‘God in Nederland’, een religieus ritueel  
Home > Thema's > Inculturatie > Kerk zijn > Spiritualiteit > ‘God in Nederland’, een religieus ritueel
Dr. Gérard van Tillo
21/4/07

‘God in Nederland’, een religieus ritueel

Onlangs verscheen ’God in Nederland 1996 – 2006’, een onderzoek naar de verschuivingen in de kerkelijkheid en de godsdienstigheid in ons land, dat eerder gehouden werd in 1966, 1979 en 1996. De conclusies leveren het vertrouwde beeld op. Het traditioneel kerkelijk christendom heeft sterk aan aanhang verloren. Ook de gelovigheid of godsdienstigheid van de Nederlanders is in het afgelopen decennium gedaald. Nog 40% van de bevolking is traditioneel-gelovig te noemen. Dat zijn voornamelijk ook kerkelijken. Ze vormen een kerngroepering binnen de hele religieuze wereld.

De gegevens die in het kader van het onderzoek zijn verzameld, zijn onder drie thema’s gerangschikt, die telkens door een andere auteur geschreven zijn. Gerard Dekker, emeritus hoogleraar godsdienstsociologie van de Vrije Universiteit, schrijft over het christelijk godsdienstig leven. In het tweede deel van het boek noteert dr. Ton Bernts, directeur van het KASKI, hoe Nederlanders denken over de plaats van religie in de samenleving. Het derde deel van het boek handelt over postmoderne spiritualiteit, te boek gesteld door dr. Joep de Hart, onderzoeker bij het Sociaal en Cultureel Planbureau.

Kerk

Nog 16% van de Nederlandse bevolking is rooms katholiek, 14% is lid van de Protestantse Kerk in Nederland (PKN), 9% is bij een andere religieuze groepering aangesloten en 61% is buitenkerkelijk. Bij kerklidmaatschap gaat het vooral om ouderen boven 55 jaar. Dit beeld wordt bevestigd door de cijfers voor het kerkbezoek. Nog maar 16% van de bevolking gaat regelmatig naar de kerk, de rest soms (14%), een hoogst enkele keer (23%) of nooit (47%). De regelmatige kerkgangers zitten vooral bij de kleinere religieuze groepen (72%) en de PKN (40%), en veel minder bij de katholieken (25%).

Geloof

Het geloof in een hogere macht is, over de hele bevolking genomen, sinds 1966 gehalveerd, van 47 tot 24%. De overigen zijn ietsisten (36%), agnosten (26%) of atheïsten (14%). De theïsten zitten vooral bij de kleinere kerkgenootschappen (79%). Bij de PKN is dat 58%, en bij de katholieken 27%. Dit vertaalt zich bijvoorbeeld in de visie op de persoon van Jezus Christus. In 1966 was hij voor 59% van de bevolking nog de Zoon van God of door God gezonden. Nu is 40%. die mening toegedaan. Andere meningen zijn, dat hij een bijzonder mens was (29%), een gewoon mens (18%) of nooit bestaan heeft (13%). Bij de PKN en de kleinere kerkgenootschappen heeft de godheid van Christus beter stand gehouden (bij beide 84%) dan bij de roomskatholieken (55%). Ook de visie op de bijbel als het woord van God vindt minder aanhang. In 1966 geloofde dat 56% van de bevolking. Nu is dat 24%. Een andere graadmeter voor traditioneel geloof zijn de opvattingen over een leven na de dood. Dat is over de hele bevolking gedaald van 56% in 1966 tot 40% in 2006. De anderen geloven daar niet in (29%) of weten het niet zeker (31%). Het geloof in een hiernamaals is weer het sterkst aanwezig bij de kleinere kerkgenootschappen (84%) en de PKN (63%), en het minst bij de roomskahtolieken (39%).

Ook de gelovigheid is afgenomen. In 1979 was dat over het geheel genomen 43%. In 1996 werd dat 40% en nu is het 31%. Nog eens 31% zegt enigszins te geloven. Daarbij gaat het lang niet altijd om christelijk geloof, en waar dat wel zo is, hoeft dat geen traditioneel of orthodox geloof te zijn. Het onderzoeksverslag onderscheidt drie categorieën van gelovigen, namelijk geloof in een transcendent-godsdienstige overtuiging, een transcendent-niet godsdienstige overtuiging en een immanente (binnenwereldse) overtuiging. Het eerste type is kenmerkend voor traditioneel kerkelijken, het tweede en derde type voor niet-ortodoxe gelovigen en buitenkerkelijken.

Religie

Religie wordt wel op brede schaal belangrijk gevonden vanwege de rituelen bij belangrijke gebeurtenissen, met name ook in het persoonlijk leven van mensen. Maar mensen claimen wel de vrijheid om daar naar eigen goeddunken mee om te gaan. Zij stellen zich op als cliënten die onder meer gebruik maken van de religieuze tradities om hun identiteit te vormen en gestalte te geven. Het typeert mensen dat zij zoekende zijn, en, zoals de auteur opmerkt, ‘niet zozeer naar de waarheid’.

Daarnaast wordt religie vooral gewaardeerd als moreel oriëntatiepunt. Vandaar dat de meeste mensen vinden dat de kerken moeten blijven, en dat de overheid desnoods zo nodig bij moet springen als de kerkgebouwen uit het stadsbeeld dreigen te verdwijnen. Dit wil niet zeggen dat men zelf op grote schaal geneigd is lid van een kerk te worden. Dat moeten anderen maar doen. Het is ook niet zo, dat men een belangrijke maatschappelijke rol voor de kerken ziet weggelegd. De moderne mens wil niet meer direct of indirect door de kerken betutteld worden. De kerken moeten juist respect tonen voor de individuele keuzes en ervaringen van mensen.

Christendom

Het rapport concludeert, dat het christendom in Nederland vooral door drie ontwikkelingen wordt aangestuurd en getekend. Dat is op de eerste plaats wat modularisering genoemd wordt. Hiermee bedoelt men, dat over de grote lijn alleen bepaalde onderdelen van het christendom worden behouden. Die kunnen voor iedereen weer anders zijn, in zeer verschillende religieuze schema’s worden ingeweven en telkens weer anders worden toegepast. Een tweede ontwikkeling die hiermee verband houdt, wordt afkoppelingshypothese genoemd, Hiermee wordt bedoeld, dat de geloofsaspecten die nog omarmd worden, losgemaakt worden van hun oorspronkelijke context en in heel andere kaders terecht komen. Een voorbeeld is, dat het geloof in een leven na de dood wordt ingevuld met de reïncarnatiegedachte.

De derde ontwikkeling is dan de vanouds bekende individualisering, die in religieus opzicht zowel verband houdt met de afbrokkeling van de kerkelijke godsdienstigheid als met de verbreding van spiritualiteit, die dan aan de eigen biografie wordt aangepast. Moderne mensen shoppen op de spirituele markt om te zien wat van hun gading is, zoals je mensen op de markt kleding ziet kopen. Kleding wordt dikwijls op eigen maat en smaak vermaakt en in steeds sneller tempo weer verwisseld voor iets anders. Het rapport spreekt dan ook van bewegende panelen en een nieuwe onoverzichtelijkheid.

Kerk en staat

Wegens het belang van religie en spiritualiteit voor individuele burgers en de rol van de kerken in de publieke ruimte, oppert het rapport de mogelijkheid religieuze instellingen en initiatieven van overheidswege te steunen. Omdat religie geen collectieve aangelegenheid meer is, zou het principe van kerk en staat minder streng kunnen worden gehandhaafd. Hierbij wordt er wel aan voorbij gegaan, dat dit al volop gebeurt via de theologische opleidingen die aan universiteiten en hogescholen verbonden zijn en uit de staatskas gesubsidieerd worden. Rond deze opleidingen worden bovendien allerlei activiteiten geconcentreerd, die beter zouden passen in kerkelijke kaders. Een andere wijze waarop de scheiding van kerk en staat als het ware gepasseerd wordt, vormt de gewoonte om de leidinggevende posities van maatschappelijke instellingen nog steeds te reserveren voor de achterban van de kerken die daar heer en meester waren in de tijd van de verzuiling, toen kerk en staat nog nauw met elkaar verweven waren.

Adviezen

Om de nieuwe situatie het hoofd te kunnen bieden raadt het rapport de kerken aan om naast de leden-kerk andere modellen van kerk-zijn vorm te geven, zoals dienstverlening aan incidentele participanten, en moral campaigning, het uitdragen van morele waarden die voor de hele maatschappij belangrijk zijn, zoals bijvoorbeeld handhaving van de rechten van de mens en behoud van de menselijke waardigheid. Deze adviezen spannen het paard wel achter de wagen. Want wegens de leegloop van tientallen jaren is de functie van kerkelijke gemeenten en parochies intussen al grotendeels verengd tot dienstverlening aan individuele participanten, en het onderzoek zelf heeft juist aangetoond, dat de morele rol van de kerken voor velen de reden is dat de kerken moeten blijven, zij het dat anderen er lid van moeten worden en de kerkgebouwen, eventueel met steun van de overheid, in stand moeten houden.

Kennisritueel

Verder blijven de kerken tot de vindplaatsen horen van religieuze en spirituele schema’s voor de zoekende mens van vandaag. Waar bij zulke overwegingen vaak aan voorbij gegaan wordt is, dat de motivatie voor het zoeken naar een eigen, passende, spiritualiteit lang niet altijd op het existentiële vlak ligt. Zelf ben ik bij veel opleidingen en cursussen in spiritualiteit betrokken geweest en heb daar ook wetenschappelijk onderzoek naar gedaan. Daarbij bleek telkens weer, dat de motivatie van de cursisten niet voornamelijk op het spirituele vlak lag, maar op het economische, in die zin dat men bijvoorbeeld van plan was zelf een spiritueel centrum te openen of cursussen te gaan geven. Het is een voorbeeld, hoe de interesse in religie vooral aangestuurd wordt door religieproductie en niet door religieconsumptie, zoals veel kennis die aan universiteiten wordt opgedaan, alleen gebruikt wordt om die weer door te geven aan anderen, zonder dat iemand zich ooit afvraagt wat we er precies mee kunnen. Deze situatie is er mede de oorzaak van dat de brede belangstelling voor religie ondanks de mooie verhalen over persoonlijke spiritualiteit en eigen ervaringen toch vooral rationeel gericht is op meer kennis op het gebied van religie en spiritualiteit. De kerkelijke vieringen zijn mager bezet, maar de cursussen lopen als een trein. Religie is getransformeerd naar een systeem dat gericht is op het voltrekken van kennisrituelen. Het onderzoek ‘God in Nederland’ is daar zelf het beste voorbeeld van.

Gérard van Tillo

 


Reactie plaatsen

Reglement

  • Alle reacties worden vóór publicatie door de redactie beoordeeld. Wij behouden ons het recht voor reacties te weigeren of in te korten zonder opgaaf van redenen.
  • Een inzending mag maximaal 1000 tekens bevatten en moet goed leesbaar zijn.
  • Lees andere inzendingen zodat u in uw reactie niet in herhaling vervalt maar nieuwe argumenten geeft. De reactie moet inhoudelijk zijn en iets waardevols toevoegen aan het artikel. Dus bijvoorbeeld geen agressief taalgebruik.
Naam  
E-mailadres  
Plaats  
Uw reactie  
Gebruik maximaal 1000 tekens. U hebt nog 1000 tekens tekens.
Captcha  
   

Terug naar "Spiritualiteit" | Naar boven

Disclaimer
EnglishDeutschFrancaisEspanol