De kerk die wij ons wensen  
Home > Thema's > Inculturatie > Kerk zijn > Ambten > De kerk die wij ons wensen
Vertalingen: Nederlands English 
Dr. Andrea M. Johnson
27/5/08

                           

De kerk die wij ons wensen

Lezingen: Hand. 11,1-18, psalm 42,2-3 & 43,3-4, Joh. 10,11-18.

Het is geweldig, met zo velen hier bijeen te zijn om liturgie te vieren, met zo veel toegewijde en moedige katholieke vrouwen en mannen en met zo velen die uitzien naar rechtvaardigheid voor vrouwen in de kerk. In het midden van de paastijd zijn we hier om God te danken voor het leven, de dood en de opstanding van Jezus, Gods Gezalfde, en om het bezoek aan Washington van de opvolger van de apostel Petrus, paus Benedictus XVI, te vieren als verantwoordelijke voor de eenheid van de kerk en haar trouw aan het visioen van de missie van Christus. Wij heten paus Benedictus XVI welkom en zijn bereidheid te luisteren naar zijn broeders en zusters. In de leiding van de kerk bieden wij Paus Benedictus de talenten van vrouwen aan!

Vandaag zou ik samen met u even willen nadenken over wat voor kerk wij van de apostelen hebben geërfd  en wat voor kerk wij moeten zijn in het licht van de toekomst. Het kan ons helpen eerst vast te stellen wat de kerk NIET IS. Ik werd eraan herinnerd dat de zalige paus Johannes XXIII ons, bij de opening van het Tweede Vaticaans Concilie, vertelde dat de kerk GEEN museum is. Het gaat veel minder om het conserveren van het verleden dan om ons voort te bewegen naar de toekomst, om het visioen van Jezus, om het bouwen aan het Rijk van God dat Gods plan is voor een rechtvaardige en vredige wereld. In de grond is het GEEN bureaucratische gemeenschap, maar eerder een pastorale en uitnodigende gemeenschap, een krachtig instrument  van de Geest van de Levende Christus.

Het past mooi dat er bij de lezingen voor vandaag ook een prachtig verhaal zit over de apostel Petrus die worstelt met zijn rol als leider in de vroege kerk. In feite is Petrus een erg interessant persoon. Volgens het evangelie van Mattheüs wordt hij door Jezus de steenrots genoemd waarop de kerk gebouwd wordt. Maar de evangelies laten ook zien dat Petrus’ eigen gelovige weg op zijn minst rotsachtig genoemd mag worden. Petrus maakt een paar uitglijers maar, dank zij de genade, weet hij zich steeds weer te herstellen, zijn fouten toe te geven, een stapje terug te doen, God’s stem te bespeuren, te leren en te veranderen. Wat er zo aantrekkelijk aan Petrus is, is zijn openheid en zijn doorzichtigheid, hij verontschuldigt zich niet, en zijn besef van de eigen beperkingen en feilbaarheid!

In de lezing uit Handelingen van vandaag horen we dat Petrus ernstig wordt bekritiseerd door de leiders van de jonge kerk in Jeruzalem. Deze leiders dachten dat alle volgelingen van Jezus besneden moesten zijn en verwijten Petrus daarom dat hij eet met de onbesnedenen in Caesarea, waar hij heen was gaan om het evangelie te verkondigen en te dopen. Petrus heeft de ouderlingen in Jeruzalem nogal wat uit te leggen omdat hij met hun traditie brak. Hij begint zijn verhaal bij het begin, dat hij eerst van plan was geen vlees te eten van zogenaamde onreine dieren. Maar, dat hij in een droom door God wordt terechtgewezen: “Wat God gezuiverd heeft, moet jij niet onrein maken!” Dat is nou zo bijzonder aan Petrus. Hij is in staat om te leren – onderwezen te worden door God. Waarom denkt u dat dat was? Ik denk dat het was omdat we zien dat, na een paar valse starten, Petrus een ander mens was geworden na de opstanding van Jezus. Hij werd helemaal gericht op het visioen van Jezus voor zijn kerk – een visioen van Gods rijk in het hier en nu – waardoor het voor Petrus mogelijk werd verandering aan te brengen in de oude manier van doen en van geloven en in relatie staan tot God en andere mensen. Petrus begon de droom van Jezus te dromen – van een inclusieve wijze die mensen in staat stelt om de eigen opdracht te midden van het volk van God te begrijpen. Dit noemen we een basileia-visioen – een gemeenschap van recht en vrede waar iedereen bij hoort. Dit basileia-visioen van Jezus laat een radicale transformatie zien van mensen en instituties naar een manier van zijn dat nu juist net het karakter en de natuur uitbeeldt van de met ieder meelevende God.

Dit brengt mij tot de kern van de zaak – niet wat de kerk niet is, maar wat de kerk wel IS – de kerk IS de aankondiging van de basileia of het koninkrijk van God. De vraag is hoe wij, de kerk van deze 21ste eeuw, in ons handelen het beste het visioen van Jezus voor Gods volk tot uiting kunnen laten komen? Het is het basileia-visioen van Jezus en zijn handelen daarin dat ons het concrete beeld van een getransformeerde wereld verschaft. Hoe kunnen wij, in de wereld van vandaag, getrouwe getuigen zijn van dat visioen? We hebben de traditie aangereikt gekregen van de apostelen. Wat vertelt God ons nu, in onze eigen beleving, over de toekomst van de kerk?

Stel je eens voor, een kerk, niet in de vorm van een piramide maar meer als een cirkel; Jezus, Gods Gezalfde, is niet onbereikbaar aan de top van de piramide, maar in het centrum van de cirkel, zoals het was terwijl hij preekte en mensen genas in Galilea en Judea. Iedereen is uitgenodigd met hem in het centrum te zijn van alle dingen. Niemand is buitengesloten vanwege haar of zijn leeftijd, geslacht, seksuele geaardheid of economische status of om welke reden dan ook. Het is een inclusieve gemeenschap – een waar elke  stem gehoord wordt. Omdat er naar elkaar geluisterd wordt is dit een kerk waarin mensen elkaar aanmoedigen, met respect voor de verschillen tussen de afzonderlijke leden. Het is een gemeenschap van liefde die recht en gelijkheid aanvaardt voor iedereen. Omdat er naar elkaar geluisterd wordt is het ook een kerk die erkent dat het voortdurend hervorming behoeft – inderdaad, transformatie. Deze voortdurende transformatie gaat niet alleen om eigen, persoonlijke bekering maar staat ten dienste van de hele gemeenschap. Dit kan gebeuren door structuren te veranderen die in het verleden hele categorieën mensen bij besluitvorming hebben buitengesloten.

Stel je eens voor, een kerk die het principe van subsidiariteit toepast, gemeenschappen aanmoedigt om lokale beslissingen zelf te nemen, die van alle leden de talenten en het onderscheidingsvermogen erkent. Op deze manier weerspiegelt het ambt in de kerk Jezus’ dienstbaarheid en die van de vroege apostelkerk. De kern hiervan zou zijn de voorbode te zijn van het rijk van God nú. In dit basileia-model van de kerk zou het ambt van priester erkend worden als zijnde gegrondvest in de doop. Open voor alle gedoopten, uitgeoefend in profetische gehoorzaamheid aan de heilige Geest. Het lerende gezag van de kerk zou zichzelf baseren op de Schrift, de traditie en in het herkennen van de tekens van de tijd (met andere woorden, Gods openbaring in ons leven in deze tijd). En het allerbelangrijkste: dit zou een kerk zijn die recht doet binnen haar eigen muren en die daardoor geloofwaardig is; deze kerk zou authentiek betrokken zijn bij het werkelijke leven, in al zijn complexiteit, en zij zou de onderdrukking die veel mensen in onze wereld op veelvoudige en met elkaar samenhangende wijzen teistert, herkennen en profetisch uitdagen. Zo’n kerk zou dan worden waargenomen als werkelijk toegewijd om de politiek en economische gemarginaliseerden in het middelpunt van de belangstelling te plaatsen en metterdaad er toe leiden dat ieder van hen in staat wordt gesteld voor zich zelf op te komen en zich spiritueel te voeden. Het uitspreken door de kerk van de gelijkheid van allen als beeld van God zou krachtig en waarachtig zijn – zowel in de wereld als in de kerk! Wij kunnen er alleen aanspraak op maken dat wij geloofwaardige getuigen zijn van Gods plan voor een vredige en rechtvaardige wereld, wanneer wij trouw zijn aan de Geest van Jezus door ieder met zijn of haar gaven te doen deelnemen in de gemeenschap.

De opdracht van de kerk is aan en voor en met iedereen. Zoals Elisabeth Schuessler Fiorenza heeft gezegd: “We moeten de politiek afbreken van het ‘anders-zijn’, een soort van culturele en institutionele zelfdefinitie die mensen probeert onder te brengen in categorieën als zwart of wit, man of vrouw, rijk of arm, homo of hetero, uitverkoren of niet. Sinds mensenheugenis hebben vrouwen, als categorie, gediend als universeel icoon voor ‘anders-zijn’ omdat ze in iedere cultuur voorkomen. Maar het ‘anders-zijn’ van vrouwen heeft ook gediend als middel om allerlei ‘anderen’ die niet pasten in de dominante groep, hun privileges te ontnemen. We moeten de politiek van het ‘anders-zijn’ inwisselen voor het ‘leerling-zijn van gelijken’ waarin allen worden geroepen tot heelheid en zelfstandigheid, allen zijn uitverkoren, allen worden gehoord, allen kunnen handelen – een andere manier om het koninkrijk van God onder woorden te brengen. Ons visioen is het visioen van Jezus, een basileia of cirkel van God dat vorm geeft aan een werkelijke gemeenschap van leerling-zijn van gelijken – van vrouwen en mannen, van alle rassen, seksuele geaardheden, mogelijkheden en leeftijden. Allen moeten gekozen kunnen worden om leiding te geven aan deze gemeenschap van het Volk van God op aarde. Het is een kwestie van gerechtigheid en vertrouwen in het evangelie van Jezus Christus.

Terugkomend op het verhaal over Petrus in Handelingen zien we dat Petrus’ verslag aan de ouderlingen in Jeruzalem een beschrijving bevat van de huisgenoten van de onbesneden Romeinse officier, Cornelius:

Nauwelijks was ik begonnen te spreken of de heilige Geest daalde op hen neer, zoals in het begin ook op ons. Ik moest denken aan het woord dat de Heer gesproken heeft: “Johannes doopte in water, maar jullie zullen gedoopt worden in heilige Geest.”  Als God aan hen dezelfde gave heeft geschonken als aan ons toen wij in de Heer Jezus Christus gingen geloven, wie ben ik dat ik God had kunnen tegenhouden?  

Ondanks al zijn fouten was Petrus een man van opmerkelijke openheid en inzicht. Deze kwaliteiten stelden hem in staat op een geloofwaardige wijze te getuigen van het rijk van God en de leider te zijn die de kerk op dat moment nodig had. Wij bidden voor Paus Benedictus, de opvolger van Petrus, dat hij er nu ook voor kiest zo’n leider te zijn, luisterend naar de stem van God in de beleving van zijn broeders en zusters, bereidwillig een stap terug te doen en vertrouwen te hebben in de Geest, en zichzelf te binden aan een leiderschap van inclusiviteit, waarmee hij de cirkel groter maakt om iedereen daarin toe te laten.   

Andrea M. Johnson

Andrea M. Johnson is r.-k. priester, gewijd in 2007 binnen de niet kerkelijk erkende Romen Catholic Women Priests beweging, en hield bovenstaande preek in de viering van de Women’s Ordination Conference bij gelegenheid van het bezoek van paus Benedictus XVI aan Washington DC, VS, 14 april 2008. Andrea Johnson heeft een BA Frans, een MA Diplomatieke en Internationale Betrekkingen en is kandidaat MA Theologie.

Vertaling: Marleen Wijdeveld


Reactie plaatsen

Reglement

  • Alle reacties worden vóór publicatie door de redactie beoordeeld. Wij behouden ons het recht voor reacties te weigeren of in te korten zonder opgaaf van redenen.
  • Een inzending mag maximaal 1000 tekens bevatten en moet goed leesbaar zijn.
  • Lees andere inzendingen zodat u in uw reactie niet in herhaling vervalt maar nieuwe argumenten geeft. De reactie moet inhoudelijk zijn en iets waardevols toevoegen aan het artikel. Dus bijvoorbeeld geen agressief taalgebruik.
Naam  
E-mailadres  
Plaats  
Uw reactie  
Gebruik maximaal 1000 tekens. U hebt nog 1000 tekens tekens.
Captcha  
   

Terug naar "Ambten" | Naar boven

Disclaimer
EnglishDeutschFrancaisEspanol