De oudste bewoonde stad op aarde en de hiërarchie  
Home > Thema's > Inculturatie > Kerk zijn > Ambten > De oudste bewoonde stad op aarde en de hiërarchie
Dr. Marcel Poorthuis
23/8/07

De oudste bewoonde stad op aarde en de hiërarchie

Het was een bijzondere ervaring om vanuit de ‘oudste bewoonde stad op aarde’, Damascus, het betoog van de scherpzinnige theoloog Erik Borgman te lezen over de erosie van de hiërarchie. De hitte aldaar verhinderde wellicht een koele analyse, terwijl ook het feit dat het hier een samenvatting betreft, door Van Tillo gemaakt (die wellicht ook andere theologen hiermee van dienst zal willen zijn), tot voorzichtigheid maant. Toch roep ik nog even de sfeer op van die stad. Eerbiedwaardige kerken, Armeens, Syrisch, Maronitisch, Grieks, weten zich erfgenaam van de eerste christenen die nog vóór Paulus hun weg van Christus waren ingeslagen, immers Paulus kwam als Saulus naar Damascus. Ondanks de moeilijke maatschappelijke situatie is voor deze kerken het besef van apostolische continuïteit springlevend. Datzelfde traditiebesef geldt trouwens voor het jodendom met de continuïteit van handoplegging (semicha) en voor de islam (isnad), beide groepen in deze stad aanwezig. Nu worden figuren als Mozes en David in het jodendom als rabbijn voorgesteld, ‘s nachts Tora studerend teneinde overdag goed te besturen. Hierbij zal de theoloog-historicus wel weer het hoofd schudden over zoveel onhistorisch besef! Het gaat hier om een religieus-hermeneutische continuïteit, zoals dat ook geldt voor apostelen-bisschoppen.

Die slijtage van de hiërachie zou volgens Borgman in het midden van de vorige eeuw dus rond 1950 zijn ingezet, met voorlopers bij Kant en Nietzsche. Het verschil tussen Borgman en mijzelf is inderdaad dat eerstgenoemde altijd van een radicale breuk uitgaat terwijl ik die minder zie. Liever gezegd, mensen wanen zichzelf op verschillende tijden graag at the crossroads, en situeren zichzelf daarmee telkens weer op de drempel van een nieuwe tijd. Precieze moment van die omwenteling en aard van die nieuwe tijd blijven dan ook dikwijls wazig en worden zelfs geheel verschillend omschreven. Zo situeren sommigen de ontdekking van het innerlijk al bij Augustinus, terwijl anderen het christendom zelf als een vorm van postmodern denken zien. Het is dan ook het beste om klare wijn te schenken: het bisschopsambt is eeuwig (en voorlopig) zoals de kerk eeuwig (en voorlopig) is. Al weten we dat eens “zelfs een dienstmaagd zal profeteren”, en al ontwaren wij sinds Pinksteren daarvan ook de duidelijke tekenen, dan nog laat dit de betekenis van het bisschopsambt onverlet. Het heeft dan ook geen zin een vroeg christendom te reconstrueren waarin het bisschopsambt de toegang zou moeten worden ontzegd. De brieven van Ignatius spreken duidelijke taal en al die passages als latere interpolaties afdoen is een sport waaraan protestantse geleerden zich in vroeger tijd hebben bezondigd. Het besef de bijbelse tempelcultus op eigen wijze voort te zetten, lijkt al in de Clemensbrief aanwezig en is vooral in het oosters christendom een dragende gedachte. Wie nog verder terug wil grijpen en zich beroept op Jezus zelf, komt daarmee in het jodendom terecht met tempel inclusief (hoge)priesterschap, waarvoor Jezus profetische kritiek reserveerde zonder die categorisch af te wijzen.

Het is mede de Damascuservaring van Saulus/Paulus die ons leert dat we respect voor het jodendom kunnen combineren met een eigen christelijke identiteit die daarmee niet samenvalt. Christenen kunnen niet onbemiddeld teruggrijpen op een jodendom (dat dan louter uit Wetsvrije netwerkrelaties zou bestaan) om eigen kerkelijke vraagstukken op te lossen.

Wat nog minder pas geeft is om Auschwitz te instrumentaliseren voor een eigen kerkvisie, zoals Borgman mijns inziens doet. Al was er te weinig  protest van kerkelijke zijde, (uitgezonderd iemand als onze eigen aartsbisschop de Jong die overigens een steile opvatting van zijn ambt had), we weten dat de hiërarchie zich doorgaans kritischer opstelde jegens het nationaalsocialisme dan het kerkvolk. Dat geldt trouwens voor heel de geschiedenis van het antisemitisme, en ook: de Deutsche Christen waren minder weerbaar dan de op Rome gerichte katholieken.

Borgman wijdt vervolgens goede en mooie worden aan hoe het bisschopsambt eruit zou kunnen zien. Maar daarvoor reikt de eigen traditie ons eveneens ingrediënten aan: “men geve het kerkvolk geen bisschop die het niet wil”, om maar een gevleugeld woord te noemen. Dat waar de bisschop is, de kerk is, kan worden aangevuld met: “waar de kerk is hoort de bisschop te zijn”, enzovoort. De communicatieve eisen die aan de bisschop vandaag de dag gesteld worden zijn groot en daarin ligt een uitdaging die ik met Borgman onderken. Maar graag zou ik in plaats van erosie allereerst een stevige rots als fundament benadrukken.

Marcel Poorthuis


Reactie plaatsen

Reglement

  • Alle reacties worden vóór publicatie door de redactie beoordeeld. Wij behouden ons het recht voor reacties te weigeren of in te korten zonder opgaaf van redenen.
  • Een inzending mag maximaal 1000 tekens bevatten en moet goed leesbaar zijn.
  • Lees andere inzendingen zodat u in uw reactie niet in herhaling vervalt maar nieuwe argumenten geeft. De reactie moet inhoudelijk zijn en iets waardevols toevoegen aan het artikel. Dus bijvoorbeeld geen agressief taalgebruik.
Naam  
E-mailadres  
Plaats  
Uw reactie  
Gebruik maximaal 1000 tekens. U hebt nog 1000 tekens tekens.
Captcha  
   

Terug naar "Ambten" | Naar boven

Disclaimer
EnglishDeutschFrancaisEspanol