18/8/09
Paulus haatte geen homo’s, hij haatte tegennatuurlijkheid
Wie was Paulus? Stichter van het christendom, antisemiet, antifeminist, homohater, zwartgallig aanzegger van zondigheid, manager, ruziemaker? Of h et omgekeerde: laatste discipel, volgeling, jood, verdediger van de rechten van de vrouw, veroordeler van seks om de seks, aanzegger van vrijheid, man van mystiek en gebed.
De Amsterdamse hoogleraar Patrick Chantelion Counet (UvA) zet alle zeven tegenstellingen op een rij en kiest stellig en beslist voor het tweede rijtje. Het eerste rijtje noemt hij vooroordelen. Een vooroordeel is volgens de Van Dale een niet op kennis of redenering maar op neiging, traditie of navolging berustend oordeel.
En inderdaad. Over Paulus hebben velen een oordeel en meestal is dat een vooroordeel. Gebaseerd op neiging of traditie en niet op kennis. Neem wat Paulus schrijft over homoseksualiteit. ’Hij wijst het radicaal af, en wij met hem’, zeggen veel christenen en christelijke partijen als SGP en ChristenUnie. Beroepen ze zich terecht op Paulus? Of moeten ze van homoseksualiteit sowieso niks hebben en gebruiken ze Paulus selectief om daar een christelijke basis aan te geven?
Woord voor woord analyseert Chatelion Counet de sleutelteksten van het christelijk antihomo-denken zoals die vooral te vinden zijn in het eerste hoofdstuk van de brief aan de Romeinen. Paulus heeft het daar trouwens niet over seksuele geaardheid, maar over seksuele daden tussen mensen van hetzelfde geslacht. Homoseksualiteit, zoals wij die kennen, kende Paulus nog niet. De gedachte dat homoseksualiteit een geaardheid is, komt pas op in de negentiende eeuw.
Seksuele daden tussen mensen van hetzelfde geslacht noemt Paulus tegennatuurlijk. Hij onderscheidt natuurlijke seksuele daden en tegennatuurlijke. De natuurlijke zijn gericht op het verwekken van kinderen. De tegennatuurlijke draaien uitsluitend om genot. Homoseksuele daden, uiteraard ’van nature’ tegennatuurlijk, hebben niet het patent op tegennatuurlijkheid. Alle seksuele daden die alleen draaien om genot zijn tegennatuurlijk. Aldus Paulus.
In de Grieks-Romeinse wereld waarin Paulus leefde, stond genot hoog in het vaandel. Weliswaar stond homoseksualiteit in onze zin mijlenver van het manlijk, soldateske Romeinse ideaal. Maar voor homoseksuele daden lag dat een slag anders. Homoseksuele praktijken waren schering en inslag. Van hoog tot laag, de keizers voorop. Zij het wel uitsluitend met slaven. Seks tussen vrije mannen was bij wet verboden.
Paulus houdt de lezers van zijn brieven geregeld voor dat mensen die zo genot zoeken, hij wijst ook op bras- en slemppartijen, het koninkrijk van God niet zullen beërven. Ze moeten kiezen. Ze kunnen kiezen. Hij heeft Christus aan hen verkondigd. Maar de heidenen die leefden voordat Christus leefde? Die konden toch niet kiezen? En toch zijn ze schuldig, zegt Paulus. Om dat te onderbouwen, gebruikt hij het begrip tegennatuurlijk.
Paulus onderscheidde twee natuurlijke aandriften. De ene, seksuele, noemde ik al. De andere is een verlangen naar overgave. Overgave aan wat groter is dan wijzelf. Wie de grootsheid van de schepping ervaart, geeft zich ’natuurlijk’ over aan wat groter is dan hij zelf. Aan de schepper. De heidenen weigeren dat. Zij weigeren, ik citeer uit de NBV, ’Gods onzichtbare eigenschappen af te lezen uit de schepping’. Daarmee handelen ze tegennatuurlijk en aanbidden ze niet God, de schepper, maar lage mensen en zelfs kruipende dieren. Daarom heeft God ze ook overgeleverd aan lage, tegennatuurlijke seksuele begeerten. De ene tegennatuurlijkheid roept de andere op.
Conclusie: Paulus veroordeelt in Romeinen 1 geen homoseksualiteit in onze zin, maar op louter genot gerichte seksuele daden tussen mensen van hetzelfde geslacht in de context van de Grieks-Romeinse cultuur. Hij doet op basis van een tegenstelling tussen natuurlijk en tegennatuurlijk. Denken wij nog net zo over ’natuurlijke aandriften’ als Paulus? Geloven wij dat iedereen ’natuurlijk’ Gods onzichtbare eigenschappen uit de schepping kan afleiden? Vinden wij alleen op voortplanting gerichte seksuele daden ’natuurlijk’?
Wie Paulus citeert om ’homoseksualiteit’ af te keuren, zou hem ook moeten volgen in zijn ideeën over natuurlijk en tegennatuurlijk. Die staan immers aan de basis van zijn visie. Wie dat niet doet, gebruikt Paulus selectief om een al bestaand oordeel, een vooroordeel, te onderbouwen. Helaas, zo gaat het tot de dag van vandaag. Ook Chatelion Counet zal SGP, CU en al die andere christenen die homoseksualiteit als een zonde beschouwen niet overtuigen. Die gaan Paulus pas anders lezen als ze anders over homoseksualiteit gaan denken en niet andersom. De bril van het vooroordeel zet een mens zelden af op grond van redelijkheid. Ook christenen niet.
Jan Greven
Drs. Jan Greven is theoloog en oud-hoofdredacteur van Trouw. Bovenstaande tekst is overgenomen uit Trouw van 28 juli 2009.
Bespreking van: Patrick Chatelion Counet: Genie of misgeboorte. Zeven vooroordelen over de apostel Paulus. Katholieke Bijbelstichting. ISBN 978 906173 1382, €16,50.
Reactie plaatsen
Reglement
- Alle reacties worden vóór publicatie door de redactie beoordeeld. Wij behouden ons het recht voor reacties te weigeren of in te korten zonder opgaaf van redenen.
- Een inzending mag maximaal 1000 tekens bevatten en moet goed leesbaar zijn.
- Lees andere inzendingen zodat u in uw reactie niet in herhaling vervalt maar nieuwe argumenten geeft. De reactie moet inhoudelijk zijn en iets waardevols toevoegen aan het artikel. Dus bijvoorbeeld geen agressief taalgebruik.