16/9/08
De Wereldraad is verwaaid, laat nu een ander maar
De Eggertzaal in de Amsterdamse Nieuwe Kerk was vol. Meest mannen. Gemiddelde leeftijd iets boven de zestig. Allemaal in pak, de koningin zou komen.
Het was een weerzien van oude bekenden. En een beetje feest. Precies zestig jaar geleden werd in diezelfde Nieuwe Kerk de Wereldraad van Kerken opgericht.
Het scheelde trouwens niks of dat was onopgemerkt voorbij gegaan. Maar twee Wereldraadveteranen, Frans Bouwen en Theo van Boven, vonden dat toch te gortig. Ze besloten een boek te maken. Thema: verantwoordelijkheid. Wat is vandaag de verantwoordelijkheid in zake klassieke Wereldraadterreinen als economische ongelijkheid, oorlog en vrede, internationaal recht, mensenrechten en internationale orde?
Ze vroegen een aantal kompanen van vroeger, zoals Pieter Holtrop, Bas de Gaay Fortman, Edy Korthals Altes, Peter Kooijmans, Julio de Santa Ana, Ruud Lubbers en Carel ter Linden, om een bijdrage en zo kon er toch iets gebeuren. Met als hoogtepunt de koningin die het eerste exemplaar in ontvangst nam.
Ik voelde me een beetje weemoedig. Oudere heer te midden van oudere heren. Iets van het einde van een tijdperk. Terwijl er nog zo veel te doen is. Toch weemoed, omdat de levens van ons, daar in de Eggertzaal, zo parallel lijken te lopen met die van de Wereldraad. Toen wij jong waren, was de Wereldraad dat ook. Nu wij oud zijn, lijkt ook de Wereldraad in zijn nadagen.
Hoe is dat zo gekomen? De Aerdenhoutse predikant Matthias Smalbrugge dacht onlangs in deze krant aan twee factoren. Het uitblijven van een schuldbekentenis na de val van het IJzeren Gordijn en falend leiderschap. Ik denk, met alle respect, dat dat te simpel is.
Het gezelschap in de Eggertzaal was, zacht gezegd, niet van de straat. Hier zat de elite. Kerkelijke elite, politieke elite, ambtelijke elite. Broederlijk door elkaar en het was prettig elkaar te zien. Een typische kerkelijke/niet-kerkelijke mix, maar wel één van gisteren.
Tussen de kerkelijke en niet-kerkelijke elites gaapt vandaag de dag een diepe kloof. Dat komt ten eerste door het functieverlies van de kerk. Kerkelijke inzet is daardoor voor leken minder interessant, minder relevant, geworden.
Bovendien hebben in de Protestantse Kerk in Nederland de predikanten de kerk overgenomen en de ter zake kundige leken buiten spel gezet. Althans op landelijk niveau. In plaatselijke situaties zie je die oude mix nog wel.
De basis voor de Wereldraad zoals die in Amsterdam werd opgericht, was zo’n gemixte elite van kerkleiders, theologen, en leken. Ze kenden elkaar uit de Christelijke Studentenbeweging. Ze leefden in een, vergeleken met nu, overzichtelijke wereld met een even overzichtelijk aantal politieke en geestelijke leiders die het voor het zeggen hadden. Ook de taken, na de Tweede Wereldoorlog en net vóór de Koude Oorlog, waren overzichtelijk: verzoening en ontspanning. Iets later begon de dekolonisatie. Weer iets later ‘Vietnam’ en ‘Zuid Afrika’.
In al die conflicten draaide het om macht. Macht die uit handen gegeven moest worden. Door landen die eerder via hun kerken aan de wieg van de Wereldraad gestaan hadden. Op Wereldraadconferenties kregen ze de ene afkeurende verklaring na de andere om de oren. En, ze luisterden, ze trokken zich de kritiek aan. De Wereldraad beleefde zijn mooiste tijd. Dankzij de dekolonisatie.
Op zeker moment was dat over. De wereld was gedekoloniseerd. Zonder dat het paradijs aanbrak. Integendeel, op de nieuwe regimes viel veel aan te merken. De Wereldraad zat daarmee. Oude vrienden kapittelen? Toen stortte, als klap op de vuurpijl, het communisme in. Het bleek een veel groter kwaad dan de Wereldraad – eerst door te veel vertrouwen op stille diplomatie, later door ideologische verblinding – ooit had willen erkennen. Tegelijk namen macht en prestige van de Europese kerken razendsnel af. Het christendom groeide weliswaar in onafhankelijke en pinksterkerken. Maar die hadden weinig tot niets met de theologische en politieke opvattingen van de Wereldraad.
Zo is de zaak verwaaid. De wereld is verdergegaan en de Wereldraad heeft het niet bij kunnen houden. Erg? Ach…Uit het boek dat de koningin die middag in de Eggertzaal kreeg, blijkt hoe vol de agenda voor gerechtigheid en christelijk leven nog is.
Dat kun je betreuren. Aan de andere kant, aan de inzet en inspiratie van de strijders daar bijeen heeft het niet gelegen.
Laat het, nu zij oud geworden zijn, een keer genoeg zijn. Laat anderen de fakkel maar overnemen.
Jan Greven
Jan Greven heeft bovenstaande bijdrage geschreven naar aanleiding van: Frans Bouwen (ed.): The Ecumenical Movement at a Crossroad. After sixty years: what does ‘Amsterdam 1948’ mean for us today? Uitgeverij Kok, Kampen, ISBN 9789043515726 € 24,90. De tekst is overgenomen uit: Trouw van 9 september 2008 (www.trouw.nl).
Reactie plaatsen
Reglement
- Alle reacties worden vóór publicatie door de redactie beoordeeld. Wij behouden ons het recht voor reacties te weigeren of in te korten zonder opgaaf van redenen.
- Een inzending mag maximaal 1000 tekens bevatten en moet goed leesbaar zijn.
- Lees andere inzendingen zodat u in uw reactie niet in herhaling vervalt maar nieuwe argumenten geeft. De reactie moet inhoudelijk zijn en iets waardevols toevoegen aan het artikel. Dus bijvoorbeeld geen agressief taalgebruik.