Vertalingen: Nederlands Français
23/2/11
Tien jaar Parvis (1999 - 2009)
Ja, Parvis is geboren in 1999. We zijn blij want we mogen niet alleen de verjaardag van haar ontstaan vieren, maar ook de tien jaren die er sindsdien zijn verlopen. Midden in het hart van het Bureau van Parvis staand, ben ik niet erg gewend om op het verleden terug te komen - dat hoop ik tenminste - want de taak van het Bureau heeft betrekking op vandaag en niet op gisteren. Maar, met uw goedvinden, zal ik toch samen met u enkele herinneringen ophalen.
De algemene oprichtingsvergadering had plaats in de lokalen van Temps Présent in Parijs, en wel in de zaal van de Rue Babylone 68 die de vrienden die naar de bestuursvergaderingen komen zo goed kennen. Er was geen grote menigte mensen, er waren geen media, maar een persbericht dat onze oprichting aankondigde, werd toen wijd verspreid. U kunt het vinden op de site van Parvis. Veertien organisaties zijn toen het avontuur aangegaan. Wat mij betreft, ik kwam van Evreux Sans Frontières (Evreux zonder Grenzen) waar wij met een kleine ploeg als leeuwen hadden gevochten na de afzetting van (bisschop) Jacques Gaillot. Zijn vertrek had, zoals u weet, een verschrikkelijke schokgolf teweeggebracht. Maar de tijd was gekomen om het emotionele in te wisselen voor het zakelijke.
In 1998 werkten we aan wat de Fédération des Réseaux du Parvis (federatie van netwerken van Parvis) zou worden: een zware discussie over welke soorten groepen we moesten opnemen. Tenslotte kreeg de beslissing de overhand om erkende en feitelijk bestaande, zowel nationale, regionale als plaatselijke organisaties bijeen te brengen. De federatie die officieel op 6 februari 1999 tot stand kwam, is volgens de regels opgenomen in de Staatscourant, terwijl van het tijdschrift ‘Les Réseaux du Parvis’ o.l.v. Alice Gombault het eerste nummer een maand later uitkwam. Temps Présent vond zo zijn roeping als uitgever terug.
Een vraag: weet u waarom de algemene vergaderingen van Parvis altijd in de maand november worden gehouden? Heel eenvoudig omdat ons eerste gewone algemene vergadering plaats had in november 1999 (deze keer in de Bastille!).
Het was voor ons een enorme klus om de uitdaging te verwerkelijken een nationaal netwerk van organisaties te scheppen. Het was tegelijkertijd uitputtend en spannend. We moesten:
-
ons verbreden, d.w.z. het aantal organisaties van het begin groter maken; ons tijdschrift heeft ons, door ons bekendheid te geven, goed geholpen, net als de mond tot mondreclame en onze persberichten.
-
onze organisatie verbeteren, en de federatieve structuren die we gecreëerd hadden, ook laten werken. Er is veel gedebatteerd rondom de begrippen ‘Federatie’ en/of ‘Netwerk’; de federatie werkt meer centraliserend (Parijs), het netwerk meer verspreid (de regio’s); en over het op elkaar laten aansluiten van het netwerk en het tijdschrift.
-
de samenwerking verbeteren: we wisten wat we niet wilden, maar samen iets opbouwen met onze verschillen, het eens worden over de gemeenschappelijke uitgangspunten, was niet altijd gemakkelijk! Is het dat vandaag dan wel? Ik denk van wel.
Ik vertrouw u twee eenvoudige maar erg tekenende uitdrukkingen toe, die je daar toen hoorde. Het eerste: “We hebben wel haast, maar kalm aan!”, als antwoord aan de ongeduldigen die zeiden: “Alles opzij schuiven en doorpakken!” ; en de tweede als antwoord aan de defaitisten die steeds maar zeiden: “dat lukt toch nooit!” , bestaat uit de versregels die staan op de eerste site van Parvis, regels van de Spaanse dichter Antonio Machado: “Caminante, no hay camino, el camino se hace al andar”, (Wandelaar, er is geen weg, de weg ontstaat al lopende), maar ik voegde eraan toe: opdat er een weg is, moet je wel lopen!
Onze strijdlust tegenover de gedragingen van het Romeinse katholicisme werd gedragen door de groep van woordvoerders waarvan ik als voorzitter lid was, en die via de talrijke communiqués onze geest van verzet en protest tot uitdrukking bracht. Maar u weet dat het woord contesteren oorspronkelijk betekent: samen getuigen...
Actieve en creatieve mensen (zoals ze genoemd werden op die eerste algemene vergadering) hebben mij erg gesteund. Ik kan hen niet allemaal noemen; dat zou te ver voeren en ik zou mensen vergeten. Sommigen zijn hier aanwezig. Ik zou bij u vier vrienden in herinnering willen roepen, die er niet meer zijn, maar die mij als nog steeds aanwezig vergezellen en die ik ‘mijn musketiers’ noem (het is bekend dat de drie musketiers met z’n vieren waren!): Jacques Chatagner, Yves Burdelot, Luc André Cauchois, Louis Pivetot. Jacques Chatagner van Temps Présent, en van meerdere organisaties uit 1968, waaronder DLE (Droits dans L’Église, Mensenrechten in de kerk). Yves Burdelot van de nationale ploeg Jonas en van de basisgemeenschappen. Luc André Couchois van de ESF (Évangile sans frontières, Evangelie zonder grenzen) en de NSAE (Nous sommes aussi l’Église, Wij zijn ook de kerk). Louis Pivetot van Evangile et Modernité d’Angers (Evangelie en Moderniteit in Angers).
Jacques Chatagner is ondanks zijn hoge leeftijd twee keer helemaal naar Normandië gekomen: bij mij thuis om mij te vragen om de vergadering voor te zitten die komende was (het schoot maar niet op om daar iemand voor te vinden!); daarna is hij naar Evreux gekomen ter gelegenheid van de inauguratie door ESF van het platform Jacques Gaillot. U kent de belangrijke rol die J. Chatagner heeft gespeeld bij de start van Parvis.
Yves Burdelot, de priester, de filosoof; hij kwam van Cherbourg en ik van Rouen; hij plaagde mij met het feit dat hij van Basse Normandie was en ik van Haute! Steeds op zoek naar ideeën heeft hij ons het boek nagelaten dat u kent: Devenir humain (Mens worden).
Luc André Cauchois, die zich LAC liet noemen, was voor mij een trouwe en attente steun, een vriend. Een anekdote laat dit goed zien: op een van onze algemene vergaderingen heeft hij de honing van zijn bijenkorven verkocht ten bate van Parvis, want hij had mij horen zeggen dat “wij de duivel bij zijn staart hadden”, wat betekent dat we moeite hadden om rond te komen, maar misschien ook wel in letterlijke zin waar kan zijn, wie weet!
Louis Pivetot met wie ik pas de laatste jaren kennis maakte, heeft mij geholpen bij de voorbereiding van de ‘Zomerdagen’ van juli 2008 in Rouen.
Ja, het slagen van onze gezamenlijke onderneming, zowel gisteren als vandaag, kon en kan alleen maar een gezamenlijke en gedeelde aangelegenheid zijn. Ik had besloten het voorzitterschap op te geven na een mandaat van drie jaren aan het eind waarvan er wat wrijvingen waren. Ik moet zeggen dat die mij veel geleerd hebben over de anderen en over mijzelf. De problemen van die dagen vonden hun oorzaak in financiële moeilijkheden (ach, het geld!) en in de dialoog tussen het tijdschrift, de organisatie Temps Présent, die oude dame met een lange geschiedenis, en Parvis dat in opkomst was.
Zonder internet zouden we niet zijn waar we nu zijn. Onze communicatie binnen Parvis en met de wereld gaat via het net, dat weet u. Zonder dat weefsel van woorden zouden we niet bestaan.
Tenslotte wil ik nog zeggen dat het niet genoeg is om te beginnen, we moeten doorgaan, en dat is wat we allen vandaag doen: Didier Vanhoutte heeft het voorzitterschap op zich genomen in 2001, daarna was de beurt aan André Letowski en nu aan Cécile Entremont, terwijl het Bureau dat aan het begin nog heel magertjes aangekleed was, in de loop der jaren meer gestoffeerd is net als de organisaties die zich in Parvis herkennen (een vijftigtal tegenwoordig).
Een heel hartelijk dank tenslotte. Dank aan jullie allen voor jullie oplossingen, jullie steun, jullie waarschuwingen, jullie deelname, jullie antwoorden, jullie uitbranders; dank voor die afgelopen tien jaar, voor die gedeelde vriendschappen. Zoals de vos uit de ‘Kleine Prins’, die zegt “ik groei door de kleur van het koren”, kan ik zeggen: ik groei door de kleuren van Parvis, door de kleuren van mijn leven. Ik groei doordat ik op een vrijere manier de waarheid omarm van de liefde die verankerd is in het vertrouwen, een vertrouwen dat blijft, zelfs te midden van onbegrip en teleurstellingen.
Sta mij, met het oog op ons Parvis van vandaag, toe jullie enkele variaties voor te leggen rondom het begrip ‘ontvangst’ (het laten binnenkomen, het volledig aanvaarden). Voor Parvis zou ik zeggen:
Het aanvaarden van de verscheidenheid, van de manieren van zijn, van handelen en van denken van de anderen, zelfs als we hen soms niet begrijpen. Kortom, de persoon en de relatie accepteren. Het meest hebben we dat nodig voor de bijeenkomst in Lyon in 2010, waarvoor mensen van overal worden uitgenodigd. Al gravend vinden we de vruchtbare ondergrond die samenbindt: verdieping laat de verschillen verdwijnen, oppervlakkigheid verscherpt ze. Ik citeer uit mijn hoofd Paul Ricoeur.
Het aanvaarden van onze waarden. Ik zou zeggen dat het vandaag voor ons van levensbelang is door te gaan met het delen van onze waarden, in het bijzonder die van het evangelie. Waar wij ze delen, vermenigvuldigen zij zich; zo gaat het altijd met de waarden van de Geest. Laten we, oog in oog met de spirituele zoektochten van onze tijdgenoten, uitdrukking durven geven aan die van ons.
En nu, vóór ons bezoek aan de kerstmarkt van Straatsburg, kan ik het niet laten om jullie met plezier een verhaaltje te vertellen dat over cadeaus gaat. Sommigen zullen het ongetwijfeld al kennen. Het gaat over een prachtig cadeau dat het leven verandert van hen die het ontvangen. Welnu, dat cadeau is gewikkeld in meerdere verpakkingen die in de loop der tijden door generaties en generaties zijn toegevoegd, zodat het hele pakket meer plaats is gaan innemen dan het cadeau zelf.
Talrijk zijn zij die het cadeau links hebben laten liggen en elders de zin van hun leven zoeken. Anderen klampen zich wanhopig aan de verpakking vast die ze niet los kunnen zien van het cadeau. Anderen, waar wij bij horen, willen de nutteloze verpakking wegdoen om alleen maar aandacht te besteden aan het cadeau en dichter bij diegenen te komen van wie de schatten iets te maken hebben met dat cadeau dat het evangelie is.
Het aanvaarden van de menselijkheid. Ik zou zeggen dat we steeds de akkers van de menselijkheid moeten bewerken en inzaaien, de schatten die er in verborgen liggen en hier citeer ik Jacques Gaillot: “Wij zijn er niet voor het overleven van de Kerk, maar voor het overleven van de menselijkheid”.
Het aanvaarden van de jongeren. Tenslotte is het belangrijk dat we eraan denken ons getuigenis over te dragen, want al hebben we deze eerste tien jaar gelopen, het is niet gezegd dat onze benen ons toestaan ook de tien komende te gaan. Welke middelen verschaffen we ons om de toekomst zeker te stellen? Wij zijn geen eigenaren van Parvis, laten we jongeren uitnodigen zich erbij te voegen, op het gevaar af dat ze ons uit ons evenwicht brengen in onze zekerheden en waarheden.
Op het Parvis, het kerkplein, zijn wij wachters en voorbijgangers, wij hebben er de keuze gemaakt voor een stap (en pas op, het zijn grote woorden die ik hier gebruik!) die
humanistisch,
democratisch,
dynamisch en open naar de wereld,
meervoudig en samenbindend is.
Wij hebben het Evangelie in de ene hand en de Rechten van de Mens in de andere.
Anne Barbay
Annie Barbay was de eerste voorzitter van de Fédération des Réseaux du Parvis, een federatief verband van een vijftigtal kritische katholieke organisaties in Frankrijk (zoals destijds de Acht Mei Beweging in Nederland was). Parvis betekent kerkplein! Elk jaar, in november, houden zij een algemene vergadering. Bovenstaande inleiding werd uitgesproken op 28 november 2009 in Straatsburg.
Reactie plaatsen
Reglement
- Alle reacties worden vóór publicatie door de redactie beoordeeld. Wij behouden ons het recht voor reacties te weigeren of in te korten zonder opgaaf van redenen.
- Een inzending mag maximaal 1000 tekens bevatten en moet goed leesbaar zijn.
- Lees andere inzendingen zodat u in uw reactie niet in herhaling vervalt maar nieuwe argumenten geeft. De reactie moet inhoudelijk zijn en iets waardevols toevoegen aan het artikel. Dus bijvoorbeeld geen agressief taalgebruik.