3/5/09
Als vrijheid het leven dient…
Ramsey Nasr, de kort geleden gekozen dichter des vaderlands schreef gisteren (2 mei 2009/red) een gedicht op de voorpagina van NRC/Handelsblad naar aanleiding van de tragische gebeurtenissen op koninginnedag. Ik citeer:
Ik leef in een land
waar de dierenvriend besluit
uit goedheid een andere mens neer te knallenIk leef in een land
waar onze jongens uit gekkigheid soms
de conducteur in elkaar stampenIk leef in een land, waar een keurige man, 38, blond
de vrijheid neemt om over anderen heen te rammen.
Een schets van verwarring. Van chaos, waarin begrippen als goedheid en neerknallen, gekkigheid en in elkaar stampen, keurig en rammen, probleemloze woordparen vormen.
Het trof me als een schets van de verwarring die bestaat rondom het begrip vrijheid. En zo werd het de onverwachte opmaat tot mijn verhaal.
In het voorwoord van zijn onlangs verschenen boek: God en psyche, betoogt de joodse psychiater Herman van Praag dat de verlokkingen waaraan Adam en Eva in het paradijs worden blootgesteld in de eerste plaats bedoeld zijn door God om zichzélf te testen. Is hij erin geslaagd hen tot vrije mensen te scheppen? In de visie van Van Praag moet het een grote opluchting zijn voor de schepper dat zijn schepselen van de verboden vrucht eten: gelukkig, het zijn geen robots, geen marionetten maar wezens die voorgoed zullen moeten laveren in het spanningsveld van de vrijheid, van goed en kwaad, en alleen daarom echt en volledig mens kunnen zijn.
Mijn zusje, 48 jaar oud maar met het mentale niveau van een baby van 6 maanden, weet niet wie zij is, niet wie wij zijn. Ze kan niet praten, niet denken, niet zien, niet liefhebben, niet geloven, niet onderscheiden. Hoe vrij is mijn zusje?
Laksmi, een Indiase vrouw die op jonge leeftijd door haar ouders is verstoten en achtergelaten in het bos overleeft op miraculeuze wijze tussen de apen. Eenmaal volwassen wordt ze gevonden en krijgt ze een onderkomen bij de Zusters van Liefde. De zachtaardige, aanhankelijke Laksmi maakt dierlijke geluiden, trekt wonderlijke grimassen en loopt als een chimpansee: gebogen rug, armen langs haar lichaam. Hoe vrij is Laksmi?
De negenjarige Almas wordt op sterven na dood het ziekenhuis binnengebracht. Zwaar mishandeld door haar ouders gedurende vele jaren. Over haar hele lichaam littekens en schaaf-, brand en snijwonden. Hoe vrij zal Almas in de toekomst zijn?
Vrijheid is niet absoluut. Zij wordt geschraagd door karakter, geschiedenis, omstandigheden, emotionele en mentale bagage. Gebondenheid gaat vooraf aan vrijheid en volgt daar – als het goed is – ook weer op.
Niet voor Kurz , de hoofdpersoon uit het beklemmende boek Hart der Duisternis van Joseph Conrad. De roman zag het licht in 1902 maar is nog steeds een onverbiddelijke klassieker over het kwaad. Conrad beschrijft daarin de zoektocht van ene kapitein Marlow naar de mysterieuze Europeaan Kurz die een handelspost bestiert in de donkere binnenlanden van Afrika. Tijdens die tocht wordt het Marlow langzaam maar zeker duidelijk dat Kurz een gruwelijk schrikbewind uitoefent over de lokale bevolking en zijn duistere driften op hen botviert. Vrijheid betekent voor Kurz niets anders dan meedeinen op de golven van blinde hartstochten en destructieve verlangens. Het is een alles verwoestende vrijheid die uiteindelijk ook zijn weerslag heeft op hemzelf. Als Marlow Kurz eindelijk vindt is hij stervende. Op het moment van zijn dood kijkt hij in de afgrond van zijn ziel en het enige dat hij kan stamelen is : afgrijselijk, afgrijselijk.
Wat Kurz niet begreep of wilde begrijpen is dat vrijheid niet alleen betekent ‘vrij zijn van’ maar ook ‘vrij zijn tot’. Vrijheid impliceert het vermogen om je vrij-willig te verbinden met iets of iemand en de daaruit voortvloeiende verantwoordelijkheid en beperking te accepteren. Sterker nog: te beamen. Om vrij te zijn is het nodig dat je kunt zeggen: ik wil. Vrijheid impliceert dat je niet kritiekloos samenvalt met je begeerten, driften, emoties maar dat je die weegt, beoordeelt , ondervraagt, met argumenten ondersteunt of verwerpt. Onvrij is degene bij wie de wil zijn eigen goddelijke gang gaat. Hij is een verslaafde die iets wil dat hij niet wil.
Wat Kurz ook niet begreep of wilde begrijpen is dat wij mensen weliswaar vrij zijn maar tegelijkertijd een opdracht hebben, een bestemming. Het is de paradox van de vrijheid dat niet alle keuzes om het even zijn. Zoals Paulus in zijn brief aan de Korintiërs schrijft: “Alles is geoorloofd, ja, maar niet alles is heilzaam. Alles mag, ja, maar niet alles is opbouwend”.
Wat is dan die bestemming?
Stap voor stap, dag na dag meer vlammen naar zijn beeld en gelijkenis. Naar het beeld van de Eeuwige die erbarmend, genadig, lankmoedig is en trouw tot in het duizendste geslacht. De Eeuwige die liefde is. Hoe meer we naar die bestemming leven, hoe groter de ervaren vrijheid. Of zoals dichter van psalm 131 zingt: “Ik heb mijn bestemming erkend, mijn ziel is tot rust gekomen”.
Maar ook het omgekeerde is waar: het ontkennen van de bestemming maakt in laatste instantie radeloos.
De grenzeloze absolute vrijheid waaraan Kurz zich overgaf bleek een schijnvrijheid die hem weg voerde van zijn opdracht. Een schijnvrijheid die hem onmenselijk maakte in eigen en andermans ogen. “Afgrijselijk, afgrijselijk”.
Maar hoe wapen je jezelf tegen schijnvrijheid, hoe bescherm je jezelf tegen onmenselijkheid? Door de gedachteloosheid, in de zin van bewusteloosheid, te bestrijden. Door te denken. Volgens Plato is denken de stille innerlijke dialoog: het gesprek tussen ik en zelf, tussen mij en mijn geweten, dat nooit mag ophouden. Een gesprek als het weefsel van Penelope: wat zij overdag weefde ontrafelde ze diezelfde nacht. Iemand die deze innerlijke discussie niet continue voert, zijn geweten niet zonder ophouden bevraagt, is een makkelijke prooi voor adders en slangen. Gedachteloosheid maakt ontvankelijk voor willekeur, conformisme, egoďsme, en destructiviteit. Niet voor niets kregen in de oorlog in Afghanistan Russische sergeanten de opdracht hun soldaten tijdens de wekelijkse trainingen toe te schreeuwen: “Zeg me na, wat is een commando?” Antwoord: een bloeddorstige bruut met een ijzeren vuist en zonder bewustzijn. Zeg me na: “Bewustzijn is een luxe die we ons niet kunnen veroorloven”. Nee want bewustzijn wekt ons mededogen, onze zachtheid, beschermt ons tegen onmenselijkheid.
Morgen, 4 mei, herdenken wij de doden die zestig jaar geleden vielen mede door toedoen van de icoon van de gedachteloosheid, Eichmann en honderdduizenden onbewuste, gedachteloze, doodgewone mannen en vrouwen. Laten we afspreken, hier en nu, met elkaar, dat we zonder ophouden ons denken scherpen aan de slijpsteen van dat grote bijbelse verhaal dat laat zien dat echte vrijheid het leven dient en niet de dood. Dat een mens geroepen is tot vrijheid in de zin waarin Victor Frankl, overlevende van Dachau en Auschwitz, het optekende in zijn boek: de zin van het bestaan. Hij schreef: “Wij, die leefden in concentratiekampen herinneren ons de mannen die al troostend en bemoedigend door de barakken liepen, hun laatste stuk brood uitdelend. Het mogen er weinig geweest zijn maar zij bewezen dat alles van een mens afgenomen kan worden behalve de ultieme menselijke vrijheid om een houding te kiezen en in welke situatie ook zijn eigen weg te gaan”. Het is onze levenstaak in vrijheid onze unieke bestemming te realiseren. Zo heeft de Eeuwige ons bedoeld. Het is onze opdracht de zondeval tot zegen te maken. Zo moge het zijn.
Colet van der Ven
Colet van der Ven is free-lance journaliste en programmamaakster voor radio en tv. Bovenstaande toespreek hield zij tijdens de eucharistieviering in de Dominicusgemeente te Amsterdam op 3 mei 2009.
Reactie plaatsen
Reglement
- Alle reacties worden vóór publicatie door de redactie beoordeeld. Wij behouden ons het recht voor reacties te weigeren of in te korten zonder opgaaf van redenen.
- Een inzending mag maximaal 1000 tekens bevatten en moet goed leesbaar zijn.
- Lees andere inzendingen zodat u in uw reactie niet in herhaling vervalt maar nieuwe argumenten geeft. De reactie moet inhoudelijk zijn en iets waardevols toevoegen aan het artikel. Dus bijvoorbeeld geen agressief taalgebruik.