Vertalingen: Nederlands English
6/8/08
Roman Catholic Women Priests en de Nederlandse dominicanen
in hun visie op het gewijde ambt
Twee modellen van priesterschap: overeenkomsten en verschillen
Wij zijn een kerk in crisis. Veel zaken die te lang zijn onderdrukt, komen nu aan de oppervlakte en weigeren te verdwijnen. Er is een “groeiend religieus cynisme, voortkomend uit het gevoel dat de kerk die spreekt over rechtvaardigheid voor de wereld, weigert rechtvaardigheid toe te passen binnen de kerk zelf.”(1) Veel voorbeelden komen naar voren: klerikalisme en de onderdrukking van mensen door de klerikale kaste; seksueel misbruik door priesters en het verdoezelen hiervan door veel bisschoppen, gedwongen celibaat voor priesters, de enorme daling in het aantal mannelijke priesters en de daaruit voortvloeiende crises in de parochies; de terugloop bij bijna alle grote religieuze ordes; en natuurlijk de vraag over de rol van de vrouw in de kerk. Het seksisme in de kerk is eenvoudigweg onacceptabel. Dat, in de 21ste eeuw, aan vrouwen nog steeds dezelfde rechten als aan mannen worden ontzegd, dat de officiële kerk hen in een tweederangs en onderworpen rol houdt en vooral dat zij uitgesloten worden van het dienstambt van priester is bijna ongelooflijk. Maar veranderingen doen zich al voor. Het volk van God vindt mogelijkheden om de onrechtvaardige wetten in de kerk te overwinnen of te negeren en de kerk beweegt zich voorwaarts onder invloed, denk ik, van de Geest. Als nooit tevoren zijn mensen zich bewust van zaken als rechtvaardigheid met name met betrekking tot mensenrechten. Zij kunnen voor zichzelf denken en zijn bereid en in staat hun mening te laten horen en beslissingen te nemen als het gaat om wat voor soort kerk zij willen zijn, de priesters die ze willen hebben en de manier waarop zij eucharistie willen vieren. Er is een mooi citaat van Paus Benedictus XVI, toen hij nog professor Ratzinger was, over de voorrang van het geweten: “Boven de paus als bindende aanspraak op kerkelijke autoriteit staat nog steeds het menselijk geweten dat moet worden gehoorzaamd vóór al het andere, indien noodzakelijk zelfs tegen de eisen van kerkelijke autoriteiten in.” (Leer van Vaticaan II, vol. V, Commentaar, p. 134).
In de ruim 40 jaar sinds Vaticanum II is er veel restauratie geweest van de kant van de officiële kerkelijke autoriteiten, maar het volk van God, over het algemeen, heeft zich bewogen in tegenovergestelde richting. Vandaar de grote kloof tussen deze twee.
Twee antwoorden op de crisis
Twee antwoorden op bijzondere aspecten van de huidige crisis zijn gekomen van Roman Catholic Woman Priests en van de Nederlandse Dominicanen in hun document Kerk & Ambt, dat vorig jaar werd gepubliceerd en dat grotendeels weergeeft wat al praktijk is in parochies in Nederland. RCWP richt zich vooral op de vraag rond de wijding van vrouwen terwijl het document van de Nederlandse dominicanen de crisis in de kerk beschouwt als gevolg van het gebrek aan priesters. Er zijn interessante overeenkomsten en verschillen in de twee benaderingswijzen en ze laten hun licht schijnen op een nieuwe kijk op de kerk zoals die bij ons aan het ontstaan is. Dit is onderdeel van de reconstructie, de hernieuwde opbouw van de kerk. Beide groepen betwisten de vasthoudendheid van de officiële kerkelijke autoriteiten dat priesterlijke bediening alleen kan worden uitgeoefend door gewijde celibataire mannen.
Het uitgangspunt van de twee zijn echter verschillend.
De Nederlandse dominicanen hebben de situatie van de kerk in Nederland – en vele andere delen van de wereld – als uitgangspunt: de crisis, veroorzaakt door het tekort aan priesters, met het resultaat dat parochies worden geleid door leken en dat er meer en meer communievieringen worden gehouden.
RCWP gaat uit van het onrecht dat vrouwen wordt aangedaan in de kerk door hen het recht op gelijke ambtsbediening, dat er zou moeten zijn voor alle gedoopten, te ontzeggen. Als wij, in het doopsel, allen één zijn in Christus (Gal. 3, 27) en als het doopsel het fundament is van christelijk leven en de toegang tot de andere sacramenten, is het onrechtvaardig dat er zeven sacramenten zijn voor mannen en slechts zes voor vrouwen.
De huidige beweging voor de vrouwenwijding kreeg haar eerste impuls in Europa, in de jaren zestig. Maar de groep, nu bekend als RCWP, ontstond in de late negentiger jaren uit een vernieuwingsbeweging in Oostenrijk en Duitsland, Wir sind Kirche (We are Church) genoemd. Een van de doelstellingen van Wir sind Kirche was de volledige participatie van vrouwen in alle aspecten van het kerkelijk leven. De leden waren moe van het alsmaar praten over vrouwenwijding: de gesprekken gingen al jaren door maar nooit veranderde er iets. Zij besloten dat de enige weg naar voren, de enige weg die iets zou veranderen op het gebied van de vrouwenwijding, was er iets aan te doen. In het zicht van Ordinatio Sacerdotalis (1994) en andere recente pauselijke encyclieken leek er geen hoop op verandering te zijn, ten minste niet ‘van bovenaf’. De enige mogelijke weg naar voren, voor de basisbewegingen, was te beginnen ‘van onderaf’dingen anders aan te pakken.
Meer dan één mannelijke bisschop werd gevonden die bereid was de handen op te leggen bij deze vrouwen, zodat ze werden gewijd in de apostolische successie. De wijding van de ‘Zeven van de Donau’ in 2002 is welbekend. Later werden enkelen van hen bisschop gewijd en konden ze doorgaan met het wijden van vrouwen. Sinds in 2004 in Noord-Amerika de eerste vrouwen werden gewijd, is de beweging exponentieel gegroeid. De eerste Canadese vrouw die werd gewijd was Michele Birch Conery. In april van dit jaar werd de eerste Noord-Amerikaanse vrouwelijke bisschop gewijd en binnen een jaar of twee zal de eerste Canadese vrouwelijke bisschop gewijd worden.
RCWP is geen zich uitleveren aan de hiërarchie
Dit klinkt misschien alsof RCWP, door het wijden van vrouwen tot diaken, priester en bisschop in de traditie van de apostolische successie, zich inkapselt in het hiërarchische systeem van het klerikalisme. Wij geloven echter dat dit niet zo is want RCWP vertrekt met opzet vanuit een ander model van priesterschap, één dat inclusief is, gebaseerd op de gemeenschap en met zijn ideaal, dienstbaar leiderschap. In plaats van het piramidale model, waar beslissingen aan de top worden genomen en doorgegeven aan lagere niveaus, worden naar de structuur van RCWP beslissingen gemeenschappelijk genomen en de bisschop heeft nauwelijks enige bestuurlijke bevoegdheid. In plaats daarvan wordt dit gezag gedragen door een gekozen administratrice in iedere regio en allen samen vormen de ‘leiderskring’ (Leadership Circle). Het gezag van de bisschop is beperkt tot het laatste woord bij de wijdingsliturgie en tot wie zij zal wijden. Heel bewust probeert RCWP klerikalisme te vermijden. De RCWP-priesters zien zichzelf niet als toegetreden tot een priesterkaste. (Enige voorbeelden van hoe klerikalisme wordt vermeden zijn: de gewijde priesters gebruiken gewoonlijk geen titel; de viering van de eucharistie is inclusief; de instellingswoorden worden door iedereen uitgesproken; RCWP-priesters dragen speciale kleding bij het vieren van de eucharistie maar dragen geen kerkelijke kleding zoals priesterboorden voor dagelijks gebruik en de bisschoppen gebruiken geen mijters of bisschopszetels.)
Het document van de Nederlandse dominicanen
In 2005 startte de Nederlandse provincie van de dominicanen een document met de titel Kerk en Ambt waarin zij nadenken over de vraag of het vieren van de eucharistie afhangt van de bediening door gewijde celibataire mannen of dat het mogelijk is dat de kerkgemeenschap, of de door hen gekozen voorgangers, zelf de eucharistie zou kunnen vieren.
Kijkend naar de huidige situatie in de kerk in Nederland en zeker ook in veel andere landen, wijzen de Nederlandse dominicanen op het fundamentele verschil tussen de mening en de praktijk van de officiële gezagsdragers aan de ene kant en, aan de andere kant, de praktijk van hen die verantwoordelijk zijn voor de viering in hun kerkgemeenschap. Het kerkelijk leergezag staat er op dat alleen gewijde mannen kunnen en mogen voorgaan in de eucharistie; en dit geldt tevens voor de toediening van het sacrament van de biecht en de ziekenzalving en voor de preek. Als er geen gewijde mannelijke priester beschikbaar is, mag er een woord- en communiedienst plaatsvinden maar dit wordt officieel gezien als een tweede keus. Het wordt niet beschouwd als een eucharistieviering. Volgens de officiële kerkleer kan een pastoraal werker of ieder ander die in de Communieviering voorgaat, brood en wijn niet ‘veranderen’ in het lichaam en bloed van Christus. Hij of zij kan alleen hosties uitdelen die tevoren zijn geconsacreerd door een priester tijdens een eucharistieviering.
Veel parochies en groepen mensen worden geconfronteerd met het feit dat er, nu of in de toekomst, geen gewijde priester meer voorhanden zal zijn en er is geen uitzicht op een oplossing voor deze situatie. Kerkelijke autoriteiten proberen deze crisis op te lossen door priesters te importeren uit het buitenland of door regionalisatie: parochies worden samengevoegd in regio’s waarbij een priester de ronde maakt langs de parochies. Veel kerkgemeenschappen zijn ongelukkig met deze situatie en proberen deze op verschillende manieren te ontwijken. Een fundamenteel bezwaar van dergelijke gemeenschappen tegen deze gang van zaken is dat de officiële kerkleiding kiest voor de bescherming van het priesterambt in zijn huidige vorm bóven en tegen het recht van geloofsgemeenschappen om de Eucharistie te vieren.
Verschil tussen eucharistieviering en woord- en communievieringen
In de officiële kerk wordt onderscheidt gemaakt tussen de eucharistie in de volle betekenis van het woord, waarin een gewijde mannelijke priester voorgaat, en een woord- en communieviering waarin geen priester voorgaat. In een woord- en communieviering worden de instellingswoorden niet uitgesproken en de hosties die worden uitgedeeld, zijn voordien geconsacreerd tijdens een mis, voorgegaan door een gewijde priester. Echter, de meeste mensen die naar de kerk komen zijn zich amper bewust van het onderscheid en ervaren beide vormen als echt en waarlijk eucharistievieringen.
Voorstel van de Nederlandse dominicanen: gemeenschap benoemt eigen priester
Voor de gemeenschap is de te volgen weg, aldus de Nederlandse dominicanen, hun eigen voorganger, hun eigen priester te benoemen. In feite gebeurt dit al in Nederland. Deze persoon heeft voldoende opleiding nodig en de benoeming zou, ideaal gesproken, kunnen worden bevestigd door de locale bisschop door handoplegging – wijding – maar als de locale bisschop weigert, bijvoorbeeld omdat de persoon gehuwd is, zou de gemeenschap er niet aan hoeven twijfelen dat ze feitelijk eucharistie vieren.
De twee modellen
Zij hebben de basisprincipes gemeenschappelijk, zoals:
- kerk gezien als gemeenschap van mensen, geen piramide;
- priesterambt gebaseerd op het doopsel en open voor alle gedoopten;
- priesterschap als dienst, geen wezenlijke verandering, geen magie;
- antiklerikaal, geen groot onderscheid tussen gewijd en niet-gewijd; de instellingswoorden door allen uitgesproken;
- inclusief, geen uitsluiting gebaseerd op geslacht, oecumenische inclusiviteit en zelfs naar andere religieuze tradities;
- celibaat niet wezenlijk voor het ambt.
Roeping: individuele dimensie en gemeenschapsdimensie
Geroepen worden tot het ambt van priester of tot welk ander ambt ook, kent zowel een persoonlijke dimensie als een gemeenschapsdimensie. Men voelt in zichzelf een aantrekkingskracht, een aangetrokken worden, een neiging naar zo’n ambt. Men denkt: ”Dat zou ik kunnen doen, dat zou ik graag willen doen, het lijkt een goede manier om mijn talenten te benutten, een waardevolle manier van leven.” Aan de andere kant dient een persoonlijke roeping bevestigd en bekrachtigd te worden door de gemeenschap als we zelfverbeelding willen vermijden. De gemeenschapsdimensie is heel sterk in het model van de Nederlandse Dominicanen en is sterker aan het worden in het model van de RCWP.
Gemeenschap
Veel van onze gewijde vrouwelijke priesters hebben groeiende gemeenschappen die hun dienst als priester op prijs stellen en nodig hebben en hen hierin aanmoedigen. Marie Evans Bouclin werd geroepen tot het ambt van priester door haar locale gemeenschap. Die gemeenschap heeft zich ontwikkeld tot een huiskerk en is gegroeid van 8 naar 14 leden. Zij bedient ook twee andere nieuwe huiskerken in Sudbury.
De dag na haar wijding vorig jaar in Toronto werd zij gevraagd als priester voor te gaan in de gemeenschap Christ the Servant, in Cobourg, Ontario, 500 km van Sudbury. Marie had daarom een medepastor nodig. In februari van dit jaar vroeg deze gemeenschap Kevin Fitzgerald, bisschop van een aftakking van de Oud-Katholieke Kerk, erbij en nu zijn hij en Marie hun priesters.
Hier, in West-Canada, gaan Michele Birch Conery en Jim Lauder steeds vaker voor in verschillende bloeiende gemeenschappen waar ze enthousiast worden ontvangen en liefdevol ondersteund. Deze gemeenschappen zijn:
- de geloofsgemeenschap Sint Franciscus van Assisi
- de geloofsgemeenschap van de Oceaankant
- de geloofsgemeenschap van de Catacomben van Shekina
- de gemeenschap Xristos Society Support
- de gemeenschap Ambt zonder Grenzen
Monica Kilburn Smith werkt in Calgary en wordt ondersteund door de volgende gemeenschappen:
- Corpus Gemeenschap
- Vrienden van Vaticanum II
In de Verenigde Staten werken bijna al onze gewijde vrouwen ten dienste van gemeenschappen, die dat op prijs stellen en hen nodig hebben. De mensen zijn er klaar voor.
Criteria voor kandidaten
Gemeenschappelijke criteria van de Nederlandse dominicanen en RCWP:
- de overtuiging dat de viering van de eucharistie niet afhangt van het ambt van gewijde celibataire mannen;
- of kandidaten nu man of vrouw zijn, homo- of heteroseksueel, wel of niet getrouwd is niet relevant. Wel belangrijk is of hun geloofshouding aanmoedigt en inspireert.
Verschillen in vereisten (deze verschillen zijn voornamelijk in nadruk)
- Inzicht en selectie: Intrede in het voorbereidingsprogramma voor het ambt van priester is tevens het begin van een proces van onderkenning van iemands roeping tot het ambt. Aanbeveling door ten minste drie personen die er op aangesproken kunnen worden, is vereist. In het model van de Nederlandse dominicanen speelt dit proces zich voornamelijk af door en binnen de gemeenschap. (Naar mijn mening is dit een beter model om tot inzicht te komen met betrekking tot iemands roeping tot het ambt.)
- Wijding door een bisschop: RCWP heeft haar eigen bisschoppen en wijding door een bisschop is nodig voor het ambt van diaken en priester. In de visie van de Nederlandse dominicanen echter, als de bisschop weigert om te wijden, wordt de kandidaat toch de priesterlijke bedienaar voor de gemeenschap.
- Theologische vereisten: RCWP stelt hogere theologische eisen: onder de 55 jaar is een master theologie vereist, daarboven is een bachelor theologie voldoende. De Nederlandse dominicanen vragen van kandidaten dat ze ervaring hebben “op het gebied van omgang met de Schriften en van omgang met het materiaal van de christelijke tradities, waardoor zij bekwaam zijn om te preken”.
- Liturgische vereisten: de Nederlandse dominicanen vereisen dat de lokale gemeenschap de liturgische creativiteit van de kandidaat beoordeelt terwijl, in RCWP, de kandidaat een spirituele mentor moet hebben. Echter, in de meeste gemeenschappen waar priesters van RCWP of in het model van de Nederlandse dominicanen voorgaan, is er een liturgisch team.
- Pastorale vereisten: RCWP vereist pastorale ervaring en ambtsuitoefening, terwijl er bij de Nederlandse dominicanen een sterke ondersteuning door de gemeenschap bestaat: de kandidaat moet bevestigd worden door en ingebed zijn in een gemeenschap. De Nederlandse dominicanen eisen ook dat de kandidaat beschikt “over een soepel organisatietalent, gericht op mogelijke continuïteit van het gemeenschapsgebeuren”.
Apostolische successie: een kwestie van gerechtigheid voor vrouwen
Persoonlijk denk ik dat de RCWP wijding van vrouwen in apostolische successie een overgangsfase is tussen de huidige stand van zaken in de kerk en wat op sommige plaatsen te voorschijn komt als de keuze van de gemeenschap zoals beschreven door de Nederlandse dominicanen. Ik geloof dat het nu voor vrouwen noodzakelijk is te weten dat zij gewijd zijn in apostolische successie, vanwege de geloofwaardigheid. Als RCWP de sprong zou moeten maken van waar de kerk nú is naar het negeren van de apostolische successie en als vrouwen zouden moeten zeggen: “Ik ben gewijd door mijn gemeenschap”, dan denk ik dat ze waarschijnlijk niet serieus genomen zouden worden. Maar als we vertellen dat we zijn gewijd door bisschoppen die in gemeenschap met Rome staan, in volledige apostolische successie, worden we erg serieus genomen, zoals is bewezen door de excommunicaties die door het Vaticaan en tenminste één andere aartsbisschop zijn uitgebracht tegen enkele van ons. Als de kerkelijke autoriteiten werkelijk geloofden dat, zoals ze zeggen, er “niets gebeurt” als vrouwen worden gewijd, waarom dan al die drukte, waarom dan die formele excommunicatie die alle andere mogelijke straffen insluit? Als er “niets gebeurt” waarom negeren de kerkelijke autoriteiten onze wijdingen dan niet gewoon? Dus het feit dat we gewijd zijn in apostolische successie is klaarblijkelijk erg belangrijk, minstens voor nu.
Bredere kijk op apostolische successie
Ik wil echter voorstellen dat ons hele begrip van apostolische successie aanzienlijk zou kunnen worden verbreed. Het betekent immers dat de traditie van handoplegging voor de dienst aan de gemeenschap door de eeuwen heen tot ons gekomen is, vanaf de vroege kerk, en in feite zelfs verder teruggaat. Niettemin, als we kijken naar wat we apostolische successie noemen, gaat het, in geschreven vorm, meestal terug tot ergens in de Middeleeuwen. Dit is een hiërarchische vorm van apostolische successie, doorgegeven van de ene bisschop op de volgende. Het zou nog steeds als apostolische successie geaccepteerd kunnen worden, stel ik me voor, als de gemeenschap, niet de bisschop, de handen op zou leggen, en dat zou heel goed passen bij het gemeenschapsmodel. Maar, zoals ik zei, ik denk niet dat we de huidige overgangsfase om gewijd te worden in apostolische successie over kunnen slaan, ten minste niet voor vrouwen. Het is een kwestie van gerechtigheid dat vrouwen gelijkelijk worden gewijd – en op dezelfde wijze – als mannen.
Een opsomming
Overeenkomsten – beide modellen
- zijn antwoorden op de crisis in de R.-K. Kerk, speciaal met betrekking tot het priesterambt,
- zien zichzelf binnen de R.-K. Kerk staan, geen sekte, geen afsplitsing, alhoewel beide groepen worden beschuldigd schismatiek te zijn,
- zijn enigszins subversief, deel van een ‘ondergrondse kerk’, niet officieel erkend maar groeiend temidden van het Volk van God,
- hebben een soortgelijke ecclesiologie: kerk is in de eerste plaats het Volk van God,
- hebben een structuur meer gebaseerd op gemeenschap dan op hiërarchie,
- hebben eenzelfde ambtstheologie, niet-seksistisch en niet-klerikaal (geen priesterkaste, geen wezenlijke verandering als iemand gewijd wordt, geen magie),
- zijn oecumenisch inclusief,
- omvatten de wens voor wijding door een bisschop.
Verschillen
- RCWP legt meer nadruk op apostolische successie bij de wijding. Dit is gedaan om gelijkheid te verkrijgen voor vrouwen die het recht hebben op dezelfde wijze gewijd te worden als mannen. De Nederlandse dominicanen zouden graag zien dat de wijdeling die voorgedragen wordt door de gemeenschap, door de lokale bisschop gewijd zou worden, maar zij stellen: ”Mocht de bisschop de wijding of ‘inordening’ weigeren op grond van argumenten die niet het wezen van de eucharistie raken, zoals de celibaatsverplichting, dan mogen de parochies erop vertrouwen, dat zij toch echt en waarachtig eucharistie vieren wanneer zij biddend brood en wijn delen” (Kerk & Ambt, blz. 14). RCWP heeft vrouwelijke bisschoppen die zijn gewijd door mannelijke bisschoppen die in gemeenschap met Rome staan, dus de vrouwelijke bisschoppen staan in de traditie van de apostolische successie. Daarom houdt RCWP vast aan de wijding door een bisschop.
- De Nederlandse dominicanen leggen meer nadruk op de rol van de gemeenschap bij het kiezen en ondersteunen van de kandidaat. RCWP legt meer en meer nadruk op uitverkiezing en ondersteuning door de gemeenschap maar is nog steeds betrokken bij de aanspraak op het recht van vrouwen op de wijding, als een kwestie van rechtvaardigheid.
Combinatie van twee modellen of harmonieus samengaan
Niettemin, alle betrokkenen zouden erop vooruit kunnen gaan als de twee modellen samengaan. Als iemand eenmaal door de gemeenschap is gekozen tot voorganger in het model van de Nederlandse dominicanen, zou hij of zij het voorbereidingsprogramma van de RCWP kunnen doorlopen en door RCWP bisschoppen kunnen worden gewijd. Op dit moment lijkt het wishful thinking om te hopen dat de lokale mannelijke bisschop bereid zou zijn RCWP kandidaten te wijden – ofschoon ze bereid kunnen zijn mannen te wijden.
Als alternatief kunnen de twee modellen natuurlijk wel samengaan in wederzijds respect en ondersteuning want zij sluiten een gelijksoortig model van kerk en priesterambt in, een model waar de kerk onvermijdelijk naar toegaat. Het zou een goed idee zijn om voor mensen van beide groepen een manier te vinden om elkaar beter te leren kennen, misschien via internet of in een gezamenlijke conferentie.
Oplaaiend conflict door de brochure
De brochure Kerk & Ambt heeft het conflict doen oplaaien. Vorig jaar november was er in Amsterdam een conferentie die door meer dan 500 mensen werd bezocht, waarvan de meesten het document ondersteunden. Maar de Magister van de Dominicaner Orde en zijn Raad hebben een verklaring uitgebracht waarin zij het document niet accepteren omdat het tegen de kerkelijke leer is. Een Franse dominicaans theoloog, pater Hervé Legrand, heeft het hele voorstel verworpen als leidend tot een schisma. In antwoord daarop schreef Herman Häring: “Misschien denken Nederlandse katholieken op dit punt kritischer en nauwkeuriger dan de kerkelijke leer.” In februari van dit jaar nam bisschop De Korte van Utrecht deel aan een debat met twee van de auteurs van het dominicaans voorstel. De auteurs van de brochure verklaarden dat hun intentie niet een schisma was maar een “vastbeslotenheid om de kerk te openen voor een noodzakelijk theologische herbezinning in een tijd van crisis.”(2)
Ik begon met te zeggen dat we een kerk in crisis zijn.
Eckhart Tolle schrijft: “Wanneer we worden geconfronteerd met een radicale crisis, wanneer de oude manier van in de wereld zijn, van interactie met elkaar en met de wereld van de natuur niet meer werkt, wanneer het overleven wordt bedreigd door schijnbaar onoverkomelijke problemen, dan zal een individuele leven – of een soort – óf sterven of uitsterven óf de beperkingen van zijn omstandigheden te boven komen door een evolutionaire sprong.”(3)
Kunnen wij ons midden in zo’n evolutionaire sprong in het leven van de kerk bevinden? Een sprong die deel uitmaakt van de heropbouw van de kerk nu wij de kerk van de toekomst bouwen, de kerk die, naar wij geloven, dichter bij de gemeenschap staat die Jezus in gedachten had?
Patricia Fresen, D.Th.
Dr. Patricia Fresen is dominicanes uit Zuid Afrika die haar orde moest verlaten toen zij priester werd gewijd in de RCWP beweging; later is zij bisschop gewijd. Bovenstaande bijdrage was haar toespraak die zij in Victoria, Canada, hield bij de Catholic Network Women’s Equality Conference, 29 mei-1juni 2008.
Vertaling: Marleen Wijdeveld
(1) Ludwig, Robert, RECONSTRUCTING CATHOLICISM for a new generation, 3
(2) Tolle, Eckhart: A New Earth, Awakening to your life’s purpose. A Plume book. ISBN 978-0-452-28996-3. p. 20
(3) National Catholic Reporter, Feb. 22nd 2008, artikel van Robert McClory, p. World 17
Reactie plaatsen
Reglement
- Alle reacties worden vóór publicatie door de redactie beoordeeld. Wij behouden ons het recht voor reacties te weigeren of in te korten zonder opgaaf van redenen.
- Een inzending mag maximaal 1000 tekens bevatten en moet goed leesbaar zijn.
- Lees andere inzendingen zodat u in uw reactie niet in herhaling vervalt maar nieuwe argumenten geeft. De reactie moet inhoudelijk zijn en iets waardevols toevoegen aan het artikel. Dus bijvoorbeeld geen agressief taalgebruik.