2/11/10
De toekomst tegemoet
Naar men zegt keek ik om uit nieuwsgierigheid,
maar naast nieuwsgierigheid kon ik andere redenen hebben.
Ik keek om uit verdriet om een zilveren schaal.
Uit onoplettendheid, toen ik het riempje van mijn sandaal vastbond.
Om de rechtschapen nek van mijn echtgenoot Lot
niet steeds voor me te zien.
Door de plotselinge zekerheid dat als ik nu doodging –
hij niet eens zou blijven staan.
Omdat ook onderdanigen weerspannig kunnen zijn.
Om de achtervolgers te kunnen horen.
Getroffen door de stilte, in de hoop dat God zich had bedacht.
Onze beide dochters verdwenen al over de heuveltop.
Opeens voelde ik de ouderdom in me. Verwijdering.
De vruchteloosheid van het zwerven. Slaperigheid.
Ik keek om toen ik mijn bundeltje op de grond legde.
Ik keek om, te bang om nog een stap te doen. (…)W. Szymborska: De vrouw van Lot (1)
Waarom keek de vrouw van Lot om? Een intrigerende vraag die klaarblijkelijk ook de Poolse dichteres Wislava Szymborska bezig heeft gehouden, want zij verzon als antwoord op deze vraag de zonet door mij opgenoemde redenen (en nog veel meer) in haar gedicht: ‘de vrouw van Lot’.
Maar één zin in het verhaal over de vlucht van Lot is aan zijn vrouw gewijd:
De vrouw van Lot, die achter hem liep, keek om en veranderde in een zuil van zout.
En deze ene zin roept een wereld van verbeelding op.
Samen met haar man en twee dochters moet zij hals over kop uit Sodom vluchten. Twee mannen waren gekomen, boodschappers/engelen door God gezonden, om hen te waarschuwen voor de op handen zijnde verwoesting van de stad waarin zij woonden. De steden Sodom en Gomorra en de hele vallei er omheen zouden door God worden weggevaagd vanwege het goddeloze leven dat hun bewoners erop nahielden: materiele rijkdom, seksueel geweld, onderdrukking en uitbuiting van de zwaksten. Alleen Lot, zijn vrouw en twee dochters, wier namen in het verhaal niet worden genoemd, zouden als familie van Abraham worden gered.
De vrouw van Lot is niet zo snel als haar man en haar dochters. Ze blijft achter, haar stappen worden steeds moeizamer en dan, plotseling, draait ze zich om, kijkt terug naar wat zij achter zich heeft gelaten en verstart tot een zoutpilaar. Was dit inderdaad een straf, zoals sommige commentatoren van dit bijbelvers menen, omdat zij de aanwijzing van de twee engelen niet had opgevolgd en had omgekeken? In het verhaal zelf klonk het verbod om terug te kijken eerder als een aanmaning tot haast: loop door, blijf niet staan, kijk niet om, maar loop, loop, loop – loop om je leven te redden. Er was niet echt sprake van een straf als iemand zou omkijken, immers als God de vrouw van Lot niet had willen redden had hij haar ook in de stad kunnen achterlaten en alleen Lot en zijn dochters laten ontkomen, zoals dat later in het verhaal over hem in de Koran in sura 11 geschreven staat.
Er moet iets anders aan de hand zijn. Maar wat?
Ik snap de reactie van de vrouw van Lot wel. Zij wil eigenlijk helemaal niet weg uit Sodom. Zij hadden daar een mooi leven. Haar man zat in de gemeenteraad, bovendien had Lot aan zijn oom Abraham het mooiste weiland voor hun vee weten te ontfutselen – ja, hij was wel een zakenman, die Lot – handig in dit soort dingen. Goed – misschien was ook niet alles wat zij deden helemaal zuiver op de graat, maar ja, wat wil je, je moet ook aan de toekomst van je kinderen denken – dan kun je niet zo wereldvreemd als ome Abraham zijn en in een tent gaan wonen.
En nu – nu moeten zij alles wat zij hebben opgebouwd achter zich laten: hun vee, hun huis, hun vrienden en kennissen – alles in een klap weg. En erger nog: iedereen zou sterven – zij hadden niemand kunnen waarschuwen – wat was dat voor een God die dit bedacht?
Woede, angst, vertwijfeling, zich verlaten en alleen voelen – al deze emoties zullen wel door haar heen zijn gegaan en dan gebeurt het bijna automatisch – ze kijkt achterom, verlangend naar wat zij heeft gehad. En wat zij ziet laat haar verstarren, het verleden houdt haar gevangen, ze is niet meer in staat om nog een stap verder te gaan. Weg, toekomst. Weg, leven. Ze is een dode pier. Een zuil van zout.
De reactie van Lot’s vrouw is maar al te menselijk. Het zoeken naar houvast in onzekere tijden is ook ons niet vreemd. Ook wij proberen onze angst voor verandering te bezweren door het verleden te idealiseren. Toen was alles beter, veiliger, rustiger. Of het werkelijk zo was doet er niet zo veel toe. Het geeft een gevoel van geborgenheid. Nederland was nog Nederland – maar nu, met al die buitenlanders. Vastklampen aan het verleden, de luiken en deuren dichthouden voor alles wat verandering met zich mee zou kunnen brengen, helpt niet. Het laat je alleen maar verstarren. De boodschap van het verhaal van Lot is heel radicaal: de identiteit van diegene die in de God van de bijbel gelooft, ligt niet in het verleden, maar in de toekomst, in het komende koninkrijk van God. Het gaat om een spiritualiteit van het leven die niet de dood aanbidt maar de levendige God die niet in gebouwen of leerstellingen op te sluiten is, die niet hoort bij een bepaalde confessie of ideologie, maar die belooft met je mee te gaan.
Niet alleen in het verhaal van Lot gaat het om de keuze voor het leven. Ook in het evangelie van Lucas waar Jezus het gesprek aangaat met mensen die hem wel willen volgen, maar eerst nog even iets anders belangrijks moeten doen. De een wil nog snel even terug om zijn dode vader te begraven en de volgende moet eerst nog terug om afscheid te nemen van zijn huisgenoten. Laat de doden hun doden begraven, antwoordt Jezus de eerste, en tegen de tweede zegt hij dat wie de hand aan de ploeg slaat en achterom blijft kijken, niet geschikt is voor het koninkrijk van God.
Dat koninkrijk van God, het goede leven voor állen, is niet als een schat in het verleden te vinden, maar in de toekomst, in tradities die voortleven bij de gratie van verandering, van vernieuwing. Heb je de moed om in het licht van dit visioen stug door te lopen? Durf je je zekerheden los te laten in het vertrouwen op dit visioen en niet achterom te kijken?
“Loop met een open vizier de toekomst tegemoet en laat je niet verlammen door angst”, lijkt Jezus ons in het evangelie van Lucas toe te roepen en fijntjes voegt hij toe: Denk aan de vrouw van Lot.
Manuela Kalsky
Dr. Manuela Kalsky is theologe en directeur van het Dominicaans Studie Centrum te Nijmegen. Zij hield deze overweging in de Dominicuskerk te Amsterdam op zondag 11 april 2010, waarin gelezen werden: Genesis 19,15-26 en Lucas 9,59-62+17,31-32.
(1) Wislava Szymborska, Uitzicht met zandkorrel, Meulenhoff, Amsterdam 1995, p. 90-91.
Reactie plaatsen
Reglement
- Alle reacties worden vóór publicatie door de redactie beoordeeld. Wij behouden ons het recht voor reacties te weigeren of in te korten zonder opgaaf van redenen.
- Een inzending mag maximaal 1000 tekens bevatten en moet goed leesbaar zijn.
- Lees andere inzendingen zodat u in uw reactie niet in herhaling vervalt maar nieuwe argumenten geeft. De reactie moet inhoudelijk zijn en iets waardevols toevoegen aan het artikel. Dus bijvoorbeeld geen agressief taalgebruik.