21/4/09
Dankwoord bij de prijs van de Herbert Haag-Stichting ‘Voor vrijheid in de kerk’
Voorzitter, beste Hans Küng, geachte aanwezigen, beste vrienden,
Het is voor mij een grote eer, deze prijs vandaag hier in Luzern te ontvangen. Ik dank U daarvoor van ganser harte. Of ik de prijs verdiend heb, kan ik niet beoordelen, maar hoe meer ik mij verdiep in de lijst van de vrouwelijke en mannelijke prijsdragers tot nu toe (personen en instellingen), des te meer begin ik te twijfelen. Des te groter is dan ook de verplichting die dat voor mij met zich meebrengt en die ik graag wil nakomen. Het doel is voor mij duidelijk: het gaat niet om kerkkritiek als doel op zich, maar om een zakelijk en recht-door-zee-spreken, als de vrijheid binnen de kerk en haar bemoeienis met de vrijheid en de bevrijding van mensen op het spel staan,
Toen ik eind 1980 in Nijmegen mijn ambt als hoogleraar aanvaardde, werd ik ontvangen met de mededeling dat in de Nederlandse kerk de winter was aangebroken. Het werd intussen een lange ijstijd met vorst tot diep in de grond; een diepbevroren bodem allerwegen, die heel onnatuurlijk van boven komt.
Desondanks zie je in Nederland, in Duitsland, Oostenrijk en Zwitserland een bloeiend geloofsleven in veel parochies en groepen. Helaas moeten we nog altijd blijven vragen om binnenkerkelijke gelijkstelling van vrouwen, en moeten fundamentele waarden als democratie en vrijheid van godsdienst worden verdedigd. We moeten ons nog steeds inzetten voor de kerkelijke waardigheid van andere confessies, voor het respect voor andere godsdiensten, voor een verhouding als broeders en zusters met het Jodendom. Actie hiertoe zie ik niet als een heldendaad, maar als een vanzelfsprekendheid. Zonder dat is voor een katholiek theoloog actueel christenzijn ondenkbaar.
Ik dank Angela Berlis voor haar lovende woorden. Zij heeft me weer aan veel dingen herinnerd, en ik voel me door haar begrepen. Angela Berlis is oud-katholiek, deskundig historica en nota bene legitiem gewijd priester. Bovendien is ze gepromoveerd aan een katholieke theologische faculteit. Voor mij is dat een bijzonder belangrijk signaal.
Ik gedenk hem die deze prijs heeft ingesteld, Herbert Haag, wiens gevecht tegen de duivel en de verpersoonlijking van het kwaad ik in Tübingen met grote instemming en hartstochtelijk mocht meebeleven. Omdat de hebreeuwse taal mij zeer interesseerde, waren zijn colleges voor mij belangrijk. Heel duidelijk herinner ik me zijn college van het schooljaar 66/67 over Jesaja 60: hij opende het college met een uiteenzetting van het eerste vers: daar stond geschreven:
„Sta op, wordt licht, want jouw licht komt,
en de heerlijkheid van de Heer gaat lichtend over U op.“
Niet triomfalistisch, maar triomfaal heeft Herbert Haag ons dit vers voorgedragen en uitgelegd, als een getuigenis van het licht van jhwh. Natuurlijk stonden ons toen meteen ook de beginwoorden voor ogen van de constitutie over de Kerk: Lumen gentium heet het daar aan het begin: Licht van de wereld. Hans Küng maakte ons duidelijk: „Niet de Kerk, maar Christus is dit licht van de wereld”. En Herbert Haag vulde dit aan vanuit zijn visie: dit licht slaat niet alleen op Jeruzalem, maar op jhwh zelf:
„over jou verheft zich lichtend jhwh,
zíjn kabod verschijnt over jou.“
Het gaat om de kabod: de heerlijkheid van jhwh, niet om de glans van een hedendaags instituut, om de weg van álle volken, niet slechts om het ene uitverkorene, want zij állen „wandelen naar het Licht“. Paul Celan heeft dit vers opgenomen in een kort indrukwekkend gedicht. Hij citeert het vers in het jiddisch. En blijkbaar heeft dit vers hem nooit losgelaten. Ook wanneer hij in de gevangenistoren, zoals hij schrijft „Schlammbrocken slikt“ (brokken ingedikt kolengruisvocht), en de band met jhwh doorgesneden is, knoopt hij in gedachten deze band toch weer aan. Deze hebreeuwse schreeuw naar hoop is hem bijgebleven: „kumi, ori“, zo eindigt het gedicht: Verhef U, schenk Licht.
Deze schreeuw naar Gods licht sterft nooit. Zij leeft in alle religies en bij alle mensen; Herbert Haag heeft ons dit geleerd. Voor mij en mijn werk, dat begon in Tübingen bij Hans Küng, zich mocht ontplooien in Nijmegen en nu in Tübingen hopelijk nog lang mag nagloeien, bleef dit schriftwoord altijd een onwankelbaar devies, gedragen door de stralende vanzelfsprekendheid die Herbert Haag eigen was. Daarvoor alsnog een laat woord van dank.
Dank tenslotte aan u allen, de prijsverleners, en ook hen die in de afgelopen weken weer een belangrijk gevecht voerden, en tenslotte aan ieder die vergelijkbare gevechten iedere dag op onzichtbare fronten hebben te voeren, soms met als enig doel dat het Licht van God over de mens mag lichten. Voor hen voel ik mij – plaatsvervangend – verantwoordelijk door het aannemen van deze prijs.
kumi – ori.
Vrij vertaald:
Sta op en schep Licht!
Hermann Häring
Bovenstaand dankwoord heeft Dr. Hermann Häring uitgesproken bij de Prijsuitreiking van de Herbert-Haag-Stichting ‘Voor vrijheid in de kerk’ in Luzern op 8 maart 2009.
Vertaling: Drs Wim van der Velden
Reactie plaatsen
Reglement
- Alle reacties worden vóór publicatie door de redactie beoordeeld. Wij behouden ons het recht voor reacties te weigeren of in te korten zonder opgaaf van redenen.
- Een inzending mag maximaal 1000 tekens bevatten en moet goed leesbaar zijn.
- Lees andere inzendingen zodat u in uw reactie niet in herhaling vervalt maar nieuwe argumenten geeft. De reactie moet inhoudelijk zijn en iets waardevols toevoegen aan het artikel. Dus bijvoorbeeld geen agressief taalgebruik.