10/11/12
Disgenoten
De katholieke kerk staat er deze week weer gekleurd op. Een greep uit het nieuws: de persoonlijke butler van de paus is op staande voet ontslagen, omdat hij geheime stukken heeft gelekt. En ook een directeur van de Vaticaanse bank vanwege witwaspraktijken. De kranten melden dat er een machtsstrijd woedt aan de top van de kerk en dat klokkenluiders worden weggepromoveerd. Kortom, een bekend verhaal dat in vele organisaties speelt en dus ook in de kerk. Hier in Nederland roept de commissie Deetman vrouwen op zich te melden als zij het slachtoffer zijn geworden van seksueel of ander geweld op kerkelijke internaten en instituten.
De bisschop van Haarlem geeft de parochianen stemrecht over de vraag of hun parochiekerk open blijft of dichtgaat. Een probleem trouwens dat door veel kerken gedeeld wordt. Steeds minder kerkbezoek en teruglopende inkomsten brengen kerksluiting steeds dichterbij. Bijna de helft van de kerkgebouwen moet op korte termijn worden afgestoten. Een ingrijpend proces, want een kerkgebouw is ook draagster van een gezamenlijke geschiedenis en gedeelde levensverhalen over het lief en leed van mensen en een wegwijzer naar een geheim dat ons te boven gaat en omvat. Een ruimte waar de stilte woont, maar wie verstaat dat nog in onze drukke en enerverende wereld die veel van onze aandacht opeist en weinig tijd overlaat voor bezinning en niets-doen. En ook u hoort de geluiden die er op aan dringen om het aantal vrije feestdagen te verminderen omwille van de economie en de markt, de oppergod van tegenwoordig.
Gelukkig is het hier in de Dominicus anders. Het kerkgebouw staat er goed onderhouden bij en ieder die binnenkomt is verrast door de kleurrijke ruimte die de bezoeker een warm welkom toezingt met de feestelijke klanken van het orgel. Hier doen we het anders. Niet beter dan elders maar anders. Eigentijds, oecumenisch, met gelijkwaardigheid van vrouw en man, democratisch en vasthoudend aan de kern van de christelijke traditie: het lezen uit de bijbelse geschriften en het delen van brood en wijn. Zo zingen, bidden, luisteren en delen wij in een geheim. En dat geeft richting aan ons doen en laten in kerkelijk verband en daarbuiten. Althans dat proberen we. Het gaat met vallen en opstaan. Niets menselijks is ons vreemd, want ook wij maken ruzie en lopen in de valkuil van het eigenbelang en sluiten ons angstig en bezitterig op in het bekende en vertrouwde. Ook wij vinden van alles van elkaar en nemen elkaar de maat en vinden onze eigen ideeën beter dan die van anderen. Kortom, hetzelfde gedoe dat eigen is aan elke organisatie, ook daaraan bezondigen wij ons en toch lukt het ons tot op vandaag om door te gaan en steeds weer een bron terug te vinden die verbindt en doet stromen.
Wij doen het hier anders, wij vieren anders, maar de vraag rijst: maakt het ons ook anders, worden wij anders, zijn wij anders? Want alle kerken, alle soorten en maten, van hoog in het Vaticaan tot een iglo in Groenland waar drie mensen een ogenblik stil zijn en een gebed bidden, zijn menselijke verbanden en organisaties met alles erop en eraan: het mooie, goede en waarachtige en tegelijk is er onrecht, misbruik en onderdrukking, blinde vlekken die gevangen houden. Totaal mensenwerk en tegelijk ook 'kerk' en dat woord kerk verwijst naar een Ander, naar Jezus Christus, die op verborgen wijze aanwezig is ook in elke kerk. Het is zijn belofte met Hemelvaart om met ons te zijn tot de laatste dag en met Pinksteren hebben wij zijn komst gevierd als adem in ons, als vuur dat inspireert, als Geest die verbindt. Verborgen aanwezig uit diep respect voor de vrijheid van de mens. Een kracht die niet dwingt. Een Verborgene die onzichtbaar is, ongrijpbaar en niet in woorden te vangen, ook al noemen wij een naam en vertellen wij verhalen over Hem. Het zijn wegwijzers en niet het doel. Ze wijzen richting. Zijn aanwezigheid overkomt je, wordt je gegeven, maakt je open en dat noemen we geloof. Het is net als de liefde: een ander roept en noemt mijn naam, bevestigt mijn bestaan en wekt mijn liefde. Geloof en liefde zijn een geschenk en wie dat ontvangt, verandert, kijkt met andere ogen, staat anders in de wereld, vol verwondering en verbondenheid met ieder die leeft en al wat leeft.
Jezus is zo iemand die anders kijkt en dus andere dingen doet en dus reacties krijgt van de geleerden die precies weten hoe het zit. 'Hij eet met tollenaren en zondaars!' Hij zit met foute lieden aan tafel en dat doe je niet als de Tora je lief is en de geboden een levenspad wijzen. Met een spreekwoord probeert Jezus hun blik te verruimen: 'die gezond zijn hebben geen dokter nodig, maar wie er slecht aan toe zijn wel'. Dat snappen de schriftgeleerden. Dat is een open deur. Jezus voegt er iets aan toe, waardoor het ineens heel spannend wordt: 'ik ben niet gekomen om rechtvaardigen te roepen maar zondaars'. Alsof je voor de spiegel staat en jezelf bewondert en niemand meer nodig hebt. Wat ben ik toch geweldig! Gevangen in jezelf en in het verhaal dat je over jezelf vertelt, sta eigenlijk buiten, geïsoleerd van de anderen en gevangen in je eigen gelijk. Hoe anders zit dat bij tollenaars en zondaars die dit etiket van anderen hebben gekregen en worden buitengesloten, apart gezet. Zij worden bekeken op fout gedrag en daarmee als mens weggezet. Daarom zit Levi bij het tolhuis. Hij int belasting voor de romeinse bezetter en het nodige extra voor zijn eigen portemonnee. Hij is rijk en geslaagd, maar bij zijn eigen volk gehaat. Een collaborateur die door zijn volksgenoten wordt gemeden als de pest. Hij zit daar en wordt slapend rijk. Hij zit dus aan de grond, letterlijk en figuurlijk. Hoe anders dan de wandelende en beweeglijke Jezus, die komt en gaat en spreekt met een nieuw soort gezag, een wonderlijke zegkracht die mensen hun veerkracht teruggeeft. Hij ziet Levi en spreekt hem aan: volg mij! Levi staat op en volgt. De hele paasboodschap in twee werkwoorden: opstaan en volgen. Levi weet zich gezien en dat doet hem opstaan. Zo werkt God in een mens en dit heeft verrassende gevolgen: binnen de kortste keren zit het huis van Levi vol met zulk volk en delen het leven aan tafel met Jezus en zijn leerlingen in hun midden. Zondaars en tollenaars verstaan de uitnodiging eerder dan de geleerden die zo vol zijn van hun vele weten. Zondaars hebben iets niet, wat de schriftkenners wel hebben en dat hen belemmert om op de uitnodiging in te gaan. Wie buitengesloten wordt kan de pijn gaan voelen van het gemis en dat gat in je ziel, maakt je open voor de geneeskracht van de ander die je ziet en aan tafel uitnodigt.
De grote kerkhervormer Luther heeft van de mens gezegd dat hij tegelijk justus et peccator is. De mens is een rechtvaardige en zondaar tegelijk. De grote vraag is in wiens ogen. Jezus kijkt met liefde naar zondaars en ziet hun gemis en verlangen. Kunnen wij dat ook? Zonder oordeel en strengheid naar het gekwetste en gebrokene in ons kijken en het verbinden met de bron die ons geneest en onze oorspronkelijke goedheid te voorschijn haalt?
André Wesche
André Wesche is voorganger in de Dominicusgemeente in Amsterdam en hield daar bovenstaande toespraak op zondag 3 juni 2012, in de serie ‘Vier maaltijden verteld door Marcus’. Gelezen: Marcus 2,13-17.
Reactie plaatsen
Reglement
- Alle reacties worden vóór publicatie door de redactie beoordeeld. Wij behouden ons het recht voor reacties te weigeren of in te korten zonder opgaaf van redenen.
- Een inzending mag maximaal 1000 tekens bevatten en moet goed leesbaar zijn.
- Lees andere inzendingen zodat u in uw reactie niet in herhaling vervalt maar nieuwe argumenten geeft. De reactie moet inhoudelijk zijn en iets waardevols toevoegen aan het artikel. Dus bijvoorbeeld geen agressief taalgebruik.