Ik gun Hendrikse z’n atheïsme, maar is hij wel een echte?  
Home > Thema's > Inculturatie > Kerk zijn > Spiritualiteit > Ik gun Hendrikse z’n atheïsme, maar is hij wel ...
Drs. Jan Greven (gastcommentator)
12/11/07

Ik gun Hendrikse z’n atheïsme, maar is hij wel een echte?

Met zijn coming out, onder andere in deze krant (Trouw/red.), dat hij niet gelooft in het bestaan van God heeft de  Zeeuwse predikant Klaas Hendrikse(1) (Protestantse Kerk in Nederland) al flink wat stof doen opwaaien. Een atheïstische dominee! Kan zijn PKN dat over haar kant laten gaan? Zeker niet, klonk het ferm van die zijde en daar is het voorlopig bij gebleven. Verstandig, want deze week verschijnt een boek waarin Hendrikse zijn atheïsme uitlegt.

De schrijver, geen type dat provocatie uit de weg gaat, heeft al  gezegd te hopen op een rel. Goed voor de verkoopcijfers. Persoonlijk zie ik meer in gesprek en debat. Aanknopingspunten genoeg.

Om maar met de deur in huis te vallen: ik geloof evenmin als Hendrikse dat God ’bestaat’. De  christelijke traditie zegt trouwens niet anders en heeft keer op keer onderstreept dat God, inclusief zijn bestaan (eeuwig, alomtegenwoordig), niet met ons en ons bestaan vergeleken kan worden. Het verschil tussen gelovigen en atheïsten is dat atheïsten na ’God bestaat niet’ een punt zetten en   christenen een komma. Ook Hendrikse plaatst die komma en blijft op dat punt dus binnen de christelijke traditie.

Of hij met die constatering gelukkig is, weet ik niet. Hendrikse heeft nogal wat kritiek op die traditie. Ze heeft een knieval gemaakt voor het heidendom. God had een onbenoembaar mysterie moeten blijven. In plaats daarvan is hij ’aangekleed’ met eigenschappen als almacht, alwetendheid, alomtegenwoordigheid die oorspronkelijk hoorden bij het heidense godendom. Van Israëls God is alleen bekend wat Mozes van hem hoorde: „Ga maar, dan ga Ik met jullie mee” en als je toch een definitie moet geven, komt ’iets dat groter is dan wijzelf en zonder ons is het niets’ er het dichtste bij. God is de verticale dimensie van het horizontale verkeer tussen mensen.

Stel iemand ontzegt zich jarenlang van alles om een zieke te verzorgen. Als je dat gewoon vindt, heb je het woord God niet nodig. Hendrikse vindt dat niet gewoon: waar mensen toegewijd willen zijn aan elkaars kwetsbaarheid, daar kan God gebeuren als het ’buitengewone in het gewone’. God valt te bespeuren in menselijke nabijheid. Het doet denken aan de Franse filosoof Levinas, die trouwens op de vraag: Bent u gelovig of atheïst? Antwoordde dat we intussen ver verwijderd zijn van de spinozistische veronderstelling als zou het alternatief gelovig/niet gelovig even simpel liggen als het alternatief apotheker/niet apotheker. Iets van de subtiliteit van dat antwoord miste ik bij Hendrikse wel en dat stemt niet hoopvol voor het debat dat zijn boek zal oproepen.

Hendrikse gaat trouwens nog een stap verder. Religie is meer dan een appèl, het is ook openstaan voor mysterie. Mensen kunnen God ervaren „zonder dat er een woord valt of zonder dat daar direct een ander mens bij komt kijken”. Zo hoeft hij niet af te haken als hij mystici leest. Hij is op dit punt kritisch over de theoloog Kuitert. Hoe hij deze ook bewondert, Kuitert heeft toch te weinig oog voor het mysterie van ons bestaan. Voor een atheïst zijn dat opmerkelijke uitspraken.

Maar is het probleem van Hendrikse wel God en zijn bestaan? Ik vraag het me af. Volgens mij heeft zijn moeite met kerk en christelijke traditie meer te maken met allergie voor gezag en autoriteit. Hij zegt het keer op keer: ieder mens moet persoonlijk verwoorden wie of wat God voor hem is. Zonder dat voorschriften of voorgebakken vormen hem voor de voeten lopen. In de bijbel was dat niet anders. Mozes ervoer God als Mozes. Hendrikse als Hendrikse, ook al laat hij zich, eigenlijk niet helemaal consequent, door Mozes inspireren. Hij moet niks hebben van Openbaring die ergens vanuit de hoogte bij mensen terechtkomt.

Nu zou je zeggen: dus, volgens hem, bedenken mensen zelf wat vroeger aan de Openbaring werd toegeschreven. Maar zo is het ook weer niet. Stel, aldus Hendrikse, je kijkt naar een film en krijgt een brok in je keel. Een persoonlijke ’ervaring’, die niet in de film zit. Anderzijds, zonder film had je haar niet gehad. Voor de ’ervaring’ uit kwam iets van de ’andere kant’. Over God kunnen we alleen praten in eigen woorden. Maar dat we God ervaren komt van buiten.

Ik gun iedereen zijn atheïsme, zeker ook aan Hendrikse. Ik ben alleen bang dat hij de ballotage niet haalt.

Jan Greven

Bovenstaande tekst van de auteur is overgenomen uit Trouw/Verdieping van 6 november 2007 (www.trouw.nl)

(1) Klaas Hendrikse: Geloven in een God die niet bestaat. Manifest van een atheïstische dominee. Met een voorwoord van Harry Kuitert. Uitgeverij Nieuw Amsterdam, 2007.


Reactie plaatsen

Reglement

  • Alle reacties worden vóór publicatie door de redactie beoordeeld. Wij behouden ons het recht voor reacties te weigeren of in te korten zonder opgaaf van redenen.
  • Een inzending mag maximaal 1000 tekens bevatten en moet goed leesbaar zijn.
  • Lees andere inzendingen zodat u in uw reactie niet in herhaling vervalt maar nieuwe argumenten geeft. De reactie moet inhoudelijk zijn en iets waardevols toevoegen aan het artikel. Dus bijvoorbeeld geen agressief taalgebruik.
Naam  
E-mailadres  
Plaats  
Uw reactie  
Gebruik maximaal 1000 tekens. U hebt nog 1000 tekens tekens.
Captcha  
   

Terug naar "Spiritualiteit" | Naar boven

Disclaimer
EnglishDeutschFrancaisEspanol