31/12/08
Die religie hoort niet in het publieke debat en domein
Drie jaar geleden schreef ik over een rechtszaak in de Amerikaanse staat Florida. Op het kerkhof van het plaatsje Boca Raton mochten alleen platte grafstenen. Maar men hield zich daar niet aan. Er kwamen heiligenbeelden, Davidsterren en zelfs een lichtgevend hart. In het proces, waar het uiteindelijk op uitliep, beriepen de overtreders zich op hun vrijheid van godsdienst. De rechter mat hen de kerkelijke maat, vroeg ze naar kerk- of synagogebezoek, vergeleek hun rouwpraktijken met wat hun geloof voorschreef en zag geen verband. Hun rouwexpressie was te persoonlijk. Dan kon iedereen zich wel op de vrijheid van godsdienst beroepen. Hij wees het beroep af.
Een man, zo lijkt me, naar het hart van H. M. (Harry) Kuitert. Ook Kuitert kent qua religie maar twee smaken: ‘wensreligie’ – wat ieder er shoppend en bellenblazend zelf van maakt – en ‘reëel bestaande godsdienst’ – van de kerken, en niet te vergeten de islam.
Met wensreligies is net zo min iets mis als met volkstuintjes. Iedereen z’n eigen tuintje, hek er omheen en niemand tot last. Met reëel bestaande godsdiensten ligt dat een slag anders. Die claimen hun wereldbeschouwing als de enige echte, hun voorschriften als de enig juiste en ook hun God als de enige. Met deze religies valt niet te discussiëren en je moet dat ook niet willen. Religie hoort noch thuis in het publieke debat noch in het publieke domein waarin dat debat gevoerd wordt. In domein en debat heerst de rede. Aanhangers van een reëel bestaande godsdienst moeten hun geloof thuis laten als ze aan het publieke debat willen meedoen.
Maar juist over dat thuislaten maakt Kuitert zich zorgen. Daarom schreef hij een boek ter verdediging van de rede in het publieke debat. Zijn eerste zorg betreft de islam. Uiteindelijk wil de islam de cultuur overnemen. Logisch, religie en cultuur liggen daar in elkaars verlengde. Weinig kans dat het bij ons zo ver komt. Maar ook acceptatie van islamitische argumenten in het publieke debat is Kuitert al vele bruggen te ver. Hij gruwt ervan en vindt het gevaarlijk voor de alleenheerschappij van de rede.
Zijn andere zorgen worden veroorzaakt door een rapport van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) uit 2006. Het heet ‘Geloven in het Publieke Domein’. De voorzitter van de WRR, de Tilburgse hoogleraar Wim van de Donk, schreef de inleiding en constateerde daarin grote verandering in religie en publiek domein. Mensen gaan anders geloven. Zich anders tot de officiële godsdienst verhouden. De grens tussen ‘persoonlijk’ en traditie is met de oude meetlat moeilijk te bepalen (zie boven over de grafzerken). Ook het publieke domein verandert, wordt gedifferentieerder. Staat, politieke samenleving en burgerlijke samenleving. Allemaal publiek domein.
Maar loopt de scheiding tussen kerk en staat in alle drie op gelijke wijze? Mogen gelovigen nergens, ook niet in de burgerlijke samenleving, in krant of op televisie, gelovige argumenten gebruiken in het debat? Ook niet als zij door die beperking en masse tot buitenstaander gemaakt worden? Ook niet als gelovigen hun inbreng presenteren als iets, waar zij ondanks hun geloof, vanuit een buitenpositie naar kunnen kijken? Al die ontwikkelingen in religie en publiek domein brengen Van de Donk tot de vraag of ‘het klassieke beginsel van de scheiding van kerk en staat’ op alle nieuwe vragen voldoende antwoord kan geven.
Dat zo via veranderingen in de religiositeit vragen worden gesteld bij de scheiding tussen kerk en staat, is Kuitert geheel in het verkeerde keelgat geschoten. Hij verdenkt Van de Donk, naar eigen zeggen ‘overtuigd katholiek’, ervan via het WRR-rapport zijn eigen kerk ‘uit het dal’ te willen trekken. Nieuwe religiositeit als Paard van Troje om de oude ‘reëel bestaande religies’, inclusief de islam, weer het publieke domein in te krijgen. Hij vermoedt een complot.
Kuitert heeft veel gedaan, veel mensen geholpen afscheid te nemen van uit de tijd geraakte zekerheden. Maar zouden zijn eigen zekerheden over wens- en reëel bestaande religies en over de rede als enige maat voor het publieke debat onaantastbaar zijn voor de bewegingen van de tijd? Er wringt iets. Net als toen in Florida. Zoals altijd wanneer werkelijkheid geen werkelijkheid mag zijn. Terwijl je je van de rede alles mag afvragen. Van het geloof trouwens ook. Of is dat mijn wensreligie?
Jan Greven
W. H. B. J. van de Donk, A. J. Jonkers, G.J. Kronjee, R. J. J. M. Plum (red): Geloven in het Publieke Domein. Verkenningen van een dubbele transformatie. Amsterdam University Press. ISBN 109053569367, € 62,50. Het rapport is gratis te downloaden via www.wrr.nl.
H. M. Kuitert: ‘Dat moet ik van mijn geloof’. Godsdienst als troublemaker in het publiek domein. Uitgeverij Ten Have. ISBN 9789025959418, € 15,90.
Drs. Jan Greven is theoloog en oud-hoofdredacteur van dagblad Trouw. Deze bijdrage is overgenomen uit de Verdieping van Trouw van 2 december 2008 (www.trouw.nl).
Reacties
Commentaar van Harry Kuitert: Lees het boek, en je zult heel iets anders tegenkomen!
H.M. Kuitert -
Reactie plaatsen
Reglement
- Alle reacties worden vóór publicatie door de redactie beoordeeld. Wij behouden ons het recht voor reacties te weigeren of in te korten zonder opgaaf van redenen.
- Een inzending mag maximaal 1000 tekens bevatten en moet goed leesbaar zijn.
- Lees andere inzendingen zodat u in uw reactie niet in herhaling vervalt maar nieuwe argumenten geeft. De reactie moet inhoudelijk zijn en iets waardevols toevoegen aan het artikel. Dus bijvoorbeeld geen agressief taalgebruik.