelle théologie van Congar en Chenu, en tenslotte door Vaticanum II.

Kerkbegrip, zullen sommigen denken? Voor hem is de kerk niet louter een institutie, maar een gemeenschap, een pelgrimerend Godsvolk, een Jezusbeweging van gelovigen – gelovigen die zich oriënteren op God en op Jezus als profetisch getuige, op de bijbel als hun bron, en op de rituelen van doop en eucharistie. Gelovigen die tevens ervaren hoe aangevochten hun geloof is, van buitenaf en van binnenuit. Maar hij neemt ze niet de maat.

Aan het einde van zijn inaugurele rede De leer van de kerk en het geloof van haar leden verwijst hij naar de bede uit het Marcusevangelie (9:24): “Ik geloof, kom mijn ongeloof te hulp”. Tot de bisschoppen zegt hij, als het ware ‘Morrend tegen Mozes’, dat het hun taak is geduldig te wachten, aandachtig te luisteren, en moedig te zwijgen – woorden die toen indruk maakten, ik zie de vette kop in het toenmalige dagblad De Tijd nog voor me.

Maar bij de kerk als instituut en als gemeenschap blijft het niet. Haarsma tekent ook de wijdere katholieke gemeenschap, verspreid over de continenten. Bij al zijn ijveren voor de oecumene, al sedert zijn docentschap aan het seminarie Rijsenburg, blijft hij de grote katholieke kerk waarderen omdat daarin, meer dan in kleinere kerken, de eenheid met pluriformiteit samengaat, ook feitelijk. Tenslotte, die wijdere katholieke gemeenschap maakt zelf weer deel uit van de samenleving, ze wordt erdoor beďnvloed en streeft er omgekeerd naar ook haar te beďnvloeden, via de publieke opinie. Hij geeft er alle aandacht aan, zoals in zijn afscheidsrede Pastoraat in de stad van de mens (1984).

Tenslotte, de hoogtedimensie is die van de gerichtheid op God en op de Geest van God en Jezus. Zijn ecclesiologie wordt door de pneumatologie getekend, getuige ook zijn dissertatie Geest en Kerk. De Geest staat voorop. Zij waait waar zij wil, dwars door kerkstructuren heen, in andere kerken, in andere godsdiensten, in allen die opkomen voor ‘de minsten der mijnen’. Zij zorgt voor inspiratie, vuur, bevlogenheid, teneinde de locale kerk te versterken, de synodale structuren uit te bouwen, de priesterwijding open te stellen voor vrouwen en pastorale werkers. Hij zet zich er al die jaren krachtig voor in, als een niet aflatende Fries, ook al verzucht hij in 1993 in Trouw dat er een nieuwe Johannes XXIII moet opstaan om een nieuw concilie af te kondigen, Vaticanum III, ver voor anderen dezelfde wens uitspreken.

Johannes XXIII is zijn paus, zoals Alfrink zijn bisschop is. Maar daarnaast stelt hij de werking van de Geest in het persoonlijke leven centraal, de Geest van het Veni sancte Spiritus, in de vertaling van Jan van Laarhoven: “de Geest die buigt wat star is, koestert wat bevroren is, recht wat kromgetrokken is, wast wat morsig is, drenkt wat dor is”. Dit is de spirituele theoloog Frans Haarsma. Misschien is hij als theoloog behalve ecclesioloog vooral ook pneumatoloog.
Na zijn emeritaat dooft zijn theologie allerminst uit. Zo schrijft hij artikelen over pastoraal beleid, spiritualiteit en de traditio activa alsook over feministische scheppingstheologie in een bundel voor Tine Halkes. Maar allengs gaf het lichaam niet meer mee met de beweeglijkheid van de geest. Het was op, zoals hij zei.

We gaan hem uitgeleide doen, geďnspireerd door zijn Thomistisch scheppingsgeloof dat hij, voortgekomen uit God, nu naar Hem terugkeert. Toen ik vorige week persoonlijk afscheid van hem mocht nemen, wat mij erg ontroerde, waren zijn laatste woorden: adieu. Ik voegde er spontaan aan toe: ŕ Dieu. Hij knikte.

Ik besluit dan ook met de wapenspreuk van onze universiteit: in Dei nomine feliciter.

Hans van der Ven

Prof. Dr. Hans van der Ven, hoogleraar Vergelijkende empirische religiewetenschap, met bijzondere aandacht voor religie en mensenrechten, aan de Radboud Universiteit te Nijmegen,  sprak bovenstaand In Memoriam uit bij gelegenheid van de uitvaartplechtigheid van de Friese priester Frans Haarsma in Nijmegen op 30 november 2009.

Reacties

Een uitstekend In Memoriam van deze aimabele priester, die begrip toonde en interesse. Tijdens mijn studietijd was hij onze leidsman van Ecclesiagroep. Als prof van Rijsenburg kwam hij vaak op zijn motor naar ons in Zeist en spraken wij over de (te starre Kerk) o.a. over de verplichte doop, met daarop zo'n artikel Quam primam. Hij nam eigen moderne standpunten in, bij zijn promotie zei hij over zijn leermeester Alfrink: Ik waardeer hem zeer, maar ik spreek niet met 'His Masters Voice'. Hij kwam ook trouw bij Mariënburg.
Ties (Mr. M.J.A.) van Kerkhoff - Ootmarsum



Reactie plaatsen

Reglement

  • Alle reacties worden vóór publicatie door de redactie beoordeeld. Wij behouden ons het recht voor reacties te weigeren of in te korten zonder opgaaf van redenen.
  • Een inzending mag maximaal 1000 tekens bevatten en moet goed leesbaar zijn.
  • Lees andere inzendingen zodat u in uw reactie niet in herhaling vervalt maar nieuwe argumenten geeft. De reactie moet inhoudelijk zijn en iets waardevols toevoegen aan het artikel. Dus bijvoorbeeld geen agressief taalgebruik.
Naam  
E-mailadres  
Plaats  
Uw reactie  
Gebruik maximaal 1000 tekens. U hebt nog 1000 tekens tekens.
Captcha  
   

Terug naar "Spiritualiteit" | Naar boven

Disclaimer
EnglishDeutschFrancaisEspanol