11/1/13
Een speelse uitweg uit het dilemma van de religieuze waarheidsclaim
De exclusieve koe en de inclusieve geit gespaard
In Trouw (25 mei 2012) stellen Herman Koetsveld en Enis Odaci: Claim niet de religieuze waarheid. Een week later vraagt Eep Talstra, weliswaar 'met herkenning', maar ook met 'verbazing': Religieuze waarheid - wat is daarop tegen? Volgens de eersten gaat de keuze tussen 'de theologische fundamenten van weleer' en – hun voorkeur – het samen zoeken 'naar een nieuwe synthese tussen de huidige tijd en het geloof'. Talstra wil echter zijn 'geloof dat Jezus de aanwezigheid van God in onze wereld is' niet afgeven bij de deur van het lokaal waar de dialoog tussen gelovigen van verschillende religies plaats vindt. Er lijkt sprake van een onoverbrugbare tegenstelling. Men kan niet tegelijk afzien van de waarheidsclaim en die toch laten gelden.
Er is echter een vrij eenvoudige oplossing voor dit dilemma. De vooronderstelling van deze uitweg is dat elke religie een spel is met mogelijkheden. Dat zien we niet meer zo goed, omdat elk spel met ernst gespeeld moet worden. Daardoor groeit de eigen spelvoorkeur gemakkelijk uit tot zekerheid en waarheid, soms met hoofdletters geschreven. De levensvragen waar het om draait zijn natuurlijk ook ernstige vragen en dat versterkt de neiging mooie vermoedens te bevorderen tot eeuwig houvast.
Jammer is wel dat dan de ernst het spel zo verdringt dat aan het spelen met alternatieven een eind komt, terwijl dat juist in oorsprong de bron is van een religie. Kijk maar naar de stichters. Zij zijn voorbeelden van het onzekere zoeken, aftasten en uitproberen, tegen de heersende trends en machten van hun tijd in. Hebben zij succes, dan wordt waarheid echter al snel heilig verklaard, soms tegen hun eigen zin in. Maar geslaagde verspreiding vergt nu eenmaal een duidelijke boodschap. Bovendien roept toeloop om organisatie, en dat betekent dat macht een rol gaat spelen. Mensen worden in hun gedrag en geloof aangestuurd door leidersfiguren. Macht heeft de eigenschap dat ernst en zekerheid worden benadrukt, simpelweg omdat machthebbers daar veel meer gemak van hebben dan van alternatieven en dwarse ideeën. Dat de stichters dwarsdenkers waren, wordt even vergeten. Als er dan ook nog heilige geschriften ontstaan, stolt wat warm en vloeibaar was tot kille vastigheid, ook al blijven de echo's van de beginervaring klinken in sommige teksten. Per saldo doet veel gevestigde religie zich voor als krachtig, en staat daarmee ver af van het kwetsbare broze begin.
Waarom biedt de speelse benadering een uitweg uit het dilemma van de waarheidsclaim? Omdat spel en ernst samengaan. Het aardige van spel, ook het religieuze, schuilt in de ernst waarmee het gespeeld moet worden. De speler herkent het uitproberen in andere spelen, zijn ernst koestert tegelijk de eigen waarheid. Daarmee wordt iedere overtuigde gelovige, zoals Talstra, in zijn waarde gelaten. Er is geen sprake van 'verplichte hervorming'. Er hoeft niets ingeleverd te worden bij de dialoogdeur. Talstra mag blijven geloven dat openbaring bestaat. Iedere gelovige kan het spel van de eigen voorkeur gewoon voortzetten. De enige voorwaarde is de erkenning dat andere gelovigen voorkeur mogen hebben voor andere, even serieus genomen spelen. Daarmee wordt de angel uit de discussie gehaald en het dilemma van de waarheidsclaim ontkracht, zoals Koetsveld en Odaci willen.
Toch ontstaat dan geen statische situatie. Als men door heeft dat machtsbelang, meer dan de inhoud van de eigen visie, de reden kan zijn dat exclusiviteit nadruk krijgt, dan komt er begrip voor andersgelovige overtuigingen. Nog spannender wordt het als men door heeft dat het eigen geloof, ook inhoudelijk, voor een belangrijk deel neerslag is van machtsprocessen. De spelbenadering schept ruimte die benut kan worden om van elkaar te leren, maar vooral ook om samen te zoeken naar oplossingen voor de wereldproblemen van honger, geweld, milieuverontreiniging en allerlei conflicten (inbegrepen de religieuze), zoals Koetsveld en Odaci aanbevelen. Men kan elkaar daarbij in elkaars waarde laten, zoals Talstra bepleit. De verscheidenheid is juist het werkkapitaal. Omdat religies enerzijds ruimschoots bijdragen aan het ontstaan van genoemde problemen, is het zaak de krachten van liefde, compassie en kwetsbaarheid, die er anderzijds ook in te vinden zijn, te mobiliseren. Dat spel moet men durven spelen.
André Droogers
Dr. André Droogers is emeritus hoogleraar religieuze antropologie van de VU en auteur van 'Zingeving als spel' (Parthenon 2010). Bovenstaande tekst stond in gewijzigde vorm op de podiumpagina van Trouw op 9 juni 2012.
Reacties
"Kijk maar naar de stichters", wordt gezegd. Maar, er is toch maar één Stichter? Ja, inderdaad met een hoofdletter! Waar is de Kerk van deze Stichter? Zoekt en gij zult vinden, klopt en u zal worden open gedaan.
J.F. Hinfelaar - Utrecht
Reactie plaatsen
Reglement
- Alle reacties worden vóór publicatie door de redactie beoordeeld. Wij behouden ons het recht voor reacties te weigeren of in te korten zonder opgaaf van redenen.
- Een inzending mag maximaal 1000 tekens bevatten en moet goed leesbaar zijn.
- Lees andere inzendingen zodat u in uw reactie niet in herhaling vervalt maar nieuwe argumenten geeft. De reactie moet inhoudelijk zijn en iets waardevols toevoegen aan het artikel. Dus bijvoorbeeld geen agressief taalgebruik.